30

‘Mooi pistool,’ zei ik. ‘Heb je dat uitgekozen omdat het bij je outfit past, of was het andersom?’

Ze kwam het balkon op. Het pistool beefde enigszins in haar hand en wees ergens in de ruimte tussen Angies neus en mijn mond.

‘Hoor eens,’ zei Desiree. ‘Voor het geval jullie het niet zien: ik ben nerveus, en ik weet niet wie ik kan vertrouwen, en ik heb jullie hulp nodig, maar ik ben niet zeker van jullie.’

‘Zo vader, zo dochter,’ zei Angie.

Ik tikte tegen haar knie. ‘Dat was mijn tekst.’

‘Wat?’ zei Desiree.

Angie nam een slokje van haar bier en keek Desiree aan. ‘Je vader, Desiree, had ons gekidnapt om met ons te kunnen praten. Nu richt jij een pistool op ons, blijkbaar om dezelfde reden.’

‘Sorry, maar…’

‘Wij houden niet van vuurwapens. Dat zou Wiebel je vertellen als hij nog in leven was.’

‘Wie?’ Ze stapte voorzichtig achter mijn stoel langs.

‘Graham Clifton,’ zei Angie. ‘Wij noemden hem Wiebel.’

‘Waarom?’

‘Waarom niet?’ Ik draaide mijn hoofd opzij. Ze schuifelde langs de balkonreling en kwam toen op ongeveer twee meter van onze stoelen vandaan tot stilstand. Het pistool was nog gericht op de ruimte tussen ons in.

En allemachtig, wat was ze mooi. Ik heb in mijn tijd nogal wat mooie vrouwen gekend. Vrouwen die hun waarde op hun uiterlijke volmaaktheid baseerden, omdat de wereld hen min of meer volgens dezelfde norm beoordeelde. Slank of weelderig, groot of tenger, adembenemend mooie vrouwen. In hun nabijheid kon je geen woord uitbrengen.

Maar geen van hen kon zelfs maar tippen aan de stralende schoonheid van Desiree. Haar fysieke volmaaktheid was tastbaar. Haar huid leek te zijn uitgesmeerd op botten die tegelijk delicaat en geprononceerd waren. Haar borsten, niet gehinderd door een beha, spanden bij elke ademtocht die ze nam tegen de dunne stof van haar jurk, en de jurk zelf, een eenvoudig, ongestructureerd, perzikkleurig, katoenen geval dat ontworpen was om functioneel en los te zijn, kon de strakke spieren van haar buik nauwelijks verbergen, of de gracieuze harde lijnen van haar dijen.

Haar jadekleurige ogen fonkelden en leken tweemaal zo helder omdat er een glans van vochtige nervositeit op lag en ze afstaken tegen de huid, die de gloed van een zonsondergang had.

Ze was zich ook goed bewust van haar uitstraling. Gedurende ons hele gesprek keek ze telkens naar Angie wanneer ze tegen haar sprak en liet dan haar blik over Angies gezicht gaan. Maar als ze tegen mij sprak, boorde ze zich met die ogen in me en boog ze bijna onwaarneembaar naar voren.

‘Desiree,’ zei ik. ‘Doe dat pistool weg.’

‘Dat kan ik niet. Ik… Ik bedoel, ik weet niet zeker…’

‘Doe het weg of schiet op ons,’ zei Angie. ‘Je hebt vijf seconden.’

‘Ik…’

‘Een,’ zei Angie.

De tranen sprongen in haar ogen. ‘Ik wil alleen zeker weten…’

‘Twee.’

Desiree keek mij aan, maar ik liet niets blijken.

‘Drie.’

‘Hoor eens…’

‘Vier.’ Angie draaide haar stoel naar rechts. Het metaal gierde even over het beton.

‘Daar blijven,’ zei Desiree, en ze richtte het pistool op Angie.

‘Vijf.’ Angie stond op.

Desiree richtte het trillende pistool op haar, en ik stak mijn hand omhoog en sloeg tegen haar hand.

Het pistool stuiterde tegen de reling, en ik griste het uit de lucht voordat het zes verdiepingen naar beneden kon vallen. Dat was maar goed ook, want toen ik naar beneden keek, zag ik een paar kinderen op het terras bij de tuin spelen.

Kijk eens wat ik heb gevonden, mammie. Boem.

Desiree liet haar gezicht in haar handen zakken, en Angie keek me aan.

Ik haalde mijn schouders op. Het pistool was een Ruger .22. Roestvrij staal. Het lag licht in de hand, maar dat is bedrieglijk als je een pistool vasthoudt. Vuurwapens zijn nooit licht.

Ze had de veiligheidspal erop gelaten, en ik liet het magazijn in mijn mitella vallen, trok het daaruit en stopte het pistool in mijn linkerzak en het magazijn in mijn rechter.

Desiree keek met rode ogen op. ‘Ik kan dit niet meer.’

‘Wat niet?’ Angie trok een andere stoel bij. ‘Ga zitten.’

Desiree ging zitten. ‘Dit. Pistolen en dood en… jezus christus, ik kan het niet.’

‘Heb je de Kerk van Waarheid en Openbaring bestolen?’

Ze knikte.

‘Jij kwam op het idee,’ zei Angie. ‘Niet Price.’

Ze knikte half. ‘Het was zijn idee. Maar toen hij het me had verteld, heb ik bij hem aangedrongen.’

‘Waarom?’

‘Waarom?’ zei ze, terwijl er twee tranen over haar gezicht liepen, van haar jukbeenderen vielen en op haar knieën belandden, net onder de zoom van haar jurk. ‘Waarom? Je moet…’ Ze zoog lucht op door haar mond, keek omhoog, veegde over haar ogen. ‘Mijn vader heeft mijn moeder vermoord.’

Dit had ik niet zien aankomen. Ik keek Angie aan. Zij ook niet.

‘Dat auto-ongeluk waarbij hijzelf ook bijna is omgekomen?’ zei Angie. ‘Weet je dat zeker?’

Desiree knikte herhaaldelijk.

‘Even voor alle duidelijkheid,’ zei ik. ‘Je vader organiseerde een zogenaamde carjacking. Bedoel je dat?’

‘Ja.’

‘En hij betaalde die mannen om drie keer op hem te schieten.’

‘Dat hoorde niet bij het plan.’

‘Nee, dat zou ik niet verwachten,’ zei Angie.

Desiree keek haar aan en knipperde met haar ogen. Toen keek ze mij met grote ogen aan. ‘Hij had de mannen al betaald. Toen alles misging en de auto over de kop sloeg – dat was niet de bedoeling – raakten ze in paniek en schoten ze op hem nadat ze mijn moeder hadden vermoord.’

‘Onzin,’ zei Angie.

Desirees ogen werden nog groter en ze richtte haar blik op een neutraal punt tussen ons tweeën. Daarna sloeg ze haar ogen weer even neer.

‘Desiree,’ zei ik. ‘Er zitten zoveel gaten in dat verhaal dat je er twee Hummers doorheen kunt rijden.’

‘Om een voorbeeld te noemen,’ zei Angie. ‘Waarom zouden die kerels, toen ze eenmaal gearresteerd en berecht waren, niet alles aan de politie vertellen?’

‘Omdat ze niet wisten dat ze door mijn vader waren ingehuurd,’ zei ze. ‘Op een dag nam iemand contact met iemand op met de vraag of hij een vrouw wilde vermoorden. Haar man zou bij haar zijn, zei die iemand, maar hij was geen doelwit. Alleen zij.’

We dachten daar even over na.

Desiree keek naar ons en ging verder: ‘Het liep via schijven. De eigenlijke moordenaars hadden geen idee waar de opdracht vandaan kwam.’

‘Nou, nogmaals: waarom schoten ze op je vader?’

‘Ik kan jullie alleen maar vertellen wat ik al eerder zei: ze raakten in paniek. Hebben jullie je in die zaak verdiept?’

‘Nee,’ zei ik.

‘Nou, als jullie dat hadden gedaan, zouden jullie weten dat die drie moordenaars niet bepaald atoomgeleerden waren. Het waren domme jongens, ze waren niet ingehuurd vanwege hun hersenen. Ze waren ingehuurd omdat ze iemand konden vermoorden zonder er wakker van te liggen.’

Ik keek Angie weer aan. Het kwam allemaal uit het niets, en het klonk ook erg bizar, maar het zou kunnen kloppen.

‘Waarom wilde je vader je moeder vermoorden?’

‘Ze wilde zich van hem laten scheiden. En ze wilde de helft van zijn vermogen. Als hij het op een gevecht voor de rechter liet aankomen, zou ze met alle smerige details van hun huwelijksleven op de proppen komen. Dat ze aan hem was verkocht, dat hij mij verkrachtte toen ik veertien was, dat hij me in de loop van de jaren bleef lastigvallen, plus duizend andere geheimen die ze van hem wist.’ Ze keek naar haar handen, draaide ze met de palm naar boven, draaide ze weer terug. ‘Hij had een alternatief. Hij kon haar vermoorden. Dat had hij wel vaker met mensen gedaan.’

‘En hij wil jou vermoorden omdat je dat weet,’ zei Angie.

‘Ja,’ zei ze bijna snauwend.

‘Hoe weet je dat?’ zei ik.

‘Toen hij na haar dood uit het ziekenhuis terugkwam, hoorde ik hem met Julian en Graham praten. Hij was woedend omdat de drie moordenaars door de politie waren gearresteerd in plaats van uitgeschakeld. Het beste wat die drie jongens ooit is overkomen, is dat ze met het pistool nog op zak werden opgepakt en een bekentenis aflegden. Anders zou mijn vader een topadvocaat in de arm hebben genomen en een paar rechters hebben omgekocht om ze vrij te krijgen, en dan zouden ze zijn doodgemarteld zodra ze vrij waren.’ Ze beet even op haar onderlip. ‘Mijn vader is de gevaarlijkste man die er is.’

‘Dat gevoel beginnen we zelf ook te krijgen,’ zei ik.

‘Wie is er doodgeschoten in het Ambassador Hotel?’ zei Angie.

‘Daar wil ik niet over praten.’ Ze schudde haar hoofd, bracht toen haar knieën naar haar kin, zette haar voeten op de rand van de stoel en sloeg haar armen om haar benen heen.

‘Je hebt geen keus,’ zei Angie.

‘O, god.’ Ze liet haar hoofd op haar knieën zakken, haar ogen dicht.

Na een minuut of zo zei ik: ‘Laten we het op een andere manier proberen. Waarom ging je naar het hotel? Waarom dacht je plotseling te weten waar het geld was?’

‘Iets dat Jay zei.’ Ze had haar ogen nog dicht en sprak met een fluisterstem.

‘Wat zei Jay?’

‘Hij zei dat Price’ kamer vol emmers water stond.’

‘Water.’

Ze keek op. ‘IJsemmers, half vol met gesmolten ijs. En ik herinnerde me hetzelfde uit een van de motels waar we waren geweest toen we op weg hierheen waren. Price en ik. Hij ging steeds weer naar de ijsmachine. Steeds een klein beetje ijs; hij maakte de emmer nooit vol. Hij wilde het ijs in zijn drankjes zo koud mogelijk hebben, zei hij. Zo uit de machine. En dat het ijs bovenin het beste was, omdat hotels het vuile ijs en water op de bodem van de machine nooit vervingen. Ze deden er steeds ijs aan de bovenkant bij. Ik vond dat grote onzin, maar ik wist niet waarom, en in die tijd was ik te moe om over zulke dingen na te denken. Ik werd ook steeds banger voor hem. Op de tweede avond dat we onderweg waren, had hij het geld van me afgepakt en hij wilde niet zeggen waar het was. Hoe dan ook, toen Jay dat van die emmers zei, dacht ik aan Price in South Carolina.’ Ze keek me met haar fonkelende ogen van jade aan. ‘Het zat onder het ijs.’

‘Het geld?’ zei Angie.

Ze knikte. ‘In een vuilniszak, onder het ijs in de machine op de vierde verdieping, net buiten zijn kamer.’

‘Kom nou,’ zei ik.

‘Maar je kunt er niet makkelijk bij komen,’ zei Desiree. ‘Je moet door al dat ijs; je armen zitten klem in het luikje van de machine. Zo trof Price me aan toen hij van het huis van zijn vrienden terugkwam.’

‘Was hij alleen?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Hij had een meisje bij zich. Ze leek me een hoer. Ik had haar al eerder bij hem gezien.’

‘Jouw lengte, jouw postuur, zelfde kleur haar?’ zei ik.

Ze knikte. ‘Ze was een centimeter of vijf kleiner, maar dat zou alleen opvallen als we naast elkaar stonden. Ze was een Cubaanse, denk ik, en haar gezicht was heel anders dan het mijne. Maar…’ Ze haalde haar schouders op.

‘Ga verder,’ zei Angie.

‘Ze namen me mee naar de kamer. Price was stoned van iets. Hij raasde en tierde en was een en al paranoia. Ze…’ Ze draaide zich in haar stoel om, keek uit over het water en fluisterde weer. ‘Ze deden dingen met me.’

‘Allebei?’

Ze bleef naar het water kijken. ‘Wat denk je?’ Haar stem klonk nu gesmoord. ‘Daarna trok de vrouw mijn kleren aan. Om de spot met me te drijven, denk ik. Ze trokken me een ochtendjas aan en reden me naar de College Hill-wijk van Tampa. Kennen jullie die wijk?’

We schudden ons hoofd.

‘Dat is Tampa’s versie van de South Bronx. Ze trokken me de ochtendjas uit, duwden me uit de auto en reden lachend weg.’ Ze bracht even een bevende hand naar haar lippen. ‘Ik… Het lukte me om terug te komen. Ik stal wat kleren van een waslijn, liftte terug naar het Ambassador, maar de politie was overal. En in Price’ kamer lag een lijk met het sweatshirt dat Jay me had gegeven.’

‘Waarom had Price haar vermoord?’ zei ik.

Ze haalde haar schouders op. Haar ogen waren weer nat en rood. ‘Misschien omdat ze zich moet hebben afgevraagd waarom ik met mijn arm in die ijsmachine zat. Ze combineerde het een en het ander, en Price vertrouwde haar niet. Ik weet het niet zeker. Hij was gestoord.’

‘Waarom nam je geen contact met Jay op?’ zei ik.

‘Die was weg. Na Price. Ik zat in de hut die we op het strand hadden en wachtte op hem, maar voor ik het wist, zat hij in de gevangenis, en toen heb ik hem laten barsten.’ Ze klemde haar kaken op elkaar en de tranen kwamen er nu in een stroom uit.

‘Hem laten barsten?’ zei ik. ‘Wat bedoel je?’

‘Ik ging niet naar de gevangenis. Ik dacht, jezus, waarschijnlijk zijn er mensen die me met Price hebben gezien, misschien zelfs met dat dode meisje. Wat zou ik ermee opschieten als ik Jay in de gevangenis ging opzoeken? Dan zou ik er alleen maar bij betrokken raken. Ik ging door het lint. Ik was een dag of twee mijn verstand kwijt. En toen dacht ik: wat kan het mij schelen, ik haal hem daaruit, ik laat hem me vertellen waar zijn geld is, dan kan ik de borgsom voor hem betalen.’

‘Maar?’

‘Maar toen was hij al met jullie meegegaan. En toen ik jullie allemaal had gevonden…’ Ze haalde een pakje Dunhill uit haar tasje, stak met een smalle gouden aansteker een sigaret aan, inhaleerde diep en blies de rook uit met haar hoofd schuin naar boven. ‘Toen ik jullie had gevonden, waren Jay en Cushing en Graham Clifton dood. En ik kon alleen maar staan kijken.’ Ze schudde verbitterd haar hoofd. ‘Als een idioot.’

‘Zelfs als je ons op tijd had gevonden,’ zei Angie, ‘had je niets kunnen veranderen aan wat er gebeurd is.’

‘Nou, dat zullen we nooit weten, hè?’ zei Desiree met een triest glimlachje.

Angie keek met net zo’n glimlachje terug. ‘Nee.’

Ze kon nergens heen en ze had geen geld. Misschien zou niemand ooit weten wat Price met die twee miljoen had gedaan nadat hij die andere vrouw had vermoord en uit het Ambassador was gevlucht.

Blijkbaar had onze ondervraging haar erg moe gemaakt. Angie bood haar aan om bij ons te overnachten.

‘Even een dutje doen,’ zei Desiree, ‘dan gaat het wel weer.’ Maar toen we vijf minuten later door Angies kamer liepen, lag Desiree op haar buik op het bed, haar kleren nog aan en in diepe slaap verzonken.

We gingen naar mijn kamer terug, deden de deur dicht om Desiree niet te storen, en toen ging de telefoon. Het was Devin.

‘Wil je nog weten wie dat dode meisje was?’

‘Ja.’

‘Illiana Carmen Rios. Een prostituee. Laatst bekende adres 112 Seventeenth Street Northeast, St. Petersburg.’

‘Strafblad?’ zei ik.

‘Ze is een keer of tien opgepakt voor tippelen. Daar staat tegenover dat ze voorlopig niet bang hoeft te zijn dat ze de gevangenis weer in moet.’

‘Ik weet het niet,’ zei Angie, toen we in de badkamer stonden, met de douche aan. Als de kamer werd afgeluisterd, moesten we weer oppassen met wat we zeiden.

‘Wat weet je niet?’ zei ik, terwijl de damp in wolken uit het bad opsteeg.

Ze leunde tegen de wastafel. ‘Desiree. Ik bedoel, alles wat ze heeft verteld, is nogal vergezocht, vind je niet?’

Ik knikte. ‘Maar dat geldt voor de meeste verhalen die we hebben gehoord sinds we met deze zaak bezig zijn.’

‘Dat zit me dwars. Het ene na het andere verhaal, laag op laag, en het is allemaal volslagen onzin, of tenminste voor een deel. En waarom heeft ze ons nodig?’

‘Om haar te beschermen?’

Ze zuchtte. ‘Ik weet het niet. Vertrouw jij haar?’

‘Nee.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ik niemand vertrouw, behalve jou.’

‘Hé, dat is mijn tekst.’

‘Ja.’ Ik glimlachte. ‘Sorry.’

Ze wuifde met haar hand naar me. ‘Ga je gang. Neem hem maar. Wat van mij is, is van jou.’

‘O ja?’

‘Ja,’ zei ze, en ze keek me aan. ‘Echt waar,’ zei ze zachtjes.

‘Dat is wederzijds,’ zei ik.

Haar hand verdween even in de damp, en toen voelde ik hem op mijn hals.

‘Hoe gaat het met je schouder?’ zei ze.

‘Gevoelig. Mijn heup ook.’

‘Daar zal ik rekening mee houden,’ zei ze. En toen liet ze zich op haar knie zakken en trok mijn overhemd omhoog. Toen ze de huid naast het verband op mijn heup kuste, voelde haar tong elektrisch aan.

Ik boog me en sloeg mijn goede arm om haar middel. Ik tilde haar van de vloer, zette haar op de wastafel en kuste haar, terwijl haar benen zich om mijn rug heen sloegen en haar sandalen op de vloer vielen. Minstens vier minuten namen we nauwelijks de tijd om adem te halen. Die laatste paar maanden had ik niet zomaar naar haar tong, haar lippen, haar smaak verlangd – ik was zwak en duizelig geweest van verlangen.

‘Hoe moe we ook zijn,’ zei ze toen mijn tong haar hals vond, ‘we houden deze keer pas op als we allebei buiten westen zijn.’

‘Akkoord,’ mompelde ik.

Om een uur of vier in de nacht raakten we eindelijk buiten westen.

Toen ze in slaap viel, lag ze tegen mijn borst. Ik voelde dat mijn oogleden zwaar werden en vroeg me, net voordat ik het bewustzijn verloor, nog af hoe ik zelfs maar een seconde had kunnen denken dat Desiree de mooiste vrouw was die ik ooit had gezien.

Ik keek naar Angie zoals ze daar naakt tegen mijn borst lag, naar de schrammen en de builen op haar gezicht, en ik wist dat ik pas toen, op dat exacte moment en voor het eerst in mijn leven, iets van schoonheid wist.