47

Maria ging naar de kinderkamer en stopte haar kroost nog even in. Ze had lood in haar schoenen, ze voelde de verlammende onwetendheid. Krister zat op de bank voor de tv, maar stond op toen ze binnenkwam. Misschien was de bank te klein geworden voor hen beiden. Ze aten zwijgend. Hij vermeed haar aan te kijken. Maria merkte zijn verlegenheid, maar was niet van plan om het hem met gepraat over koetjes en kalfjes makkelijker te maken.

‘Koffie?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Iets anders?’

‘Wat zou je zeggen van de waarheid?’ Maria vervlocht haar vingers en deed ze onder haar kin om te voorkomen dat ze zouden trillen. Krister probeerde haar in zijn armen te nemen, maar ze trok zich terug en keek hem in zijn ogen. Hij schraapte zijn keel en ontweek haar blik.

‘Is er iets wat je wilt vertellen?’

Hij haalde diep adem. ‘Ik heb die baan aangenomen.’

‘Je had beloofd dat we er eerst over zouden praten.’

‘Ik moest een beslissing nemen. Ik was niet de enige gegadigde. Ze wilden iemand die beslissingen kan nemen, niet een jongen die het eerst aan zijn moeder moet vragen.’

‘Ik ben je moeder niet!’

‘Weet ik. Ik zal het zo goed mogelijk voor jullie proberen te regelen. We zullen een heel andere financiële situatie krijgen. Misschien kunnen we op vakantie naar het buitenland, naar het theater, in een hotel logeren. Jij hoeft niet meer in die versleten spijkerbroek en verwassen trui te lopen. Je kunt een heel nieuwe garderobe kopen. Je kunt naar een schoonheidssalon en zo’n gezichtsbehandeling laten doen.’

‘Gezichtsbehandeling?’ Maria probeerde haar kalmte te bewaren en luisterde tot hij klaar was. Dat kostte moeite. Wat weet jij van gezichtsbehandelingen? dacht ze.

‘Ik kan er niet meer tegen zoals we het nu hebben. We hebben nooit ergens geld voor. Kijk naar de auto, je schaamt je kapot.’ Maria zag hoe zijn gezicht steeds roder werd. Hij spuugde de woorden uit, alsof ze lang in zijn mond hadden liggen rotten.

‘We hebben elkaar, ik vind dat we alles hebben wat ons hartje begeert. Het maakt me niet uit dat we een paar jaar wat primitief moeten leven’, verzekerde Maria hem.

‘Maar mij wél.’

‘Wat heb je voor voorwaarden ondertekend? Wat staat er in je contract?’

‘Het is voor onbepaalde tijd, drie maanden opzegtermijn, overuren worden niet uitbetaald. Ik werk van maandag tot en met donderdag, dan hebben we het hele weekend samen.’

‘Dat hangt er dan wel van af hoeveel je moet overwerken. En ik heb soms weekenddienst, dat weet je.’

‘Jullie kunnen me komen opzoeken. Ik heb een prachtige tweekamerwoning in hartje Malmö. Ik doe dit voor ons, begrijp je dat niet? Ik zou willen dat jij minder ging werken. Dat we de kans zouden krijgen om van het leven te genieten, niet alleen maar sappelen om het hoofd boven water te houden. Ik wil jou het beste geven! Wat ben ik voor vent die zijn vrouw niet eens een acceptabel bestaan kan geven?’

‘Ik hoef geen luxe leventje om gelukkig te zijn. Ik heb alleen liefde en een zinvol bestaan nodig.’ Molly was binnengeslopen en legde haar kop op Maria’s knie. Haar bruine ogen rustten waakzaam op Maria’s gezicht en zochten haar blik. Maria aaide afwezig over Molly’s vacht.

‘Woont Ninni Holm in Malmö?’

‘Sorry, wat zei je?’

‘Moet ik de vraag herhalen? Woont Ninni Holm in Malmö? Die is nu toch wel weer terug uit Singapore?’

‘Geen idee. Dat is toch niet wat je denkt?’

‘Nee?’ Ze keek hem aan, lette op elke verandering, maar hij trok geen schuldig gezicht. Hij keek haar verbaasd aan, een beetje geïrriteerd misschien.

‘Nu ben je onredelijk!’ Het geluid van de telefoon sneed door de geladen atmosfeer.

‘Laat gaan! We moeten dit nu uitpraten.’ Maria benadrukte elke lettergreep. ‘Is Ninni Holm terug uit Singapore? Is ze daar überhaupt geweest? Het is voor mij geen enkele moeite om dat te controleren als ik dat wil. Maar het is eenvoudiger als je de waarheid zegt.’

‘Oké, so what? Ze woont in Malmö.’ Krister moest uitvoerig slikken en begon te blozen. Die reactie bezorgde Maria knikkende knieën. Er was meer te onderzoeken dan ze ooit had vermoed. ‘Werkt ze bij dat bedrijf dat jou heeft aangenomen?’

‘Als je het absoluut wilt weten: haar vader is algemeen directeur.’

‘Goed, en jij wipt met zijn dochter.’

‘Zo zou ik het niet willen uitdrukken.’

‘Hoe wil je het dán uitdrukken?’

‘Ninni en ik zijn vrienden. Ik vind haar een aantrekkelijke vrouw. Dat is alles. Er is niets gebeurd. Die verdomde telefoon! Moet je niet opnemen?’

‘Nee!’ Maria trok de stekker er met een stevige ruk uit.

‘Er is niets gebeurd. Ik ben niet met haar naar bed geweest, als je dat soms denkt!’

‘Maar dat zou je wel willen?’

‘Misschien wel. Zij maakt zich in elk geval wél druk om hoe ze eruitziet.’

‘Daar heeft ze vast ook alle tijd voor. Of niet soms?’

‘Ik wil naar Malmö verhuizen om een tijdje alleen te zijn en te bedenken wat ik wil.’

‘En dat wilde je in het geniep gaan doen zonder mij te vertellen wat je voelt. Wat zie je in haar?’

‘Ze is vrolijk en opgewekt. Jij bent altijd moe en hebt nooit tijd.’

‘Je bent twintig jaar ouder dan zij. Ze kon je dochter zijn.’

‘Achttien jaar. Wat maakt dat nou uit?’

‘En de kinderen?’

‘Die blijven natuurlijk bij jou!’

‘Dat is niet zo natuurlijk!’

‘Ik ben er toch in de weekenden. Neem het niet zo serieus. Ik wil helemaal niet scheiden of zo.’

‘Je wilt gewoon op seksreis zonder mij. Lekker de bloemetjes buitenzetten en dan veilig naar huis terugkeren als er eisen gesteld gaan worden. Verdomme, Krister, zo eenvoudig is het niet. Misschien ben ik er niet meer voor jou als je terugkomt. Als je vertrekt, heb je je keuze gemaakt! Hoelang hebben jullie al wat met elkaar? Is ze überhaupt wel in Singapore geweest?’

‘Ja. We hebben elkaar een paar keer gezien. Het was niet mijn bedoeling dat het zo zou lopen. Absoluut niet. Maar ze is zo...’

‘Bronstig!’

‘Jezus, Maria!’

‘Denk goed na voordat je vertrekt. Ik zie het als een keuze tussen haar en mij. Als je een tijdje weg had willen gaan om na te denken, had je een neutrale plaats kunnen kiezen.’

‘Heb jij je nooit aangetrokken gevoeld tot een andere man in de tijd dat wij samen zijn?’

‘Misschien wel, maar ik heb altijd geweten met wie ik wilde samenleven. Ik heb mijn keuze gemaakt en doe mijn best om getrouwd te zijn. Dat is een actief proces. En dat is heus niet zo eenvoudig. We hebben kinderen samen. Dat betekent een zekere verantwoordelijkheid. Snap je dat niet?’ Maria sprak zachtjes en verbeten, terwijl de onrust en woede door haar aderen stroomden.

‘Ben je nu klaar, ik wil naar bed.’

‘Ga maar op de bank liggen. Anders doe ik het.’ Maria stak de stekker van de telefoon er met trillende vingers weer in en hij ging onmiddellijk over. Het signaal was zo schel dat het haar de adem benam.

‘Maria Wern!’ Ze hoorde zelf hoe hard haar stem klonk.

‘Met Susann Göthe. Ik weet dat u geen dienst hebt, maar ik moet met u praten. Het gaat over Karin Bengtsson. Hebt u tijd om nu naar me toe te komen?’

‘Waar?’

‘Bij De Vergulde Druif, op de bovenverdieping. Ik zit in een van de nissen. Ik wil met u praten. Kom alleen.’

‘Ik kom eraan.’

‘Waar ga je heen?’ Krister nam haar in zijn armen toen ze zich uitrekte naar haar jas. ‘Verdomme, waarom moet het nou zo?’ vroeg hij en hij drukte haar stevig tegen zich aan. ‘Sorry, Maria.’

‘Wat had je dan gedacht? Dat je ons allebei zou kunnen hebben?’

‘Ik kwam Julius trouwens in de winkel tegen. Hij zag eruit als een levend lijk.’ Krister staarde ontwijkend naar de tuin van de buren.

‘Ik weet het. We praten verder als ik weer thuis ben. Misschien zouden we ons morgen allebei ziek moeten melden.’

Maria parkeerde bij het hoofdbureau. Er waren weinig parkeerplaatsen bij het restaurant. Ze nam de zij-ingang via de bar, waar een of andere stand-up comedian bezig was. Ze kon niet zien wie, ze hoorde alleen de lachsalvo’s die elkaar in snel tempo opvolgden. De rook lag als een camouflagegordijn over de zaal. Er hing een geur van sigaretten, bakvet, bier en gemengde parfums. Het was dringen geblazen op de trap, waar veel mensen stonden om het beter te kunnen zien. Ze probeerde zich een weg te banen door de menigte toen ze plotseling van achteren werd omsloten door twee sterke, harige armen en ze een zweetlucht en een goedkoop herenparfum rook.

‘Daar nemen we een biertje op!’ bulderde Mayonaise, Kristers boezemvriend en drinkebroer.

‘Sorry, nu even niet.’ Maria probeerde uit zijn greep te komen en bleef met haar hoofd tegen Mayonaises buik steken. Hij moest ontzettend lachen en Maria voelde haar hoofd deinen op het lillende vet.

‘Ik sponsor je bier; geld zat’, lachte Mayonaise en hij gaf een klap op zijn kontzak. Maria zag haar kans schoon om los te komen en gleed op de vloer.

‘Ik heb een belangrijke afspraak. Zoek maar iemand anders om een biertje mee te drinken.’

‘De dame heeft een belangrijke afspraak! De dame heeft een afspraak!’ riep Mayonaise en hij overstemde de stand-up comedian even. Diverse mensen keken omhoog. Maria verborg haar gezicht achter haar uiteengespreide vingers. Wat een pech!

‘Hou je bek!’ zei ze met overduidelijke lipbewegingen. Als er te veel tumult ontstond, zou Susann misschien weggaan, dacht ze geïrriteerd.

‘Nee, nou breekt mijn klomp. Die lieve Maria zei “Hou je bek” tegen mij. “Hou je bek”, zei ze. De aardigste politieagente die...’

‘Sorry, maar ik meen het serieus.’ Maria wenkte discreet de uitsmijter en zag hem een paar stappen in de richting van Manfred ‘Mayonaise’ Magnusson doen, die uit routine achteruit het herentoilet in liep. Ze had er geen goed gevoel bij, maar het was noodzakelijk. Ze moest het een andere keer maar weer goedmaken.

Susann had een garnalencocktail en een fles witte wijn besteld. Ze zat in elkaar gedoken in een hoekje, met haar neus in het menu. Maria nam een maltbiertje, voornamelijk voor de vorm.

‘Wat wilde u me vertellen?’ vroeg Maria toen de bestelling was genoteerd en de ober naar het volgende tafeltje was verdwenen. Susann leunde voorover. Het glanzende zwarte haar viel naar voren en bedekte het grootste gedeelte van haar gezicht. De rode mond werd zichtbaar, en groter naarmate ze meer zei.

‘Ik denk dat Per me wil vermoorden. Wat moet ik doen, ik ben zo bang. Waar moet ik heen? Ik wil niet meer meedoen. Liselott! Hij is van plan mij in de steek te laten en met Liselott naar het buitenland te vertrekken.’ Maria voelde op dat moment meer sympathie voor Susann dan de vrouw ooit zou bevroeden.

De woorden struikelden over elkaar. Maria legde haar hand op Susanns arm om haar te kalmeren, terwijl die een paar flinke slokken wijn en een stevige trek van haar sigaret nam, zodat deze kromp tot het filter.

‘Waarom denkt u dat Per u wil vermoorden?’ vroeg Maria serieus.

‘Ik wil niet meer meedoen’, huilde Susann. Een straaltje snot liep naar haar wang. Haar onderkaak trilde. Maria gaf haar een pistachegroen servetje met het embleem van De Vergulde Druif, maar Susann leek het niet te merken.

‘Waar wilt u niet meer aan meedoen?’

‘Ik ben bij Liselott thuis geweest. We hebben het uitgesproken, zij en ik. Per is van plan bij mij weg te gaan en naar het buitenland te vertrekken. Ik denk dat hij zich van mij wil ontdoen. Ik heb tegen hem gezegd dat ik me wil terugtrekken als hij uw vriendin wat aandoet. Hij durft niemand te vertrouwen. Zelfs mij niet. Hij komt vannacht. Hij belt me eerst, zodat ik wakker word en open kan doen. Hij heeft geen sleutel bij zich en hij heeft meer Dormir nodig.’

‘Wat wilde u mij vertellen over Karin Bengtsson?’

‘Hij houdt haar vast in een zomerhuisje. Ik weet niet waar. Dat heeft hij me niet verteld. Hij is van plan haar te vermoorden als hij groen licht krijgt van de leiding.’

‘Kunt u bij het begin beginnen?’ Maria voelde zich plotseling helemaal mat. ‘Wat hebt u gedaan waar u niet mee door wilt gaan?’

‘Erik Atterhed kwam bij mijn man langs. We hadden gasten, maar hij wilde Per onder vier ogen spreken, het was belangrijk. Erik wilde hulp bij het klonen van een nieuwe zoon. Het klinkt volslagen absurd, maar het is waar. Hij was helemaal bezeten van de gedachte en had er alles voor over. En is er een koper, dan is er een verkoper. Per beloofde hem te helpen, hoewel hij daar helemaal niet bevoegd voor is. Hij is geen celonderzoeker, maar hij liet Erik in de waan dat hij een dergelijk contact kon regelen. Het geld lonkte. Per voert al een paar jaar reageerbuisbevruchtingen uit en hij dacht dat Erik eigenlijk geen verschil zou merken, als het maar een jongetje werd.’

‘De vrouw wordt dus zwanger door reageerbuisbevruchting, maar Per liet Erik geloven dat zijn zoon was gekloond.’ Maria liet de gedachte op zich inwerken.

‘Ja. De eerste Estlandse vrouw die Erik Atterhed voor dat doel gebruikte, Vivi Raudsepp, werd zwanger, maar die foetus was helaas van het vrouwelijke geslacht en kon niet blijven leven, anders was het mislukt. Per ging te werk als bij foetusreductie. Toen de vrouw begreep wat er tijdens de narcose was gebeurd, werd ze uiteraard onhandelbaar. Erik heeft haar om het leven gebracht toen ze naar de politie wilde gaan. Hij nam de foetus onder zijn hoede. Ik had gedacht dat Per zou weigeren verder te gaan, maar Erik verleidde hem met aandelen en een goed betaalde baan in Hongkong. Hij had contacten binnen de geneesmiddelenindustrie. In de raad van bestuur van OKTA zat een oude vriend en collega van hem, die een nieuw geneesmiddel had ontwikkeld, maar dat was nog in een vroeg teststadium. Het was een middel voor immunosuppressie, dat de afstoting van organen, of foetussen, zou kunnen tegengaan. Een geheel nieuwe werkzame stof, die tot nu toe alleen nog maar op muizen was uitgetest, Immurex. Met bevredigende resultaten, hoorden we. Erik eiste dat het op Adina zou worden toegepast, die nu in verwachting was van een zoon. De collega wilde het middel in wat groter verband testen. Daarom deden we een studie met Ferromer, een ijzer- en vitaminepreparaat van dezelfde firma. Aan tien potten werd Immurex toegevoegd. Die werden uitgedeeld aan zwangere vrouwen bij de Cheironkliniek, maar niet in de tweede studie gepresenteerd. Ik kreeg de hoofdverantwoordelijkheid voor beide groepen. Julius Ceder heeft voor die studie testen ontwikkeld met betrekking tot “de intelligentie van het kind en de inname van vitaminen door de moeders tijdens de zwangerschap”. De officiële studie, dus. Hij is nergens anders bij betrokken geweest. Per begeleidde in het grootste geheim de zwangerschap van Adina. Dat wilde Erik zo. Per sloeg alarm bij de leiding van OKTA vanwege de bijwerkingen bij Adina. Maar Erik eiste dat ze door zouden gaan. Hij was bang om het kind dat ze droeg te verliezen. Hij haalde de leiding over. Het heeft hem zeker een vermogen gekost. Toen toch gebeurde wat niet had mogen gebeuren, is hij zijn zelfbeheersing volledig verloren en heeft hij zich toegang verschaft tot Pathologie om nieuwe cellen te krijgen voor een nieuwe poging. Per vond het onhoudbaar en veel te riskant om hem te laten leven.’

‘Dus Per heeft Erik vermoord’, vatte Maria voor zichzelf samen. ‘Weet u ook hoe?’

‘Per had van een collega, een patholoog-anatoom die hij in het personeelsrestaurant was tegengekomen, gehoord dat Alf Hansson met een stiletto in zijn achterhoofd was gestoken. Ik geloof dat hij die werkwijze wel aantrekkelijk vond, een technische uitdaging, een minimum aan bloed.’

‘Maar Erik heeft die medewerker intern transport, Alf Hansson, om het leven gebracht?’

‘Ja, om in de koelruimte bij Obductie te komen.’

‘Dat vermoedden wij al. Wie heeft informatie over de dichtgenaaide buik van Adina naar de pers gelekt? Weet u dat toevallig ook?’

‘Liselott, haar halfbroer is journalist. Zij zat bij hen aan tafel toen Per en de patholoog-anatoom met elkaar spraken. Per was zo boos op haar dat hij het aan mij vertelde; anders is hij nooit zo royaal met vertrouwelijkheden.’

‘Bent u bereid om dit te herhalen tijdens een opgenomen verhoor?’

‘Wat kan dat voor gevolgen hebben? Gevangenisstraf? Ik had nooit gedacht dat het zo zou aflopen. Ik had er geen idee van dat het iemand schade zou berokkenen. Dat was absoluut niet mijn bedoeling. U moet mij geloven!’

‘Wanneer hebt u Karin voor het laatst gezien?’

‘Donderdagavond. Daarna niet meer. Per houdt haar onder verdoving. Ze krijgt injecties die haar half in slaap houden in afwachting van een beslissing van de leiding.’

‘U hebt geen idee waar ze zich zouden kunnen bevinden? Denk goed na, is er een plaats waar ze zouden kunnen zijn? Is er een gebied dat hij goed kent? Hebt u vrienden of familie die ergens een huisje hebben?’

‘Nee, volgens mij niet. Geen idee. Hij komt vannacht naar me toe. Wat moet ik doen? Ik durf niet alleen thuis te zijn. Hij zal me vermoorden als hij weet dat ik contact heb gehad met de politie.’

‘Als u niet opneemt als hij belt, komt hij niet. Is het zo?’

‘Hij zou onraad ruiken.’

‘U krijgt uiteraard bescherming.’

‘Ja’, snotterde Susann.

‘Ik zou met een collega willen praten, Tomas Hartman. Als hij het goed vindt, gaan we naar hem toe. Mijn auto staat een blok verderop. Zullen we erheen lopen?’ Maria hielp Susann op de been voordat ze haar glas weer kon bijvullen. Ze trok discreet de aandacht van de ober en vroeg via het kantoor naar buiten te mogen, alles om een afscheidszoen van Mayonaise te voorkomen. De ober stelde geen vragen. Daar was hij ervaren genoeg voor.

‘Deze kant op.’