22

We zijn precies op tijd terug in het Bora Bora Lagoon Resort voor het diner.

‘Weet je zeker dat je het niet erg vindt dat Sandrine erbij is?’ vraagt Hugh opnieuw. ‘Dit is tenslotte onze huwelijksdag…’

‘Nee, nee, natuurlijk niet,’ stel ik hem gerust terwijl we op haar gezelschap wachten in de hotelbar. Ik had deze uitnodiging oorspronkelijk gedaan omdat ik dacht dat Felicity er ook zou zijn (ik wil nog altijd weten wat zij denkt over het Franse stuk), maar Flossie heeft ervoor gekozen om aan boord van de Windstar te blijven voor de barbecue aan dek, aangezien neef Brian zich hierbij tussen de gasten kan begeven en niet de hele avond gasten naar hun tafeltje hoeft te leiden.

‘Dit is de enige avond dat ik een hapje met hem kan eten. Vind je het erg?’

‘Nee, nee,’ heb ik haar over de telefoon verzekerd, terwijl ik net deed alsof het me allemaal niets uitmaakte.

‘We praten morgen wel uitgebreid verder,’ zei ze. ‘Ik hoop dat ik vanavond meer informatie krijg. Die allemansvriend denkt dat hij iets meer weet over de Luchthavenman!’

‘Oh, wow! Wat spannend!’

‘Ik weet het. Ik kan haast niet wachten.’ Ineens begon ze zachter te praten, op samenzweerderige toon: ‘Mag ik vragen naar Tezz en Operatie Strandbunker?’

‘Dat mag, maar ik heb niets te melden – ik ben in de handdoekenhut in slaap gevallen en weet nog niets.’

‘O, Amber!’

‘Maakt niets uit,’ jubel ik valselijk. ‘Heb een prettige avond en ik zie je morgen.’ Het heeft geen zin om haar lastig te vallen met het hele Hugh-en-trouwenverhaal – ze verdient een avondje respijt van mijn emoties. Bovendien vind ik dat ik meer op mijn eigen gevoelens moet leren vertrouwen, in plaats van op haar adviezen als ik hier wegwijs uit wil worden. Tenslotte ben ik op haar voornaamste advies ingegaan en heb ik Hugh ‘gekozen,’ al blijkt dat dan helaas niet te werken.

Ik kijk naar hem terwijl hij aan zijn aperitiefcocktail nipt, blind voor al mijn innerlijke angsten. Ooit was hij mijn wereld, maar ik voel me niet langer verbonden met dat leven. Het lijkt nu zo vreemd dat hij me nog altijd als de ware ziet, terwijl ‘wij’ voor mij zo fout voelt. De bruiloft heeft me duidelijk gemaakt dat ik niet langer een functionerend lid van deze relatie ben, maar ik weet niet goed wat ik met die wetenschap aanmoet. Ik weet wel dat ik niet in gescheiden slaapkamers wil slapen, zoals zijn ouders, maar als ik bij hem blijf, draait het daar waarschijnlijk op uit. Wat is het alternatief? Ik ben niet zozeer bang om alleen te zijn, als wel bang om niet met Hugh te zijn.

Afgezien van alle praktische problemen rond het huis en onze gedeelde levens is het ook zo verdrietig. Ik wil zo graag dat hij gelukkig is. Was er maar een makkelijke oplossing. Ergens wou ik dat er een andere vrouw op het toneel zou verschijnen die hem wilde liefhebben, zodat ik hem aan haar kon overdragen.

‘Ah, daar is ze.’ Hugh draait zich om en begroet Sandrine.

Hoe hij er in slaagt om niet te kwijlen, is me een raadsel. Mevrouw Volereaux is nauwelijks gehuld in een zwarte lap stof, het soort jurk dat vereist dat de draagster goed nadenkt over hoe deze moet blijven zitten en wat er onthuld mag worden wanneer zij naar voren of opzij buigt.

Bonsoir!’ Ze geeft ons beide luchtzoenen.

Ik houd hierbij mijn handen achter mijn rug omdat ik bang ben in de stof verward te raken en haar zo bloot te stellen. Niet dat ze dat erg zou vinden. Ze heeft zo veel zelfvertrouwen dat ze nog uit eten zou gaan in een niets anders dan een strategisch geplaatste parelketting.

‘Waar ga je heen, lief?’ Hugh roept me terug terwijl ik voorop loop naar het restaurant en me voorneem de papillotvis deze keer te laten voor wat hij is.

‘Zo gaan we naar het restaurant,’ wijs ik naar de trap links.

‘We eten hier niet,’ zegt hij luchtig. ‘Hiro stond erop dat we een nieuw tentje proberen – de desserts moeten goddelijk zijn.’

Sandrine kijkt op haar horloge. ‘Ik ben bang dat we net de shuttle naar het vasteland hebben gemist, cherie.’

‘Ik wil niet nog een uur op mijn eten wachten,’ beken ik en kijk Hugh verontschuldigend aan.

‘Niet nodig,’ reageert Hugh. ‘Deze tent is op loopafstand.’

Sandrine en ik staan als aan de grond genageld. Dit kan maar één ding betekenen.

‘Kom mee naar The Paradise Room,’ zegt Hugh, die niets in de gaten heeft.

‘Kun je daar ook eten?’ vragen Sandrine en ik als één stem.

‘Kennen jullie het al?’ Hugh kijkt ons geïntrigeerd aan.

Sandrine haalt nonchalant haar schouders op, alsof ze wil zeggen dat zij zoiets natuurlijk weet en ik kan niets beters bedenken dan ‘ik dacht dat het gewoon een bar was.’

Ik kijk of het kwartje valt bij Hugh, dat Sandrine mij in The Paradise Room gezien heeft, maar hij ratelt gewoon door. ‘Restaurant tot tien uur, een bar tot twee uur. Ze hebben zelfs een live act, ‘Desirable nogwat’. Die moet fantastisch zijn!’

Sandrine zwijgt en ik zwijg. Wat heeft haar zwijgen te betekenen? Heeft ook zij iets te verbergen? Zo ja, dan heeft ze minder uit te leggen dan ik. Dit is een ramp. Waarom ben ik niet eerlijker tegen Hugh geweest toen ik Felicity nog als alibi had?

Terwijl we over het pad lopen waarover ik eerder ben gestruikeld, gestrompeld en gesprint, komen alle gevoelens die ik heb getracht te onderdrukken, weer boven. Ik kan me niet indenken hoe het zal zijn om Tezz weer te zien, zeker niet in dit gezelschap. Waren Hugh en Sandrine maar het stel en was ik maar vrij om te ontdekken of onze band echt is. Ik heb mezelf ervan overtuigd dat de hogepriesteres geen rol meer speelt, maar wanneer we langs de kaarsen lopen en de papajakleurige zaal inkomen, zie ik haar als eerste.

Ze zit aan een tafeltje dat prominent bij het podium staat en kijkt alsof ze met haar neus in de boter is gevallen. Misschien herkent ze me niet – het was donker en ze heeft me maar even gezien. Maar dan besef ik me dat zij niet de enige femme fatale is waar ik me zorgen om moet maken. Wat als Fantasia laat merken dat ik hier al vaker ben geweest? Hoe leg ik Hugh dat uit?

En wat zeg ik als Tezz of Tony laten merken dat ik ze al ontmoet heb?

‘Oja, dit is iemand die ik ooit in kokosmelk heb gedrenkt en dit is zijn beste vriend die geobsedeerd is door prostituees.’

Ineens wens ik dat ik gewoon in mijn kamer was gebleven op een diner van oudbakken stokbrood. De vissen kunnen vast wel een avond zonder…

‘Hé, dit ziet er cool uit!’ roept Hugh enthousiast terwijl we naar een hoek-tafeltje worden gebracht.

Ik overweeg om lyrisch te doen over de spiraalvormige bar en het schelpenmotief, maar bedenk dat het slechts een kwestie van tijd is voor ik wordt ontmaskerd als vaste klant, dus besluit ik mijn mond maar te houden. Geen teken van Fantasia – die doet waarschijnlijk alleen het nachtclubgedeelte – en geen teken van Tony of Tezz. Gelukkig. Ze zijn vast nog ergens achter. Ik glimlach bij de gedachte aan Tony die over alle rekwisieten struikelt terwijl Tezz zijn tapdansschoenen poetst. Ik stel me voor hoe hij het toneel opkomt en gaat stralen wanneer hij mij ziet zitten. Ik hoor hoe de muziek aanzwelt en duik dan inwendig ineen over mijn domme fantasie; ik kan het nog zo hard wensen, maar moet accepteren dat Tezz niet op me af zal komen en ‘niemand zet Amber in de hoek’ zal grommen.

‘Na jou.’ Hugh stapt opzij zodat Sandrine als eerste kan gaan zitten en gebaart dan naar mij om hetzelfde te doen.

‘Nee, ga jij maar: meisje, jongen, meisje.’

‘Dan word ik vast de meest benijde man in de zaal,’ grijnst hij en zet zijn borst op terwijl hij tussen ons in gaat zitten.

‘Mannen en hun fantasieën over triootjes ook,’ Sandrine knijpt hem met haar lange, koperkleurige nagels in zijn wang.

Er is nog hoop – zij zouden het stel kunnen het zijn, en ik de chaperonne! Het is toch te warm om hand in hand te zitten, dus als ik mijn lichaamstaal zo aanpas dat al mijn puntige delen van Hugh afwijzen…ik strek mijn benen van de tafel en laat bijna een serveerster struikelen.

‘O, sorry!’ Ik kruip weer terug achter het tafeltje met een gevoel alsof ik zojuist een standje heb gekregen.

‘Waar heb je zin in, lieverd?’ Hugh kijkt me aan over het menu.

‘Eh, ik heb niet zo’n honger,’ mompel ik en grijp naar mijn maag. Die keert zich langzamerhand werkelijk om.

‘Wat?’ buldert hij. ‘Twee minuten geleden wilde je nog op stel en sprong gevoed worden! Wat denk je van de zeebaars met kokoskorst, met aardappelpuree met zure room en wasabi en pittige asperges. Dat klinkt heerlijk, toch?’

‘Jazeker.’ Ik maak me er makkelijk vanaf en volg zijn suggestie.

‘Of de Nieuw-Zeelandse lamskoteletjes,’ kwijlt hij. ‘Zo vers zullen we ze nooit meer eten!’

‘Uitstekend,’

‘Je weet het niet?’ Hij kijkt bezorgd. ‘Je weet dat ik altijd op jouw oordeel afga.’

‘Waarom nemen we het niet allebei en delen we,’ stel ik voor met een geforceerd glimlachje. ‘Bestel jij maar.’ Ik ben alweer vergeten wat hij ook weer voorstelde.

‘Voel je je wel goed?’ fronst Hugh en wordt nog plakkeriger. ‘Wil je wat koude Perrier of moet ik in je hals blazen?’

‘Ik heb het warm!’ zeg ik en spring op. ‘Ik ga een beetje water op mijn gezicht doen.’

‘Neem je het menu mee?’ lacht Hugh en buigt voorover om het van me af te pakken.

‘Ik neem het wel mee als waaier,’ leg ik uit en wuif demonstratief. Bovendien kan ik me er uitstekend achter verstoppen, mocht ik onderweg hogepriesteressen tegenkomen.

Terug in het vertrouwde wc-hokje trek ik aan de wc-rol, wikkel mijn hand in het papier en denk terug aan de tocht naar de boomhut en de prachtige kus die ik daar kreeg. Ik weet niet wat Tezz vond, maar ik voelde wat ik voelde: dromend en wakker tegelijkertijd, en dat kan ik niet terugdraaien. Nu ik weet dat ik me zo kan voelen, kan ik niet met minder genoegen nemen. Ik hoop maar dat ik er niet nog eens 32 jaar op hoef te wachten.

Ik ben kennelijk langer in gedachten verzonken geweest dan ik dacht, want als ik terugkeer wordt de maaltijd net opgediend.

Het eten is buitengewoon: vis die in je mond smelt, begeleid door allerlei inventieve smaken en texturen, waardoor onze smaakpapillen bij elke hap worden gestreeld. Hugh is verrukt, zo zeer zelfs dat hij de ober vraagt of we de chef persoonlijk mogen bedanken.

De ober kijkt verward totdat Sandrine het verzoek in het Frans vertaalt. Hij laat ons even wachten en leidt Hugh en mij dan naar de keuken.

‘Monsieur Perry?’ De ober kucht discreet.

‘Oui?’ De chef draait zich om, met een slagersmes in zijn hand.

‘Tony!’ hijg ik en verraad mezelf, geschrokken door de afmetingen van het mes.

Op zijn gezicht valt zoals altijd niets af te lezen, maar de ogen van Hugh schieten heen en weer. ‘Kennen jullie…?’

‘Elkaar? Nee, nee!’ kakel ik. ‘Ik…eh…op het menu stond Chef Tony Perry. En hier is ie dan: Tony!

Zit ik Tony nu ‘ik weet welk spelletje jij speelt’ denken? Hij moet zich wel afvragen waarom ik net doe alsof we elkaar nog nooit hebben gezien.

‘De gepureerde aardappelen waren zo romig en heerlijk!’ kwebbel ik in een poging het gesprek op gang te krijgen. ‘Hoe krijg je die zo glad?’

‘Ik duw ze door een zeef en laat er dan de blender op los,’ zegt hij zachtjes.

‘Heus waar?’ Ik knik overenthousiast. ‘Hoe lang ben je al chef-kok?’ Ik klets maar door.

‘Uiteraard is dit niet mijn belangrijkste carrière…’

‘Uiteraard,’ knik ik.

‘Uiteraard?’ Hugh begrijpt het niet.

‘Ik ben artiest,’ legt hij aan Hugh uit. ‘Zanger, danser…’

‘Dus je doet mee met de act hier?’

‘Ik en mijn partner Tezz…’

‘En die is toevallig zeker ook je souschef?’ plaagt Hugh.

‘Nee, nee. Voor Tezz is pizza al een culinair hoogstandje.’ Hij rolt met zijn ogen.

Hugh lacht met hem mee en zegt dan: ‘Ik wil je in elk geval complimenteren met het eten, Tony. Het was de perfecte maaltijd om een bijzondere dag mee af te sluiten.’ Hierbij kijkt hij dromerig naar mij.

‘Op Bora Bora is elke dag bijzonder,’ roep ik, wanhopig om weg te komen. ‘We moeten je maar weer aan je werk laten,’ zeg ik terwijl een assistent verschijnt en Tony erop attendeert dat de bestellingen voor de desserts beginnen door te komen.

‘Bedankt voor je vriendelijke woorden.’ Tony buigt zijn hoofd terwijl we weglopen.

‘Dank je voor je discretie,’ wil ik antwoorden.

‘Dat was indrukwekkend,’ kirt Hugh wanneer we teruglopen naar het restaurant. ‘Zoveel dansende chef-koks zullen er niet zijn. Hij maakt vast een heerlijke ba-ba-rumba!’

Bij het naderen van ons tafeltje zie ik dat Fantasia met Sandrine staat te praten. Ik wil omkeren, maar loop recht tegen de klappende keukendeuren aan.

‘Zullen we even wat frisse lucht happen voordat we aan het toetje beginnen?’ zeg ik snel en trek Hugh het terras op.

‘Volgens mij is de lucht buiten even fris als binnen,’ merkt Hugh op. ‘Ze zijn hier niet erg verzot op ruiten.’

‘Nee,’ zeg ik, volstrekt niet op mijn gemak. Kan deze dag nog erger worden?

Ver van de drukte van het restaurant lijkt de nacht doodstil – het soort stilte waardoor mensen zeggen wat ze op hun hart hebben.

‘En, Amber. Wat vind je van het huwelijksleven?’ Hugh verpakt de vraag als een grap, maar ik weet dat hij dolgraag zekerheid wil dat ik echt mijn jawoord zal geven.

Is dit de tijd voor de waarheid? Om hem te vertellen hoe ik me werkelijk voel? Ik weet dat de tijd daar nooit rijp voor zal zijn en ik heb hem deze reis nog niet zo gelukkig gezien, ook al is hij nu dan een beetje dronken. Mag ik zijn avond wel bederven? Het kan best tot morgen wachten.

Hij pakt me bij mijn kin en kijkt me meelevend aan, wat ik niet verdien. ‘Het was een vergissing om hier te komen, nietwaar?’

Ik doe mijn mond open om te protesteren, maar hij is nog niet uitgepraat.

‘Als ik mijn aanzoek gewoon een keer in de keuken had gedaan terwijl je aan het koken was, zou je vast zonder aarzelen ja hebben gezegd.’

Hij heeft gelijk. Ik had er vast verder niet over nagedacht. Het aanbod zou ‘meer van hetzelfde schat, maar dan wettig?’ zijn geweest en omdat ik niet beter wist, zou ik vast hebben geantwoord: ‘Natuurlijk, regel de kerk maar en ik ben er. En kun je ondertussen even de meloen uit de koelkast pakken, die is wel koel genoeg zo.’

‘Als je moe bent, kunnen we ook teruggaan naar onze kamer.’ Hugh slaat een troostende arm om mijn middel.

Daar zal je het hebben – de ontsnappingsroute. Ik hoef niet met hem en Tezz in dezelfde ruimte te zijn. Maar dan kijk ik naar binnen door het raam en zie hoe Tezz naar het podium loopt, en hoewel ik weet dat ik het alleen maar erger maak, kan ik mezelf er niet toe brengen te vertrekken zonder hem nog een keer te hebben gezien.

‘En dat beroemde dessert missen – ben je gek geworden?’

‘Zo ken ik je weer!’ juicht Hugh, die duidelijk wil blijven. ‘We mogen toch niet missen hoe die Tony uit zijn keuken op het toneel springt!’

Ik doe mijn best met hem mee te lachen en we lopen terug naar ons tafeltje.

De zaal is inmiddels donker, op één enkele spotlight op het podium na.

Mijn hart begint te bonzen terwijl de muzikanten hun plaats innemen. Ik sluit mijn ogen en leun achterover in de kussens.

Laat de show beginnen…