Khama: een liefdesverhaal

Een van de oudste tradities tijdens een safari, misschien zelfs wel van Afrika, is dat je ‘s-avonds rond een vuur gaat zitten en verhalen vertelt. Gewoonlijk begint zo’n avond ermee dat een toerist een vraag stelt als: ‘Wat is het gevaarlijkste dier dat je ooit bent tegengekomen?’

De verhalen die dan volgen zijn leuk om te vertellen en om naar te luisteren en laten mensen naar adem snakkend achter. Maar mijn favoriete verhaal voor bij het kampvuur is dat over de man die Botswana heeft gemaakt tot het land dat het nu is. Het verrassende is dat het geen geschiedenisles is en ook geen politieke verhandeling. Het is een liefdesverhaal.

Sir Seretse Khama werd geboren in de stad Serowe, die er voor iemand uit de westerse wereld meer uitziet als een dorpje. Hij werd natuurlijk niet als ‘sir’ geboren, dat kwam pas later. Het is best verrassend dat hij uiteindelijk is geridderd, aangezien de Britten jarenlang hun uiterste best hebben gedaan om te voorkomen dat hij een belangrijk man zou worden.

Hij was pas vier toen zijn vader stierf, een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een man, maar nog belangrijker voor de kleine Seretse, aangezien zijn vader kgosi, of koning, van de Batawana was. Dat is de naam van de grootste stam die in het huidige Botswana woont. Dat was in die tijd een Brits protectoraat en werd Bechuanaland genoemd.

Het was verstandig te besluiten dat Seretse te jong was om te regeren. Zijn oom, Tshekedi, nam het over als regent tot zijn neefje oud genoeg zou zijn om kgosi te worden en de jonge Seretse werd in Zuid-Afrika naar school gestuurd. Daarna ging hij in Engeland aan de universiteit van Oxford studeren. In 1947 ontmoette hij een Engelse jongedame, Ruth Williams, op een bal dat was georganiseerd door de Vereniging van Missionarissen, de London Missionary Society (LMS). Volgens ooggetuigen gebeurde er niets bijzonders toen ze elkaar ontmoetten, en ook niets wat zou kunnen voorspellen hoe het verder zou gaan. Het enige wat ze gemeen leken te hebben, was dat ze allebei erg van jazzmuziek hielden.

Maar Seretse was ergens in zijn uitzonderlijke leven bijzonder scherpzinnig geworden, onwankelbaar integer en razend intelligent. Misschien was dat wat zo’n indruk op Ruth maakte, want hij deed haar minder dan een jaar later een huwelijksaanzoek, dat ze aannam.

Dat veroorzaakte een rel die noch de jonge maar wijze Seretse, noch de Londense Ruth had kunnen voorzien. Toen Seretse zijn oom liet weten dat hij niet alleen met iemand van buiten de stam trouwde, maar dat ze ook nog eens een Engelse was, kreeg Tshekedi een rolberoerte.

Op afbeeldingen ziet Tshekedi er heel normaal uit, zelfs vriendelijk, maar hij toonde zich op zijn gevorderde leeftijd een meedogenloze intrigant, van de soort die je vaak in verhalen uit Duizend-en-één-nacht tegenkomt. Hij stond erop dat Seretse zijn aanzoek zou intrekken. Seretse weigerde en schoof de huwelijksdatum zelfs naar voren, voor het geval zijn oom er een stokje voor zou willen steken…een verstandig besluit, aangezien Tshekedi al een telegram had gestuurd naar de vereniging die het noodlottige bal had georganiseerd en eiste dat die zou interveniëren. Geschokt bij het vooruitzicht de oorzaak te zijn van een schandaal van deze omvang zette de LMS iedereen op wie ze invloed had onder druk, een groep zeer invloedrijke mensen en instellingen.

Maar oom Tshekedi en de LMS waren niet de enigen die niet wilden dat het huwelijk gesloten zou worden. De Britse regering had ook geconcludeerd dat het problematisch zou zijn. De Tweede Wereldoorlog had niet alleen heel veel mensenlevens gekost, maar was ook een aanslag op de schatkist geweest. Groot-Brittannië had wanhopig behoefte aan uranium en goud, dat het land hoofdzakelijk uit Zuid-Afrika haalde. Het was het begin van het apartheidsregime en de Britten kregen te horen dat als ze een zwarte koning toestonden met een blanke vrouw te trouwen, ze om problemen vroegen in de vorm van handelssancties (een ironische bedreiging, als je bedenkt hoeveel landen zenuwachtig begonnen te worden over handel met Zuid-Afrika). Er verscheen een Engels rapport waarin stond dat Seretse een ongeschikte leider voor zijn volk zou zijn. Maar tot woede van de regering besliste de presiderende rechter het tegenovergestelde en oordeelde dat hij prima geschikt zou zijn als kgosi.

Het rapport werd ergens in een lade gepropt, waar het uiteindelijk dertig jaar zou blijven liggen.

De gedwarsboomde geliefden wilden ondertussen nog steeds trouwen. Toen Seretse en Ruth naar de kerk gingen, zwichtte de dominee onder de druk van de LMS en weigerde hen te huwen. Het verliefde en vastberaden paar liet zich niet klein krijgen en ging naar de bisschop van Londen.

Die weigerde ook hen te trouwen.

Ze trokken heel wat publiciteit en men begon kritiek te leveren op de regering. Toen de Britse regering de tegenwerpingen ter ore kwamen, werd er een geheim agent ingezet, die in Seretses oor fluisterde dat Ruth een communistische agente was die was gestuurd om hem af te leiden. Seretse was zo slim om de informatie te negeren, en hij bleef zoeken naar een manier om te kunnen trouwen met de vrouw van wie hij hield.

Het bureau van de burgerlijke stand had gelukkig geen grond te weigeren, aangezien er geen wetten waren die een Afrikaanse prins verboden met een Engelse vrouw te trouwen. Ze trouwden uiteindelijk in 1948 en Seretse keerde, met zijn vrouw, naar Botswana terug. Er stond geen welkomst-comité. In plaats daarvan liet zijn oom hem onmiddellijk naar een kgotla komen.

De kgotla is een traditionele vergadering van de gemeenschap, die normaal gesproken wordt georganiseerd in een door riet omsloten cirkel. Dat is een democratische manier om iedereen zijn zegje te laten doen. Niemand wordt geweigerd zijn mening te geven over een onderwerp (en iedereen lijkt iets te willen zeggen…al was het maar om te vertellen wat zijn of haar buur heeft gezegd). Tshekedi beweerde dat Seretse zijn volk had verraden door met een blanke vrouw te trouwen en ontnam Seretse tijdens een zorgvuldig voorbereide, nadrukkelijke redevoering al zijn koninklijke titels.

De kgotla duurde al vier dagen (er wordt echt ontzettend veel gepraat tijdens zulke bijeenkomsten), maar Seretse wist iedereen er op de een of andere manier toe te overreden er nog een te beleggen. Seretse was erg overtuigend tijdens de tweede kgotla, verklaarde dat hij ‘zijn vrouw niet kon en niet wilde opgeven’, maar dat hij zijn volk trouw was. De gemeenschap stond nog steeds aan de kant van Tshekedi. Seretse riep een derde kgotla bijeen en iets in Tshekedi’s wanhoop om van Seretse af te komen overtuigde iedereen ervan dat hij het allemaal deed om de titel van kgosi voor zichzelf te houden.

Tshekedi daagde de gemeenschap uit en verkondigde dat iedereen naar hem moest luisteren omdat hij al zo lang koning was. Als ze Seretse zijn titel zouden teruggeven, zo zei hij, zou hij hen voor altijd verlaten. Hij verwachtte na dertig jaar duidelijk te worden vereerd, maar Seretse was enorm populair en werd hersteld als leider van de Batawanastam. Tshekedi verliet het land en nu hij uit beeld was, ging Seretse verder met zijn studie.

Ruth raakte al snel zwanger en Seretse was opgetogen. Ze hadden de Britse regering getrotseerd, zijn oom verslagen, hij had zijn studie afgerond en nu konden ze in Botswana wonen. Seretse werd kort daarna naar Engeland teruggeroepen als vertegenwoordiger van zijn volk, en nam de uitnodiging hoffelijk in ontvangst, hoewel hij vermoedde dat het allemaal geen zuivere koffie was. Toen hij eenmaal in Engeland was gearriveerd, zei de Britse regering dat hij niet terug mocht naar Botswana. Hij moest zichzelf als verbannen beschouwen. Ruth was nog in Botswana, voor haar een nieuw land, en ze was zwanger en alleen. Seretse moest al zijn diplomatieke overredingskracht inzetten en de hulp van al zijn medestanders in Engeland inroepen, die geschokt waren over de manier waarop hij en zijn vrouw werden behandeld (tot die groep behoorde onder anderen Winston Churchill, die van mening was veranderd nadat hij hun huwelijk in eerste instantie als ‘problematisch’ had bestempeld) om naar huis te mogen voor de geboorte van hun kind, een dochter die Jac-queline Tebogo Khama werd genoemd. Toen haalde de regering het hele gezin terug naar Engeland en deelde mee dat ze er niet weg mochten.

Er ontstond steeds meer verontwaardiging over hoe de regering het gezin behandelde en over het feit dat ze toegaf aan een overduidelijk racistisch regime. Toch werd in 1952 aangekondigd dat hun verbanning geen tijdelijke maatregel was. Seretse, Ruth en het gezin mochten nooit meer terug naar Afrika.

Na vier jaar van internationale veroordeling capituleerde de Britse regering en mocht de familie Khama terug naar Botswana. Maar er was één voorwaarde: ze moesten terugkeren als burgers en elke aanspraak op de troon opgeven. Na een ingewikkelde relatie van negen jaar zou je misschien verwachten dat Ruth in haar geboorteland zou willen blijven, maar ze bleef Seretse steunen en vergezelde hem naar Botswana.

Het was een periode waarin veel Afrikaanse stammen probeerden los te komen van hun Europese overheersers en sommige kwamen openlijk in opstand. Seretse was al jaren een doorn in het oog van de Britten, en hij werd verafschuwd door de Zuid-Afrikaanse regering. Die verwachtte misschien dat Seretse ook in opstand zou komen wanneer ze grond zouden hebben hem op te sluiten en hij voorgoed uit de weg zou zijn geruimd. Maar alsof hij iedereen nog een keer wilde dwarsbomen, trok hij zich terug en werd veeboer.

Een beroep waar hij buitengewoon slecht in bleek te zijn.

Nadat hij enkele jaren geld was kwijtgeraakt, en vee (wat voor een Afrikaan hetzelfde is, al heeft hij in Oxford gestudeerd), gaf hij zijn cowboyleven op en richtte in 1962 de democratische partij voor Bechuanaland op, de Bechuanaland Democratie Party. Ruth en hij hadden ondertussen een broertje voor Jacqueline gekregen, Ian, en daarna een tweeling, van wie de ene jongen Anthony heette. De andere weerspiegelde Seretses vergevingsgezindheid en werd Tshekedi genoemd.

Seretse wilde Botswana geweldloos onafhankelijk maken en stond rassengelijkheid en tolerantie als steunpilaren voor het land voor. Hij won het respect van de regionale leiders en werd in 1965 door de Engelsen tot premier van Botswana benoemd, hoewel hij zich in de vreemde positie bevond niet naar de hoofdstad te mogen reizen. Dat was omdat het hele land zich in de nog vreemdere positie bevond geen hoofdstad te hebben. Het werd in plaats daarvan geregeerd vanuit de Zuid-Afrikaanse stad Mafeking. Seretse was gewaarschuwd dat als hij er ooit naartoe zou gaan, hij onmiddellijk door de Zuid-Afrikaanse regering zou worden gearresteerd omdat hij met een blanke vrouw was getrouwd.

Een nieuwe hoofdstad, Gaborone, werd snel uitgeroepen en gebouwd. De stad lag op een steenworp afstand van Mafeking, maar binnen de grenzen van Botswana. Engelsen waren in veel Afrikaanse landen ondertussen steeds vaker doelwit van gewelddadigheden nu de afkeer van het kolonialisme groeide. Ze begonnen Seretse in een ander licht te zien. Hij was altijd voorstander van rassengelijkheid en samenwerking geweest. Dus keerde de Engelse regering op haar schreden terug en verwelkomde Seretse in Gaborone, en hij werd in 1966 zelfs geridderd door koningin Elizabeth II. Ruth, die vroeger ambtenaar was geweest, werd Lady Mohumagadi Mma Kgosi Ruth Khama. Een adellijke titel die paste bij de koningin die ze kort was geweest, maar ze stond bij het volk altijd liefdevol bekend onder de naam Lady K.

Europese landen lieten hun koloniën los (tenzij ze erg veel geld opleverden) en aangezien Botswana een protectoraat was en een van ‘s werelds armste landen, was het een van de eerste die vrijheid kreeg. De Britten hadden het hoe dan ook alleen maar overgenomen om te voorkomen dat de Duitsers het kregen en wilden het maar al te graag weer kwijt.

Een verhaal uit deze tijd, dat nog steeds wordt verteld door de mensen in Botswana, maar vrijwel in geen geschiedenisboek is terechtgekomen, illustreert dat Seretse zelfs na al zijn ellende zijn gevoel voor humor behield. Dat was opmerkelijk, aangezien hij tijdens de overgangsperiode heel wat beledigingen heeft moeten incasseren. Elke keer als er in het proces iets misliep, klaagden de vertrekkende autoriteiten over ‘die nikker in de houtstapel’. Seretse onderging het allemaal en toen hij op 30 september 1966 werd verkozen tot de eerste president van het land stelden verslaggevers hem heel wat onnozele vragen. Een ervan was of hij van plan was de naam van het landgoed te wijzigen waar de bestuurders ooit hadden gezeteld en dat nu de presidentiële woning was. ‘Ja,’ antwoordde hij, ‘dat heet nu de Houtstapel.’

Seretse ging direct aan de slag om de economische toekomst van Botswana te regelen. Hij sloot een handelsovereenkomst met de Europese Gemeenschap voor de verkoop van Botswaans rundvlees en beloofde dat de winst voor het volk was.

Om te verzekeren dat het geld inderdaad ten goede zou komen aan het volk en niet in de zakken van de politici verdween liet hij trusts vormen, waarvan de winst werd uitgegeven aan gezondheidszorg, scholing en infrastructuur. Hij riep ook een sterke anticorruptie-eenheid in het leven, waaruit bleek dat hij anders was dan andere Afrikaanse leiders. Botswana is tot op de dag van vandaag een van de weinige Afrikaanse landen waar ‘problemen’ niet met steekpenningen worden opgelost.

Ruth had het ondertussen ook erg druk. Ze introduceerde tal van internationale liefdadige instellingen in Botswana, waaronder het Rode Kruis. Hoewel er vaak wordt gezegd dat ze zich verre hield van Seretses politieke activiteiten, deelden ze absoluut hun ideologie, die erom draaide het volk van het land waarvan ze zoveel hielden, zich te helpen ontwikkelen.

Enkele maanden na de onafhankelijkheid ontving Seretse ongelooflijk nieuws. In een plaatsje dat Krapa heette, was een diamantader ontdekt…een grote. Botswana werd binnen enkele maanden een van ‘s werelds grootste producenten van de edelsteen. De diamanten werden—en dat was nieuw voor de regio—ontgonnen zonder militaire bemoeienis, waardoor ze ‘schoon’ waren en aantrekkelijk voor kopers met een geweten. Het land bloeide op nu Seretse er economische structuur aan had gegeven.

Botswana was tussen 1966 en 1980 ‘s werelds snelst groeiende economie. Die diamanten maakten het verschil. Maar ook werd er eindelijk in een Afrikaans land eens geld geïnvesteerd in gezondheidszorg en scholing. De ziektekostenverzekering is er bijna gratis en er wordt geen inkomstenbelasting geheven.

Seretse was gedurende de jaren dat hij het land leidde, regelmatig ernstig ziek. In de jaren zeventig kreeg hij een pacemaker, maar daarmee waren zijn medische problemen niet voorbij. Hij stierfin 1980 aan kanker tijdens zijn strijd voor onafhankelijkheid voor Rhodesië en een Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap. Het land rouwde op een manier die je zelden ziet voor een president, of voor een koning, maar die wel hoorde bij de buitengewone man die beide was geweest.

Veel mensen verwachtten dat Lady K zou terugkeren naar Engeland, maar zij en haar kinderen waren nu Motswana (staatsburger van Botswana). Ze bleef in Botswana, het land waarvan zij en Seretse net zoveel hadden gehouden als van elkaar. Ze stierf in 2002 en voegde zich weer bij Seretse, misschien ergens waar ze samen jazzmuziek maken.