15

Maandag 12 oktober 2009

‘Als ik had geweten dat Marcella zou sterven met acht weken, had ik haar nooit alleen gelaten, nog geen seconde,’ zegt Ray. ‘Ik dacht dat ik haar de rest van mijn leven nog zou hebben, dat we jaren en jaren hadden, samen. In plaats daarvan had ik haar maar acht weken. Vijfenzestig dagen – zo klinkt het nog veel korter. En negen van die vijfenzestig dagen was ik er niet eens. Ik heb mijn eigen dochter in de steek gelaten toen ze nog maar twee weken oud was. Daar heb ik mezelf jarenlang om gehaat. Sorry, moet ik naar jou kijken of naar de camera?’

‘Naar de camera,’ zeg ik tegen haar.

Ze inspecteert haar nagels. ‘Je vindt altijd wel een reden om jezelf te haten als je zo in elkaar zit. Ik dacht dat ik beter was in mezelf vergeven, maar... Ik haatte mijzelf gisteren, toen ik hoorde wat er met Judith was gebeurd. En vandaag ben ik ook niet overdreven dol op mezelf.’ Ze probeert te glimlachen.

‘Heb jij Judith Duffy vermoord?’ vraag ik. ‘Want als dat niet zo is, dan is het niet jouw schuld dat ze dood is.’

‘O nee? Mensen haatten haar door mij. Oké, niet alleen door mij, maar... ik heb wel aan die haat bijgedragen, of niet soms?’

‘Nee. Vertel me eens over het in de steek laten van Marcella.’ Ik voel dat ze zit te traineren. Ze vindt het gemakkelijker om over Judith Duffy te praten.

Ze zucht. ‘Ik ben bang dat je me zult veroordelen. Belachelijk, hè? Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten en jij zei dat je dacht dat ik mijn kinderen waarschijnlijk wel had vermoord, was ik daar helemaal niet door van mijn stuk gebracht.’

‘Omdat jij wist dat je het niet had gedaan, dus wat ik ervan vond deed er niet toe. Maar nu ga je me iets vertellen wat je wel hebt gedaan.’

‘Ik had vroeger een eigen bedrijf: PhysioFit. Het was een heel succesvolle onderneming. Dat is het nog steeds, maar ik maak er niet langer deel van uit. We bedienden particuliere cliënten, en we boden ook fysiotherapie aan bedrijven. Neem bijvoorbeeld jouw bedrijf – Binary Star. Laten we zeggen dat jouw baas vindt dat jullie allemaal te lang over je beeldscherm gebogen zitten. Ze ziet hoe jullie houding verslechtert, en jullie klagen allemaal over pijn in je rug, en het kantoor is vergeven van de beklemde rugzenuwen. De baas besluit om alle medewerkers van Binary Star standaard naar fysiotherapie te laten gaan. Dan gaat ze eerst een aantal bedrijven uitnodigen om een offerte uit te brengen voor het contract.’

‘Zoals PhysioFit?’

‘Precies. Aangenomen dat dit jaren geleden was, toen ik er nog werkte, dan gingen mijn collega Fiona en ik naar het kantoor van Binary Star, en dan gaven we een presentatie die twee tot drie uur duurde. Fiona praatte dan over de zakelijke kant van het verhaal – de contractuele bepalingen – alle dingen die mij niet echt boeien. Als zij haar verhaal had gedaan, was het aan mij om het over de fysiotherapie zelf te hebben: wat er allemaal bij komt kijken, bij welke aandoeningen het vooral zin heeft, dat het niet alleen een laatste redmiddel is bij chronische pijn, maar dat het ook preventief ingezet kan worden. Ik vertelde iets over houdingstraining en craniosacraaltherapie – daar was ik in gespecialiseerd – en over hoe dom het was te denken dat een machine het werk van de fysiotherapeut even doeltreffend kan doen als een mens. Dat is natuurlijk onmogelijk. Als ik mijn handen in iemands nek leg, kan ik voelen...’

Ze breekt haar zin af en schenkt me een schaapachtige glimlach. ‘Sorry, ik was vergeten dat ik hier niet echt mijn product aan het verkopen ben.’ Ze wendt zich weer tot de camera. ‘Enfin, je snapt het wel, denk ik.’

‘Je vertelt er gepassioneerd over,’ zeg ik tegen haar. ‘Ik zou je zo in dienst nemen.’

‘Ik hield van mijn werk. Ik zag niet in waarom ik het op moest geven omdat ik een kind had. Toen ik erachter kwam dat ik zwanger was van Marcella, heb ik haar direct ingeschreven bij een goed kinderdagverblijf bij ons in de buurt. Ze zou er naartoe gaan als ze zes... maanden was. Sorry.’

‘Geeft niet. Neem de tijd.’

Ray maakt een tunnel van haar handen, en ademt daar doorheen. ‘Het leek me een goed compromis: zes maanden thuis met mijn baby, en dan weer terug naar mijn kliniek.’ Ze draait zich om en kijkt mij weer aan. ‘Heel veel vrouwen gaan weer aan de slag als hun baby’s een halfjaar oud zijn.’

Ik wijs naar de camera.

‘De dag nadat Marcella werd geboren, kwam Fiona bij me op bezoek in het ziekenhuis. Ze had een doos koekjes meegenomen in de vorm van eendjes, met roze glazuur erop, en ze had ook goed nieuws over PhysioFit: we waren gevraagd om een presentatie te komen geven aan de bazen van een Zwitsers bedrijf met kantoren over de hele wereld, waaronder een aantal in ons land. Het ging om een gigantisch contract, en bovendien gaf het ons de kans om de sprong te maken naar internationaal werken, en we wilden het contract heel graag hebben. We hebben het trouwens ook gekregen. Ze hebben ons verkozen boven onze concurrenten. Sorry, ik loop op de zaken vooruit.’

‘Geen punt. Ik ga toch nog knippen, dus over de chronologie hoef jij je niet druk te maken.’

‘Ik wil het eindproduct wel zien voor het wordt uitgezonden,’ zegt Ray meteen.

‘Uiteraard.’

Ze lijkt zich wat te ontspannen. ‘Het hoofdkantoor van dat bedrijf was in Genève. Fiona zou gaan, om die bazen te ontmoeten en indruk op ze te maken. “Het is zo zonde dat jij net nu met zwangerschapsverlof bent,” zei ze. “Ik heb jouw verhaal al duizend keer gehoord, en ik kan het woordelijk oplepelen, maar het is toch niet hetzelfde, zonder jou erbij.” Ze had gelijk. Het zou niet hetzelfde zijn zonder mij. Van ons tweeën was ik veel beter met mensen, en dit was zo’n belangrijke presentatie voor PhysioFit. Ik vond het een onverdraaglijk idee om er niet bij te zijn. Ik kon mezelf niet wijsmaken dat mijn aanwezigheid niet zou helpen om het contract binnen te halen.’

Ik denk dat ik weet wat er gaat komen. Ze ging. Natuurlijk ging ze. Maar vanwaar al die leugens? Waarom heeft ze dit verhaal nooit gewoon aan Julian Lance verteld? Of in de rechtszaal?

‘Ik vroeg aan Fiona wanneer die presentatie zou zijn. Ze noemde de datum. Het was over drie weken. Marcella zou nog geen maand oud zijn als Fiona naar Zwitserland vloog. Ik... dit is wat jij misschien niet zult begrijpen. Jij denkt dat ik eerlijk had moeten zijn over wat ik wilde doen, en dat ik zou zeggen: “Sorry, mensen, ik weet dat ik net een kind heb gekregen, maar ik wil gewoon graag op het vliegtuig naar een zakelijke bespreking – toedeledokie, tot snel.”’

‘Daar zou Angus niet blij mee zijn geweest?’

Zou hij even ongelukkig zijn geweest als ik, toen ik erachter kwam hoe hij uit mijn huis was ontsnapt? Toen ik terugkwam vond ik een briefje op mijn koelkast: ‘Angus Hines nergens te bekennen, tenzij je een geheime kamer hebt waar ik niet van af weet. BEL ME!’

Dat heb ik niet gedaan. Ik heb me er ook niet toe kunnen zetten om contact op te nemen met Angus zelf, om hem te vragen hoe hij was ontsnapt zonder glas te breken of een gat in de muur te boren. Het antwoord op deze vraag kreeg ik toen ik vanochtend stiekem even naar huis ging om wat dingen op te halen die ik nodig had, en Irina tegen het lijf liep. Zij is mijn schoonmaakster, en tevens promovenda aan King’s. ‘Hoe haal je het in je hoofd om die vriend van je in te sluiten?’ wilde ze weten. ‘Dat is niet aardig, Fliss. Hij schaamde zich heel erg dat hij mij moest bellen om te vertellen wat er was gebeurd.’

Ik liep naar de la waar ik visitekaartjes bewaar en reservelampen, menukaarten van afhaalrestaurants en theedoeken (ik heb nu eenmaal niet veel ruimte in mijn huis, dus die dingen moeten een la delen). Irina’s kaartje lag er ook in – ‘Schoon Genoeg Huishoudelijke Services’ – boven op een keurig stapeltje dat de laatste keer dat ik die la opende helemaal niet zo keurig was.

Ik belde Angus en sprak een boodschap in, waarin ik hem zei dat ik hem zo snel mogelijk moest spreken. Toen hij me terugbelde heb ik hem de huid vol gescholden omdat hij in mijn keukenladen had lopen neuzen, en ik vroeg hem op hoge toon waarom hij tegen Irina had gelogen. Waarom zei hij dat ik vergeten was dat hij er nog was, en dat ik per ongeluk de deur achter me op slot had gedaan? Waarom had hij niet gewoon een raam ingeslagen, zoals ieder normaal mens had gedaan? Hij zei dat hij me niet voor schut wilde zetten tegenover mijn schoonmaakster door de indruk te wekken dat ik het soort vrouw was dat een man opsloot in haar huis. ‘Ik snap niet waarom jij nu zo kwaad bent,’ zei hij. ‘Het was vriendelijk bedoeld. Ik ging ervan uit dat je liever niet met een gebroken raam zat.’ Ik zei dat het daar niet om ging, en ik nam het hem kwalijk dat hij impliceerde dat Irina meteen bij me weg zou zijn gegaan als hij niet zo galant was geweest om mijn ware aard voor haar verborgen te houden. Ik werd geagiteerd en paranoïde van het hele gesprek. Ik probeerde om niet voor me te zien hoe hij systematisch mijn visitekaartjes was nagelopen, net zo lang tot hij dat van Irina had gevonden.

Dit heb ik allemaal niet aan Ray verteld. Angus denk ik ook niet.

‘Mijn plan was aanvankelijk om er eerlijk over te zijn,’ zegt ze tegen de camera. ‘Het was trouwens niet eens een plan – het lag voor de hand om het zo te doen. Die avond zijn Marcella en ik naar huis gegaan. Ik wilde het wel tien keer zeggen tegen Angus, maar het lukte me niet. Hij zou het verschrikkelijk hebben gevonden. Niet dat hij me niet steunde in mijn werk – dat deed hij wel degelijk. Hij was er ook helemaal voor dat ik weer aan de slag zou gaan als Marcella zes maanden was. Maar naar Zwitserland gaan als zij nog maar drie weken oud was, dat was een heel ander verhaal. Ik weet precies wat hij gezegd zou hebben. “Ray, we hebben net een kind gekregen. Ik heb een maand onbetaald verlof genomen omdat ik bij haar wil zijn. Ik dacht dat jij dat ook zou willen.” En dan heb ik het nog niet over alle dingen die hij niet zei, maar die ik toch zou horen: “Wat is er mis met jou? Wat ben jij voor harteloze vrouw en moeder, dat je kostbare tijd met je gezin opoffert om op zakenreis te gaan? Zou je niet eens leren wat je prioriteiten horen te zijn?”’

Ray zuchtte. ‘Die discussie heb ik zo ontzettend vaak afgespeeld in mijn hoofd: “Maar dit is echt heel belangrijk, Angus.” “En mijn werk dan, ik neem toch ook een maand vrij. Maar mijn werk doet er zeker niet toe, hè?” “Nee, maar als we dit contract mislopen, is dat een ramp.” “Laat Fiona het maar regelen – dat kan ze best alleen. En dan nog, als jullie het mislopen is dat helemaal geen drama. Het gaat hartstikke goed met PhysioFit – er komen wel andere klanten. Waarom is dit zo ontzettend belangrijk?” “Daarom! En ik wil per se gaan, ook al kan ik het niet rechtvaardigen.” “En wat nu als er de week daarop weer zo’n ontzettend belangrijke potentiële klant voorbijkomt, en de week daarna nog eentje? Dan wil je zeker ook weer per se gaan?”’

‘Had hij gelijk?’ vraag ik.

Ze knikt. ‘Ik was geobsedeerd door PhysioFit. Daarom was het ook zo’n succes, omdat elk detail belangrijk was voor mij. Mijn drive en passie waren zo niet-aflatend dat het bedrijf wel moest bloeien – het kon niet anders. Angus begrijpt niet wat dat voor gevoel is. Hij heeft nog nooit een eigen bedrijf gehad. Ja, hij heeft inderdaad een maand vrij genomen toen Marcella werd geboren, so what? Er zouden heus niet minder mensen de krant kopen omdat er geen foto’s van Angus in stonden. Tuurlijk niet. Ach, weet ik veel, misschien ook wel,’ spreekt ze zichzelf tegen. ‘Het verschil is dat werk iets is waar je geld mee verdient, wat Angus betreft. Hij staat er niet mee op en hij gaat er niet mee naar bed, en dat deed ik wel. Ik was zijn passie. En Marcella en Nathaniel.’ Ze valt stil.

‘Dus je hebt hem nooit verteld over Zwitserland? Maar je bent wel gegaan, of niet?’

‘Ja. Ik heb Fiona de volgende dag opgebeld en gezegd dat ik met haar meeging, maar dat ze er nooit iets over mocht zeggen tegen wie dan ook. Ze lachte me uit, en zei dat ik niet goed snik was. Misschien had ze daar wel gelijk in.’

Ik denk aan mezelf, en hoe ik me voor de politie heb verstopt zodat ik door kon gaan met mijn werk.

‘Angus was niet de enige aan wie ik het niet durfde te vertellen. Mijn moeder en zijn moeder waren er ook nog, en dat waren allebei superbehulpzame en toegewijde oma’s. Als ik eerlijk was geweest over mijn plan, dan zou ik met hen dezelfde discussie moeten voeren. De gedachte aan hun bezorgde gezichten, en de preken die ik zou moeten aanhoren over wat ik allemaal wel en niet moest doen – dan zou ik net zo lief onder de dekens kruipen en er nooit meer onder vandaan komen. Ik wilde van Marcella genieten, en geen tijd verspillen aan standjes over hoe fout en dom ik was, en ik had geen zin me te moeten verdedigen. Mijn moeder en die van Angus zijn echt heel schattig, maar ze scheppen er ook allebei veel genoegen in om te vertellen wat het beste is voor iedereen om wie ze geven. En als ze de handen ineenslaan, is het helemaal een nachtmerrie.’

Ik probeer te negeren hoe eenzaam ik me voel bij het aanhoren van dit verhaal. Mijn moeder doet juist verschrikkelijk haar best om nooit iets te zeggen over wat ik allemaal doe, want ze is als de dood dat ze me op mijn teentjes trapt. Ik kan haar vragen wat ze graag wil zien op televisie en dan wordt ze zo nerveus als een konijn dat ergens een schot heeft horen vallen, en dan piept ze: ‘Wat jij wil, kies jij maar’, alsof ik een fascistische dictator ben die haar hoofd afhakt als ze Taggart zegt in plaats van Come Dine with Me.

‘Naarmate de dagen verstreken, besefte ik dat ik een plan moest maken, en snel ook,’ zegt Ray tegen de camera. ‘Fiona had mijn vliegticket al geboekt. Ik had al tegen iedereen gelogen dat ik borstvoeding toch zo pijnlijk vond. Het liep eigenlijk gesmeerd, zowel bij mij als voor Marcella, maar ik deed net of het een lijdensweg was, zodat ik haar gewoon de fles kon geven, in de wetenschap dat ik een poosje weg zou zijn. Ik moest een verhaal verzinnen waardoor ik zonder gezeur drie dagen van huis kon zijn. Ik peinsde me suf, maar ik kon letterlijk niets bedenken, tot ik op een dag inzag dat dat precies de oplossing was: niets.’

Ik wacht. Het is waanzin, maar ik ben in de verleiding om aan de camera te vragen wat die ervan vindt. Hoe kan niets nou de oplossing zijn? Heb jij enig idee waar ze het over heeft?

‘Wil je weten wat mijn geniale plan was?’ vraagt Ray. ‘Stap één: je gaat je afwezig en warrig gedragen, zodat iedereen gaat speculeren over wat er toch met je aan de hand kan zijn. Stap twee: je pakt zomaar ineens je koffer, en als ze je vragen waar je heen gaat zeg je steeds: “Het spijt me, ik moet weg. Ik kan het niet uitleggen – ik moet gewoon weg.” Stap drie: weggaan. Eerst naar een hotel vlak bij Fiona’s huis, want Angus gaat natuurlijk eerst bij Fiona langs om me te zoeken, dus daar kun je niet logeren. Een paar nachten in het hotel logeren, en regelmatig naar huis bellen om iedereen gerust te stellen dat je het goed maakt. Als ze vragen waar je bent, weiger je antwoord te geven. Je zegt dat je nog niet naar huis kunt komen. Stap... ik weet niet bij welk nummer ik ook alweer was.’

‘Vier.’

‘Stap vier: je gaat naar Genève. Je geeft de presentatie, samen met Fiona. Je sleept het contract in de wacht. Stap vijf: je gaat weer terug naar Londen, naar een ander hotel dit keer. Je belt naar huis en zegt dat je je al wat beter voelt. Je praat niet meer in eenlettergrepige woorden, maar gaat echt in gesprek met je echtgenoot. Je vraagt naar Marcella. Zegt dat je haar mist, dat je niet kunt wachten haar weer te zien. En dat klopt ook, je kunt ook echt niet wachten. Je zou het liefst meteen naar huis stormen, maar het moet allemaal geleidelijk. Iedereen zou achterdochtig worden als je ineens weer helemaal normaal was – enfin, voor zover je ooit normaal was, en als ik er zo eens over nadenk...’ Ze glimlacht bedroefd.

‘Stap zes: na een paar nachten – een geleidelijk herstel – ga je weer terug naar huis. Je zegt dat je niet wil praten over waarom je weg bent gegaan en waar je bent geweest. Dat je nu alleen nog maar bij je gezin wil zijn en dat je verder wil met je leven. Stap zeven: als je schoonmoeder je eindeloze donderpreken geeft en een “fatsoenlijke uitleg” eist, zoals zij dat noemt, klim je uit het raam en rook je op het randje van de vensterbank een sigaret, in de prettige wetenschap dat je niet meer bang voor haar bent. Je hebt jezelf bewezen dat je vrij bent, en van nu af aan doe je precies wat jij wil.’ Ray kijkt me aan. ‘Is dat egocentrisch of niet? Maar ik was egocentrisch toen Marcella pas geboren was – ik weet niet of het door de hormonen kwam, maar ik was ineens nog veel egocentrischer en nog meer met mezelf bezig dan ooit. Het voelde als... als een noodgeval, alsof ik wel moest doen wat ik wilde, of ik voor mezelf moest zorgen, omdat iemand me anders zou overnemen, of zoiets.’

‘Als jij het gevoel had dat je echt naar Zwitserland moest, dan had Angus je moeten laten gaan,’ zeg ik.

‘Stap acht: nadat je je door een politieagent door het raam naar binnen hebt laten trekken, en je hem in de waan laat dat hij je leven heeft gered, en zodra je psychiater je moeder en schoonmoeder heeft verteld dat ze jou met rust moeten laten omdat het beter is voor jouw geestelijke gezondheid, heb je de kans om met flinke sprongen vooruitgang te laten zien. Nog een paar dagen ben je helemaal gelukkig en vol energie. Je bent ermee weggekomen. Je bent weer wat gekalmeerd, en de postnatale paniek is weggeëbd, en nu wil je alleen nog maar genieten van je man en je prachtige, lieve dochter. Je man is dolblij – hij was zo bezorgd om je geweest; hij dacht dat hij je kwijt was. En kijk nu eens: je bent weer thuis, weer helemaal de zijne. Het feest kan beginnen.’ Ze kijkt allesbehalve vreugdevol.

‘Zou het niet veel makkelijker zijn geweest als je gewoon de waarheid had verteld en de hele stortvloed van kritiek over je heen had laten komen?’

Ray schudt haar hoofd. ‘Dat zou je wel denken, hè? Maar dat was niet zo. Het was makkelijker om het te doen zoals ik het heb gedaan, veel makkelijker. Dat moet wel, want ik kon het, terwijl ik me er niet toe kon brengen om de waarheid te zeggen.’ Ze kauwt op de binnenkant van haar lip. ‘Door het op deze manier aan te pakken hoefde ik geen verantwoordelijkheid te nemen. Een zombie die niet weet wat ze doet, wekt medelijden, terwijl een succesvolle zakenvrouw die haar pasgeborene opzijschuift om verder te bouwen aan haar zakenimperium alleen weerzin wekt. Angus begrijpt het. Het is wel grappig, want toen zou hij het nooit begrepen hebben, maar nu wel.’

‘Hij weet ervan?’

Ray knikt.

Interessant. Hij weet niet dat ze in Marchington House logeert en hij weet ook nog steeds niet dat ze zwanger is, maar ze heeft hem wel haar stappenplan uit de doeken gedaan waarmee ze hem halfgek van bezorgdheid heeft gemaakt. Wat hebben die twee eigenlijk precies voor een relatie?

‘Ik mis Fiona,’ zegt Ray zachtjes. ‘Ze runt PhysioFit nog altijd. Ze heeft inmiddels een nieuwe zakenpartner. Voor mijn proces heb ik haar een brief geschreven waarin ik haar smeekte om tegen niemand iets te zeggen over Zwitserland, en dat heeft ze ook nooit gedaan. Ze dacht alleen wel dat ik het had gedaan – ze dacht dat ik schuldig was, zoals iedereen.’

‘Wanneer heb je Angus verteld over Zwitserland?’ vraag ik.

‘Weet je nog dat hotel waar ik je over vertelde, waar ik was toen ik net uit de gevangenis kwam?’

‘Dat hotel met die foto van een urn in elke kamer?’

‘Toen ik dat niet meer trok, ben ik naar Angus gegaan, naar ons huis in Notting Hill. Toen hebben we alles uitgepraat. Ik... ik zou graag willen dat Angus erbij is als ik je daarover vertel,’ zegt ze. ‘Ik wil het graag samen vertellen, omdat alles toen eindelijk weer goed kwam tussen ons.’

Ik probeer te kijken alsof ik blij voor haar ben.

‘Je moet niet boos op hem zijn omdat hij je heeft lastiggevallen, Fliss. Hij is heel erg beschermend wat mij betreft, en hij behandelt mensen niet altijd rechtvaardig.’ Ray’s toon suggereert dat het een legitieme manier van leven is in plaats van een karakterfout. ‘Ik ook niet, geloof ik. We doen allemaal wat we moeten doen, toch? Ik heb tegen mijn advocaten gelogen, tegen Laurie Nattrass, tegen de rechter – was dat rechtvaardig?’

‘Waarom heb je dat gedaan? Waarom heb je twee verschillende leugens opgehangen over waar je die negen dagen uithing? Waarom heb je gelogen over hoelang het duurde voor je de wijkverpleegkundige binnenliet en over wie je als eerste belde, Angus of de ambulance?’

Mijn telefoon zoemt. Een bericht. Ik grijp mijn tas in de zekere wetenschap dat het niet van Laurie kan zijn. Aangezien die mijn twintig telefoontjes in twee dagen heeft genegeerd, is het niet erg waarschijnlijk dat hij mijn eenentwintigste telefoontje ineens wel honoreert. Laat het hem alsjeblieft niet zijn.

‘Ik heb tegen de rechter gelogen omdat...’ begint Ray.

‘Ik moet gaan,’ zeg ik tegen haar terwijl ik naar mijn mobiel staar. Op dat kleine schermpje staat het bewijs dat ik nodig heb. Ik heb geen idee wat ik ermee moet doen. Met één druk op de knop zou ik het kunnen deleten, maar alleen uit mijn telefoon. Niet uit mijn geheugen.

‘Zo te zien is dat een belangrijk iemand,’ zegt Ray.

‘Laurie Nattrass,’ zeg ik neutraal, zoals ik elke willekeurige andere naam zou zeggen.