31
'Je ziet eruit of je op het punt staat te smelten.'
'O ja?' Grace strekte loom een arm uit naar Harrison. 'Wil je aan me likken?'
'Zal ik je iets te drinken brengen?'
'Graag.' Grace veegde over haar voorhoofd. 'Het is bloedheet vandaag.'
'Het zou meer dan dertig graden worden. Lig je al lang in de zon?'
'Lang genoeg.' Grace kwam overeind. 'Zending volbracht?'
Harrison hield een fles cranberrysap omhoog naar Grace. 'Alles is geregeld. Wil je een Seabreeze?'
Grace schoof haar zonnebril boven op haar hoofd. 'Prima. Trek die kleren uit en kom bij me zitten. We zouden plezier kunnen maken in het warme bad.'
Harrison keek toe, terwijl Grace het warme bad aan ging zetten. Snel handelend, haar in de gaten houdend om te zien of ze zich niet omdraaide, gooide hij de inhoud van een witte envelop in haar glas. Het poeder bleef drijven tot hij met zijn vinger roerde. Hij had een Seabreeze gekozen, omdat de combinatie van wodka met cranberrysap de bittere smaak zou verbergen.
'Alsjeblieft,' zei hij, Grace haar drankje gevend. 'Laten we proosten.'
De ogen van Grace bleven nog even op het warme bad gericht, waarna ze Harrison aankeek. 'Op de goede afloop.'
Harrison tikte met zijn glas tegen dat van Grace. 'Op de goede afloop.' Harrison dronk dorstig in één lange slok de helft van zijn glas leeg, Grace aanmoedigend dat ook te doen. Zij had haar drankje nog niet aangeraakt.
'Jij hebt niet meegeproost,' zei hij, op haar volle glas wijzend. 'Het brengt ongeluk als je niet een slok neemt.'
'O ja?' Grace keek Harrison recht aan, een vinger over de rand van haar glas halend. 'We willen geen ongeluk, nietwaar? Vandaag zeker niet.'
'Nee, zeker niet,' stemde Harrison in, hoewel Grace nog steeds niet dronk.’Ik lust er nog wel een,' zei hij, terwijl hij naar de bar terugliep. 'Zul je mij wel bij kunnen houden, Grace?'
Toen hij bij de bar was en zich omdraaide, zwaaide Grace met een leeg glas naar hem. Ze kwam naar hem toe en zette het lege glas voor hem neer.
'Onderschat me niet, Harrison. Ik kan alles wat jij kunt.'
'O ja?'
'Ja, dat kan ik.' Ze boog zich over de bar heen en kuste hem zacht. 'Je zou verbaasd zijn over de dingen waartoe ik in staat ben. Echt verbaasd.'
Harrison liet zijn vinger over de onderlip van Grace glijden. 'Dat zou van mij ook gezegd kunnen worden.' Nu ze haar drankje op had, was het tijd aan de volgende stap van zijn plan te beginnen. Van nu af aan zou het een peulenschil zijn. Hij wreef met zijn hand over de schouders van Grace. 'Het voelt een beetje droog aan. Zal ik je nog een keer insmeren?'
'Je hebt gelijk, maar ik denk niet dat ik het daar nog lang uithoud.' Ze keek hem aanminnig aan. 'Bovendien zou ik liever iets anders doen. Laten we in het warme bad gaan.'
'Geduld. Geef het niet zo gemakkelijk op.' Harrison haalde een fles zonnebrandolie te voorschijn. 'Dit heb ik laatst gekocht. Het moet het allerbeste zijn.'
Grace inspecteerde zichzelf. 'Ja, ik zou nog wel wat kleur kunnen gebruiken.' Ze ging terug naar haar ligstoel en ging op haar buik liggen. 'Maar niet langer dan een uur. Daarna wil ik het bad in.'
'Niet langer dan een uur,' beloofde Harrison, terwijl hij de fles openmaakte en de olie op de rug van Grace goot. Met lange halen begon hij te masseren.
'Mmm, dat voelt hemels,' mompelde ze. 'Maar het ruikt vreemd.'
Die Grace! Zo'n slimmerik! Harrison lachte geamuseerd.
'Wat is er zo leuk?' mompelde ze, haar ogen sluitend.
'Niets.' Alles. In werkelijkheid masseerde hij olie - om in te braden - over Grace heen. Het was zijn eigen speciale samenstelling van driekwart kokosolie en een kwart plantaardige olie. Ach, hij hoefde zich geen zorgen te maken. Grace zou volledig de schuld krijgen. Wat een ijdelheid! Zo ver gaan om helemaal bruin te worden!
'Hé,' riep ze een paar seconden later. 'Kijk uit wat je doet. Het voelt of je de hele fles op me hebt leeggegooid.'
'Daar lijkt het wel op,' zei hij verontschuldigend. 'Maak je geen zorgen. Het kan geen kwaad.'
Harrison masseerde de olie over het hele lichaam van Grace, armen, benen en rug, tot ze glom en glinsterde in de zon.
Grace geeuwde. 'Ik weet niet waarom, maar ik krijg slaap.'
'Misschien moet je een dutje doen, liefje.'
'Dat lijkt me een goed idee, maar laat me hier niet te lang blijven. Je weet hoe vreselijk ik het vind als ik verbrand.'
'Nee, dat moet niet gebeuren. Maak je niet ongerust, Grace. Ik zal goed voor je zorgen.'
'Beloofd?' vroeg ze, terwijl ze één oog opendeed.
Harrison glimlachte breed. 'Beloofd.'
Tien minuten later schudde Harrison zachtjes aan Grace. Ze bewoog niet. Hij schudde nog een keer. 'Grace?' riep hij. Geen reactie. 'Grace?' riep hij nog een keer, deze keer harder. Nog steeds geen reactie. Ja! Het drankje had zijn werk gedaan. Ze was absoluut buiten bewustzijn.
Harrison bracht de lege fles zonnebrandolie en de twee glazen naar binnen. Hij waste ze om, maakte een nieuw drankje voor Grace en zette het onder haar slappe hand. Hij zette er een halfvolle fles echte zonnebrandolie bij en in haar tas stopte hij het flesje slaappillen dat hij uit haar medicijnkastje had gestolen, ervoor zorgend dat hij in de buurt van het zwembad geen vingerafdrukken achterliet. Het was wel zijn huis, maar het was beter te zorgen dat er geen vingerafdrukken van hem waren op de plek van de misdaad zelf.
Daarna ging hij naar de keuken en kwam terug met een rol aluminiumfolie.
Harrison tilde de bewegingloze gestalte van Grace op en legde haar op de ligstoel ernaast. Vervolgens bedekte hij de stoel van Grace met aluminiumfolie. Hij zette Grace weer terug op de stoel en plaatste haar in een zittende houding. Hij stopte een zonneklep tussen haar handen en onder haar kin - uitstekend om extra zonnestralen op een moeilijk bereikbare plaats te laten komen.
Zo ingevet zou Grace na vijf uur in de zon ongetwijfeld volkomen verschroeid zijn. Zoals hij had gezegd, het zou vandaag meer dan dertig graden worden. De aluminiumfolie zou het proces nog versnellen en de zonnestralen twee keer zo dodelijk maken.
Het zou natuurlijk allemaal als een jammerlijk ongeluk worden beschouwd. De arme Grace had bruin willen worden en was in de zon in slaap gevallen na te veel drank en pillen.
Harrison besloot dat het tijd werd dat hij verdween - om voor een soort alibi te zorgen. Terwijl hij naar zijn auto liep, kwam hij langs het warme bad en zette het af.
Daar was nu geen tijd voor. Misschien straks.
Gabrielle stormde het kantoor van Mark binnen zonder de moeite te
nemen te kloppen. Kwaad sloeg ze met haar hand op zijn bureau.
Mark keek geïrriteerd naar haar op, het script dat hij had zitten lezen opzij schuivend. 'Wat is dit in vredesnaam? Sinds wanneer kom jij hier zomaar binnen?'
'Wanneer laatje Heather McCall die contracten tekenen?'
Doordat ze Heather had gezien in het ziekenhuis, was Gabrielles verlangen naar wraak op de andere vrouw weer aangewakkerd. Er was geen verandering gekomen in de toestand van Daniël, dus was Gabrielle weer weggegaan, Peter belovend dat ze terug zou komen als ze een paar boodschappen had gedaan. Dit was de eerste.
Nooit, spuwde Mark bijna. In plaats daarvan zei hij:’Ik ben eraan bezig. Geef me wat tijd.'
'Je hebt tijd genoeg gehad. Luister heel goed naar wat ik ga zeggen, Mark. Binnen de komende achtenveertig uur wil ik dat Heather McCall met huid en haar is overgeleverd aan Trinity Pictures.'
Mark had zijn buik vol van de rottigheid van Gabrielle. Wie dacht dat egoïstische kreng wel dat ze was?
'Zo niet?' vroeg hij uitdagend.
Gabrielle boog zich hijgend over het bureau van Mark heen. Haar wangen waren verhit en haar ogen fonkelden. Als een roofdier ontblootte ze haar tanden en met haar tong bevochtigde ze haar lippen. 'Je weet wat ik kan doen.'
Mark keek Gabrielle dreigend aan. 'En je weet wat ik kan doen,' waarschuwde hij haar, terwijl hij zijn handen samenkneep. 'Drijf me niet tot het uiterste. Jij zou toch moeten weten hoe ver ik kan gaan.'
Gabrielle gooide haar hoofd naar achteren en lachte Mark in zijn gezicht uit. 'Mij maak je niet bang.'
'O, nee? Laat me je een vriendelijke raad geven. Wees voorzichtig met het soort spelletjes dat je speelt, Gabrielle. Anders loopt het niet goed af.'
'Je weet niet waar je het over hebt.' Gabrielle probeerde het beven van haar stem te onderdrukken. Mark zou het niet wagen haar nog een keer iets aan te doen.
'O nee? Ik heb een keer geprobeerd je te vermoorden. Je kunt ervan op aan dat die gedachte nog wel eens bij me is opgekomen. En die geheimzinnige fan van je?'
Bij het noemen van haar fan werd Gabrielle bleek. Ze had er weken niet aan gedacht, maar nu kwam het allemaal weer terug. Haar fan had geprobeerd haar te vermoorden met die vergiftigde bonbons. En hij liep nog steeds vrij rond. Hij wachtte waarschijnlijk zijn kans af. En hield haar in de gaten, zich voorbereidend op zijn volgende zet.
'Je weet niet waar je het over hebt! Dat weet je niet!' riep ze, terwijl ze op hoge poten het kantoor van Mark uitliep. Bij de deur draaide ze zich om en wees met een beschuldigende vinger naar Mark. 'Ik wil die contracten getekend hebben. De tijd raakt op.'
'Voor wie, Gabrielle?' mompelde hij zacht, terwijl hij haar nakeek. 'Voor wie?'
Vijf uur later was Harrison weer thuis. Hij parkeerde zijn
zilvergrijze Porsche in de carport en bereidde zich voor op het
vinden van een dode Grace.
Op weg naar het zwembad kwam hij weer langs het warme bad. De spieren in zijn armen en benen voelden strak en gespannen door de twee uur dat hij racketbal had gespeeld met wat lui van de studio die met hem probeerden aan te pappen. Een hete douche had geholpen, maar slechts even. Lange tijd weken in zijn warme bad zou een stuk schelen.
Harrison zette de schakelaar om en keek hoe het water begon te borrelen en te schuimen. Hij schopte zijn schoenen uit en trok zijn sportshirt uit. Het water zag er zo uitnodigend uit. Harrison wist dat alle spanning zijn lichaam zou verlaten zodra hij in het water was. Het was verleidelijk, maar hij hield zich in. Eerst moest hij bij Grace gaan kijken. Dat was niet meer dan eerlijk. Daarna zou hij zichzelf de luxe gunnen van zijn verrukkelijke warme bad, voor hij de politie belde. Misschien zouden ze zelfs al bericht hebben van de dood van Gabrielle.
Harrison zag dat het lichaam van Grace precies op de plek lag waar hij het had achtergelaten. Maar waarom ook niet? Hij begon hardop te lachen bij de gedachte, maar zijn lach stierf weg toen hij zag dat de benen van Grace begonnen te bewegen... haar lichaam kwam overeind... en toen draaide ze haar hoofd naar hem toe.
Nee! Dit kon niet waar zijn. Het kon gewoon niet! Ze kon niet in leven zijn. Dat kon niet! Ze moest dood zijn. Dood!
'Harrison, lieverd!' riep Grace vrolijk, terwijl ze opstond. 'Waar heb je de hele middag gezeten?' vroeg ze, afkeurend met haar vinger zwaaiend. 'Ik zou razend op je moeten zijn dat je me zo hebt achtergelaten. Je zou me wakker hebben gemaakt, maar ik denk dat ik eigenlijk geen reden heb boos op je te zijn.' Ze draaide voor hem rond. 'Ben ik niet prachtig bruin! Die olie van jou is absoluut geweldig! Je moet me echt zeggen welk merk het is, zodat ik het nog eens kan gebruiken.' Ze bewonderde haar goudbruine armen en benen. 'Ik ga zo een douche nemen en dat trek ik iets wits aan met een blote rug. Ik zal er gewéldig uitzien!'
'Grace?' zei Harrison met krakende stem, terwijl hij een hand uitstak om haar aan te raken. Hij wilde zeker weten dat ze echt leefde en niet een of ander verzinsel was van een plotseling schuldig geweten.
'Ja, Harrison? Wat is er? Ben je je tong verloren?" Ze zette haar zonnebril af en schoof hem boven op haar hoofd, terwijl ze Harrison recht aankeek. 'Je lijkt verbaasd me te zien, liefje. Het lijkt wel of je net een geest hebt gezien.'
Harrison zocht koortsachtig naar een antwoord. Hij wilde niet dat ze achterdochtig werd. Dat kon hij niet gebruiken. Maar er was iets in haar ogen... iets spottends. Maar waarom? Waaróm?
'Harrison!' vroeg ze. 'Je hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag.'
'Ik had niet gedacht dat je er nog zou zijn, dat is alles,' zei hij snel.
'Waarom niet?' Grace stak haar arm door die van Harrison en keek hem vol aanbidding aan. 'Je weet hoe graag ik bij je ben. Denk je eens in, liefste, binnen een paar uur horen we dat Gabrielle dood is. Daarna trouwen we na een redelijke tijd en zullen we samen zijn tot de dood ons scheidt.'
'Zeg dat niet!' snauwde Harrison.
'Waarom niet? Ik kijk uit naar de dag dat ik mijn huwelijksgelofte af zal leggen. Die is heel belangrijk voor me, Harrison.' Grace wreef zich tegen hem aan.’Ik beloof alleen van jou te houden tot de dag dat ik sterf. Beloof jij hetzelfde?'
'Laten we niet over de dood praten, Grace.' Harrison zweette zichtbaar. Hij probeerde zijn arm te bevrijden uit de ijzeren greep van Grace, want hij vond het niet prettig dat ze zo dicht bij hem was. Hij had het gevoel of hij met een levend lijk praatte.
'Waarom niet? We kunnen ieder moment sterven. Het lot deelt graag kleine verrassingen uit. Je kunt nooit ergens op rekenen, Harrison, zelfs niet op de best uitgewerkte plannen. Ben je het niet met me eens?'
Harrison keek Grace ongelovig aan. Ze kon niet weten... dat kon niet! Hoe? Ze had dat drankje met dat spul erin opgedronken... ze was bewusteloos geraakt... hij had haar helemaal ingesmeerd achtergelaten. Hij kon er met zijn pet niet bij!
Grace keek Harrison pruilend aan. 'Je hebt het niet beloofd.'
Hij keek haar afwezig aan. 'Hè? Wat beloofd?'
'Van me te houden tot de dag van je dood.'
Toen hij de woorden van Grace hoorde, kon Harrison niet bewegen. Hij kon niet praten. Waarom had ze het alsmaar over de dood?
Grace deed een stap bij Harrison vandaan. 'En?' Toen Harrison nog steeds geen antwoord gaf, zakte het gezicht van Grace af en barstte ze in tranen uit. 'Je houdt niet van me!' jammerde ze.
'Natuurlijk wel,' fluisterde hij.
'Zeg het dan!' eiste ze, meteen haar tranen drogend. 'Zeg het!'
'Grace, ik zal van je houden tot de dag dat ik doodga,' zei hij, de woorden nauwelijks over zijn lippen krijgend.
Grace sloeg haar armen om Harrison heen en omhelsde hem heftig.
'Oef!'riep hij.
'Liefste, wat is er?' vroeg Grace met een bezorgd gezicht.
'Niets. Ik heb alleen wat spierpijn. Ik heb racketbal gespeeld.'
'Arme schat,' kirde ze. 'Weet je wat je nodig hebt?'
'Wat?'
'Lekker lang weken in je warme bad. En weet je waarmee dat nog beter gaat? Een ijskoud drankje.' Ze liep naar de bar. 'Ga jij er maar in, dan zal ik een Seabreeze voor ons maken. Ik hoop alleen dat de mijne net zo goed zijn als de jouwe.'
'Wat bedoel je?'
Grace gebaarde met haar handen.’Ik kan het niet uitleggen, maar jouw drankje had iets extra lekkers. Heb je een geheim ingrediënt?' Ja, secobarbital! schreeuwde Harrison in gedachten. Dat was het extraatje... het geheime ingrediënt. Wat is er verkeerd gegaan? Hoe kon ze nog in leven zijn? Haar lichaam had uitgedroogd moeten zijn door de zon.
'Harrison,' riep Grace, rommelend met de flessen achter de bar. 'Je hoeft niet op mij te wachten. Spring er maar in. Ik kom zo bij je.'
Misschien zou het hem goeddoen. Hij moest nadenken. Hij moest alles op een rij zetten en bedenken wat er verkeerd was gegaan. Dan zou hij weten wat hij vervolgens moest doen. Er wachtte hem een heel nieuw leven en dat zou hij krijgen ook. Kennelijk was zijn plan Grace te vermoorden mislukt. Slechts een tijdelijke vertraging, besloot hij. Met enig nadenken en wat tijd zou hij zeker op iets nieuws komen. Nu zou hij zich onderdompelen in het wanne bad en dromen van wat komen ging. Hij popelde om het water overal om zich heen te voelen borrelen.
Harrison rende naar het warme bad en dook er met een grote plons in.
Zodra hij het water raakte, stroomde tienduizend volt door zijn lichaam, waardoor hij tegen de zijkant van het bad werd geslingerd. Vonken spatten in het rond en algauw raakte de lucht doordrongen van de stank van verbrand vlees. Het lichaam van Harrison spartelde en kronkelde en op zijn gezicht stond een uitdrukking van schok en ongeloof, vermengd met een grimas van onbeschrijflijke pijn. Zijn ogen staarden zonder iets te zien naar de avondhemel, terwijl zijn levenloze lichaam naar de bodem van het warme bad zonk.
Grace nam kalm een slokje van haar drankje, terwijl ze keek hoe
Harrison stierf.
'Brand maar lekker, liefje,' fluisterde ze.
Toen het gespartel en gespetter en geschreeuw en de vonken eindelijk ophielden, kwam Grace achter de bar vandaan en liep naar het warme bad. Ze vermande zich voor wat ze zou zien, wetend dat het geen leuk gezicht zou zijn.
Met iedere stap die ze zette, werd de stank van verkoold vlees erger. Toen Grace haar bestemming naderde, wikkelde de misselijk makende lucht van wat eens Harrison was geweest zich strak om haar heen, waardoor ze moeilijk adem kon halen. Ze bedekte haar neus met haar hand en ademde door haar mond, terwijl ze verder liep. Toen ze bij de rand van het warme bad kwam, bleef ze staan en keek in het water, waar ze de nu zwartgeblakerde resten van Harrison Moore zag.
Grace moest bijna overgeven en vocht tegen de misselijkheid, zichzelf dwingend eraan te denken wat Harrison haar vandaag bijna had aangedaan: hij had geprobeerd haar te vermoorden.
Maar zijn plan was niet gelukt. Ze was hem een stap voor geweest. Ze had Harrison vermoord voor hij de kans had gehad haar te vermoorden. En het was zo kinderlijk eenvoudig geweest! Ze had hem echt voor het lapje gehouden. Toen hij haar overeind zag komen, keek hij alsof hij een hartaanval zou krijgen. En toen ze haar kat en muis spelletje met hem was blijven spelen, was hij er nog steeds niet achter. Hij had nog steeds niet beseft dat ze het wist. Hij had haar vertrouwd. Dat had haar nog het meest kwaad gemaakt! Wat een ontzettende stommeling! Waarom zou ze hem hebben vertrouwd na alles wat hij haar had aangedaan?
Ze had meteen al geweten dat hij zou proberen haar te vermoorden - daarom had ze het drankje dat hij had gemaakt niet opgedronken. Toen Harrison naar de bar terugliep, had ze het bij een van de palmen gegoten en vervolgens gedaan of ze bewusteloos was, zodat hij de rest van zijn plan uit kon voeren.
Grace was nog steeds diep onder de indruk van de briljantheid van het plan van Harrison. Gewoon volmaakt! Had hij maar wat van die energie in zijn schrijven gestopt. Maar dat had hij niet gedaan. Hij was te godvergeten lui geweest om het zelfs maar te proberen. In plaats daarvan had hij geprobeerd haar te bedriegen. Dat was zijn grote vergissing.
Nadat hij was weggegaan, was ze naar binnen gegaan en had een douche genomen. Vervolgens was ze weer naar buiten gegaan en was gaan zonnen zoals het hoorde. Toen Harrison terugkwam, liep hij regelrecht in haar val.
Grace staarde triest naar Harrison. Ze had niet gewild dat het zo ver zou komen. Ze had hem niet willen vermoorden. Ze had van hem gehouden. Ze had zoveel van hem gehouden! Maar hij had haar geen keus gelaten. Uiteindelijk had ze alleen maar gedaan wat ze moest doen - waartoe hij haar had gedwongen.
Grace veegde een traan weg die aan haar oog ontsnapte. Ze veronderstelde dat ze Harrison ook dankbaar moest zijn. Hoewel het pijn had gedaan, had hij haar een uiterst waardevolle les geleerd, een waar ze altijd dankbaar voor zou zijn: de enige aan wie je moest denken, was jezelf.
Grace wierp Harrison een kushand toe. Haar arme schat. Hij had beloofd dat hij van haar zou houden tot de dag dat hij stierf. Het was zijn eigen schuld dat die dag zo snel was gekomen.
Peter had geweten dat het slechts een kwestie van tijd was voor
zijn vader hem ontbood. Het telefoontje kwam enkele uren nadat het
bericht over Jaime's proces in de kranten was verschenen.
Nu zat hij in zijn vaders suite in het Beverly Hills Hotel, rechtstreeks uit het ziekenhuis komend. Daniël lag nog steeds op intensive care. Hoewel zijn toestand stabiel was, zeiden de artsen dat hij nog steeds niet buiten gevaar was. Peter had niet van Daniels zijde willen wijken, maar Paul had erop gestaan hem te spreken.
'Je komt hierheen of we praten het uit waar iedereen bij is. Dat zou heerlijke kost zijn voor de schandaalbladen, denk je niet?'
Nadat Heather had beloofd dat ze bij Daniël zou blijven, reed Peter naar zijn vader. Hoewel hij aankondigde dat hij er was, bleef zijn vader met zijn rug naar hem toe staan. Met zijn handen op zijn rug stond hij zonder een woord te zeggen het raam uit te kijken.
Peter schraapte nerveus zijn keel. 'Nu weet u het.'
'De rest van de wereld ook. Hoe kon je me dit aandoen? Ik kan niet eens naar je kijken.'
'Hoe kon ik u dit aandoen?' vroeg Peter, proberend zijn woede te beheersen. 'Natuurlijk denkt u alleen maar aan uzelf. Maar ik dan en mijn gevoelens? Denkt u dat ik het leuk vind dat de hele wereld op de hoogte is van mijn privé-leven? Denkt u dat ik op een dag gewoon wakker ben geworden en homo wilde zijn? Denkt u dat ik een keus had?'
'Je had geen moeite met de keus bij Daniël Ellis in te trekken,' merkte Paul droogjes op.
'U doet alsof de beslissingen die ik heb moeten maken gemakkelijk waren,' raasde Peter. 'Dat was niet zo en tenzij u hebt ervaren wat ik het grootste deel van mijn leven heb ervaren, hebt u geen notie van wat ik zeg. Elke dag word ik wakker met de wetenschap dat ik iets ben wat ik niet wil zijn. Toch is het me gelukt een manier te vinden om ermee te leven, het een deel van mijn leven te maken... omdat het een deel van mij is. Ik weet niet waarom ik ben geworden zoals ik ben. Ik weet alleen dat wanneer ik een hechte band met iemand wil, intiem met iemand wil zijn, ik dat met een man wil.'
'En Daniël Ellis is die man?' De minachting in de stem van Paul was duidelijk en hij had zich nog steeds niet naar zijn zoon omgedraaid.
'Inderdaad. Het spijt me als u dat vervelend vindt.'
'Vervélend?' donderde Paul. 'Ik vind het meer dan vervelend. Ik vind het walgelijk! Ik vind het gênant en ik wil niet dat je nog langer iets met Daniël Ellis te maken hebt. Niet zolang je mijn zoon bent.'
'Misschien wil ik uw zoon wel niet meer zijn. Hebt u daar wel eens aan gedacht?' kaatste Peter terug. 'Misschien wil ik niet bekend staan als de zoon van Paul Fontana. Als u mij niet kunt accepteren zoals ik ben, waarom denkt u dan dat ik u kan accepteren zoals u bent?'
'En wat ben ik, Peter?' vroeg Paul. 'Wat heb ik gedaan dat je je zo voor mij schaamt? Je hele leven heb ik je alleen het beste gegeven.'
'Het beste,' herhaalde Peter spottend. 'Alleen het beste voor uw kinderen. U moest iets doen aan dat schuldige geweten, nietwaar?'
'Waar heb je het over?'
'Ik weet het, papa. Ik weet het!' riep Peter, terugvallend op het woord dat hij als kind had gebruikt. 'Ik weet wat u voor man bent. Ik heb het altijd geweten. U bent koud en meedogenloos. U laat zich door niemand tegenhouden. Zelfs niet door familie. U hebt Gabrielle al die jaren voor de gek kunnen houden, maar mij niet. Nooit! Ik weet wat u bent, omdat ik het zelf heb gezien, uit de eerste hand, met mijn eigen ogen.'
'Slaat dit ergens op?'
'U bent een moordenaar, papa!' riep Peter, niet langer in staat zijn mond te houden over het geheim dat hij zo lang diep in zich begraven had gehouden. 'Een moordenaar! Ik heb u gezien! Ik heb gezien hoe u mama hebt vermoord!'
Paul keek zijn zoon ongelovig aan. 'Je weet niet wat je zegt. Je moeder heeft zelfmoord gepleegd.'
'Lieg niet tegen me,' zei Peter met bedrieglijk zachte stem. 'Aangezien dit de dag is voor het onthullen van geheimen, laten we met een paar van u beginnen. Ik was erbij. Ik zat verstopt in de kast. Ik heb alles gezien. U hebt haar met uw blote handen gewurgd en het zo geregeld dat het zelfmoord leek.'
Paul ontkende het niet. 'Als je het wist, waarom heb je dan niets gezegd?'
'Waarom ik niets heb gezegd?' herhaalde Peter. 'Waarom ik niets heb gezegd? Ik weet het niet. Eerst dacht ik dat het allemaal een boze droom was. Een afschuwelijke nachtmerrie. Maar toen ik de volgende morgen wakker werd en zag dat mama weg was, wist ik dat ze niet terug zou komen. Toen wist ik dat wat ik had gezien werkelijk gebeurd was.'
'En toch heb je je mond gehouden.'
'Ik wist niet wat ik moest doen. Ik was een kind. Net vier. Wie kon ik het vertellen? Wie zou me geloven? Ik zag hoe kwaad u op mama was geworden. Ik was bang iets te zeggen. Ik dacht dat u me wat zou doen, als ik dat deed. Dat u Gabrielle misschien ook iets zou doen. Dus heb ik die avond uit mijn gedachten gebannen. Ik heb hem zo diep als ik kon in mezelf begraven. Ik probeerde het te vergeten, deed alsof het inderdaad een boze droom was geweest en aanvaardde het verhaal zoals het werd verteld. Maar naarmate ik ouder werd, werd het steeds moeilijker voor me het te vergeten. En het werd steeds moeilijker voor me om u te verdragen. Omdat ik mijn mond hield, had u ongestraft een moord kunnen plegen. Toen ben ik u op afstand gaan houden, omdat ik u begon te haten.'
'Dus je besloot wraak op me te nemen door met mannen naar bed te gaan, is het dat?' concludeerde Paul.
'U bent niet te geloven! Hebt u daarstraks niet naar me geluisterd? Dit heeft niets te maken met mijn homoseksualiteit.'
'O nee? Je wilde mij straffen voor de moord op je moeder. Peter, ik hield van Marina. Wat er is gebeurd, was een tragisch ongeluk.'
'Maar toch hebt u ervoor gezorgd uw sporen uit te wissen,' merkte Peter bitter op.
'Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan haar denk. Ik zal nooit vergeten wat ik heb gedaan.'
'Die avond was u het anders wel vergeten, toen u die blonde hoer meenam in bed!' riep Peter.
Hij had de vrouw in het bed van zijn vader niet kunnen zien, maar hij zou haar nooit vergeten. Hij herinnerde zich haar kreten van genot... haar gekreun van verrukking. Hij herinnerde zich ook haar woorden... de vragen die ze had gesteld. Die stonden voor eeuwig in zijn geheugen gegrift... 'Heb je gedaan wat je hebt beloofd?'
Zijn vader kon ontkennen wat hij wilde. Hij kon zeggen dat het allemaal een ongeluk was geweest, maar Peter wist wel beter. Hij wist wat hij had gehoord. Paul had beloofd zijn moeder te vermoorden voor zijn maïtresse. Daarom zou hij altijd zijn vader haten... en zijn maïtresse, wie dat ook was.
'Wat wil je van me, Peter?' smeekte Paul. 'Wat wil je? Je moeder is dood. Ik kan haar niet terugbrengen.'
'Als u het kon, zou u het niet doen,' zei Peter triest, 'omdat mama nooit bij uw image heeft gepast. Net zomin als ik.'
'Peter, we kunnen het verleden niet veranderen, maar de toekomst wel. Ik wil dat je breekt met Ellis. Je kunt een tijdje ergens heen gaan en als dit allemaal is overgewaaid, kun je terugkomen en beginnen we opnieuw.'
'Opnieuw beginnen?' sputterde Peter ongelovig. 'Hoort u wat u zegt? Denkt u dat mijn homoseksualiteit van de ene dag op de andere verdwijnt, omdat u dat wilt? Nou, dat gebeurt niet. En ik ga niet bij Daniël weg. Hij heeft me nodig en ik wil er voor hem zijn.'
De stem van Paul werd hard. 'Peter, ik ben je vader. Je zult doen wat ik zeg.'
'Ik ben geen kind meer. U kunt niet zeggen wat ik moet doen. Dit is mijn leven en ik zal het op mijn manier leiden. Als u dat niet aankunt, is dat jammer. En wat het vader zijn betreft, mijn vader is op dezelfde avond gestorven als mijn moeder.'
'Drijf me niet te ver, Peter. Ik waarschuw je. Dwing me niet iets te doen waar ik spijt van krijg.'
'Dreigementen?' Peter lachte vreugdeloos. 'Ik geloof dat het tijd word dat ik ga. Ik moet terug naar het ziekenhuis.'
'Jij gaat nergens heen. Pas als ik zeg dat we klaar zijn.'
Peter keek zijn vader minachtend aan. 'We zijn klaar. We hebben alles gezegd wat we elkaar te zeggen hebben.'
Gabrielle liep haastig door de donkere studio naar haar kleedkamer.
De opnames waren klaar voor die dag en de studio was verlaten. Ze
vond het eng alleen te zijn, zeker als ze dacht aan wat Mark had
gezegd over iemand die haar wilde vermoorden.
Ze onderdrukte een huivering en keek over haar schouder. Natuurlijk was er niemand. Ze schold op zichzelf omdat ze zich door Mark zo bang had laten maken. Maar toen ze in haar kleedkamer was, gooide ze de deur met een klap dicht en deed hem meteen op slot.
Het eerste wat ze zag, was het ingepakte pakje voor haar kapspiegel. Gabrielles hart klopte in haar keel, toen ze ernaar keek en zich het laatste 'cadeau' herinnerde dat ze had gekregen, waardoor ze met een leeggepompte maag in het ziekenhuis terecht was gekomen.
Gabrielles ogen gingen van de ene hoek naar de andere, bang dat ze een gestalte zou ontdekken die haar wilde bespringen. Ze zag niemand en begon wat kalmer adem te halen, terwijl ze behoedzaam naar het pakje liep.
Daar aangekomen, tilde ze het doosje voorzichtig op en schudde eraan bij haar oor. Er rammelde iets en ze zuchtte opgelucht, dankbaar dat ze geen tikkend geluid hoorde. Er zat een kaartje aan. Ze scheurde het eraf en maakte het met trillende vingers open. Haar angst verdween. Het was een afscheidscadeau van de acteurs en medewerkers.
Gabrielle scheurde het cadeaupapier eraf en zag de fles Giorgio. Ze deed de dop van de fles, in de verleiding zichzelf te besproeien, maar deed het niet. Op dat moment had ze Obsession op en als er iets was wat ze vreselijk vond, was het parfums door elkaar gebruiken. Ze kreeg er altijd enorme hoofdpijn van.
Ze deed de dop weer op de fles en gooide hem in een van de dozen die ze tevoren had meegebracht om haar spullen in te pakken. Ze zou tot morgen moeten wachten met parfum te gebruiken.
'Hoe ging het bij je vader?' vroeg Heather.
'Vraag het maar niet.' Peter liep in de richting van de intensive care afdeling. Toen hij daar was, keek hij door het raam en raakte in paniek. Het bed van Daniël was leeg. 'Waar is Daniël?' vroeg hij ontsteld, zich met een ruk naar Heather omdraaiend.
'Rustig, Peter,' suste ze. 'Ze hebben hem naar een privékamer gebracht.'
Peter probeerde zijn opwinding te beheersen. 'Betekent dat dat het goedkomt?'
Heather glimlachte even. 'De artsen zijn optimistisch.' Ze stak haar arm door de zijne en nam Peter mee in de richting van de liften. 'Zullen we een kop koffie gaan drinken in de cafetaria? Je ziet eruit of je daar wel aan toe bent.'
‘Ik kan Daniël niet alleen laten.'
'Dat kan best even,' verzekerde Heather hem. 'We zeggen het tegen de hoofdverpleegster, zodat ze weten waar ze ons kunnen vinden.'
'Vijf minuten. Langer niet,' gaf Peter toe. 'In vijf minuten kan er van alles gebeuren.'
‘Ik weet nog steeds niet waarom ik met je mee moest,' klaagde
Diana.
Paul duwde haar in een hoek van de lift waar ze in stonden. 'Aangezien jij degene bent die Daniël Ellis zo graag dood wil hebben, zul je me erbij helpen.'
Diana zuchtte geïrriteerd. 'Kunnen die handlangers van je dat niet? Uiteindelijk betaal je ze ervoor.'
‘Ik doe dingen graag persoonlijk.' Hij glimlachte kil naar Diana. 'Dan weet ik zeker dat het goed gebeurt.'
Diana liet haar donkere bril over haar neus glijden. De bril en de zwarte tulband over haar haar en de wijde zwarte cape om haar figuur maakten haar onherkenbaar. 'Hoeveel tijd heb je nodig?'
'Vijf minuten.'
Diana keek Paul sceptisch aan. 'Meer niet?'
'Ik heb mijn methoden.'
De deuren van de lift gingen open en Paul duwde het boeket dat hij bij zich had in Diana's handen. 'Vergeet dit niet.'
'Lelies.' Diana betastte de wasachtige bloemblaadjes. 'Wat toepasselijk.'
Terwijl Diana naar het kamertje van de verpleegsters liep, ging Paul naar de kamer van Daniël. Hij wist het kamernummer al en ook dat Daniël alleen lag.
Toen hij de kamer binnenkwam, zag Paul het lichte op en neer gaan van Daniels borst. Hij lag nog aangesloten op een aantal machines die zijn levenstekenen registreerden.
Paul haalde de injectiespuit die hij bij zich had uit zijn jaszak. Hij liep naar het bed, stak de naald in Daniels slagader en drukte de spuit leeg.
'Weet u zeker dat Kate Steele niet op deze afdeling ligt?' vroeg
Diana voor de derde keer, een zwaar Engels accent gebruikend en
zich verbergend achter haar boeket lelies.
De dienstdoende verpleegster, een moederlijke vrouw met grijs haar in een knot, zuchtte. 'Heel zeker.'
'Kunt u nog een keer kijken? Ze zou ook onder haar meisjesnaam kunnen staan. Dat is Ashton.'
Terwijl de verpleegster weer in haar gegevens keek, keek Diana op haar horloge. Er waren drie minuten verstreken. Ze keek de gang in en haar hart maakte een sprong, toen ze Paul haar kant op zag komen, een hoofdgebaar makend naar de liften.
'Er ligt geen Kate Ashton op deze verdieping,' zei de verpleegster. 'Misschien moet u het bij de hoofdingang nog eens vragen.'
'Ja, dat zal ik doen.'
Diana draaide zich om en liep haastig naar de wachtende lift. Eenmaal binnen, gooide ze de lelies op de grond.
'Is het gelukt?' Haar stem trilde van opwinding.
'Paul Fontana doet altijd wat hij heeft gezegd.'
Haar geheim was veilig! Veilig! Diana sloeg haar armen om Paul heen. 'Wat fantastisch! Hollywood krijgt een begrafenis.'
Paul trok Diana's hoofd naar achteren en deed haar zonnebril af. 'En een bruiloft,' zei hij gebiedend.
'Wat gebeurt er?' schreeuwde Peter in paniek, toen hij de witte
figuren zag die met uitgeschakelde machines uit de richting van
Daniels kamer kwamen. 'Wat gebeurt er?!'
Heather rende achter Peter aan de kamer van Daniël binnen... net toen er een laken over het hoofd van Daniël werd getrokken.
'Nee!' De kreet van Peter was een getergde jammerklacht die Heather door merg en been ging. Hij zakte op zijn knieën. 'Nee!' jammerde hij zacht.
'Wat is er gebeurd?' vroeg Heather aan de arts die de kamer verliet.’Ik dacht dat hij het zou halen.'
'Wij ook, maar het ziet ernaar uit dat hij weer een aanval heeft gehad. Je weet het nooit bij dit soort gevallen.' Hij keek Heather vol medeleven aan. 'Het spijt me.'
Algauw waren Heather en Peter de enigen die nog in de kamer waren. Heather knielde naast Peter en probeerde haar armen om hem heen te slaan, maar hij duwde haar weg en sprong op.
'Laat me met rust!' Hij vloog naar het bed van Daniël en sloeg toen teder het laken terug. Toen hij Daniels gesloten ogen zag, kreeg Peter weer tranen in zijn ogen.’Ik had niet bij hem weg moeten gaan. Als ik dat niet had gedaan, zou hij niet zijn gestorven.'
'Dat is niet waar,' zei Heather.
'Wel waar,' stelde Peter heftig vast. 'Het is mijn schuld dat hij dood is. Allemaal mijn schuld.'
'Peter, luister naar me!' zei Heather. 'Als Jaime niet met die eis tot alimentatie was gekomen -'
'Jaime,' fluisterde Peter, terwijl zijn blauwe ogen donker werden van haat. 'Jaime moet het weten. Hij moet weten wat hij heeft gedaan.'
Daarmee stormde Peter de ziekenhuiskamer uit.
Oost, west, thuis best. Drew deed de deur van zijn huis aan het
strand open, schoof zijn koffer naar binnen en hobbelde er op zijn
krukken achteraan.
Met een zucht bukte hij zich om de post op te rapen die zich had verzameld. Alleen maar rekeningen waarschijnlijk.
Plotseling was Drew moe en wilde hij niets anders dan liggen. Hij nam niet eens de moeite naar de slaapkamer te gaan, maar ging naar de dichtstbijzijnde gemakkelijke plek, de bank. Hij liet zijn krukken vallen en plofte neer op de kussens.
Hij maakte zijn das los, deed zijn jasje uit en keek de post door, enveloppen op het glazen tafelblad gooiend. Hij stopte toen hij bij de envelop kwam waar alleen zijn voornaam op stond. Hij zag meteen dat het Laura's handschrift was.
Ondanks de woede die hij nog steeds levend wilde houden, was Drew nieuwsgierig. En opgewonden. Wat zat er in die envelop? Wat kon Laura hem nog te zeggen hebben? Hadden ze de laatste keer dat ze samen waren niet alles gezegd?
Hij draaide de envelop om en om in zijn handen en veegde met een vinger over zijn naam, tot hij niet langer weerstand kon bieden en de envelop open scheurde.
Met gretige ogen verslond hij haar woorden en de opnieuw ontbrande hoop die hij verborgen had gehouden, werd een laaiend vuur. Ze wilde hem terug in haar leven!
Hij herlas de brief om zeker te weten dat hij het niet verkeerd had begrepen. Ze hield nog steeds van hem. Ze wilde hem terug en wilde hem uitleggen waarom ze hem zoveel pijn had gedaan.
Drews eerste opwelling was de deur uit te rennen en naar Laura te gaan. Uiteindelijk was de datum op de brief drie weken geleden. Wat moest ze wel denken? Dacht ze dat hij haar niet meer terug wilde?
In gedachten herinnerde hij zich plotseling de laatste keer dat ze samen waren geweest. Hij had tegen haar gezegd hoeveel hij van haar hield en haar gesmeekt niet weg te gaan. Maar ze had niet geluisterd.
Nu wilde ze hem terug. Maar wilde hij haar terug in zijn leven na alle pijn die ze had veroorzaakt? Was hij bereid dat risico nog een keer te lopen? Hij wist het niet. Hij besloot dat hij op z'n minst naar haar kon luisteren en dan zijn besluit nemen.
Maar vanavond niet. Vanavond was hij te moe. Te uitgeput. Hij moest eerst slapen. Laura's brief tegen zich aan klemmend, sloot hij zijn vermoeide ogen. Hij was ervan overtuigd dat alles nog wel een dag kon wachten.
'Nog één nachtje slapen, Laura. Nog één nachtje slapen en dan ben
je weer mijn vrouw,' zei Nico op zangerige toon door de gesloten
slaapkamerdeur. 'Je weet niet hoe graag ik je wil zien, maar ik
weet dat je je schoonheidsslaapje nodig hebt voor onze grote dag
morgen.'
Laura drukte haar handen tegen haar oren en probeerde zo goed mogelijk Nico's uitingen van waanzin buiten te sluiten. Slapen? Dacht hij dat ze zou kunnen slapen? Ze had nog geen enkele nacht fatsoenlijk geslapen sinds ze zijn gevangene was geworden.
In de spiegel tegen de andere muur van de slaapkamer zag ze hoe afgetobd ze eruit zag, met donkere kringen onder haar ogen. Zoals altijd hield ze haar handen beschermend om haar middel, terwijl ze in gedachten een manier zocht om zichzelf en haar kind te redden van deze idioot.
Al haar hoop was verdwenen. Drew kwam haar niet halen. Ze zou het helemaal alleen moeten doen.
In de woonkamer ging Nico verder met zijn voorbereidingen voor de bruiloft. Eerst hing hij slingers van wit crêpepapier op in de kamer.
Vervolgens strooide hij witte confetti op de grond en hing papieren bruidsklokken voor de ramen. In de hoeken van de kamer rustten hoopjes witte ballonnen lui tegen elkaar.
Naast een zilveren emmer werden twee champagneglazen gezet. Hij zette een fles Dom Perignon in de koelkast, naast de bruidstaart die hij die middag had gekocht. Boven op de taart van drie lagen stond een bruidspaar. Nico glimlachte naar het paar en brak vervolgens het hoofd van de bruid eraf. Daar zou Laura van schrikken.
Hij lachte vals. Hij genoot van het zieke spelletje dat hij met haar speelde. Hij maakte haar langzaam gek en hij had geen problemen met wat hij haar aandeed. Ze had hem voor gek gezet toen ze ervandoor was gegaan om te scheiden en hem achter de tralies aan zijn lot had overgelaten. Daardoor had hij het respect verloren in de ogen van zijn makkers bij de Familie. Hij had de vragen in hun ogen gezien. Hoe kon hij verantwoordelijkheid dragen? Hoe kon hij een karwei goed doen als hij zijn eigen vrouw niet in de hand had?
Na morgen zouden ze allemaal weten dat niemand Nico Rossi ongestraft kon dwarsbomen. Ze zouden het allemaal weten. Vooral Laura.
Nico liep de keuken door naar de tafel, waar hij zijn andere aankoop van die dag had neergelegd. Het was een mes met een vervaarlijk groot lemmet. Het vlijmscherpe staal glinsterde onder het fluorescerende licht. Het was zo glad. Zo glanzend. Hij liet zijn vinger over de scherpe kant van het mes glijden en er kwam een streepje bloed te voorschijn, dat naar zijn vingertop liep. Het sneed alsof het door boter ging. Hij was er zeker van dat het net zo gemakkelijk door Laura's vlees zou gaan.
Nico greep het heft zo stevig vast dat zijn knokkels wit werden.
Sommige zonden waren niet te vergeven.
Jaime werkte de stapel kranten door die hij sinds die morgen had
vergaard, genietend van elke kop over zijn eis tot alimentatie.
Eindelijk was hij beroemd en de volgende paar maanden zou hij zich
koesteren in het licht van de schijnwerpers. Als hij dit goed
speelde, kon hij het net zo ver schoppen als hij wilde. En het
mooiste was dat Daniël overal de rekening van zou krijgen.
Jaime lachte boosaardig. Hij wilde dat hij erbij had kunnen zijn toen Daniël had gehoord wat hij had gedaan. Hij zou er alles voor over hebben gehad om zijn gezicht te zien.
Algauw lagen de kranten op een stapel aan het voeteneind van Jaime's bed. Wetend dat zijn middagkranten al bezorgd waren, deed hij een kamerjas aan en ging ze ophalen, zich afvragend voor hoeveel koppen hij had gezorgd.
De huistelefoon van de hal beneden ging, terwijl hij door de woonkamer liep, maar hij lette er niet op. Hij wilde zijn kranten.
Toen hij de deur van zijn appartement opendeed, deed Jaime onwillekeurig een stap naar achteren. Zijn kranten waren vergeten toen een woedende Peter binnenstapte.
De blik in zijn ogen bezorgde Jaime koude rillingen. Ze leken vlak en leeg en zagen niets, maar hadden een blinde woede die direct op hem was gericht.
'Je hebt hier niets te maken,' zei Jaime zo neerbuigend mogelijk. Dit was zijn terrein. 'Als je iets te zeggen hebt, zeg je het maar tegen mijn advocaat.' Jaime bukte zich om zijn kranten op te rapen. 'Als je me wilt excuseren.'
De teen van een cowboylaars raakte Jaime in zijn gezicht. Het bloed spoot als een geiser in een dikke, rode stroom uit zijn neus. 'Je hebt hem gebroken,' snikte hij hysterisch, vol afgrijzen naar zijn rode vingers kijkend. 'Je hebt hem gebroken!'
'Jij kan doodvallen en je advocaat erbij!' raasde Peter, terwijl hij zich op Jaime stortte en meedogenloos zijn gezicht met zijn vuisten bewerkte. 'Hij is dood! Daniël is dood en het is allemaal jóuw schuld! Jij hebt hem vermoord!'
Dood? Daniël was dood? Jaime's visioenen van een langdurig proces met massa's publiciteit verdwenen. Hoe kon Daniël dood zijn? Maar daar kon hij niet bij stilstaan. Zijn eigen overleven was nu belangrijker.
'Je kunt mij de schuld niet geven!' zei Jaime hees, bijna stikkend in zijn bloed. Hij probeerde terug te vechten, terwijl een withete mist hem dreigde te omhullen. Als hij niet terugvocht, zou Peter hem zeker vermoorden.
'Wie zegt dat?' De vuist van Peter raakte de kaak van Jaime met een akelig gekraak. 'Jij hebt hem verraden! Als je dat proces niet was begonnen, als je hem niet had gechanteerd, zou hij niet zoveel spanningen hebben gehad. Dan zou hij geen hartaanval hebben gekregen.'
Peter was volledig buiten zinnen en Jaime kon niets doen om hem tegen te houden. Iedere klap en stoot, nog versterkt door Peters ellende en verdriet, trof feilloos doel.
'Genoeg!' snikte Jaime jammerlijk, bang dat hij het bewustzijn zou verliezen. 'Genoeg! Je vermoordt me.'
'Nee, ik vermoord je niet. Nog niet,' verklaarde Peter hijgend. 'Tenzij je dat proces om alimentatie door wilt zetten. Als je je waardeloze huid wilt redden, zul je doen wat ik je zeg.'
'Wat?' jammerde Jaime.
Peter draaide de voorkant van Jaime's kamerjas om zijn vuisten heen en tilde hem op. 'Je laat je eis vallen, je pakt je koffers en verdwijnt uit de stad zonder een adres achter te laten. En je houdt je kop dicht over je leven met Daniël. Anders zweer ik dat ik je zal vermoorden, als ik ooit nog iets van je hoor of zie.'
Peter duwde Jaime van zich af en verliet het appartement.
‘Ik vermoord je,' zei hij nog een keer vanuit de deuropening.
Nadat Peter weg was, klonken er rennende voetstappen in de gang en kwamen twee bewakers aangesneld.
'Mr. Barton, is alles goed met u? Hebt u hulp nodig? Er stormde een man langs de balie beneden. Ik heb geprobeerd te bellen, maar niemand nam op.'
'Stelletje idioten! Hadden jullie er niet nog langer over kunnen doen?' raasde hij. 'Nee, ik heb jullie niet nodig. Zie ik eruit alsof ik jullie nodig heb?' Hij veegde zijn bebloede neus af aan zijn mouw. 'Lazer op.'
'Weet u zeker dat we niets kunnen doen?'
Terwijl hij naar zijn bebloede handen keek, dacht Jaime aan de koelbloedige woede die hij in de ogen van Peter had gezien. 'Ja, jullie kunnen toch iets doen,' zei hij. 'Haal wat dozen voor me. Ik ga verhuizen.'
Graham droomde. Kelly lag in zijn armen, ze liet hem met haar
vrijen, ze zei dat ze spijt had en vroeg om een nieuwe kans.
'Ja,' kreunde hij, terwijl hij zijn vingers door haar haren haalde en haar gezicht dicht naar het zijne bracht. 'Ja, ik vergeef je.'
'Doe dan je ogen open,' fluisterde ze. 'Doe je ogen open en kijk me aan.'
Grahams ogen gingen open en daar was Kelly in zijn armen. Maar wat deed ze in zijn hotelkamer? Droomde hij nog steeds? Zag hij wat hij wilde zien? Hij stak een hand uit met de bedoeling haar wang aan te raken, maar ze pakte hem en legde hem op haar hart.
'Hoe ben je hier gekomen?' vroeg hij.
'Ik heb aan de balie een sleutel gevraagd. Ik heb gezegd dat ik je vrouw was.'
Met zijn hand nog steeds op haar hart kwam Graham overeind. 'Is dat zo? Of vraag je een scheiding aan?'
Kelly's ogen, die glommen van de tranen, keken die van Graham aan. 'Het spijt me dat ik je geen kans heb gegeven om het uit te leggen. Het spijt me dat ik je zo vreselijk heb behandeld op die parkeerplaats. Het was een schok die foto's te zien en ik was zo vreselijk kwaad. Het deed zo'n pijn en ik wilde iemand raken. Ik wilde dat jij even veel pijn had als ik.'
Graham schudde gekweld het hoofd en sprong uit bed. 'Kelly, het is voorbij tussen Diana en mij. Voorbij! Wat moet ik doen om je te overtuigen? Ik wil niet de rest van ons leven om dit onderwerp heen draaien. Je moeder en ik hebben ooit een verhouding gehad, maar dat is voorbij.'
'Maar die foto's,' fluisterde ze aarzelend. 'Als we kans op een toekomst hebben, Graham, moet je me de waarheid vertellen.'
'De waarheid? Wil je de waarheid? Kelly, ik heb je nooit anders dan de waarheid verteld! Die foto's zijn nep!' schreeuwde hij bijna. 'Diana heeft de hele zaak geënsceneerd. Die zijn in Nebraska genomen door een fotograaf die ze had gehuurd. Ze kwam naar mijn trailer en stortte zich op me, aan mijn kleren trekkend. Voor ik het wist, kwam die fotograaf binnenvallen. Ik ben achter hem aan gerend en heb zijn film afgepakt, maar kennelijk had hij de rolletjes verwisseld.' Graham keek naar Kelly's gezicht. 'Je gelooft me niet,' zei hij terneergeslagen. Verdrietig schudde hij zijn hoofd en zakte weer neer op het bed.
Kelly probeerde haar angstige twijfel te verbergen en haalde haar schouders op. 'Als jij zegt dat het zo is gegaan, dan geloof ik je.'
'Nou, bedankt voor het in mij gestelde vertrouwen,' zei hij sarcastisch. 'Je gelooft me niet. Ik zie het aan je gezicht. Vertel me wat je voelt, Kelly. Vertel het me. Anders zijn we weer terug waar we zijn begonnen.'
'Wil je de waarheid?' snauwde ze. 'Goed, die kun je krijgen! Je verhaal klinkt vergezocht.'
'Het is gebeurd!' hield hij vol. 'Weet je onderhand nog niet dat je moeder alles zou doen om ons uit elkaar te krijgen? Waarom ben je altijd zo bereid haar te geloven, terwijl je weet dat ze haar uiterste best doet om je leven te verpesten? Waarom, Kelly? Wil je daar alsjeblieft antwoord op geven?'
'Ik weet niet waarom! Mijn hele leven heeft alles wat ze ooit tegen me zei waar geklonken.'
'Ze is actrice, Kelly, en ze heeft jou meegetrokken in een ziek drama waar zij de regie van heeft. Zie je dat niet?'
Kelly knikte langzaam. 'Ja, dat zie ik. Maar ik moet je iets anders vragen en je moet volkomen eerlijk tegen me zijn.'
'Je weet dat dat zo is.'
'Ben je met mijn moeder naar bed geweest sinds wij getrouwd zijn?'
Graham keek Kelly kwaad aan. 'Nee, dat ben ik niet! Hoe vaak ik het ook tegen je zeg, je gelooft me nog steeds niet.. Wat wil je dat ik doe, Kelly? Dat ik een test met een leugendetector onderga?'
'Ik moet het weten!' Het kon haar niet schelen dat ze haar stem verhief. 'Je wilde eerlijkheid en die krijg je nu! Je bent mijn man, Graham, en ik hou van je. Als ik bezitterig of paranoïde klink, dan spijt me dat. Maar ik moet weten waar we aan toe zijn. Ik ben niet van plan mijn moeder mijn geluk kapot te laten maken en jou van me af te laten pikken!'
Graham stond op en kwam naar Kelly toe. 'Hou je nog steeds van me?'
Kelly gleed in zijn armen en liet haar hoofd tegen zijn borst rusten. 'Ja, ik hou van je. Alsjeblieft, Graham, vertel me de waarheid. Ik moet het weten, al doet het pijn.'
Graham hief Kelly's hoofd op en keek haar in de ogen. 'Kelly, ik hou van je en alleen van jou. Ik ben niet met Diana naar bed geweest sinds zij en ik uit elkaar zijn gegaan. Sinds wij samen zijn, is er niemand anders geweest en dat zal ook nooit gebeuren. Jij bent de enige vrouw voor me.'
Kelly kon haar tranen niet beheersen. De oprechtheid en emotie in Grahams woorden, vanaf het moment dat ze zijn kamer binnen was gekomen, vertelden haar alles wat ze wilde weten. Ze kuste haar man vurig, sloeg haar armen om zijn hals en wilde hem niet meer loslaten.’Ik heb je zo gemist. En het spijt me dat ik aan je heb getwijfeld.'
Graham trok Kelly in zijn armen.’Ik heb jou ook gemist. Zullen we vrijen ter wille van vroeger?'
'Ja!' riep ze blij.
Met Kelly in zijn armen, plofte Graham op het bed neer. Lachend en kussend begonnen ze elkaar uit te kleden.
'Laat me je vertellen waarom ik die dag naar je toe kwam, behalve omdat ik opnieuw wilde beginnen,' zei Graham, terwijl hij zacht Kelly's oor kuste. 'Wat zou je ervan zeggen als we naar New York verhuisden?'
'Maar je carrière dan,' protesteerde Kelly tussen twee hartstochtelijke kussen door. 'Die komt net van de grond.'
'Er zullen altijd aanbiedingen zijn. Als ze me willen hebben, weten ze me wel te vinden. Je weet dat het toneel altijd mijn grote liefde is geweest.'
'O ja, is dat zo?' vroeg Kelly, speels zachtjes in zijn borst bijtend.
'Mmm,' maar jij bent mijn ware liefde, Kelly.' Graham veegde Kelly's weelderige haar opzij en kuste zacht haar lippen. 'Jij bent het allerbelangrijkst. Zolang we samen zijn, ben ik gelukkig.'
Kelly beantwoordde Grahams kus hartstochtelijk. 'Als we naar New York verhuisden, zouden we niet telkens mijn moeder tegenkomen.' Ze glimlachte bij die gedachte, terwijl Graham haar langzaam, sensueel, begon te omhelzen. 'Laten we dat doen!'