13
Ik belde Matt op toen we ‘confrontatie’ speelden. We waren teut na drie flessen wijn en daagden elkaar uit om de confrontatie aan te gaan met onze grootste angst.
Ik ben een enorme angsthaas als het om bloed gaat, en daarom daagde Kyle me uit om zo hard in zijn hand te snijden dat er genoeg bloed uit kwam om een kleine tissue rood te kleuren. Hij zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, hij was immers arts, en dat hij me zou tegenhouden als ik te ver ging. Hij gaf me zijn Zwitserse legerzakmes en stak zijn hand uit. Ik nam zijn hand in de mijne, en zoals gewoonlijk begonnen mijn zweetklieren meteen te werken: warme klamheid stroomde van mijn handpalm in de zijne. Hij drukte het lemmet van het mes stevig tegen zijn vlees. Dit zou nooit lukken, en ik werd duizelig. Ik aarzelde en keek Kyle in de ogen. Terwijl ik dat deed, streek hij met zijn linkerduim liefdevol over de onderkant van mijn hand, en een plotselinge stoot adrenaline zette me ertoe aan mijn ogen dicht te doen en hem een jaap te geven.
‘Jezus!’ schreeuwde Kyle, terugdeinzend van de pijn. Ik keek toe
hoe het bloed uit zijn hand spoot…
‘Krissie! Krissie! Kriss! Hallo! Gaat het weer een beetje?’ Sarahs
gezicht doemde wazig voor me op.
‘Je bent flauwgevallen.’
Ze hielp me overeind en het duurde nog een paar seconden voordat ik volledig bij bewustzijn was en me herinnerde wat er was gebeurd. Kyle hield zijn hand omhoog, waar niets aan mankeerde, en liet met een brede glimlach een met bloed bevlekte tissue voor mijn ogen heen en weer bungelen.
‘Reken maar dat jij nu aan de beurt bent!’ zei ik tegen Kyle.
Kyle was altijd bang geweest voor spinnen. Hij had kort na een voorval met een harige heteropoda zijn overbruggingsjaar in Australië afgebroken, en sprong op van schrik als er een spin verscheen, al was het maar op televisie. Ik had dit meisjesachtige trekje altijd erg leuk gevonden. Ik vond het prettig als mannen kwetsbaar waren, als de machofaçade smolt, en daarom vond ik het waarschijnlijk ook lekker om boven te liggen, en fantaseerde ik stiekem over twee mannen die het samen deden.
Hoe dan ook, ik ging op zoek naar de grootste spin uit de omgeving. Het duurde even, maar uiteindelijk vond ik er een van zo’n vijf centimeter doorsnede, die vrolijk tussen twee takken van een lijsterbes in zat. Hij verzette zich, maar ik slaagde erin hem op mijn hand te scheppen. Kyle deed zijn ogen dicht en stak zijn hand uit, maar zodra hij een kriebeling op zijn handpalm voelde, sprong hij krijsend als een baby achteruit. Ik vraag me af of de spin de lijsterbes weer heeft kunnen bereiken, of dat hij een soort vluchtelingspin is geworden.
Toen was Sarah aan de beurt. Zij had claustrofobie, en daarom stopten we haar in haar slaapzak, deden de rits dicht en bevolen haar tien minuten zo te blijven liggen.
‘Vergeet me niet!’ zei ze, terwijl ze zichzelf insloot met de rits.
Dat was het moment dat ik Matt belde. Hij had zijn Munro meegepikt, en was al bijna in slaap gevallen in zijn tent aan de andere kant van de camping. ‘Sta op en kom hierheen,’ zei ik.
Toen ik ophing, zag ik de foto die ik had
genomen van Robbie in zijn buggy, diep in slaap bij de
eendenvijver. Ik belde mijn moeder op.
Het ging prima met Robbie, het ging prima met hen allemaal, zei
mama. Ik hoefde me totaal geen zorgen te maken.
Kyle schonk me nog een wijntje in en we kletsten wat, totdat we beseften dat er al een kwartier voorbij was en we Sarah in haar slaapzak hadden laten liggen.
‘Shit! Sarah!’ zei ik, en ik draaide me naar de
slaapzak toe. Die lag er roerloos bij.
‘Sarah!’ zei ik luidkeels.
Totaal geen beweging of reactie. Ik trok langzaam de rits van de
slaapzak omlaag en sloeg hem open. Daar lag Sarah, spierwit, met
haar ogen dicht, en stil als de dood zelf.
‘Sarah?’
Niets.
Ik schudde haar door elkaar.
‘Sarah!’
Geen zuchtje adem, geen teken van leven.
‘Kyle! Ze… beweegt zich niet.’
Kyle had zijn drankje laten vallen en kwam dichterbij. We brachten
ons gezicht naar haar toe, tot op één centimeter van haar doodse
ogen. Wat hadden we gedaan? Hadden we haar vermoord?
Mijn angst voor bloed werd veruit overtroffen door mijn angst om
iets misdadigs te doen, om per ongeluk iemand te verwonden. Ik zou
dag in dag uit mijn afschuwelijke daden onder ogen moeten zien. Ik
zou naar de gevangenis moeten, of erger nog, niet naar de
gevangenis gaan omdat ik niet bekend had of niet betrapt was en dan
zou ik met het schuldgevoel moeten leven, helemaal alleen in een
donkere, rokerige kamer, met griezelig uitdrukkingsloze ogen en
verfomfaaid haar…
‘Aagghh!’
Sarahs schreeuw wierp ons allebei omver. Toen we overeind
krabbelden, moest ze zo hard lachen dat we haar alleen maar tot
bedaren konden brengen door haar in het meer te gooien. Ze kwam met
een boos gezicht boven water en we wisten dat we te ver waren
gegaan. Kyle werd zenuwachtig en stak zijn hand uit om haar uit het
meer te helpen. Sarah greep zijn hand vast, en trok Kyle toen met
inspanning van al haar krachten het water in.
Kan mij het schelen, dacht ik bij mezelf, en ik sprong er ook in,
voor een spetterige, giechelige, zalige zwempartij.
Daar waren we mee bezig toen Matt verscheen. Het was een zachte avond, maar niet zacht genoeg om, zoals Matt, bijna niets te dragen. Zijn gele T-shirt met in zwarte, cursieve letters het opschrift i am not gay! had hij uitgetrokken, en hij liep naast ons over de aanlegsteiger. Hij boog zich met een glimlach over me heen en dook het water in.
Ik had mezelf eerder die dag beloofd dat ik zou proberen me respectabel te gedragen en nooit meer bij het eerste afspraakje al met een man naar bed te gaan, maar toen Matt boven water kwam en speels mijn hoofd onderduwde, besloot ik dat het best geoorloofd was om voor vakanties en Matts een uitzondering te maken.
We droogden onze kleren bij het vuur en dronken bier. Sarah en Kyle kropen bij de gloed van het vuur tegen elkaar aan en zagen er zo ontspannen en verliefd uit dat ik hen nauwelijks terugkende.
Het was fijn om hen zo te zien, maar na een minuut of vijf wierp ik Sarah een paar lange, betekenisvolle blikken toe, die ze niet scheen op te merken. Het begon me een beetje te irriteren dat ze zo lang bleven zitten kletsen en Sarah daarna ook nog eens vroeg hoe het met Robbie ging. Ik bestierf het bijna. Waarom wilde ze het voor me verpesten terwijl Matt en ik duidelijk zo goed bij elkaar pasten?
Tot mijn schande zei ik na de opmerking over Robbie ter verduidelijking tegen Matt: ‘Dat is mijn parkietje. Mijn moeder moest met hem naar de dierenarts.’
Ik moest íéts zeggen om de lange,
ongemakkelijke stilte die daarop volgde te doorbreken.
‘Ik ga naar bed.’
Ik wendde me tot Matt.
‘Ga je mee?’
Hij keek verbaasd en even later triomfantelijk, toen ik zijn hand
pakte en samen met hem naar mijn tent liep.