23

Koffie en een reep chocola, zo ging het maar al te vaak. Een salade kostte vijfenveertig kronen en Maria had alleen een briefje van twintig en een munt van tien in haar portemonnee. Krister had hem zeker geplunderd en was het vergeten te zeggen. Ze had niet het idee dat ze tijd had om een geldautomaat te zoeken. Het was trouwens nog maar de vraag of er iets op de gezamenlijke rekening stond. Maria had een vaag vermoeden dat Krister het laatste geld had opgenomen om de auto bij de garage te kunnen ophalen. Wat kan overspuiten kosten? Maria was er niet eens zeker van dat ze dat noodzakelijk had gevonden, maar Krister vond het belangrijk de schijn naar buiten op te houden, ook al was de binnenkant op weg naar de ondergang. Net als zijn grote idool Potjomkin, de man die er met behulp van façades en valse dorpen in was geslaagd tsarina Catharina II te laten geloven dat het eiland Krim onder zijn creatieve vingers een bloeiend bestaan leidde. Op afstand imposant, van dichtbij een aanfluiting, net als de auto’s van Krister. Het koffiekarretje was door de gang komen aanrijden en had Maria afgeleid van een broodje hotdog. De chocola had verleidelijk geroken. Onweerstaanbaar gewoon, of was dat verbeelding? Hoe dan ook, er lag nu een reep pure chocola naast haar koffiekopje. Maria brak een groot stuk af en stopte het in haar mond. Het was moeilijk om langzaam te eten. Chocola moet je langzaam eten als je de smaak echt wilt proeven. Een klein stukje op je tong laten smelten. Maar ze kon zich nu gewoon niet inhouden. Maria verkreukelde het papiertje en liet haar blik langs de salades glijden. Waarom ging het altijd zo als ze zich had voorgenomen er niet aan toe te geven? Waarom was ze zo karakterloos verslaafd aan chocola?

Hoewel ze nog steeds trek had, liep Maria met snelle pas naar Pathologie. ‘De deur zit altijd op slot, dus u moet aanbellen’, had de secretaresse gezegd. ‘Er zijn zo veel vreemde figuren die hier naar binnen willen, dus we hebben besloten de afdeling afgesloten te houden.’

Maria volgde de pijlen in de grijze gangen van de ondergrondse tunnels vanaf de eerste hulp in de richting van Pathologie, zoals Alf Hansson ook moest hebben gedaan als hij de rechtstreekse weg had genomen: de beddenlift naar beneden en dan linksaf. Er kwam een ratelende rij roestvrijstalen etenswagens voorbij. Maria moest uitwijken voor een in het wit geklede man op een fiets met reageerbuisjes in een houder op het stuur. Een lijkbleke patiënt werd in zijn bed naar de röntgenafdeling gebracht. Een stel giechelende, in het wit geklede vrouwen liep snel naar de kantine. Een oude vrouw met kromme benen schuifelde achter een ineengedoken man in een rolstoel. Dit was de hartslag van het ziekenhuis. Meerdere gangen kwamen samen en vormden een plein in de onderwereld. Maria zag nu ook de bewakingscamera’s, vlak onder het plafond. De muren van het plein waren vrolijk beschilderd: een groen wordende boomgaard met appels, een fiets die tegen een hek stond en daartussen twee deuren, een met het bordje ‘elektriciteitscentrale’ en een andere met de aanduiding ‘kleedruimte’. En vlak daarna, aan de linkerkant tussen twee dikke, blauw geschilderde buizen, zat de camera die met een zwarte vuilniszak afgedekt was geweest. Het kunstmatige oog van de camera keek uit over de ondergrondse tunnel. Ook hier waren de muren geschilderd; de wandelaar volgde de wisselingen der seizoenen door de tarwevelden. Langzaam veranderde het landschap van bevroren grond in de winter en het eerste hoopvolle groen in de lente, naar gele en rijpe tarwe, die vervolgens werd geoogst. Bij de oogsttijd rook het sterk naar urine. Maria keek om zich heen en ontdekte drie witte waszakken in een hoek achter een vierkante betonnen pilaar. De stank was niet te harden. Een vreemde plaats om waszakken te bewaren. Maria boog zich voorover om het beter te zien. Ze keek goed uit waar ze haar voeten zette. Het zag eruit als een grot van liggende, goedgevulde waszakken, in het midden wat doorgebogen, als de contouren van een menselijk lichaam. Dit gebied moest onmiddellijk worden afgezet! Maria had net haar mobieltje gepakt om de wachtcommandant te bellen toen ze een hand op haar schouder voelde.

‘Er mogen op het ziekenhuisterrein geen mobiele telefoons worden gebruikt. Dat kan de technische apparatuur storen’, zei een man met een witte jas inschikkelijk glimlachend. Dan moest ze maar vanaf Pathologie bellen.

‘Zou u even hier kunnen blijven om te zorgen dat er niets wordt aangeraakt?’ Ze toonde haar politielegitimatie en de jongeman knikte.

‘Ja, heeft dat met de medewerker intern transport te maken?’

‘Misschien.’ Maria bleef nog even staan, zodat ze zich het beeld later goed zou kunnen herinneren.

Er stond een lege fles Absolut Vodka tegen de muur, waar het tarweveld eindigde in een geelbruine akker met stoppels, en naast de fles lag een smerige, bruingeruite pet. Daar kon het oog van de camera in zijn stramme beperking niet komen. Zonder hulp van andere zintuigen gaf hij zijn eenogige en vereenvoudigde beeld van de werkelijkheid: een betonnen pilaar.

Terwijl Maria op de bel van de glazen deur naar Pathologie drukte, bedacht ze wat dat voor vreemde figuren waren die er naar binnen zouden willen. Wat was er hier zo aantrekkelijk bij Pathologie met haar obductie-afdeling? Bertil Hoas deed open.

Ah, daar bent u weer’, glimlachte hij.

‘Mag ik even van de telefoon gebruikmaken?’

Als we bedenken dat Alf Hansson een overleden patiënte bij zich had en naar de koelruimte moest, dan moest hij eerst de hele gang van de pathologieafdeling door.’ Maria bleef staan en keek uit over een landschap van microscopen, archiefkasten, vriesboxen en roestvrijstalen aanrechten met zuurkasten en glimmende buizen tot aan het plafond. Aan een werkbank zat een vrouw in een witte jas rechthoekige glaasjes in een vloeistof te prepareren.

‘Wat doet men hier?’ De vrouw keek op van haar werk en keek Maria sommerend aan alsof ze wilde vragen: Wie ben jij?

‘Er worden allerlei weefselmonsters naar Histologie gestuurd om verschillende kankercellen uit te sluiten of te diagnosticeren. Er worden coupes gemaakt met behulp van een vriesmicrotoom en kleuringen om preparaten onder de microscoop te bekijken. Het is zuiver handwerk. De proeven worden ontwaterd met pure alcohol en ingebed in paraffine om vervolgens in dunne plakjes te worden gesneden en onder de microscoop te worden beoordeeld.’

‘Is dat de reden dat de afdeling is afgesloten? Omdat er alcohol, computers of andere kostbare apparatuur te vinden is?’ vroeg Maria.

‘Zeventig procent alcohol vind je overal in het ziekenhuis,’ zei Hoas, ‘hier wordt weliswaar vijfennegentig procent gebruikt, maar ik geloof niet dat dat zo’n verschil maakt. Nee, de reden dat de deur op slot zit, is dat er allerlei rare vogels naar binnen willen om naar de overledenen te kijken, ze krijgen daar op de een of andere manier een kick van. Soms zijn het verdwaalde familieleden of vrienden van de overledene die onder invloed van drugs naar binnen rennen om te kijken. Wij willen dat alles hier op waardige wijze plaatsvindt.’ Maria’s oog viel op een glazen pot met een vrouwenborst in vloeistof.

‘Hoe kun je hier werken?’

‘Daar wen je aan. Als je weet wáár je naar zoekt en je de patiënt voor je ziet in afwachting van de uitslag over zijn of haar kanker, dan is het een heel andere zaak. De wachttijden van de weefselafname tot het gesprek met de arts - waar de patiënt de uitslag krijgt - zijn vandaag de dag onredelijk lang. Ze hebben personeel wegbezuinigd, net als op alle andere afdelingen. Mijn vrouw ontdekte afgelopen najaar een knobbeltje in haar borst. Het duurde vier lange weken voordat ze een afspraak had voor een mammografie en nog een week voor een punctie. Toen moest ze veertien dagen wachten tot ze een arts te zien kreeg om de uitslag te horen. De punctie zei eigenlijk niets en er werd een afspraak gemaakt voor een operatie anderhalve maand later om dat knobbeltje weg te halen. Ze bad en smeekte om eerder te mogen komen, maar men kon niets doen. Opnieuw wachten op een nieuwe afspraak met een arts. Hij was op vakantie, dus het duurde nog tweeënhalve week om erachter te komen dat het knobbeltje goedaardig was. Bijna vier maanden wachten in de hel! Een verlammende tijd, waarin alles stilstond in afwachting van het vonnis. Met optimale middelen zou het veertien dagen hebben geduurd.’ Bertil draaide aan de pot met de borst en verzuchtte: ‘Degenen die aanleiding hebben om te klagen, hebben daar zelden de energie voor.’

'Zolang je gezond bent, merk je het niet.’

‘Precies. En als je geld hebt voor particuliere zorg, kan het je ook niet schelen. De ontwikkelingen lijken die kant op te gaan.’

‘Hoeveel bijruimten heeft de bewaking al kunnen controleren?’

‘Alles, zou ik bijna willen zeggen. Het voorraadhok van de schoonmaak, de opbaarkamer en de voetenwasruimte.’

‘Voetenwasruimte?’

‘We hebben soms islamitische familieleden. Die willen zelf hun overledenen afleggen. Het is voor hen belangrijk dat dat op de juiste, reine manier gebeurt. In de opbaarkamer hebben we geen symbolen voor welke godsdienst dan ook. Het moet een ruimte zijn die is ingericht met respect voor iedereen die daar moet zijn. In de spoelruimte heeft de bewaking alle grote kasten al onderzocht.’ Maria keek om zich heen, langs de aanrechten, via de vuilniszakken naar de bandzaag.

‘We hebben een aparte ruimte voor overledenen die door moeten naar de forensisch patholoog. Maar daar hebben alleen de politie en de lijkschouwer sleutels van. Een medewerker intern transport kan daar niet in. En hier is de obductiezaal.’ Maria moest uitvoerig knipperen. De ruimte was licht en schoon. Hij deed enigszins aan een instellingskeuken denken. De roestvrijstalen tafels glommen. Helemaal niet donker en benauwd, zoals in oude Engelse thrillers.

‘Is hier ’s nachts ook personeel?’

‘Nee, tenzij ze specifiek worden opgeroepen.’

‘Bij moord?’

‘Ja.’

‘Er is heel wat voor nodig om dit stuk ’s nachts alleen af te leggen.’

‘Ja, dat klopt. De koelruimte is hier links. Aan de andere kant is het momenteel een enorme herrie. Ze zijn hier rechts bezig nieuwe koelruimten te bouwen, het wordt hier te krap. Vroeger zorgden de verpleeghuizen zelf voor hun overledenen, maar dat doen ze niet meer.’

‘Het hele ziekenhuis lijkt één grote bouwput.’

‘Ja, een gewijzigd aantal zorgplaatsen vereist ook een verandering van de indeling van de ruimte.’

‘Dat klinkt alsof het een hoop geld kost. Heeft men gecontroleerd of de patiënte die Alf Hansson naar de koelruimte moest brengen, daar ook daadwerkelijk is?’

‘Ja, maar ik zou de deur naar de koeling niet openmaken als ik u was. Die tante heeft meer dan een week in de zomerhitte dood in huis gelegen.’

‘Ik zat te denken aan die pieper van Alf Hansson.’

‘Ja?’

‘Men heeft hem ’s nachts uiteraard geprobeerd te traceren, maar geen contact gekregen. Werkt het zo dat de pieper afgaat en dat er een telefoonnummer op het display verschijnt dat diegene dan moet bellen?’

‘Dat klopt.’

‘Heeft iemand vandaag zijn pieper gebeld?’

‘We hebben het meerdere malen geprobeerd.’

‘Als de pieper ondanks alles hier beneden is, verdrinkt het geluid in de herrie van de bouwplaats. Hoe vroeg beginnen ze ’s morgens?’

‘In de regel om zeven uur.’

‘Kunnen we hun vragen het werk heel even te onderbreken?’

‘Nu?’

‘Ja.’ Maria fronste nadenkend haar voorhoofd. Ze kon het natuurlijk mis hebben, maar het was de moeite waard om het te proberen. Bertil verdween door de deur naar buiten en kwam na een minuut terug met de stilte.

‘Zou u zijn nummer nu willen intoetsen?’

‘Ja.’

Maria deed de deur naar de koelruimte open en stapte naar binnen. De stank was erger dan ze had verwacht, een prikkende vuilzoete geur van verrotting. Ze tastte langs de tegels naar de schakelaar, deed het licht aan en keek uit over de rijen witte cocons. Een koude wind, de adem van een overledene, streek langs haar gezicht op hetzelfde moment dat het signaal tussen de betegelde wanden vibreerde en haar naar een van de lichamen leidde die in witte lakens lagen gewikkeld. Ze tilde het laken op de baar helemaal achterin uiterst voorzichtig op. Het was een man van middelbare leeftijd met blond, lichtkrullend haar, die leek op de foto die Maria van mevrouw Hansson had gekregen. De pieper in Alf Hanssons borstzak ging nog steeds af.