4
Bas is misselijk van het bier en zijn hoofd gonst. ‘Ik ga naar huis.’
‘Spelbreker’, gilt Frits. ‘Blijf nog even…’ Bas schudt zijn hoofd en springt van de tafel. ‘Wachten…’ roept Marcel.
Het klinkt als een bevel. Uit zijn binnenzak haalt Marcel een envelop.
‘Geef dit aan Anja.’
Bas herkent de envelop. Girokantoor Arnhem staat erop gedrukt. Bas knikt en draait de envelop rond in zijn hand. ‘Ik ga ook’, zegt Gert. ‘Ik loop een stukje met Bas mee.’
Bas loopt met grote stappen door de straten en Gert dribbelt erachteraan.
‘Doet het nog pijn?’ vraagt Gert en hij wijst naar de lip.
‘Valt wel mee’, liegt Bas. ‘Hoe oud ben je?
‘Tien…’
‘Toe maar’, prevelt Bas. ‘Ben je zeker de jongste van de groep.’ Gert knikt trots.
‘Ik werd altijd gepest maar sinds ik bij de groep ben, is dat voorbij. Maar mijn vader mag niet weten dat ik met ze omga…’ Bas houdt zijn pas in. ‘En waarom is dat?’ ‘Mijn vader zegt dat ze niet deugen. Dat het tuig is. Maar ze zijn hartstikke aardig, vooral Ice.’ De ogen van de kleine dikkerd glimmen. ‘Wie?’ vraagt Bas.
‘Ice… O, die heb je nog niet ontmoet. Hij is de baas van de groep. Hij is geweldig… Zodra hij merkte dat ik werd gepest zocht hij de treiterkoppen op. Nou… dan kregen ze ervan langs. Nu heb ik nooit meer last van treiterkoppen.’ ‘Nee, dat begrijp ik’, snuift Bas.
Het is even stil maar dan ratelt de jongen weer verder. ‘We hebben allemaal een taak in de groep. En daarmee verdienen we een extra zakcentje. Hel zijn geen moeilijke klusjes hoor…’
Er gaat een alarmbelletje rinkelen in Bas’ hoofd. ‘Wat voor
klusjes clan?’ vraagt Bas zo nonchalant mogelijk.
‘Nou, kopiëren en verkopen en bier halen en zo…’
‘En wat moetje dan kopiëren en verkopen?’
Gert weifelt. ‘Ik denk dat ik het jou wel kan vertellen. Je
hoort nu toch ook bij de groep.’
Bas glimlacht vaag.
‘Ik kopieer de inlegvellen die Ivette en Sonja in de platenzaak jatten.’
Bas snapt er nog weinig van. ‘En verkoopje die dan weer?’ Gert schiet in de lach.
‘Nee, de inlegvellen zijn voor de cd’s. De cd’s verkoop ik op school.’
‘Ik geloof dat ik hel snap’, knikt Bas. ‘Jullie verkopen illegale cd’s.’
Gerts gezicht glimt.
‘Een lege cd kost ongeveer anderhalve euro. Het origineèl leent Frits bij de bibliotheek’, legt Gert uit. ‘En de cd’s worden gekopieerd’, vult Bas aan. ‘En verkocht op school met winst.’ ‘Ja, negen euro…’ gniffelt Gert. ‘Een aardig zakcentje’, fluit Bas.
‘Best wel… Ice en Marcel krijgen de helft van de winst en de andere helft wordt gedeeld met de groep.’ Bij een oud herenhuis aan de La Reyweg blijft Gert staan. ‘Hier woon ik’, wijst hij. ‘Ik zie je nog wel, doei…’
Fluitend verdwijnt het kereltje het huis in. Bas loopt peinzend verder. Zijn hand omklemt de envelop. Dat is natuurlijk een cd voor Anja, denkt Bas. Cher… Daar had ze om gevraagd. En zijn cd van The Nits komt natuurlijk ook van Marcel. Weet vader hiervan? Weet vader van Marcel en de groep? De groep? Bas voelt aan zijn lip. Hij was behoorlijk bang geweest toen hij daar op de grond lag. Wat hadden ze met hem gedaan als Marcel niet had ingegrepen? Daarna waren ze reuze aardig en heeft hij met ze gelachen. Maar toch( Misschien is het beter om uit hun buurt te blijven.
De Kockstraat is doormidden gedeeld door een brede streep schaduw en een gevelzijde van zon. Stien zit voor haar huis in het strookje zon en schilt de aardappels. De aardappel draait rap langs het mesje. De schil valt in het rieten mandje op haar schoot. Aad, haar man, zit onderuitgezakt met zijn ogen gesloten. De groene Opel van vader is nergens te bekennen. Hij is nog niet thuis, denkt Bas. Dan maar wachten. Hij laat zich op de vensterbank zakken en voelt voorzichtig aan zijn lip.
‘Bas’, roept Stien.
Ze gooit een aardappel in de pan met water en wenkt. Bas
steekt de straat over.
‘Wat is er met jouw gezicht gebeurd?’ vraagt ze geschrokken. ‘Een voetbal midden in mijn gezicht gekregen’, antwoordt Bas.
Stien schudt haar hoofd.
‘Ik ben misschien wel oud maar niet gek.’
Ze wijst op de rode keukenstoel.
‘Ga maar even zitten, jongen. Je vader komt pas over een
halfuurtje thuis.’
Bas kijkt haar verbaasd aan.
‘Ja… Ik ben misschien wel oud maar niet gek.’ Plons: een aardappel valt in de pan met water. ‘Jongen…’ zegt Stien. Er volgt een korte stille. ‘Het is er niet pluis.’
Ze wijst met hel aardappelschilmesje naar het huis van vader.
‘Zodra je vader de deur uit is, gebeuren daar vreemde dingen.’
Bas schuift op zijn stoel. ‘Hoe bedoelt u?’
‘Kijk… je vader is een beste vent, een harde werker. Maar
zij…’
‘Bemoei je er niet mee, Stien’, reageert Aad scherp. Hij tilt zijn rechterooglid even op. ‘Dat zijn onze zaken niet.’ Het rechteroog valt weer dicht.
‘Het wordt tijd dat iemand het weet’, briest Stien. ‘Er gebeuren daar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik ben misschien oud maar niet gek.’ Plons: het water spat omhoog. Bas kijkt naar haar dunne, grijze haren en de rimpeltjes om haar mond. ‘Wat gebeurt er dan?’ dringt hij aan. Stien knikt met haar hoofd richting de overkant. Een lange slungel met opvallend geelgeverfd stoppeltjeshaar stapt net de deur uit. Hij stopt een plastic tas onder zijn bomberjack en trekt met een ruk zijn rits dicht.
‘Die daar…’ sist Stien. ‘Voor die daar moetje oppassen. Dat is Steef de Water… Hij heeft vier jaar in de gevangenis gezeten. En hij kwam vandaag echt niet bij Anja om een kopje thee te drinken. Nee… Het is daar niet pluis…’ mompelt de oude vrouw.
Steef de Water kijkt traag in het rond en steekt een sigaret op. Rook kringelt uit zijn neus omhoog. Steef knikt even naar Stien en beent dan de straat uit.
Enkele minuten later draait de Opel van vader de straat in. Bas veert op. ‘Daar heb je hem…’
De claxon klinkt door de straat. Vader lacht van oor tot oor.
Stien schudt haar hoofd.
‘Een goeie vent, wat ik je brom…’
Met een langwerpig pak onder de arm stapt vader op Bas af. ‘Zo, jongen, zit je gezellig bij…’
Vaders stem stokt. Zijn mond valt open en hij staart naar het gezicht van Bas.
‘Wat is er in hemelsnaam met jou gebeurd?’ Bas’ gezicht kleurt lichtrood.
‘Ik heb vanmiddag wat gevoetbald met vrienden. En ik kreeg een bal boven op mijn mond.’
De adamsappel van Bas wipt even op en neer. Het is niet netjes om te liegen, denkt hij. Maar ik heb geen zin in vragen. Vader kan maar beter niets van de groep weten. Vader schudt zijn hoofd. ‘Nou, die bal is behoorlijk aangekomen.’ ‘Hmmm’, mompelt Stien. Haar handen werken vlijtig door.
Vader klopt op het blauwe pak onder zijn arm.
‘Ik heb een verrassing voor je meegebracht. Kom… we gaan
naar boven.’
‘We praten een andere keerverder…’ belooft Bas. Stien knikt. ‘Dat is best, jongen.’
Op de trap blijft vader staan. Hij grijpt Bas bij zijn arm.
je stinkt naar bier’, zegt vader donker.
‘Eh… ja…’ stottert Bas. ‘Een van de jongens had een blikje
bier bij zich. Daar heb ik mijn mond mee gespoeld. Al dat
bloed, snapt u…’
Vader glimlacht opgelucht.
‘Dan is het goed’, mompelt hij.
Weer een leugen, denkt Bas. De groep bezorgt hem nu al problemen.
‘Luister niet te veel naar Stien’, zegt vader dan. ‘Het is een aardig mens maar ze neust graag in andermans zaken…’
De tafel is gedekt met een grote schaal brood en een dampende pan met soep. Neuriënd stapt Anja de kamer binnen. ‘Precies op tijd’, kirt ze blij.
Ze slaat haar armen om vaders nek en drukt een zoen op zijn mond.
‘Ik had geen lijd om te koken, daarom eten we brood met soep.’
Ze kijkt vol minachting over de schouder van vader naar Bas. ‘En je hebt je zoon ook meegenomen.’ Ze laat vader los en grinnikt.
‘Ben je tegen de bus aangelopen? Je gezicht ziet er niet uit…’ ‘Door het voetballen’, antwoordt Bas stug. ‘Jongen toch… doel het zeer?’
Haar vingers raken de gezwollen lip even aan. Bas schiet gehaast achteruil. Anja grinnikt opnieuw en loopt vervolgens
de keuken in.
‘Was dan ook gezellig thuisgebleven’, roept ze zoetsappig over
haar schouder.
Bas zet zijn tanden op elkaar.
‘Rotwijf’, sist hij.
‘Kijk, Bas’, roept vader vanaf de bank.
Hij heeft het blauwe pak opengescheurd.
‘Wat is het?’ vraagt Bas nieuwsgierig.
‘Een professionele vlieger,’ glundert vader, ‘speciaal voor jou.
Morgen gaan we samen op het strand van Scheveningen
vliegeren. Een geweldige sensatie.’
De ogen van Bas schitteren. ‘Wauw…’ roept hij enthousiast, ‘dat is een echte.’
‘En of… Ik heb een nieuwe hobby en die wil ik graag met je delen.’
‘Welja’, moppert Anja terwijl ze met een fles melk de kamer binnenkomt.
‘Weer een cadeau? Je verwent die knul te veel.’ ‘Wacht eens’, roept Bas. ‘Ik heb ook een cadeau voor jou.’ En hij werpt de giro-envelop op haar bord. ‘Kijk eens… van je broertje.’
Het gezicht van de blondine trekt asgrauw weg. Schichtig kijkt ze naar vader. Maar vader zit gebogen over de handleiding en heeft de envelop niet gezien. Snel stopt Anja de envelop in haar broekzak. Ze knijpt haar bruine ogen tot spleetjes samen.
‘Eten!’ sist ze grimmig.
Kanonschoten donderen via de tv-speakers de kamer in. De oorlogsfilm is net halverwege als ze worden opgeschikt door de telefoon. Snel graait Anja de telefoon uit de oplader en verdwijnt ermee de keuken in.
‘Bas…’ klinkt haar stem griezelig vriendelijk. ‘Ik geloof dat het je moeder is.’
Bas springt op en rent haar achterna. Ze duwt de telefoon in zijn hand.
‘Hou het kort… Ik verwacht telefoon’, snerpt ze. ‘Mam…’ brult Bas in de hoorn. ‘Hoe is het daar…’ Moeders stem kraakt.
‘Dag lieverd…’ klinkt het opgewekt. ‘Ik sta in een telefooncel en ik heb maar een handje vol met munten. We hebben weinig tijd om te praten. Het loopt allemaal volgens plan. De notaris heeft de overdrachtspapieren klaar en er is waarschijnlijk al een koper voor het huis.’ ‘Fijn’, roept Bas. ‘Kom je snel weer naar huis?’ ‘Ik denk dat de verkoop binnen twee maanden rond is’, antwoordt moeder. ‘En dan moet ik nog wat kleine dingen regelen… Hoe is alles bij je vader?’
Bas is even stil.
‘Goed’, zegt hij voorzichtig.
Hij wil moeder niet ongerust maken. Ze heeft genoeg dingen aan haar hoofd.
‘Ik heb al wat vrienden… Het is hartstikke gezellig hier…’ ‘Gelukkig. Heb je mijn brieven al gekregen?’ ‘Nog geen één.’
‘Mijn tijd is bijna om,’ roept moeder, ‘schrijf je terug?’ ‘Tuurlijk’, belooft Bas. ‘Ik…’
Er klinkt een hoge pieptoon en de stem van moeder is verdwenen. Bas staart naar de hoorn in zijn hand. Kom snel terug, denkt hij wanhopig. Ik mis je verschrikkelijk…