11     

TOEN ZE HEM MET HAAR VLAKKE HAND IN ZIJN GEZICHT SLOEG, wist hij dat ze mochten blijven. De eerste klap, een halfslachtige mep tegen zijn borst, had geen enkel effect, wat Sophie nog kwader maakte. Dus haalde ze nog eens uit. Hij had kunnen wegdraaien of de klap met zijn arm kunnen opvangen of afzwakken, maar in plaats daarvan had hij zijn ogen gesloten en de felle pijn in de linkerhelft van zijn gezicht, van zijn oor tot aan zijn onderkaak, weerloos geaccepteerd.

‘Hoe kón je?’ vroeg zijn ex-vrouw met een stem alsof ze gemalen glas onder haar tong had.

Stern wist dat ze eigenlijk drie vragen in één stelde: Waarom heb je Felix uit mijn armen gegrist toen ik er nog niet aan toe was om hem los te laten? Waarom sta je tien jaar later met je nieuwe scharrel op de stoep? En hoe kun je het verleden oprakelen door met een doodziek kind bij me aan te kloppen?

Hij liep naar de keramieken spoelbak, hield een schone theedoek onder het koude water en drukte die tegen zijn vuurrode wang. De keuken met zijn lichte, warme meubels in landelijke stijl was geen geschikt decor voor zo’n conflict. Zoals overal in deze eengezinswoning in Köpenick hing ook hier de zorgeloze, vredige sfeer van Sophies nieuwe gezin.

Geen wonder dat ze hem niet had willen binnenlaten toen hij twintig minuten geleden onaangekondigd op het klinkertrapje van haar veranda had gestaan. Borchert had hen afgezet en was doorgereden om zelf een veilig onderkomen te zoeken. Het feit dat Robert de slapende Simon in zijn armen hield was de enige reden waarom Sophie had geaarzeld. Net iets te lang. Van dat moment had Stern gebruikgemaakt om naar binnen te stappen.

‘De politie is hier al geweest.’ Vermoeid leunde Sophie tegen het kookeiland in het midden van de keuken, onder een selectie antiek ogende koperen pannen. Robert vroeg zich af of ze echt werden gebruikt of alleen als versiering dienden. Maar de stralende echtgenoot op de foto aan de koelkast leek hem zo’n amateurkok die wel met dat keukengerei wist om te gaan. Waarschijnlijk stonden ze na een drukke werkdag samen aan het fornuis, terwijl ze de vleessaus proefden en lachend de tweeling naar de woonkamer verjoegen als ze van het eten wilden snoepen.

Alleen al daarom was het heel verstandig van Sophie geweest om bij hem weg te gaan. De enige keer dat hij haar culinair had willen verrassen was zelfs zijn diepvriespizza mislukt.

‘En wat heb je tegen ze gezegd?’ vroeg hij.

‘De waarheid. Ene inspecteur Brandmann kwam bij me langs. Ik had echt geen idee waar je uithing en wat je had uitgespookt. En eerlijk gezegd, Robert, wíl ik dat ook niet weten.’

‘Mama?’

Sophie draaide zich om naar de deur, waar Frida stond, op blote voeten en met een pop in haar hand. Haar verbleekte Snoopy-T-shirt viel tot over haar knieën.

‘Wat is er, schat? Je had allang in bed moeten liggen.’

‘Ja, ik lag al in bed, maar ik wilde Simon nog Cinderella laten zien.’

‘Snel dan.’

‘Maar ze heeft geen sokjes!’

Het blonde meisje stak haar moeder pruilend de blote plastic voeten van haar lievelingspop toe. Sophie trok een la open en haalde twee piepkleine katoenen sokjes tevoorschijn. ‘Zoek je die?’

‘Ja!’ Frida pakte stralend de sokken aan en verdween weer uit de keuken.

‘Ik kom zometeen het licht uitdoen,’ riep haar moeder haar nog na. Toen verdween de lach van haar gezicht en keek ze Robert weer verontwaardigd aan. Het bleef een hele minuut stil, totdat Robert naar de telefoon aan de muur knikte.

‘Bel de politie maar, als je wilt. Ik kan me best voorstellen dat je niets met mijn problemen te maken wilt hebben, zeker niet nu je man vanochtend op zakenreis is vertrokken.’

Sophie hield haar hoofd schuin en haar ogen werden nog donkerder. ‘Je bent geen steek veranderd, hè? Denk je nog altijd dat ik een sterke man in huis moet hebben om me door het leven heen te slaan?’

‘Dat weet ik niet. Ik ken je niet meer.’

‘Waarom ben je dan juist naar míj toe gekomen?’

‘Omdat ik word gechanteerd.’

‘Door wie?’

‘Door iemand die me videobeelden heeft gestuurd van Felix’ dood.’

Sophie leek opeens doorschijnend te worden, zo snel week alle kleur uit haar gezicht.

‘Is dat het? Heb je me daarom midden in de nacht gebeld?’

Stern knikte en deed zijn verhaal, zo voorzichtig mogelijk. Hij vertelde haar over de dvd, de laatste beelden van hun baby en de eis van de anonieme stem. Over de jongen met de moedervlek en de dreigementen tegen de tweeling zei hij opzettelijk geen woord. Anders dan hij was het Sophie bijna gelukt de drempel naar een nieuw leven over te steken. Nieuwe twijfel aan Felix’ dood zou haar met een klap terugwerpen in een golf van depressie, angst en zelfmedelijden. Hetzelfde gold als ze opeens voor het leven van haar kinderen zou moeten vrezen. Dus sprak hij er niet over en loog dat ‘de Stem’ hem de video had gestuurd als bewijs van zijn macht en gedreigd had Simon te vermoorden als Stern niet zou meewerken.

Toen Robert klaar was met de aangepaste versie van het verhaal, leek Sophie verpletterd, als onder het gewicht van een stalen balk.

‘Weet je zeker dat…?’ begon ze haperend. Ze wilde een nieuwe poging doen, maar zweeg toen Robert knikte.

‘Ja. Ik heb het zelf gezien.’

‘En hoe? Ik bedoel, hoe is hij…’

‘Zoals de dokters zeiden. Hij hield gewoon op met ademen.’

De donkere vlek op Sophies crèmekleurige zijden blouse werd groter, maar het duurde even voordat Robert begreep dat ze stille tranen huilde.

‘Waarom?’ snikte ze zacht. ‘Waarom heb ik maar zo weinig naar hem omgekeken?’

Hoewel hij een heftige afwijzing verwachtte, stapte hij op haar toe en pakte haar hand. Ze trok hem niet terug, maar beantwoordde evenmin de druk van zijn vingers.

‘Je was moe; het was een zware bevalling geweest.’

Sophie streek met haar vrije hand door haar haar en staarde naar de plavuizen voor haar voeten. ‘Ik kan het me nauwelijks nog herinneren,’ zei ze door een waas van tranen. ‘Zijn lachje, zijn dichtgeknepen oogjes, al het andere… Ik weet het niet meer. Alles vervaagt. Ook zijn huilen hoor ik nog maar heel zacht. Zelfs zijn luchtje begint langzaam te vervliegen. Die dure Franse babyolie die we gekocht hadden, weet je nog? Misschien wilde ik het daarom niet geloven – omdat hij nog zo levend rook toen ik hem voor het laatst in mijn armen hield. En nu…’

Stern begreep meteen wat zijn woorden bij haar teweeg hadden gebracht. Blijkbaar had ze al die jaren nog een irrationele hoop gekoesterd, die nu voorgoed de bodem in was geslagen.

Hij boog zich naar haar toe, keek in haar ogen en zag dat ze haar tranen had overwonnen. Meteen liet hij haar hand weer los. Als hij die nog langer had vastgehouden, was het een vorm van inbreuk geweest. Het korte moment van intimiteit was voorbij.

Robert en Sophie zwegen nog een tijdje, voordat hij zich omdraaide en de moeder van zijn zoon alleen in de keuken achterliet. Op zoek naar Simon, Carina en een plek om te slapen liep hij langzaam de keldertrap af. Buiten hoorde hij de koude, natte regen aan het tuinhek en de dakpannen rukken. Op de een of andere manier leken het de zachte voortekenen van een nacht die uiterst stormachtig zou verlopen.

De Wreker
titlepage.xhtml
De_Wreker_split_000.html
De_Wreker_split_001.html
De_Wreker_split_002.html
De_Wreker_split_003.html
De_Wreker_split_004.html
De_Wreker_split_005.html
De_Wreker_split_006.html
De_Wreker_split_007.html
De_Wreker_split_008.html
De_Wreker_split_009.html
De_Wreker_split_010.html
De_Wreker_split_011.html
De_Wreker_split_012.html
De_Wreker_split_013.html
De_Wreker_split_014.html
De_Wreker_split_015.html
De_Wreker_split_016.html
De_Wreker_split_017.html
De_Wreker_split_018.html
De_Wreker_split_019.html
De_Wreker_split_020.html
De_Wreker_split_021.html
De_Wreker_split_022.html
De_Wreker_split_023.html
De_Wreker_split_024.html
De_Wreker_split_025.html
De_Wreker_split_026.html
De_Wreker_split_027.html
De_Wreker_split_028.html
De_Wreker_split_029.html
De_Wreker_split_030.html
De_Wreker_split_031.html
De_Wreker_split_032.html
De_Wreker_split_033.html
De_Wreker_split_034.html
De_Wreker_split_035.html
De_Wreker_split_036.html
De_Wreker_split_037.html
De_Wreker_split_038.html
De_Wreker_split_039.html
De_Wreker_split_040.html
De_Wreker_split_041.html
De_Wreker_split_042.html
De_Wreker_split_043.html
De_Wreker_split_044.html
De_Wreker_split_045.html
De_Wreker_split_046.html
De_Wreker_split_047.html
De_Wreker_split_048.html
De_Wreker_split_049.html
De_Wreker_split_050.html
De_Wreker_split_051.html
De_Wreker_split_052.html
De_Wreker_split_053.html
De_Wreker_split_054.html
De_Wreker_split_055.html
De_Wreker_split_056.html
De_Wreker_split_057.html
De_Wreker_split_058.html
De_Wreker_split_059.html
De_Wreker_split_060.html
De_Wreker_split_061.html
De_Wreker_split_062.html
De_Wreker_split_063.html
De_Wreker_split_064.html
De_Wreker_split_065.html
De_Wreker_split_066.html
De_Wreker_split_067.html
De_Wreker_split_068.html
De_Wreker_split_069.html
De_Wreker_split_070.html
De_Wreker_split_071.html
De_Wreker_split_072.html
De_Wreker_split_073.html
De_Wreker_split_074.html
De_Wreker_split_075.html
De_Wreker_split_076.html
De_Wreker_split_077.html
De_Wreker_split_078.html
De_Wreker_split_079.html
De_Wreker_split_080.html
De_Wreker_split_081.html
De_Wreker_split_082.html
De_Wreker_split_083.html
De_Wreker_split_084.html
De_Wreker_split_085.html
De_Wreker_split_086.html
De_Wreker_split_087.html
De_Wreker_split_088.html
De_Wreker_split_089.html
De_Wreker_split_090.html
De_Wreker_split_091.html
De_Wreker_split_092.html
De_Wreker_split_093.html
De_Wreker_split_094.html
De_Wreker_split_095.html
De_Wreker_split_096.html
De_Wreker_split_097.html
De_Wreker_split_098.html
De_Wreker_split_099.html
De_Wreker_split_100.html
De_Wreker_split_101.html
De_Wreker_split_102.html