23

Het Nationaal Meteorologisch Instituut gaf waarschuwingen uit voor de regio's middenwesten en zuidwesten: er was een zware winterstorm op komst aan de zuidflank van de Rocky Mountains. De volle sterkte van de orkaan waartoe hij zou uitgroeien, werd vooralsnog getemperd door aangrenzende weersomstandigheden boven het noordwesten van de Stille Oceaan, een verzachtende bescherming die zou wegvallen wanneer de storm via Wyoming tot Colorado zou doordringen. Tegen de tijd dat hij plotseling in alle hevigheid zou losbarsten bij de grens tussen Colorado en New Mexico zou het te laat zijn om nog meer waarschuwingen uit te geven. Men kon dan alleen nog maar in de kranten lezen over de ergste aardverschuiving van de laatste tien jaar en er aan toekomstige generaties op gedempte toon over vertellen.

Herrick Higgins had het lange oponthoud in Kansas City benut om de machinist op te zoeken. Ze hadden de weerberichten besproken die via de Amtrak-centrale binnenkwamen. Hoewel Herrick Higgins niet meer bij de spoorwegmaatschappij werkte, zou niemand die beroepshalve op een passagierstrein reed zijn verstandige inbreng en adviezen negeren. Hij en de machinist waren al twintig jaar met elkaar bevriend, en toen Higgins zei dat het hem niet aanstond hoe de zaak zich ontwikkelde, in het bijzonder omdat ze nu op weg moesten naar Colorado, nam de machinist er serieus nota van. Higgins raadde hem tevens aan zo veel mogelijk brandstof in te nemen.

'We zullen allemaal onze ogen openhouden,' zei de machinist. 'Zodra we iets nieuws horen van de centrale, laat ik het je weten.' Higgins was teruggegaan en had zijn plaats in het salonrijtuig weer ingenomen, terwijl de trein bijna gereed was met het aan boord nemen van voorraden en passagiers. Tijdens zijn lange loopbaan bij de spoorwegen had hij zo ongeveer alles gezien wat er mis kon gaan met het materieel, het personeel en het weer. Hij had geleerd onder dergelijke omstandigheden op zijn intuïtie af te gaan, een intuïtie die was aangescherpt doordat hij dertig jaar lang dit vale had uitgeoefend. De manier waarop de lucht eruitzag beviel hem niet, evenmin als de manier waarop de wind voortjoeg. De scherpe hoek waaronder de sneeuw viel stond hem niet aan. Dus bleef Higgins uit het raam staren naar een lucht die niets dan problemen scheen te voorspellen.

'Wat doe jij hier, Lelia?'

'Leuke begroeting, nadat ik helemaal hier naartoe ben gekomen om je te verrassen.' zei ze. 'Weet je dat er geen rechtstreekse vlucht te krijgen is van Los Angeles naar Kansas City? Ik bedoel, waar slaat dat nu op? Ik moest via Denver vliegen. Het was een nachtmerrie. En het enige wat ik dan hoor is "wat doe jij hier, Lelia?'" Ze omhelsde hem en gaf hem een kus, en Tom voelde zich buitengewoon schuldig want tenslotte hadden ze een relatie. Ze zagen elkaar betrekkelijk vaak; ze gingen met Kerstmis naar Tahoe. En toch leek het nadat hij Eleanor weer ontdekt had, of hij dat alles was vergeten.

'Het spijt me, ik was gewoon heel verbaasd om je te zien. Ik dacht dat je misschien niets meer van me wilde weten na dat voorval met Dolph.'

'Doe niet zo raar. Zullen we in de trein stappen en erover praten?

Dan kan ik je van alles op de hoogte brengen.' 'Van alles, wat alles?'

'Straks, in de trein, nadat ik heb uitgepakt.' Ze gaf haar kaartje aan een van de kruiers en zei tegen de mannen dat ze haar koffers aan boord moesten brengen. Ze beloonde hen rijkelijk, met geld en een oogverblindende glimlach. Lelia was gekleed in klassieke Hollywoodstijl, wat betekende duur en opvallend. Het arme bataljon kruiers van Kansas City met hun rode pet zou nooit meer hetzelfde zijn. Ze zouden haar waarschijnlijk betaald hebben, alleen om het voorrecht haar bij elkaar passende, leren Gucci-koffers te dragen en in haar gezelschap te verkeren, als bediende, slaaf of wat dan ook. Terwijl ze naar de Chief liepen, gaf Lelia Tom een arm. 'Weet je, ik heb nog nooit in een trein gezeten. En nu nog wel in de vakantie, het lijkt me best leuk. Kun je je aan boord laten masseren? En misschien hebben ze een schoonheidssalon, zoals op cruiseschepen?' 'O, daar moet ik nee op zeggen. Er is een dambord in elke slaapcoupé, maar je moet je eigen damstenen meenemen. O, en ze hebben heel veel drank, en dat kan ik je wel vertellen, op dit moment is dat iets geweldigs.'

'Nou, misschien kun jij me masseren, ik bedoel, onder andere. Ik heb de ondeugende bodystocking bij me,' liet ze er schalks op volgen en ze leunde tegen hem aan.

Bij het instappen zag Tom uit zijn ooghoek Eleanor staan. Ze bekeek hen beiden nauwlettend, en dit was een van de weinige keren in zijn leven dat Tom Langdon, een man die een loopbaan had opgebouwd door bijdehand te zijn, zich volslagen hulpeloos voelde. Ze stapten in de Chief, zeiden Missouri vaarwel en daarna gleed de trein bij het vallen van de duisternis het vlakke boerenland van Kansas in.

Lelia installeerde zich in haar slaapcoupé, echter niet zonder een paar klachten met betrekking tot het gebrek aan ruimte en vragen of er misschien suites te huur waren met een mahoniehouten betimmering en wellicht een privebediende. Barry, de conducteur van het slaaprijtuig, spande hopeloos verliefd zijn halsspieren, blies zijn borst op, deed een paar armspieroefeningen met haar bagage en onthaalde haar op wetenswaardigheden over de trein, maar Lelia was niet onder de indruk en bleef gepast afstandelijk. Toch suggereerde ze dat ze, als hij haar misschien een geschikt theeservies kon bezorgen en alle maaltijden in haar verblijf zou opdienen, wel genegen zou zijn de arme man zo nu en dan te verblijden met een glimlach en wellicht ook met een stukje kuit en een flits van een welgevormde dij. Dus ging Barry op zoek, in de trein en vervolgens in de hele staat Kansas, naar een zilveren theeservies en een speciaal kistje voor zijn hart, dat hij Lelia op zijn knieën zou aanbieden aan het eind van de reis.

Tom kwam bij haar langs nadat ze zich had geïnstalleerd. 'Wau, dat heb je mooi ingericht,' zei hij. 'Waar is jouw coupé?'

'In het slaaprijtuig voor de armen, een eindje verderop.' 'Nou, je kunt vannacht hier slapen.'

Hij ging op de rand van het omlaaggeklapte bed zitten. 'Hoor eens, ik moet je iets vertellen. Ik was niet van plan om het op deze manier te doen, ik bedoel, in de trein, maar ik kan het je net zo goed nu vertellen.'

Ze legde haar hand op de zijne. 'Ik geloof dat ik weet wat je gaat zeggen. Dat is de reden waarom ik helemaal hiernaar toe ben komen vliegen.'

'O, ja?' Hoe had ze het kunnen weten, van Eleanor? 'Waarom bén je hier?' vroeg hij.

'Na wat er met Dolph gebeurde, was ik razend op je, echt waar. Maar het was ook lief, ik bedoel, dat je jaloers was en zo.' 'Dank je. Ik ben blij dat ik dat voor je kon doen.' 'Daarna begon ik over van alles na te denken. We gaan nu al een poos met elkaar om en er moeten beslissingen worden genomen.' 'Dat ben ik helemaal met je eens.'

'Ik heb mijn besluit genomen en ik wilde het je niet door de telefoon vertellen en ik kon niet wachten tot Kerstmis, omdat dit onze plannen voor de feestdagen wel eens zou kunnen veranderen.' Tom zuchtte opgelucht. 'Ik geloof echt dat we op één lijn zitten.' Ze boog zich naar hem toe en legde haar beide handen op zijn schouders. 'Tom, ik wil trouwen.' Het enige wat hij kon zeggen was: 'Met wie?' 'Met jou, gekkie, met wie anders?'

'Je wilt met mij trouwen. Je bent helemaal hiernaar toe komen vliegen om me te vertellen dat je wilt trouwen? Met mij?' Gejaagd stond hij op, en in zijn benauwdheid begon hij heen en weer te lopen, wat tot gevolg had dat hij met zijn hoofd tegen het grote raam bonsde, zoals een vogel die bang en kwaad is tegen zijn eigen spiegelbeeld bonst wanneer hij probeert te ontsnappen. 'Lelia, dit is iets heel anders dan elkaar een paar keer per jaar ontmoeten, voor ons plezier. Dit is voor het leven, voor elke dag, in voorspoed en in tegenspoed.' 'Dacht je dat ik dat niet wist?'

Hij wees naar haar. 'Ben je met een nieuwe cursus begonnen? Iets van die newage-psychedelische voodoo-parapsychologieflauwe-kul?'

Lelia stond ook op. 'Nee, dit gaat om mij. Ik word er niet jonger op. Mijn biologische klok tikt niet alleen, de wekker loopt af en ik heb de sluimerknop zo vaak ingedrukt dat die niet meer werkt.' 'Je bedoelt dat je kinderen wilt?' 'Ja, jij niet?'

'Vraag je me of ik kinderen wil?' 'Ben je doof? Ja.'

'Hoe weet ik of ik kinderen wil? Ik wist niet dat je me vanavond ten huwelijk zou vragen. Laat me even op adem komen, wil je.' Ze sloeg haar armen om hem heen. 'Ik weet dat het je overvalt, maar we passen goed bij elkaar, Tom, echt goed. Ik heb geld genoeg en we kunnen doen wat we willen. We kunnen reizen, spelen, ons vermaken en ons dan ergens vestigen en een heel groot gezin stichten.'

'Heel groot? Een heel groot gezin? Hoe groot?' 'Nou, ik kom uit een gezin van acht kinderen.' Tom keek naar haar tengere figuurtje. 'Je bent zes uur per dag in de sportschool. Wil je zeggen dat je je lichaam acht keer wilt laten opzwellen? Zelfs wanneer we het spreiden, één kind per twee jaar, ben je zestig tegen de tijd dat het laatste schatje geboren wordt, Lelia.' 'Nou, ik dacht dat we er één op de normale manier konden krijgen en de rest adopteren, en die allemaal tegelijk. Een soort kant-enklaar gezin.'

Tom streek met zijn hand door zijn haar, met de aanvechting het meeste ervan uit zijn hoofd te trekken. 'Dit is toch niet te geloven.' 'Had jij dan gedacht dat we van de ene kust naar de andere zouden blijven vliegen, tot een van ons doodgaat? Dat is toch geen permanente relatie, Tom.'

'Dat ben ik met je eens. Het was niet permanent.'

'Ik weet dat dit veel tegelijk is om je mee op te zadelen. Neem de tijd om erover na te denken. Het duurt twee dagen voor we in Los Angeles zijn. Denk erover, en laat het me dan weten.'

'Over twee dagen? Je wilt dat ik je laat weten of ik wil trouwen en acht kinderen wil hebben, over twee dagen?'

'Nou, het hangt van je antwoord af, maar we hebben veel te doen, dus ja, ik zou het prettig vinden om het snel te weten.'

Ze kuste hem op zijn wang en nam daarna zijn handen in de hare.

'Nu, wat wilde je mij vertellen?'

Hij kon haar slechts met open mond aanstaren, niet in staat tot spreken omdat geen woorden sterk genoeg waren om het bijtende zuur te overleven dat in zijn keel opwelde. Ze smolten gewoon weg, als sneeuw op een gloeiende kachel. Hij draaide zich om en wilde weggaan.

'Waar ga je naartoe?'

Hij kreeg zijn stem terug. 'Naar de bar.'

'Wanneer kom je terug?'

'Over twee dagen.'