Hoofdstuk 41 

 
Roberts advocaat loopt de kamer uit om enkele paperassen te halen. Anne en Robert zitten in grote leren fauteuils, die wat apart van elkaar staan. Robert fluistert naar haar: 'Anne, begrijp je dan niet dat het allemaal een bevlieging was? Het was niet echt. Ik hou van je. Alsjeblieft, laten we niet scheiden. We kunnen misschien een tijdje op proef uit elkaar gaan?'
'Nee, ik wil niet meer met jou onder één dak leven.'
Hij vindt haar koele houding vreselijk. 'Het was zoiets als een ziekte. Een soort koorts.' Robert buigt zich naar haar toe. 'Maar die koorts is nu weg. Ik ben mezelf weer.'
Anne negeert hem. 'Weet je, Robert, je had nooit met die affaire moeten beginnen. Maar dat deed je wel. Dus moest je er ook een vervolg aan geven. Ik heb de indruk dat jij het allemaal verknald hebt. Heb ik gelijk of niet?'
Robert kijkt haar geschokt aan. Ze is zo ijskoud. 'Dat is achteraf gemakkelijk praten,' houdt hij vol. 'Ik zei toch dat het allemaal een bevlieging was.'
'Waar heb je nu dan de meeste spijt van?' zegt Anne. 'Nu kan ik dat wel aanhoren, denk ik.'
'Wat bedoel je?'
'Dat jij met iets begon, of dat je er geen einde aan kon maken. Wat vind je erger? Vertel me dat eens!'
'Anne, hou op, alsjeblieft. Het is allemaal achteraf gepraat. Het was een krankzinnige bevlieging. Meer niet.'
'Robert, ik wil weten waar je nu het meeste spijt van hebt.
Dat je eraan begonnen bent? Of dat je het niet kon afmaken? Mij afmaken, beter gezegd.'
Dit is niet te geloven, denkt Robert. We zijn zoveel jaren met elkaar getrouwd, en nu kijkt ze me zo aan. Ik heb een monster gecreëerd. Begrijpt ze het dan niet? Ik heb alles verloren. De twee vrouwen van wie ik het meest in mijn leven hield...
'Anne, wat is er met je gebeurd?'
'Ik heb het overleefd. Wat is er met jou gebeurd, Robert?' Ze speelt met me, denkt hij. Dit is afschuwelijk. 'Anne, alsjeblieft, kun je me vergeven?'
'Nee, Robert, dat kan ik niet. Maar ik weet ook niet of ik het mezelf wel kan vergeven.'
'Waarom toch, Anne? Waarom moet het zo?'
Hij is nu heel dicht bij haar. Ze kijkt kalm naar zijn verwilderde ogen. Ze bestudeert zijn grote gezicht. Misschien wel voor de laatste keer. Zo is het nu eenmaal, Robert. Ik heb mezelf verdedigd, en mijn huis. Dat is wat er gebeurde.
Ze kijkt hem even fronsend aan. Ik heb me verdedigd, denkt ze, en me beschermd tegen de gedachte dat hij de liefde zou bedrijven met een andere vrouw... Een vrouw van wie hij meer hield dan van mij...
Hij knippert met zijn ogen, als ze hem rustig blijft aankijken. 'Ik wist niet wat ik deed, Anne. Begrijp je dat dan niet? Ik was machteloos. Ik ben ook maar een mens.'
Robert springt op Uit zijn stoel en beent door de kamer. Hij kijkt met een grimas op zijn gezicht naar haar om. Ze ziet zijn onrustige grote gestalte.
'Doe toch een beetje inschikkelijk!'
Dat is nog het vreemdste, denkt ze. Toen hij iets met die andere vrouw had, en plannen maakte om mij te doden, was ons huwelijk heel goed. De seks werd zelfs steeds béter. Het is allemaal zo bizar.
Robert wijst naar haar. 'Ik accepteer dit niet, Anne!' Hij schreeuwt nu tegen haar. 'Ik heb een fout gemaakt. Eén keer, en moet ik daar nu mijn leven lang voor boeten?'
'Ik denk dat we allemaal moeten boeten.'
'Ik wil dat je mijn vrouw blijft. Wij horen bij elkaar.'
Anne vraagt zich af of ze Robert terug zou willen. Of beleeft ze een ziekelijk genoegen aan hem afwijzen? Mogelijk. Waarschijnlijk. Hoe kan iemand zoiets zeker weten? Het is niet zo dat ze hem niet kan vergeven of begrijpen. Misschien zou ze dat allebei wel moeten doen. Maar er is ook het gevoel dat ze in een andere richting gegroeid is, waar hij haar niet kan volgen. En ze wil dit definitief maken.
'Ik wil je iets vragen, Robert.'
'Wat? Wat dan?'
'Hoe was de seks met haar?'
'Wat?!'
'De seks, Robert. De seks met Kathy.'
'Anne! Hou op, alsjeblieft!'
De advocaat komt de kamer weer in, zo snel dat hij bijna rent. 'Hé, doe een beetje zachtjes! De mensen kunnen horen dat...'
'Anne! Hou op!'
De advocaat grijpt Roberts elleboog. 'Rustig maar. Dit soort situaties is altijd erg vervelend.'
'Anne, alsjeblieft, vergeef me...' Robert wil zich langs de advocaat naar haar toe wringen.
Ze staart voor zich uit en hoort amper wat hij zegt.
 
~~~