2

De Capitol Limited (Washington naar Chicago)

Toen Tom uit de taxi stapte voor het Union Station in Washington, waar zijn treinreis zou beginnen, dacht hij terug aan de weinige treinreizen die hij in de Verenigde Staten had gemaakt. Die waren allemaal in het noordoosten geweest, de trajecten tussen Washington, New York en Boston. Hij had gereisd met het nieuwste Amtrak-materieel, de Acela-hogesnelheidstreinen die in het noordoostelijk deel van de Verenigde Staten werden gebruikt. Deze treinen, snel, mooi en ruim, konden met gemak concurreren met hun Europese neven. Ze hadden koele, glazen deuren tussen de wagons, die automatisch openschoven wanneer men ze benaderde, en dat deed Tom denken aan de ingang tot de brug van het sterrenschip Enterprise. Zelfs zo sterk dat Tom, toen hij voor het eerst met een Acela reisde en die deuren opengleden, begon te zoeken naar een Vulcan in het uniform van Star Fleet.

Tom had een plaats gereserveerd in de slaapwagen van de Capitol Limited-trein, die hem van Washington naar Chicago zou brengen. Hij moest zelfs twee treinen nemen om de Westkust te bereiken. Het eerste deel reisde hij met de Capitol Limited en het tweede, veel langere traject zou hij afleggen met de eerbiedwaardige Southwest Chief. De Capitol Limited had een kleurrijke geschiedenis, omdat hij deel uitmaakte van de beroemde Baldmore en Ohio-lijn. De B&O was de eerste spoorwegmaatschappij in de Verenigde Staten en onderscheidde zich tevens doordat ze de eerste was die personen meenam, in tegenstelling tot louter schapen of staal. Toen hij hierover las, dacht Tom dat deze stap naar een dergelijke verheven status ongetwijfeld een beslissend moment voor het menselijk ras moest zijn geweest.

De 'Cap', zoals de Limited liefkozend genoemd werd, werd altijd beschouwd als de stijlvolste en modernste langeafstandstrein van het land. Er had zelfs een keer kreeft op het menu gestaan, en in de restauratiewagen werd porselein en echt glas gebruikt. Ook waren er wagons met glazen koepels, vanwaar uit je het landschap voorbij kon zien rollen. De trein had tevens Pullman-wagons met legendarische Pullman-conducteurs die, naar men zei, fooien van enorme proporties ontvingen. In zijn lange geschiedenis had de Cap koningen en prinsen en presidenten en filmsterren en grootindustriëlen van Chicago naar Washington en terug vervoerd, en de verhalen die over deze reizen werden verteld vormden een legendarisch deel van de spoorwegoverleveringen. Tom had een lucratieve carrière als societyverslaggever kunnen maken, alleen door de grillen van de passagiers op dat traject te beschrijven. Kennelijk had een trein iets speciaals.

Vanwege de familierelatie en de grote belangstelling die zijn vader voor de auteur koesterde, had Tom zich verdiept in het werk, het leven en de legenden van Mark Twain. Ter voorbereiding op zijn transcontinentale tocht had Tom The Innocents Abroad opnieuw gelezen, Mark Twains verslag van een vijf maanden durende reis met het stoomschip Quaker City naar Europa en het Heilige Land. Het was een van de grappigste, oneerbiedigste reisboeken die ooit waren geschreven. Als men zich Sam Clemens kon voorstellen - toendertijd een ruige man, pas uit het Wilde Westen, ver afstaand van de wereldberoemde, geciviliseerde auteur die hij zou worden - in gezelschap van een scheepslading vrome mensen uit het Midwesten op hun eerste reis naar de Oude Wereld, werden de buitenissige mogelijkheden snel duidelijk. Tom ging niet naar het buitenland, maar in tal van opzichten voelde hij zich op pelgrimstocht in eigen land, omdat hij, hoe ironisch het ook klonk, veel meer van de rest van de wereld had gezien dan van Amerika. De Capitol Limited vertrok om 16.05 uur precies uit Washington, stopte twaalf keer tussen Washington en Chicago en arriveerde de volgende ochtend stipt om 09.19 uur in Chicago. Tom zou tot de middag daar blijven, waar hij aan boord zou stappen van de Southwest Chief om de reis naar Los Angeles te vervolgen. Het was een goed plan en het bracht hem in een opperbeste stemming, iets waartoe artikelen over de beste manier om je hulstbomen te snoeien of je septische tank leeg te pompen geen kans zagen. Hij haalde zijn kaartjes, controleerde zijn skiuitrusting bij de bagageklerk - Lelia en hij zouden met de kerstdagen naar de chique hellingen van Tahoe gaan - en bekeek het indrukwekkende Union Station dat, vóór het nieuw leven was ingeblazen, bijna ten prooi was gevallen aan de slopersbal. Aan het eind van de jaren zestig was het gebouw het Nationale Bezoekers Centrum geworden, dat feitelijk bestond uit een matige diashow in een groot gat dat nooit door iemand bezocht werd. Na die miskleun van dertig miljoen dollar werd het Nationale Bezoekers Centrum zonder bezoekers geruisloos gesloten, met uitzondering van een klein, vochtig deel van het gebouw waar men, hoe bestaat het, werkelijk in een trein kon stappen. Toms vader was, toen hij in 1945 uit de Tweede Wereldoorlog terugkwam, op weg naar huis via dit in Romaanse stijl opgetrokken station gekomen. Terwijl Tom door de overdadig met beeldhouwwerk versierde marmeren hallen wandelde, stelde hij zich voor dat hij in de voetstappen van zijn optimistische vader trad, onderweg naar de veiligheid van het burgerleven na geholpen te hebben de wereld te redden van de onderdrukking, met niet meer dan een geweer en de moed van een jongeman. Het leek passend dat Tom hier zijn reis begon, omdat zijn vader een leven had beëindigd en aan een ander was begonnen via deze poort. De zoon hoopte maar dat hij hetzelfde zou doen.

Tom nam een paar minuten de tijd om naar de enorme modeltrein te kijken, die ter gelegenheid van Kerstmis was opgesteld aan de linkerkant van de grootste hal. Die was stampvol kinderen en volwassenen, ongetwijfeld geïntrigeerd door de metalen miniatuurwagons die door een groots opgebouwde stad en landelijke gebieden stoven. Treinen bezaten een onmiskenbare, nostalgische aantrekkingskracht, zelfs voor de vele Amerikanen die nog nooit in een trein hadden gezeten. In deze stemming stond Tom breed glimlachend toe te kijken hoe de kleine wagons voorbijzoefden over de miniatuurrails, iets wat hij heel binnenkort in het echt zou doen in een levensgrote versie.

Over niet al te lange tijd zou hij moeten instappen, dus Tom begaf zich naar het perron. Hoewel kortgeleden op sommige stations bagagecontrole was ingevoerd, kon men letterlijk tot de laatste minuut op het station arriveren en instappen. Er waren geen con-controles, geen opdringerige staafjes of krankzinnige vragen of je misschien door een volslagen vreemde een thermonucleair apparaatje in je weekendtas had laten stoppen terwijl je naar het toilet was, alsof je dergelijke informatie niet uit eigen beweging zou hebben gegeven. Je sprong gewoon aan boord en je vertrok. In de moderne wereld van eindeloze regels en technisch jargon, waar letterlijk alles blijkbaar te ingewikkeld was voor normale mensen, was dat heel verfrissend.

Tom ging in de wachtkamer van de Cap zitten en ging zijn medepassagiers bekijken. Hij herinnerde zich dat, toen hij met de Acela naar New York was gereisd, vrijwel alle passagiers zakenmensen waren geweest, keurig gekleed en uitgerust met alle mogelijke bedrijfswapens: mobiele telefoons, elektronische agenda's, laptops, oormicrofoontjes, laseraanwijsstokjes, op plutonium werkende speeltjes en kant -en-klare hardware. Dit waren mensen met een missie, die stonden te trappelen om te vertrekken, en toen de deur openging om de massa te laten instappen, deden ze dat dan ook zo snel mogelijk, Toms kleren waren hem bijna van het lijf gerukt omdat hij niet snel genoeg liep. Een kleine, maar vastberaden zakenvrouw had zich op hem gestort alsof hij Roodkapje was en zij de wolf, met als enig doel zijn ingewanden bloot te stellen aan de openlucht. De groep die op de Cap wachtte, was veel gevarieerder. Hij zag blanken, Afro-Amerikanen en indianen, moslims in traditionele kledij, Aziatische Amerikanen, een aardige doorsnee van afkomst en oorsprong, tamelijk gelijk verdeeld in mannen en vrouwen. Het was een ware smeltkroes van de mensheid die met de Cap zou reizen.

Naast Tom zat een aardig, jong stel, ze dronken cola-light, hielden eIkaars hand vast en leken heel nerveus. Misschien was dit voor hen de eerste keer dat ze ver van huis gingen, dacht hij. Tom had zo veel gereisd toen hij jong was dat hij zich de spanning die ze voelden, kon voorstellen. Naast het tweetal zat een oudere geestelijke, die met zijn voeten op zijn duffelse tas een middagdutje deed.

Tegenover de priester zat een slanke vrouw met zeer hoekige gelaatstrekken, een geometrisch samenspel van huid en beenderen. Tom zou werkelijk niet kunnen zeggen hoe oud ze was, omdat ze een lange, veelkleurige sjaal om haar hoofd had gewikkeld, bijna als een tulband. Daarbij kwam dat ze houten klompen droeg ter grootte van halters. De vrouw had op de stoel naast zich een aantal tarotkaarten uitgespreid die ze aandachtig bestudeerde. Wanneer er iemand langsliep keek ze op met een blik die leek te zeggen: ik weet alles over je. Het was eigenlijk een beetje verontrustend. Tom had ooit zijn hand laten lezen door een oude man op de Maagdeneilanden. Hij had Tom een lang leven voorspeld, gezegend met een stel kinderen, een liefhebbende echtgenote en niets dan plezier. Tom had er vaak aan gedacht om de leugenaar op te sporen en zijn geld terug te vragen.

Hij keek naar een bejaarde vrouw, die zich voortbewoog met behulp van een rollator. Ze deed hem aan zijn moeder denken. Na haar beroerte kon ze niet meer praten, daarom had hij iets bedacht. Hij legde een foto van zijn moeder en zichzelf, toen hij nog een jongetje was, op zijn moeders borst en zij pakte die dan met haar goede hand. Dat betekende dat alles goed ging, dat ze er nog steeds was. Tom zou nooit de keer vergeten dat hij de foto had neergelegd en acht uur had gewacht of ze hem zou pakken . Ze deed het niet. De volgende dag stierf ze.

Een paar minuten later pakten Tom en de andere passagiers hun tassen en daarna liepen ze de wachtkamer uit. De machtige Capitol Limited stond voor hen klaar.