23
Met mijn ogen nog altijd gesloten, bereid ik me voor om te reageren alsof ik de show voor het eerst zie. Als ze op komen op stelten, zal ik verbijsterd zijn en ‘Wow!’ roepen. Als ze op rolschaatsen het toneel oprijden, zal ik hun vloeiende bewegingen even tot me door laten dringen en dan meeklappen met Hugh terwijl ze hun rondjes draaien. Maar als ze, getooid met veren en leer, met hun kruis naar voren komen schuiven tijdens ‘Freak Like Me’, sta ik niet in voor mijn reactie.
Plotseling hoor ik trommels roffelen en mijn ogen schieten open. Ik ken dit ritme niet. Het is een bezeten staccato dat steeds ritmischer wordt terwijl vier mannen één voor één het podium opkomen: Tony, dan Tezz, dan twee Tahitianen. Ze dragen een band van glanzende, groene bladeren rond hun biceps en onder de knie, en een lendendoek bedrukt met een traditioneel ontwerp dat me doet denken aan keukentegeltjes uit de jaren 70.
Tezz en zijn Tahitiaanse tegenhanger slaan met een houten stok op een bewerkte boomstam mee met het ritme terwijl Tony en die andere vent met hun knieën tegen elkaar slaan en oerkreten slaken. Hoewel ik mijn ogen op Tezz gericht heb, kan ik de naakte, perfect gevormde billen van de Tahitiaanse mannen niet negeren, zeker niet het exemplaar dat voorzien is van een cirkelvormige tatoeage die wel wat weg heeft van een astrologische kaart.
Net als ik denk dat ik in trance raak door de ritmes, houden de drums even plotseling op als ze zijn begonnen en klinkt er een nieuw, verleidelijker ritme, gevolgd door een typisch geruis dat geleidelijk harder wordt terwijl Malia, Lexi en twee andere prachtige poppetjes het toneel op zwiepen, in enkellange rokjes van rood riet, met beha’s van kokosnoten aan en bloemen in hun haar. Alle vier zijn schitterend. Ze schudden hun heupen langzaam van links naar rechts, rechts naar links, wat me doet denken aan de beweging van het mes waarmee ik kruiden hak. Elke beweging begint met een gracieuze zwiep en eindigt met een perfecte klik. Naarmate de muziek sneller gaat, voeren ze hun bewegingen op, tot het zweet ze op de rug staat. Er is geen man in het publiek die niet wenst dat zijn vrouw hetzelfde kon doen.
‘Vinden jullie dit wat?’ Tezz komt naar voren en spreekt het publiek toe.
‘Ja!’ schreeuwt iedereen hem wild toe.
‘Willen jullie ook?’
Het publiek voelt zich ineens niet op zijn gemak en blijft stil, met uitzondering van drie mannen en twee meisjes die het podium hebben bestormd en al driftig met hun lijf staan te schudden.
‘Kom op, we hebben nog twee dames en een heer nodig,’ moedigt Tezz ons aan.
Hierop wordt er nog meer steels gekeken, met name aan ons tafeltje, dat precies aan de eis voldoet, al denk ik dat Hugh nog wel zou meedoen, afgaand op zijn gedrag tijdens feestjes. Wat Sandrine betreft: die zouden ze moeten bedelven onder kokosnoten om te voorkomen dat de show bij haar eerste beweging in een striptease verandert.
‘Moeten we jullie komen halen?’ dreigt Tezz tevergeefs. Niemand komt naar voren. ‘Oké – ronselen maar!’ Hij springt van het toneel en sleurt Malia en Lexi met zich mee, terwijl Tony ondertussen de nieuwe leden van zijn danstroep in bedwang probeert te houden.
‘Hij komt op ons af!’ hijgt Hugh, bijna opgewonden.
O hemel! Waar is het menu als je het nodig hebt? Ik probeer mijn haar voor mijn gezicht te hangen, als neef It uit de Addams Family, maar het is al te laat.
‘Schone dame?’ Tezz spreekt de magische woorden en steekt zijn hand uit.
Opnieuw kan ik hem niet weerstaan. Mijn vingers glijden in de zijne als een perfecte houtverbinding en wanneer hij glimlacht en me op het toneel trekt, raakt hij me tot diep in mijn ziel. Pas halverwege draai ik me om zodat ik wat schaapachtig naar Hugh kan lachen. Maar die zit niet op zijn plaats, omdat Malia hem heeft meegesleurd en hij momenteel rietstroken om zijn knieën krijgt gebonden.
‘Een lei?’ Tezz hangt de tweede bloemenkrans van die dag over mijn schouders, waarbij hij onnodig dicht tegen me aan staat terwijl hij de bloemen om mijn hals schikt en ze vervolgens netjes op mijn borst hangt. Als mijn heupen in hetzelfde tempo zouden kunnen wiegen als mijn hartslag, zou ik meteen een Tahitiaans paspoort krijgen uitgereikt.
Mijn ogen dwalen kort af naar de plek waar de hogepriesteres zat, maar haar stoel is leeg. Dit geeft me de vrijheid van het moment te genieten. Hoewel ik hard probeer te doen alsof hij maar een gigoio is, raak ik nog altijd opgewonden van zijn aanwezigheid.
‘Houd je bovenlichaam stil,’ instrueert hij en legt zijn handen stevig op mijn heupen, ‘beweeg alleen je heupen. Doe kleine pasjes op de plaats – rechts, links, rechts, links, niet vooruit lopen – kom omhoog op je tenen, goed zo,’ moedigt hij me aan. ‘Voel je het?’
Onmiskenbaar.
Tezz gebaart naar de musici dat ze wat sneller mogen spelen. We doen ons best de muziek bij te houden – wij vier staan met rechte rug met onze heupen te schudden terwijl de mannen voorover gebogen staan en met hun knieën tegen elkaar slaan. Vooral Hugh ziet eruit alsof hij zo in een paar lederhosen op zijn dijen zou kunnen staan kletsen. Net als ik denk dat mijn heup uit de kom gaat schieten en mijn bekken een eigen nachtleven gaat leiden, steekt Tezz zijn hand omhoog en houdt de muziek op.
Het is voorbij.
‘Woehoee!’ Het publiek joelt over het visuele fiasco en fluit en juicht terwijl we naar de zijkant van het podium worden geleid.
Ik begin net te denken dat het misschien wel de vernedering waard was om de handen van Tezz op mijn billen te hebben terwijl hij me naar het trapje leidt, als ik plotseling van de grond wordt getild en ik ineens in Hughs armen lig.
‘Schat, je was geweldig!’ zegt hij enthousiast. Hij lebbert een zweterige kus op mijn wang en knijpt per ongeluk de huid van mijn knieholte samen als hij me tegen zich aandrukt.
Ik probeer weer op eigen benen te gaan staan, maar hij heeft me stevig beet.
‘Excuseer, pas getrouwd stel in aantocht!’ schreeuwt hij, duidelijk opgewonden door zijn podiumoptreden en kennelijk vastberaden om zoveel mogelijk aandacht op ons te vestigen; hij tilt me de hele zaal door.
Eenmaal terug bij ons tafeltje wens ik dat ik nooit was geboren.
‘Wat een geweldige avond! Laten we nog wat drinken!’ Hij gebaart naar de serveerster terwijl hij me neerzet.
Ik durf niet op te kijken, maar ik wil weten hoe Tezz hierop reageert. Voor zover ik het kan zien vanuit mijn verstijfde egeltjeshouding is hij te druk bezig met zingen om iets te laten merken. Ik luister even. Als ik me niet vergis doen ze een hiphopversie van ‘There’s Nothing Like A Dame!’ uit South Pacific (wat zou Gilly daarvan denken?)
Behoedzaam kijk ik op. De mannen zingen een luidruchtige serenade op de vrouwelijke charmes van de dames. Het kan hem óf niets schelen, óf hij heeft The Show Must Go On op zijn hart gegraveerd staan. Het wordt me niet duidelijk.
Ik verwacht dat de vrouwen nu iets vrouwelijks, flirterigs gaan zingen, maar in plaats daarvan zetten ze ‘Not That Kind Of Girl’ in van Anastacia en de jongens trekken zich terug naar de achterkant van het podium. Ik weet dat acteren Tezz in het bloed zit, maar kijkt hij niet een beetje té verdrietig? Alle speelsheid lijkt te zijn verdwenen. Ik kijk naar Tony om te zien of hij dezelfde gelaatsuitdrukking heeft, maar nee, zijn gezicht staat neutraal. En dan zie ik dat ze een blik wisselen. Het lijkt er haast op of Tony ‘zie je nou wel’ zegt tegen Tezz. Of lees ik er te veel in? Maar dan kijkt Tezz droevig mijn kant uit en ik voel mijn gezicht branden van schaamte.
‘Be Careful With My Heart…’ De mannen stappen naast de meisjes voor het volgende nummer.
‘Wie zong dit ook al weer?’ vraagt Hugh, die heen en weer wiegt op het geluid van hun stemmen, en keer op keer irritant tegen mijn schouder botst.
‘Madonna en Ricky Martin,’ antwoord ik zonder hem aan te kijken.
De spijt weegt als een loden last. Zelfs als ik Tezz kon krijgen dan zou ik het nu verpest hebben. Ik probeer te bedenken hoe ik het anders had kunnen doen, maar ik besef dat de situatie vanaf het begin al hopeloos was. Hoe konden we ooit dichterbij elkaar komen? Ik kwam hier met een andere man.
Tezz zet een nieuw nummer in:
I’m seeing things I can’t believe
I look at you and I can’t breathe
I wanna know what lies beneath
Tell me the truth before you leave
Ik knipper verbaasd naar hem. Opnieuw lijkt het alsof hij zich direct tot mij richt.
‘Welk nummer is dit?’ fronst Hugh, geïrriteerd dat hij nu niet kan mee-tikken.
‘Geen idee.’ Ik slik iets weg.
Misschien herkennen we het refrein…’ Hugh luistert ingespannen.
‘Verbeeldde ik het me maar?’ zingt Tezz.
Wensen,’ zingen de meisjes zachtjes.
‘Zag ik dingen die er niet zijn?’
‘Hopen,’ kirren ze.
‘Ben ik echt zo blind?’
‘Ontkenning,’ hijgen ze.
‘Ik had het vast verkeerd?’
Ik zak onderuit in mijn stoel en voel me ellendig. Ik heb met de gevoelens van twee mannen gespeeld en ik kwets ze beiden.
Tezz stelt zichzelf al zingend gerust, gekalmeerd door de pianosolo, en zingt dan tot slot:
If this is all it’s meant to be
Me looking at you, you looking at me
Then that’s okay, I’ll treasure each glance
But in my heart we’ll dance and dance
Ik val bijna flauw door de bitterzoete foltering. Hij legt zijn handen op zijn borst en sluit zijn ogen, en ik heb het gevoel dat ik weet waar hij naartoe is, want hij heeft mij meegenomen – terug naar onze eerste ontmoeting op het strand.
Of beeld ik me dingen in? Ik kijk mijn drankje beschuldigend aan. Doe jij dit? Laat jij me denken dat hij met zijn liedjes direct tot mij spreekt? De ijsblokjes rinkelen verontwaardigd. Jij bent hier aan het drinken! lijken ze te zeggen. Misschien moet ik maar ophouden. Mijn verlangen naar Tezz wordt alleen maar groter en ik wil alles riskeren om bij hem te zijn.
‘Die kok, hoe heette hij ook al weer?’
‘Tony’ zeggen Sandrine en ik in koor.
‘Opmerkelijk!’ Hij schudt zijn hoofd vol bewondering.
‘Wat vond je van de meisjes – die zijn echt geweldig, vind je niet?’ Ik probeer hem af te leiden voor hij over Tezz begint. Die werelden mogen niet botsen.
‘Ze zijn fantastisch, maar niet zo knap als jij!’ Hij slaat een slap armpje om mij heen, dat na de stevige handen van Tezz onbeholpen en lastig aanvoelt. ‘Hé, daar is Tony! Ik ga hem zeggen wat een geweldige show het was! Ik vind het hier geweldig!’
Ik kijk toe hoe hij richting Tony hobbelt, die pauzeert terwijl Tezz alleen op het toneel staat.
Maar niet lang meer…
‘We hebben hier vanavond een bijzondere gast,’ kondigt Tezz aan en kijkt in aanbidding naar de hogepriesteres. ‘Ik krijg gezelschap van Tiara!’ Hij steekt zijn hand naar haar uit en trekt haar naar zich toe.
‘Tiara? Als in een met juwelen bezette haarband?’ fronst Sandrine.
‘Zo klonk het,’ zeg ik nonchalant, maar voel me ellendig terwijl ze bewegen op het obsceen sexy ‘All Nite (Don’t Stop’) van Janet Jackson. Haar stem zo hees dat ze bijna fluistert en me kwelt met woorden als ‘X-rated’ en ‘stimulated’ terwijl hun heupen expliciet synchroon bewegen.
‘Ze is sexy!’ zegt Sandrine bewonderend.
Hoe dacht ik ooit dat ik mezelf met haar kon vergelijken? Mijn lichaam kan niet op die manier kronkelen. Met toenemende misselijkheid kijk ik toe hoe ze naar de adembenemende climax werken. Hun hoofden komen samen en ze verslinden elkaar in een hongerige omhelzing.
Ik heb vast te veel gedronken want ik haal het toilet maar net voordat ik moet overgeven. Ik zit ruim vijf minuten naast de toiletpot, spuug het gif uit en laat de hete tranen over mijn gezicht lopen. Hij deed het vast om mij een hak te zetten -jij breekt mijn hart door met een echtgenoot te komen? Dat kan ik ook! Goed, ik snap het – Tezz gaat met Tiara. Er is niets tussen ons: alle hoop is verloren.
Wanneer ik weer tevoorschijn kom, zichtbaar ontdaan en gehavend, staat Hugh uiteraard als eerste naast me, nog altijd in gezelschap van Tony. ‘Volgens Sandrine zag je er niet goed uit.’ Hij strijkt mijn haar uit mijn gezicht, vergetend dat ik nog altijd een buil heb, zodat ik me nog ellendiger voel. ‘Laten we maar naar huis gaan.’
Dit keer wil ik niets liever dan vertrekken. Ik draai me om zodat ik Tony gedag kan zeggen, maar zijn ogen dwalen af naar Tezz en Tiara.
‘Sandrine! Hier zijn we!’ Hugh is even afgeleid terwijl hij naar onze vergeten tafelgenote wuift, waardoor Tony de kans krijgt me iets toe te fluisteren.
‘Kwets hem niet nog meer dan je al hebt gedaan,’ zegt hij eenvoudig.
‘Wie?’ vraag ik. Mijn mond werkt sneller dan mijn hersenen.
‘Dat is helemaal aan jou,’ zegt hij onverschillig en verdwijnt dan in de duisternis.