10

Krokodillentranen

Toen ik twaalf was, werd ik verliefd op een indiaans meisje dat Dawn heette. Ze was lang en bruin en de beste traditionele powwow-danser van het reservaat. Haar vlechten, die in ottervacht waren gewikkeld, waren befaamd. Natuurlijk gaf ze niets om mij.

Meestal stak ze de draak met me (ze noemde me Junior Hoge Hoepel, ik heb nooit gesnapt waarom). Maar daardoor ging ik alleen maar meer van haar houden. Ze was onbereikbaar voor me, en ook al was ik pas twaalf, ik wist al dat ik zo’n jongen zou worden die altijd verliefd werd op meisjes die onbereikbaar, onkrijgbaar en ongeïnteresseerd waren.

Toen Rowdy een keer bij ons logeerde, legde ik om een uur of twee ‘s nachts een volledige bekentenis af.

“Man,” zei ik, “Ik hou toch zoveel van Dawn.”

Hij lag in mijn kamer op de grond en deed alsof hij sliep.

“Rowdy,” zei ik.

“Ben je wakker?”

“Nee.”

“Hoorde je wat ik zei?”

“Nee.”

“Ik zei dat ik zoveel van Dawn hou.”

Hij zei niets.

“Ga je niks zeggen?” vroeg ik.

“Waarover?”

“Over wat ik daarnet zei.”

“Ik heb je niks horen zeggen.”

Hij lag me gewoon te jennen.

“Kom op, Rowdy. Ik probeer je iets belangrijks te vertellen.”

“Doe niet zo stom,” zei hij.

“Wat is er stom aan?”

“Dawn geeft geen moer om jou,” zei hij.

En daarvan moest ik huilen. Man, wat huil ik toch altijd gauw. Ik huil als ik blij ben of bedroefd. Ik huil als ik kwaad ben. Ik huil omdat ik huil. Echt slap. Het tegenovergestelde van een krijger.

“Hou op met huilen,” zei Rowdy.

“Ik kan er niks aan doen,” zei ik.

“Ik hou meer van haar dan ik ooit van iemand heb gehouden.” Ja hoor, ik was een knap theatrale twaalfjarige.

“Hou alsjeblieft op met dat gejank, oké?” zei Rowdy.

“Oké, oké,” zei ik.

“Sorry.”

Ik droogde mijn gezicht aan een van mijn kussens en smeet dat de kamer door.

“Jezus, wat ben je toch een watje,” zei Rowdy.

“Zolang je maar aan niemand vertelt dat ik om Dawn heb gehuild,” zei ik.

“Heb ik wel eens een geheim van jou verklapt?” vroeg hij.

“Nee.”

“Goed dan. Ik zal niemand vertellen dat jij om een stomme meid hebt gehuild.” En dat deed hij ook niet. Rowdy was mijn geheimenbewaarder.