8

‘The Paradise Room!’ Felicity leest de uitgehouwen inscriptie boven de deur terwijl ik naar binnen gluur en bijna mijn wenkbrauwen verbrand aan een ceremoniële tikitoorts. Om de een of andere reden had ik een soort hut verwacht met een podium gemaakt van op elkaar gestapelde pallets en een bar bestaande uit blauwe koelboxen waaruit drankjes worden geserveerd. Dit sfeervolle etablissement is het absolute tegenovergestelde ervan – ontelbaar veel karamelkleurige kaarsen verspreiden een aantrekkelijke gloed en terwijl ik over de drempel stap ruik ik de geur van warme rum vermengd met verse vanille.

De zaal zelf is een grote ovaal met zitjes van perzikkleurig suède langs de muren, afgeschermd met bamboe voor mensen die wat meer privacy willen. In het midden staan kleine cocktailtafeltjes, elk amper groter dan een onderzetter, bedekt met een wit of koraalkleurig dekje. Ik kan Rock Hudson en Doris Day hier een martinitoost zien maken en wens plotseling dat ik zo’n ragloze jurk met pailletten en bijhorende knijpoorbellen draag.

‘Waar is de bar?’ Felicity tuurt de zaal rond.

‘Dat toch niet?’ Ik wijs naar een spiraalvormige trap die wat weg heeft van een schelp en die in werkelijkheid het alcoholwalhalla is.

Op de derde trede zit een vrij uitzonderlijk uitziende creatie in een goudkleurig mini-jurkje.

‘Dat is een rae-rae!’ piept Felicity, alsof ze net een bedreigde diersoort heeft gezien.

‘Rerer?’ herhaal ik. Hoe spreek je dat nou uit?

‘Je zegt rerr-rerr – je moet de r’en laten rollen.’

‘Ik heb al vier Mai Tais en een halve fles Sancerre achter de kiezen; alles wat ik zeg klinkt als rerr-rerr!’ klaag ik.

Felicity doet een stap naar de bar en trekt me mee. ‘Ze zijn het Tahitiaanse equivalent van de ladyboys in Bangkok,’ legt ze uit. Ze kan haar ogen niet afhouden van Bewijsstuk X die net met een iets te soepele pols zijn lange zwarte haar achterover slaat en dan met enorme tuitlippen de zaal rondkijkt. Felicity giechelt: ‘Is het niet grappig? Ze zijn overal hetzelfde!’

‘Denk je dat hij het entertainment is vanavond?’ vraag ik. ‘Ik wed dat hij een geweldige Cher-imitatie doet.’

‘Ik denkdat je het beste ‘zij’ kunt zeggen,’ corrigeert Felicity me. ‘O, kijk – daar vooraan gaan net mensen weg!’ Ze wil naar het tafeltje toe lopen, maar ik trek haar terug, nog steeds ietwat onzeker.

‘Je belooft me dat we direct weggaan als ik…’ Ik leun naar voren en houd mijn gezicht scheef, ‘…geil begin te doen?’

‘Absoluut,’ bevestigt ze. ‘Zodra je ook maar iets zegt over een naakt duet met de rae-rae…

‘Felicity!’ zeg ik ademloos, ik schrik me dood.

‘Echt, maak je nou maar geen zorgen! Ik begin bijna te denken dat je immuun bent voor dat pilletje -r je voelt nog steeds niets, toch?’

Ik schud mijn hoofd, toch een beetje teleurgesteld. ‘Een beetje misschien. Maar ik voel me vooral ik-moet-me-vasthouden-aan-elke-tafel-om-niet-om-te-vallen dronken.’

‘Ja, dat heb ik gemerkt,’ grijnst Felicity. ‘Nou ja, probeer maar niets om te gooien, dan.’

Felicity pakt mijn hand vast en we zigzaggen door de menigte naar voren. Ik doe extra mijn best om niemand met mijn pashmina te strikken. (Ik ben me al bewust van dit gevaar sinds Hugh per ongeluk een kleine Chinees meetrok in zijn openhangende regenjas terwijl hij in Hongkong over Orchard Road liep.)

Wanneer we aan het tafeltje gaan zitten en een overbodig drankje bestellen, merk ik dat er op het toneel van alles aan de gang is, maar pas wanneer ik opkijk en me erop concentreer, komt de klap. Het pilletje was zo te zien gewoon aan het wachten op een reagens…En vanavond komt die in de vorm van twee mannen met ontbloot bovenlijf in pluimage die het midden houdt tussen voodoo en Las Vegas en ogen die als zwart eb-benhout glinsteren achter een fluwelen oogmasker.

‘Wauw!’ ik pak de rand van de tafel vast terwijl het pilletje een stoot adrenaline door mijn lijf jaagt. En ik dacht dat een weerman in regenlaarzen en met een zuidwester op het ultieme afrodisiacum was, maar eigenlijk kik ik dus op mannen in glimmende zwarte veren die in strakke broeken over het podium sluipen. Ik kijk met open mond toe hoe ze als een kruising tussen een Indiaans opperhoofd en geest uit de fles hun armen over elkaar leggen en met opgeblazen spierbundels het publiek toe grommen. Het voelt alsof ze mijn ultieme fantasie hebben ontdekt, waarvan ik het bestaan zelfs niet wist. Terwijl ze hijgend het refrein van ‘Freak Like Me’ zingen, voel ik mezelf onbetwistbaar en wonderbaarlijk opgewonden.

‘Het is begonnen!’ kras ik en ik grijp Felicity’s arm.

‘Vertel mij wat,’ verzucht ze. Ook zij kijkt verrukt.

‘Ik meen het,’ blijft ik aanhouden. ‘Ik voel me helemaal gek.’

Ik wil huilen als een wolf. Ik wil een van die prachtige mannen – of allebei – van het podium rukken en ze tegen mijn lichaam voelen, hun handen over mijn rug voelen gaan terwijl ik hen van alle kanten betast. Dit is helemaal nieuw voor mij. Ik weet niet echt wat ik met mezelf aan moet.

‘Ik moet even heel hard in je knie knijpen,’ waarschuw ik Felicity, terwijl ik mijn hand discreet onder de tafel steek.

‘Au!’ gilt ze wanneer ik haar been in de houdgreep neem. ‘Rustig aan!’

‘Sorry!’ schok ik, terwijl ik haar gewricht weer in vorm masseer.

‘Welke wil jij?’ gorgelt Felicity, die schaamteloos terugkomt op haar belofte om me ‘niet in verzoeking te brengen’.

Niet dat ik het erg vind. Niemand zou me hier weg kunnen halen, zelfs niet met paar potige uitsmijters die een zakdoek met chloroform tegen mijn mond houden.

‘Nou?’ Ze trekt ongeduldig aan mijn arm.

Ik kijk wat beter en heb het gevoel dat ik met kiezen tussen een Monet en een Manet. De jongen rechts heeft een huid die zo bruin en glad is als Nutella, met een tatoo van een springende wilde kat op zijn opvallende biceps en zulke stevige buikspieren dat ze eruitzien als zes ruw uitgehouwen rotsen. Links staat een één meter tachtig lange, heupwiegende, glimmende boterbabbelaar, die met zijn kunstig opgeblazen borstspieren een verlokkende achtergrond vormt voor een glinsterende, zilveren tepelring. ‘Tot nu toe erg sexy, maar ik moet hun gezichten zien,’ kondig ik aan.

‘Kieskeurig!’ tut Felicity, terwijl de spetters het podium af swingen en een paar aantrekkelijke dames naar voren stappen om ‘Crazy In Love’ te zingen. De diepe beat maakt mijn hartstocht er niet minder op en de tekst windt me nog verder op. Ik kijk om mee heen en probeer de aandacht van een serveerster – ober! – te krijgen wanneer de band begint met ‘For The Love Of You’ van de Isley Brothers en de jongens terugkomen, nu gestoken in frisse, witte linnen overhemden en met volledig zichtbare gezichten. O nee. Nee! Nu zit ik echt in de problemen.

‘Ze zijn prachtig,’ fluister ik, helemaal ondersteboven van hun elegante gelaatstrekken.

‘Geweldig,’ bevestigt Felicity terwijl ze samen vooraan op het podium gaan staan en visueel en vocaal een prachtige harmonie vormen.

Beiden hebben een gladgeschoren hoofd en netjes bij geschoren sikjes, maar ze zijn wel degelijk verschillend: de donkere (die met de katten-tatoo en de buikrotsjes) heeft een bijna koninklijke waardigheid, als een sprookjesprins. Hij doet me denken aan een sombere maar lieflijke Yul Brynner uit The King and I. De andere heeft een sprekender gezicht, meer in de stijl van Will Smith, met een zachte mond, net een marshmallow (!), en een welverdiend schoonheidspukkeltje net onder zijn linkeroor. Ik word helemaal wazig als ik ze aankijk. De ouders van deze jongens waren echte kunstenaars.

Ik ben net gewend aan dit meeslepende gevoel wanneer ze, zonder waarschuwing, ineens met een energieke versie van ‘Shake Your Body Down’ van de Jacksons beginnen, waarbij ze met duizelingwekkende snelheid nauwkeurig gesynchroniseerde bewegingen maken, zodat ik even moet knipperen en met mijn hoofd schudden – die laatste kung-fu zijkick ⁄ zigzag ⁄ op-en-neer ⁄ heupwiegende ⁄ grapevine ⁄ spring-beweging was toch niet menselijk? Zelfs mijn oogballen kunnen ze niet bijhouden; hoe kan het dat hun benen sneller bewegen dan ik kan zien? O mijn God, dit klopt niet. Ik denk dat ik een beetje gek word…

‘Fliss!’ kreun ik en ik grijp haar arm weer vast. ‘Heeft iemand op de fast forward-knop gedrukt?’

‘Hè?’ is het enige wat ze terug kan zeggen.

‘Felicity?’ smeek ik, terwijl ik me steeds meer zorgen begin te maken omdat mijn hart in mijn keel klopt. ‘Zorgt dat pilletje ervoor dat alles sneller gaat?’ De jongen zijn nu niet meer dan een wazige film. Ik word duizelig.

‘Nou, welke kies jij?’ vraagt Felicity, die totaal niet in de gaten heeft hoe vreselijk ik me voel.

‘Wat?’ hijg ik. Ik probeer weer wat grip op de werkelijkheid te krijgen.

‘Welke wil jij?’

Ik slik hard en durf dan pas weer naar het podium te kijken. Waarom zweten ze niet? Hoe kunnen ze zo snel bewegen en nog steeds zingen? ‘Ik weet het niet!’ hakkel ik, bang dat ik flauw ga vallen. ‘Mag ik ze allebei?’

‘Dat heb ik gehoord!’ klinkt een stem achter ons. We draaien ons om en zien de rae-rae, die gratis een dosis kembodjaparfum onze kant op stuurt. ‘Haal je maar niets in je hoofd, ze zijn allebei van mij!’

‘O ja?’ giechelt Felicity nerveus, gestreeld door de zoete dreiging van zijn ⁄ haar tuitlippen. ‘En wie ben jij dan wel?’

‘Ik ben Fantasia, gastvrouwe-streep-godin van The Paradise Room!’ Ze gaat in een klassieke divapose staan voordat ze verder gaat: ‘En ik zie dat jullie dames de verplichte tiarebloem nog niet dragen.’ Ze draait haar pols omhoog en opent haar hand; daar liggen twee melkwitte gardenia’s.

O, kijk nou eens naar die mooie bloempjes! Zo bleek en rustig en stil. Ik voel me al een stuk beter.

‘Draag eentje achter je linkeroor als je hart bezet is,’ adviseert ze. ‘Achter je rechteroor laat bezoekende zeelui weten dat je beschikbaar bent!’

Felicity steekt de bloem direct achter haar rechteroor, maar Fantasia lijkt mijn twijfel te zien. ‘Misschien heb je een extra bloem nodig,’ knikt ze, waarna ze eerst een bloem achter mijn linkeroor steekt en dan achter mijn rechteroor. ‘Je hart is officieel bezet, maar je bent nog wel beschikbaar!’

Ik hap naar lucht – is het zo duidelijk?

‘Ik zag op het vliegveld een jongen die de bloem achterstevoren achter zijn oor had, wat betekent dat?’ vraagt Felicity.

‘Loop maar achter mij aan; kijk maar eens hoe beschikbaar ik ben!’

‘Geweldig!’ roept Felicity jubelend. ‘Ik neem dit idee mee naar huis – het maakt het er een stuk gemakkelijker op!’

‘Als je ze overal in je haar steekt, betekent het dat je wanhopig bent! Schiet dus maar op!’

‘Ik denk niet dat er genoeg bloemen zijn om aan te geven hoe wanhopig ik ben,’ zucht Felicity, terwijl ze weer naar het podium kijkt. ‘Hoe dragen zij hun bloemen?’

‘Ik heb je toch al gezegd – zij zijn bezet, ’ gromt Fantasia. ‘Door mij.’

‘Kun je ons in elk geval hun namen vertellen?’ Felicity is niet snel uit het veld geslagen.

Fantasia twijfelt, maar leunt dan naar voren en fluistert. ‘Zie je die sexy espresso…,’ ze wijst naar de donkere prins die nu ‘Let’s Get It On’ van Marvin Gaye ten gehore brengt. ‘Dat is mijn Tony En die heerlijke latte…’ ze kijkt nu naar de Stralende Krachtpatser – ‘dat is mijn Tezz. En dit,’ ze draait zich om en graait een drankje van een voorbij zwevend dienblad, ‘is mijn Mai Tai!’

Manuia!’ We heffen ons glas en toasten met haar.

‘Hmm, Tony en Tezz,’ verzucht Felicity, terwijl ze tijdens het drinken met haar bloem speelt.

‘Tezz en Tony,’ zeg ik, alleen al het uitspreken van hun namen voelt heerlijk.

Fantasia kijkt kwaad tussen ons heen en weer en zegt dan streng: ‘Herhaal wat ik zeg…VAN MIJ!’

‘Van mij!’ zeggen we in koor.

Nee!’ krijst ze en ze mept ons met een servetje.

‘Sorry, VAN JOU!’ corrigeert Felicity onze fout.

Ik wil hetzelfde doen, maar dan kijkt Tezz me in de ogen en neuriet hij ‘Baby Stay With Me Tonight’ alsof het een persoonlijke uitnodiging is. Onhoorbaar verzucht ik nog een keer: ‘Van mij.’

Op de achtergrond hoor ik Fantasia tegen Felicity zeggen dat de jongens bekendstaan als Soul Desire, dat ze allebei van de Amerikaanse oostkust komen en elkaar negen jaar geleden leerden kennen toen ze in Las Vegas in Starlight Express speelden. Zodra ze dat zegt, kijkt Felicity me aan en maakt ze met haar mond het woord ‘homo’. Teleurgesteld trekt ze haar schouders op.

‘Denk je echt?’ zeg ik zwijgend terug. Ik verwacht dat dat kriebelende verlangen nu wel uit mijn lichaam weg zal stromen. Maar dat gebeurt niet. De paarse pil maakt het schijnbaar niet uit wat voor seksuele voorkeur de persoon heeft, hij weet alleen dat ze sexy zijn! En man, wat kunnen ze dansen! Terwijl ze hun heupen op en neer pompen en heen en weer zwiepen, heb ik het gevoel alsof ze aan mijn heupen vastzitten: ik voel elke beweging.

Net wanneer ik me afvraag hoe lang ik mijn lusten nog verborgen kan houden voor Fantasia, wordt ze weggeroepen om een paar nieuwe gasten naar hun plek te brengen.

‘Gedraag je, dames – ik houd jullie in de gaten,’ is haar laatste dreigement.

Ik wacht tot ze ons niet meer kan horen en bombardeer Felicity daarna met al mijn vragen. ‘Denk je echt dat ze homo zijn?’

‘Een musical? Dat voorspelt weinig goeds,’ grijnst ze. Ze leunt achterover in haar stoel, zodat ze de nieuwe lading gasten kan bekijken.

Ik ben niet overtuigd. Tony is gewoon te gespierd en mannelijk en de manier waarop Tezz zonet naar me keek…en nu weer! Mijn tenen krommen zich van plezier en ik word helemaal warm van binnen.

‘O mijn God – is dat ‘em?’ Felicity draait zich om in haar stoel.

‘Em wie?’ frons ik. Er zijn hier toch maar twee mannen die de moeite waard zijn, en die staan voor ons op het podium.

‘De ‘Em van het vliegveld! Ik weet het zeker…’ en ze is weg.

‘Laat me niet in de steek!’ gil ik haar na, maar het is al te laat.

Plotseling voel ik me erg naakt. Ik kijk naar de stelletjes aan de andere tafeltjes – eentje tenger en Japans, het andere stel met van die vreselijke zonnebrandvlekken die alleen maar een Brit in de vakantie kan krijgen.

Ik weet niet zeker of zij zouden weten wat ze moesten doen als ik door het lint ga. Alleen Felicity weet wat er hierna zou moeten gebeuren in de Wereld van de Paarse Pil, en zij is verschwunden. Trut.

Ik probeer mezelf te kalmeren. Gelukkig beweegt alles niet meer zo snel. De jongens glijden nu gewoon in slow-motion over de vloer op Craig Davids ‘Flava’. En wanneer ik glijden zeg, bedoel ik dat ook. Het lijkt alsof hun voeten in water zijn veranderd en ze langzaam smelten…O mijn God! Ik ga met een schok rechtop zitten – ik hallucineer! Dit is vreselijk! Ik knipper een paar keer met mijn ogen, maar ze blijven het doen, nu zelfs in rondjes. Ach, het kan misschien nog erger – ze hebben in elk geval allebei nog maar één hoofd. Dan zie ik dat het champagnekleurige satijnen overhemd van Tezz zichzelf bij de navel heeft ontbloot. Ik zucht een paar keer en streel in mijn gedachten met mijn vingers over die goed gedefinieerde Grand Canyon…Wooohooo – daar begint het weer! Ik kan beter een tijdje niet naar hem kijken. Ik rommel wat met mijn drankje, en pak het zo onhandig vast dat het omvalt en er sinaasappelsap over mijn jurk druipt. Voordat ik het in de gaten heb, drukt een efficiënte serveerster me een stapel servetjes in de handen, terwijl de jongens op het toneel plotseling twee keer zo lang zijn geworden en neerkijken op de danseressen, die met enorme hoge hoeden en zwaaiende stokken waar je een gondel mee kunt besturen over het toneel dansen. Het doet me denken aan Willy Wonka. Ik knijp mijn ogen stijf dicht – ga weg!

Maar door het beeld uit te sluiten worden de geluiden alleen maar versterkt. Tony zingt zwijmelend ‘Let’s Stay Together’ van Al Green en de hele zaal is muisstil wanneer zijn stem omhoog gaat en hij elke noot lijkt te zoenen. Mijn ademhaling wordt weer normaal. Ik voel me nu heerlijk sereen. En dan verandert de stem en begint Tezz aan het romantische lied van Prince: ‘Adore’. Ik word helemaal slap en gewillig. Zo ontzettend gewillig. Het is net alsof al mijn zintuigen apart voor hem wakker worden. Op zijn stem heb ik mijn hele leven gewacht. Plotseling ben ik niet meer bang voor wat het pilletje met me gaat doen, maar ben ik bang dat het effect uitwerkt en al die heerlijke, nieuwe gevoelens verdwijnen. Ik wil dat dit gevoel eeuwig blijft duren.

En dan verandert het ritme en hoor ik hem de volgende woorden zingen:

Meisje op de voorste rij,

Er is maar een ding belangrijk voor mij,

Jij

Mijn ogen springen open en weer zie ik dat hij me recht aankijkt.

Ik zie dat je me voelt

Wilt weten wat ik bedoel

En voel

Ik word rood en begin me wat ongemakkelijk te voelen. Droom ik dit? Ik wrijf met mijn vingers over mijn oren en verwacht dat ik weer de teksten van Prince hoor, maar dat gebeurt niet.

Je hoeft niet verlegen te zijn

Ik wil gewoon bij je zijn

Echt waar

O, als ik dit maar kon geloven. Als dit maar echt was. Ik krijg tranen in mijn ogen – ondanks deze vreemde hersenspinsels voelt het allemaal echter aan dan alles wat ik ooit heb meegemaakt. Ik voel me als Doornroosje die niet door een kus op de wang wordt wakker gemaakt, maar door een van de meest indringende tongzoenen ooit.

‘Je zou je eigen gezicht eens moeten zien!’ plaagt Felicity als ze weer naast me komt zitten. ‘Arme Hugh weet niet wat hij mist.’

‘Wat?’ stamel ik. ‘O, je bedoelt de meisjes?’ (De twee zangeressen doen nu hun eigen brutale versie van Kelis’ ‘Milkshake’ in microscopisch kleine hotpants.)

‘Nee, jij, gekkie! Hij mist jou – kleine sexy leeuwin!’

Ik druk even op de pauzeknop en probeer me voor te stellen hoe het zou zijn als Hugh hier nu bij me was. Zou ik het geweldig vinden als hij een dansje deed aan de voet van het bed om dan op handen en voeten naar me toe te kruipen? Ik denk het niet. Ik denk dat het allemaal afhangt van de context. Als ik na het nemen van deze pil misschien direct met hem naar onze kamer was gegaan, had het ons leven kunnen veranderen.

‘Kom op, we moeten gaan.’ Felicity staat op.

‘Wacht es even – hoe zit het met ‘Em?’ vraag ik, me plotseling herinnerend waarom Felicity me twintig minuten eerder in de steek liet.

‘Vals alarm.’ Ze wil verder lopen.

‘Wacht even – vals alarm als in hij was niet zo geweldig als je had verwacht of vals alarm als in hij was het niet?’ brabbel ik dronken.

‘Hij was het niet.’ Ze haalt haar schouders op.

‘O.’

‘Dus…’ Ze knikt met haar hoofd in de richting van de deur.

‘Ik kan nu niet weg,’ gooi ik eruit. Ik zet mijn hakken in de vloer en verzet me als een opstandige peuter.

‘Wat is er aan de hand?’ Felicity kijkt me bezorgd aan.

‘Ik moet blijven tot het laatste liedje.’

‘Dat was het laatste liedje.’

‘Wat?’ Ik kijk op, net op tijd om de laatste enkel te zien wegschieten achter het gordijn. ‘Hoe kan dat?’

‘Ik denkdat je in de black-outfase terecht bent gekomen.’

‘De black-outfase?’ piep ik.

‘Het is niet zodat je echt buiten westen raakt of zo,’ legt Felicity uit, terwijl ze me omhoog trekt en een van mijn armen om haar nek slaat, zodat ze me rechtop kan houden. ‘Je raakt gewoon de tijd wat kwijt en weet niet precies meer wat er allemaal is gebeurd.’

Nee! Ik wil dit niet vergeten. Ook al maak ik dit soort gevoelens nooit meer mee, ik wil in elk geval herinneren hoe het voelde om zo verrukt, zo levend te zijn!

‘Moeten we echt gaan?’ jammer ik.

‘De andere gasten zijn al weg. Zelfs Fantasia is al weg.’

Ik kijk om me heen. Waar is iedereen zo plotseling naartoe gegaan? Het zat helemaal vol, maar nu hoor ik helemaal niets meer, zelfs buiten niet.

‘Een beetje naar links…’

Terwijl Felicity me naar buiten loodst, kijk ik naar beneden naar de tafels – er hebben hier zeker mensen gezeten: halflege glazen, half gesmolten ijsblokjes. Ik heb het niet verzonnen. Ik strek mijn hand uit, pak een cocktailprikkertje uit een glas en steek hem in mijn handpalm.

‘Wat doe jij nou in godsnaam!’ Felicity grist het prikkertje weg voordat ik echt schade kan aanrichten.

‘Ik wil wakker blijven! Ik wil dit niet vergeten!’

‘O mijn God, wat heb ik gedaan?’ Ze slaat haar ogen naar het plafond.

‘Je hebt me de beste avond van mijn leven gegeven!’ roep ik uit. Mijn benen zijn absoluut niet meer geïnteresseerd in banale dingen als lopen en ik krijg mijn knieën amper voorbij elkaar.

‘Houd vol, we zijn er bijna.’ Felicity besluit dat het beter is om me gewoon vooruit te duwen, alsof ik een levensgrote lappenpop ben.

‘Ik meen het, Flossie. Je bent geweldig!’ Ik probeer me om te draaien zodat ik haar kan zien. ‘En jij was erbij, dus jij weet dat het geen droom was.’

‘Ja, ja.’ Ze probeert me weer vooruit te bewegen.

‘Oké, ze werden wel drie meter lang en misschien hebben ze geen echte voeten, maar een of ander glijmechanisme…maar het was allemaal echt, toch?’

‘Slaap lekker. Goed zo. Gewoon gaan liggen.’ Op de een of andere manier heeft ze me de bungalow in gekregen en op bed neergelegd. ‘Niet meer praten. Gewoon je ogen dichtdoen.’

Ik doe wat ze van me vraagt, maar de jongens blijven in mijn hoofd ronddansen – tappen, glijden, swingen, springen, dippen, pompen…En dan zie ik het gezicht van Tezz – het ene moment flirtend en stout, het andere blij en opgewekt, afgewisseld met die geweldige momenten van pure schoonheid.

‘Het leek net of zong hij speciaal voor mij…’ Mompel ik.

‘Ik weet het,’ zegt Felicity sussend.

‘Echt, de woorden…’ Ik probeer rechtop te gaan zitten, maar ze duwt me weer naar achteren.

‘Het komt wel goed.’

‘Nee, niet waar,’ snotter ik, me ineens bewust van een groot, gapend gat vol verlies en verwarring. Wat doe ik hier? Ik moet weer naar de bar. Ik sla wild om me heen.

‘Rustig, lieverd,’ sust Felicity, terwijl ze mijn armen tegen het bed drukt. ‘Morgen is alles weer zoals het hoort.’

‘Zeg dat nou niet!’ Ik val achterover in de kussens, warme tranen glijden op de sloop. ‘Ik wil niet dat alles weer wordt zoals het hoort. Je kunt me niet dwingen!’

‘Oké, wat dan ook. Als je van die jongens wilt dromen…’

‘Tezz?’ val ik haar in de rede, alsof ik daar specifiek toestemming voor moet vragen.

‘Tuurlijk, als dat is wat je wilt!’

Ik zucht, ik voel me weer helemaal happy. Terwijl Felicity me over mijn voorhoofd aait, net zoals een moeder dat bij een ziek kind doet, fantaseer ik hoe Tezz’ hand langzaam door mijn haar glijdt, hoe hij met zijn vingers mijn lokken ronddraait en op een eerbiedige maar sensuele manier mijn angst wegneemt. Omdat ik weet dat hij in mijn dromen op me wacht, geef ik me eindelijk over aan de slaap.