HOOFDSTUK 6
„Sneeuwt het nog?" Steffie ging rechtop zitten en wreef in haar ogen. Naast haar snoof Sam alsof zijn neus verstopt zat en draaide zich meteen om om verder te slapen.
Hannah stond bij de deur van haar kast. Ze deed de rits van haar spijkerbroek dicht en trok een sweatshirt over haar wollen trui aan. „Het was even wat minder, maar nu begint het weer, " mompelde ze.
„Hoe weet je dat? Ben je de hele nacht opgebleven?"
Hannah ontweek de vraag. „De stroom is uitgevallen. "
„Dat meen je niet! Wanneer dan?"
„Vannacht, " zei Hannah. „Toen jij sliep. "
„Nou, in ieder geval ben ik weer wakker geworden. " Steffie grinnikte naar haar. „We zijn geen van heiden in bed vermoord. Die gozers zijn dus toch geen moordenaars. "
Hannah reageerde niet. Voorzichtig deed ze de deur naar de gang open. Ze luisterde even aandachtig en keek toen om naar haar zus. „Ik ga naar beneden. Hou de deur op slot tot je aangekleed bent en zo, begrepen?"
„Ja, mam. "
„Ik meen het. "
„Ja, mam. "
Hannah keek haar dreigend aan. „Heb jij de batterijen uit mams radiootje gehaald?"
Steffie keek haar verbaasd aan. „Nee, waarom zou ik dat doen?"
„Ik vroeg het me gewoon af. "
„Doet hij het niet? Ik heb hem gisteren nog gebruikt. Ik heb hem niet stukgemaakt. " Ze zweeg en fronste haar voorhoofd. „Of wel? Heb ik hem stukgemaakt?"
Hannah zuchtte en schudde haar hoofd. „Kom zo gauw mogelijk naar beneden. Blijf hier niet rondhangen. " Ze deed de deur achter zich dicht. Sam was op het laatste moment ook naar buiten geglipt, en toen ze voor de slaapkamerdeur van haar ouders aarzelde, begon hij langs de vloer te snuffelen. Hannah duwde de hond de gang door en haastte zich naar beneden.
Het was ijskoud in huis. Hannah keek op de thermostaat en zag dat die tien graden gezakt was.
„O nee, " zuchtte ze met haar hoofd tegen de muur geleund. „Ga alsjeblieft niet uit... " Ze had absoluut geen verstand van verwarmingsketels. Het enige wat ze wist, was dat die van hun ergens in de kelder stond, maar daar hield het mee op. Ze zette de thermostaat hoger en wachtte tot ze de verwarming aan hoorde springen, maar er gebeurde niets.
Zuchtend liep Hannah de keuken in. Werkelijk alles zat tegen. Ze wist dat haar vader een stel petroleumkachels in de garage bewaarde voor noodgevallen, maar ze had geen idee waar die stonden. Ze durfde bijna de kraan niet open te draaien uit angst dat de leidingen bevroren waren, maar tot haar opluchting kwam het water er sputterend uitgestroomd.
Het fornuis ging gelukkig op gas, dus ze konden in ieder geval koken.
Hannah droogde haar handen af aan een theedoek en deed de deur van de provisiekast open. Misschien was het toch allemaal niet zo erg. Ze was gisteravond doodmoe geweest, en bovendien ongerust over pap en mam, geïrriteerd door Steffie, en overstuur door Ray. Toen die twee knullen ineens voor hun neus stonden, had ze overhaaste conclusies getrokken en zich door haar fantasie mee laten slepen. ,. Ontsnapte moordenaars, " mompelde ze in zichzelf, en ze begon te lachen. „Wat heb ik me allemaal in mijn hoofd gehaald!"
Een beetje vrolijker begon ze in laden en kasten te zoeken. Maar tot haar ergernis kwam ze wel allerlei troep tegen, maar geen batterijen.
Hannah schoof de laatste la dicht en fronste haar voorhoofd. Het was zo koud dat ze begon te rillen. Zelfs hier in huis vormde haar adem al wolkjes. Het leek trouwens ook wel te tochten. Hannah liep naar de achterdeur en stak haar hand uit naar de grendel.
Halverwege stopte ze.
De deur was niet op slot.
Sterker nog, hij stond op een kier en er kwam een koude luchtstroom door naar binnen.
Hannah dacht snel na. Ze herinnerde zich dat ze alle ramen en deuren had gecontroleerd voor ze naar bed was gegaan. Ze was er zeker van dat ze ook deze deur had gecontroleerd...
Of niet?
Hannah onderdrukte een vlaag van paniek en trok de deur open. De vroege ochtendwereld lag voor haar, stil en eindeloos wit, gecamoufleerd onder een enorme laag sneeuw.
Misschien dacht ik alleen maar dat ik de deur had afgesloten, hield ze zichzelf voor. Hij kan klem hebben gezeten... Het zou kunnen dat hij vannacht is opengewaaid...
Haar blik viel op de veranda, maar er waren geen voetsporen te zien. Ze kon niet eens meer inschatten waar de veranda ophield en de tuin begon. Hannah voelde de moed in haar schoenen zinken. Hoe moest ze hier ooit vandaan komen? De dichtstbijzijnde buren woonden kilometers ver weg en de wegen waren onbegaanbaar. Het was onmogelijk om hulp te halen. En Jonathon en zijn vriend zouden ook niet weg kunnen...
„Geniet je van het uitzicht?"
Hannah draaide zich met een kreet om. Ze had niemand de keuken horen binnenkomen, maar nu zag ze Jonathon in de deuropening staan. „Wat doe je hier?" vroeg ze geschrokken. Ze stak haar hand uit om de deur dicht te doen. Op het laatste nippertje glipte Sam naar buiten.
„Wat ik hier doe?" herhaalde Jonathon lachend. „Op het moment niet veel. "
„Waar is je vriend?"
Hij gaf niet meteen antwoord. Zijn ogen bleven kalm op haar gezicht gericht, en ten slotte haalde hij zijn schouders op. „Boven, neem ik aan... "
„Neem je aan? Weet je dat dan niet?"
„Je zus is veilig, " zei Jonathon zacht, „als je dat soms bedoelt. "
Hannah kreeg een kleur. Ze rechtte haar schouders en liep naar het aanrecht, waar ze de fluitketel met water vulde.
„Sorry, " zei Jonathon zuchtend. „Ik snap dat je geschrokken bent vannacht, maar het was echt niet zijn bedoeling om je aan te vallen. "
„Laat maar, " mompelde Hannah. „Jij kon er niets aan doen. Ik begrijp wel dat je je rot voelt, hij is jouw vriend. "
„Nou... Lance... " Jonathon aarzelde, naar woorden zoekend. „Eigenlijk is hij geen vriend van me... "
„Hè?"
„Ik bedoel dat ik hem pas gisteravond heb leren kennen. " Jonathon voelde zich duidelijk niet op zijn gemak.
Hannah staarde hem verbluft aan. „Wat?! Je... je kent hem niet eens? Maar ik dacht... "
„Luister, we waren allebei bij dat ongeluk betrokken en hij was gewond. Dus heb ik geprobeerd hem te helpen. " Jonathon zweeg even en maakte een hulpeloos gebaar. „We zijn niet officieel aan elkaar voorgesteld of zo. "
Hannah voelde de paniek in zich omhoogkomen. Lr was maar één moordenaar ontsnapt, had Steffie vannacht nog troostend gezegd. En dit waren twee vrienden. Ze konden dus nooit de moordenaar zijn. Maar het waren helemaal geen twee vrienden! De jongens hadden elkaar ook pas de vorige avond ontmoet...
Met trillende handen greep Hannah de rand van het aanrecht vast. Ze boog haar hoofd en ademde een paar keer diep in, in een poging om kalm te blijven.
„Ik weet niet wat ik moet zeggen, " zei Jonathon ten slotte hulpeloos. „Ik kon hem daar toch niet zomaar laten liggen, dan was hij nu dood geweest. En als jij en je zus niet hadden open gedaan... " Zijn stem stierf weg. Hannah hoorde hem zuchten. „Ik weet niet eens hoe je heet, " eindigde hij.
Hannah gaf geen antwoord. Ze staarde naar de dunne sliert stoom die uit de ketel op het fornuis opsteeg. Ze hield haar hand erboven en voelde de warmte.
„Ik wil dat jullie vandaag weggaan, " zei ze uiteindelijk. „Allebei. "
„Dat doen we ook, " antwoordde Jonathon. Hannah draaide zich weer om om naar hem te kijken. „Daarom kwam ik naar beneden, " vervolgde hij. „Om dat te zeggen... en om je te bedanken. "
Nadenkend staarde Hannah hem aan. Dit was precies wat ze had willen horen, en toch voelde ze zich niet opgelucht. Jonathon stond niet helemaal rechtop, zag ze ineens. Hij leunde tegen de muur, met zijn gewicht op zijn goede been. Hij droeg nog steeds dezelfde modderige kleren, en zijn gehavende spijkerbroek hing open bij het verband.
Hannah's ogen gleden naar het keukenraam, naar de sneeuw die daarachter naar beneden viel. „Denk je dat je kunt lopen met dat been?"
Jonathon glimlachte. „Ik zal wel moeten. "
Hannah staarde naar het verband en richtte daarna haar blik op zijn gezicht. Zijn wangen leken iets meer ingevallen, iets bleker dan gisteravond. Misschien was hij wel veel bloed kwijtgeraakt...
„Nou... " Met moeite dwong ze zich haar aandacht weer op het fornuis te richten. „Ik heet Hannah, " zei ze ineens. Ze had meteen spijt van haar woorden. Waarom had ze dat gezegd?
Ze draaide het gas uit en vulde twee bekers met kokend water. „Waar gaan jullie heen?" Dat was er uitgeflapt voor ze er erg in had.
„Er zal wel ergens een ander huis zijn... " begon Jonathon, maar Hannah viel hem in de rede.
„Dat is minstens vijf kilometer hiervandaan. En de wegen... "
Ze zweeg en keek hulpeloos uit het raam. Wat wilde ze nu eigenlijk? Die Jonathon was eigenlijk best aardig, maar ze mocht geen risico nemen. Ze moest ook aan Steffie denken.
„Er moet wel ergens iets in huis zijn dat je past, iets van mijn broer misschien, als mijn vaders kleren te groot zijn. Je kunt niet naar buiten in die broek, dan ben je bevroren voor je goed en wel op weg bent. En ik zal wat boterhammen smeren voor onderweg. "
Jonathon keek haar zwijgend aan. Hij zette zich af legen de deurpost en deed een voorzichtige stap de hal in.
„Nee, laat maar. Je hebt al genoeg gedaan. "
„Maar... " Hannah beet op haar lip en keek hem na.
Na een tijdje hoorde ze Steffies bekende sprongetje op de trap, gevolgd door gedempte stemmen.
Hannah liep op de geluiden af naar de huiskamer, waar ze op de drempel bleef staan.
Jonathon zat in de stoel bij het raam en aaide Sam, die de sneeuw van zich af stond te schudden. Lance stond gebogen bij de open haard en gooide hout op het vuur, dat al flink brandde. Toen hij overeind kwam, gaf Steffie hem de pook aan.
„Er loopt een ontsnapte moordenaar hier in de buurt rond, " hoorde Hannah haar zeggen. „Het was op de tv. "
'Hou je mond! Misschien is hij die moordenaar wel, ' had Hannah willen gillen, maar ze bleef als versteend staan.
Steffie kletste onbekommerd verder. „Hij heeft een paar cipiers vermoord en toen heeft hij de auto van een vrouw gestolen en haar ook vermoord. "
„Steffie, " mompelde Hannah waarschuwend.
Steffie keek geschrokken om.
Hannah besefte ineens dat ze haar niet hadden zien staan, zo vlak bij de deur. Ze zag dat Jonathon zich omdraaide en naar Lance keek.
Lance staarde heel even terug, maar richtte zijn blik toen weer op Steffies gezicht. „O ja?" vroeg hij kalm. „Vertel eens. "
„Nou, we weten eigenlijk niet veel, " zei Steffie met een angstige blik naar Hannah. „Hannah is nog een poosje tv blijven kijken om meer te weten te komen, maar ze viel in slaap. "
Nu staarde Jonathon ook naar Steffie. „Maar ze moeten iets over hem hebben gezegd. " Ook zijn stem klonk nonchalant. „Iets dat je je herinnert. "
Steffie dacht diep na en haalde toen haar schouders op. „Alleen dat hij gevaarlijk is. En dat iemand die hem ziet geen risico moet nemen, maar de politie moet bellen. O, nou weet ik het weer - hij heeft die bewakers gewurgd. Zo is hij ontsnapt. "
Hannah voelde haar moed steeds verder zakken.
„Dus... " Lance knikte bijna onmerkbaar, „je weet niet hoe hij er uitziet, die ontsnapte moordenaar?"
Steffie schudde haar hoofd. „Ze zeiden dat hij misschien deze kant op komt, maar ik wed dat hij al lang in een andere staat zit. Hij zou hier nooit naartoe komen. "
Lance staarde in het vuur. „Waarom niet?" vroeg hij.
„Nou... omdat het hier zo afgelegen is. Wat zou hij hier te zoeken hebben?"
Het bleef lange tijd stil. Hannah hoorde het zachte geknetter van de houtblokken...
„Wij hebben jullie ook gevonden, " zei Lance ineens.
„Steffie. " Hannah's stem klonk onnatuurlijk luid.
Kun je even komen?"
Ze draaide zich om en wilde naar de keuken lopen, maar plotseling voelde ze een paar handen op haar schouders. Toen Hannah zich met een ruk omdraaide, zag ze dat Lance met toegeknepen ogen op haar neerkeek.
„Ik denk dat dit de zaak enigszins verandert, " zei hij ernstig.
Hannah deinsde terug en probeerde zich los te trekken. „Wat - wat bedoel je? Wat verandert er?"
„We kunnen nu niet meer weggaan, " vervolgde Lance.
Jonathon kwam bij hen staan en knikte bezorgd.
„Niet weggaan?" stamelde Hannah. „Maar, maar... je zei net nog... " Ze deed een stap naar achteren, maar Jonathon hield zijn arm tegen de deurpost achter haar en ze kon er niet langs.
„Ik ben het met Lance eens, " zei Jonathon. „Jullie zitten hier van de rest van de wereld afgesloten. We kunnen jullie hier niet met z'n tweeën achterlaten. "
„Wat een geluk dat we gisteravond jullie huis hebben gevonden, " voegde Lance er zacht aan toe. „Dat moet het lot zijn geweest. "