18. EEN VERVLOEKING

Gisselle en ik spraken elkaar nauwelijks de volgende dag. Ik had al ontbeten voor zij beneden kwam, en onmiddellijk na haar ontbijt ging ze weg met Martin en twee van haar vriendinnen. Papa vertrok met de mededeling dat hij achterstallig werk op kantoor moest inhalen en Daphne zag ik maar heel even voor ze haastig naar buiten ging om met een paar vriendinnen te gaan winkelen en lunchen. De rest van de ochtend schilderde ik in mijn atelier. Ik voelde me nog steeds niet op mijn gemak in dat grote huis. Ondanks het mooie antiek en de kunstwerken, de kostbare Franse meubels en mooie gobelins en tapijten, bleef het huis zo leeg en koud als een museum. Het was gemakkelijk om je hier eenzaam te voelen, dacht ik, terwijl ik door de lange gangen terugliep om in mijn eentje te gaan lunchen.

En dus was ik blij toen Beau in het begin van de middag kwam. We gingen naar het atelier om onze tekst te repeteren. Eerst bekeek hij wat ik onder het toeziend oog van professor Ashbury had gemaakt.

'En?' vroeg ik, toen hij zonder iets te zeggen van het ene schilderij naar het andere liep.

'Als je eens een portret van mij maakte?' opperde hij, opkijkend van een aquarel van een schaal met fruit.

'Van jou?' Het idee verraste me. Een langzame grijns verscheen op zijn knappe gezicht.

'Ja. Ik neem aan dat het heel wat interessanter zou zijn dan dit.' Zijn grijns verdween langzaam. Plotseling keken zijn saffierkleurige ogen me aan zoals nog nooit iemand naar me had gekeken. Ze zagen donker van onverholen verlangen. 'Ik wil zelfs wel naakt poseren, als je wilt,' zei hij.

Ik werd vuurrood.

'Naakt! Beau!'

'Het gaat toch om de kunst?' ging hij snel door. 'En een schilder moet zich oefenen in het tekenen en schilderen van het menselijk lichaam, nietwaar? Dat weet zelfs ik. Ik weet zeker datje professor je binnenkort naar zijn atelier laat komen om een paar naakten te tekenen. Ik hoor dat er studenten zijn die het voor geld doen. Of heb je al eens een naaktmodel getekend?' vroeg hij met een sarcastisch glimlachje.

'Natuurlijk niet. Daar ben ik nog niet aan toe, Beau,' zei ik met ingehouden adem. Hij deed een paar stappen in mijn richting.

'Vind je me niet knap genoeg? Denk je dat zo'n student er beter uitziet?'

'Nee. Dat is het niet. Het is alleen dat...'

'Wat?'

'Ik zou me te verlegen voelen om jou te kunnen tekenen. Hou er nu over op. We zijn hier gekomen om onze tekst in te studeren,' zei ik, terwijl ik mijn script opensloeg. Hij bleef naar me staren met dat intense verlangen in zijn ogen. Ik moest al mijn aandacht op de pagina's concentreren, zodat hij mijn opwinding niet zou zien. Mijn hart bonsde toen het beeld van een naakte Beau op de chaise-longue voor mijn ogen flitste. Onwillekeurig begon ik te beven. Ik hoopte dat hij niet zou zien hoe nerveus mijn vingers trilden bij het omslaan van de pagina's van mijn script.

'Weet je het zeker?' vroeg hij weer. 'Je kunt nooit iets zeker weten voor je het geprobeerd hebt.' Ik haalde diep adem, legde het script neer en keek hem scherp aan.

'Ik weet het zeker, Beau. Ik kan me echt niet permitteren nog één verkeerde stap te doen. Daphne heeft papa er bijna van overtuigd dat ik een slechte Cajun-meid ben, dank zij Gisselle.'

'Wat bedoel je?' vroeg Beau, terwijl hij naast me kwam zitten. Ademloos vertelde ik dat ze me ondervraagd hadden over Annie Gray.

'Bedoel je dat Gisselle je verraden heeft?' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik denk dat ze gewoon jaloers is,' zei hij. 'Nou ja, ze heeft er alle reden toe.

Ik ben nu veel te dol op jou om bij haar terug te komen. Ze zal eraan moeten wennen en zich leren gedragen.'

We staarden elkaar even aan. Buiten was de bewolkte lucht verduisterd tot een dek van regenwolken en het begon te stortregenen. De druppels kletterden tegen de ramen en rolden omlaag als tranen over een wang.

Langzaam boog Beau zich naar me toe. Ik bewoog me niet en hij kuste me zacht op de lippen. Ik voelde mijn muur van weerstand afbrokkelen. Tot mijn eigen verbazing, en de zijne, beantwoordde ik zijn kus zodra die beëindigd was. Geen van beiden zeiden we iets, maar we wisten allebei dat de repetitie voor het toneelstuk gedoemd was te mislukken. Zodra ik mijn ogen opsloeg en hem aankeek, lieten mijn geheugen en mijn verstand me in de steek.

Eindelijk pakte hij het script uit mijn handen en legde het naast het zijne.

'Schilder me, Ruby,' fluisterde hij zo verleidelijk als de slang in het paradijs moet zijn geweest. 'Teken me en schilder me. Laten we de deur op slot doen,' zei hij uitdagend.

'Beau, het kan niet... het kan echt niet.'

'Waarom niet? Je schildert toch ook dieren zonder kleren?' zei hij plagend. 'En naakt fruit?'

'Hou op, Beau.'

'Het is niets,' zei hij, weer ernstig. 'Het blijft een geheim tussen ons,' ging hij verder. 'Waarom doen we het nu niet meteen? Er is niemand om ons te storen.' Hij begon zijn hemd open te knopen.

'Beau...'

'Met zijn blik strak op me gevestigd, trok hij zijn hemd uit en stond op om zijn broek los te maken.

'Doe de deur op slot,' zei hij.

'Beau...'

'Als je hem niet op slot doet en er komt iemand binnen...'

'Beau Andreas!'

Hij trok zijn broek uit en hing hem over de rugleuning van de bank. Hij stond in zijn onderbroek, zijn handen op zijn heupen, in afwachtende houding.

'Hoe moet ik poseren? Zittend? Met opgetrokken knieën? Op mijn buik?'

'Beau, ik heb je gezegd dat ik niet...'

'De deur,' antwoordde hij, met een nadrukkelijk knikje. Om me sneller in beweging te brengen, stak hij zijn duimen in het elastiek van zijn onderbroek en liet hem over zijn heupen zakken. Ik sprong op uit mijn stoel en holde naar de deur. Zodra ik het slot hoorde klikken wist ik dat ik het te ver had laten gaan. Kwam dat omdat ik niet wist hoe ik hem moest tegenhouden, of vond ik het goed dat het gebeurde, wilde ik dat het gebeurde? Ik draaide me om en zag dat hij met zijn onderbroek in zijn hand stond en die voor zich hield.

'Hoe moet ik poseren?' vroeg hij.

'Doe onmiddellijk je kleren weer aan, Beau Andreas,' beval ik.

'Het is al gebeurd. Het is nu te laat om de zaak nog terug te draaien. Begin nou maar.'

Hij ging op de chaise-longue zitten, met zijn onderbroek voor zijn geslachtsdeel. Toen legde hij nonchalant zijn benen op de stoel en ging languit liggen, terwijl hij me aankeek. Met een snel gebaar hief hij zijn onderbroek op en hing hem over de rugleuning. Mijn mond viel open.

'Moet ik op mijn hand steunen? Zo?'

Ik schudde mijn hoofd en wendde mijn hoofd af. Toen ging ik snel zitten omdat mijn hart te luid bonsde en mijn benen van rubber leken.

'Doe het, Ruby. Teken me,' beval hij. 'Dit is een uitdaging om te zien of je een echte schilderes bent en iemand kunt zien als een voorwerp om te tekenen, zoals een dokter afstand neemt van zijn patiënt om te doen wat hij moet doen.'

'Ik kan het niet, Beau. Alsjeblieft. Ik ben geen dokter en jij bent mijn patiënt niet,' hield ik vol, zonder naar hem te kijken.

'Ons geheim, Ruby,' fluisterde hij. 'Het is ons geheim. Toe dan. Kijk naar me. Je kunt het. Kijk naar me,' beval hij.

Langzaam, als gehypnotiseerd, staarde ik naar hem, naar zijn slanke, gespierde romp, naar de soepele lijnen van zijn lichaam. Kon ik wat hij vroeg? Kon ik naar hem kijken en zoveel afstand nemen dat ik hem alleen maar zag als een tekenmodel?

De schilderes in me wilde het weten. Ik stond op, liep naar mijn ezel en sloeg de pagina om naar een blanco vel. Toen pakte ik de houtskool, keek naar hem en schetste wat ik zag. Mijn vingers, die eerst hevig getrild hadden, werden sterker, vaster, naarmate de lijnen vorm aannamen. Zijn gezicht kostte de meeste tijd, ik schetste het zoals ik het zelf zag en zoals anderen het zagen. Ik bracht een intense, krachtige blik in zijn ogen. Tevreden begon ik aan zijn lichaam, en even later had ik de omtrek van zijn schouders, zijn middel, zijn heupen en benen. Ik concentreerde me op zijn borst en hals, legde de sterke, gespierde structuur en de soepele lijnen ervan vast.

Al die tijd hield hij zijn ogen strak op me gericht; hij leek een professioneel model. Ik geloof dat hij zichzelf evenzeer op de proef stelde als mij.

'Dit is vermoeiend werk,' zei hij ten slotte.

'Wil je stoppen?'

'Nee, ik hou het nog wel even vol. Net zo lang als jij.'

Mijn vingers begonnen weer te trillen toen ik bij zijn onderbuik kwam. Met elke lijn die ik schetste had ik het gevoel dat de toppen van mijn vingers over zijn lichaam gleden en langzaam omlaaggingen tot ik zijn seksorgaan moest tekenen. Hij wist dat ik dat punt bereikt had, want zijn lippen plooiden zich in een sensuele glimlach.

'Als je dichterbij moet komen, wees dan niet bang,' zei hij luid fluisterend.

Ik richtte mijn blik weer op de ezel en lekende snel; zo snel dat het moet hebben geleken of ik als een uitzinnige zal te schetsen. Ik hoefde niet meer naar hem te kijken. Het beeld van zijn lichaam bleef voor mijn ogen zweven. Ik wist dat ik een rode kleur had. Ik wist niet hoe ik door kon gaan, maar ik deed het. En toen ik eindelijk een stap achteruitdeed, had ik een vrij gedetailleerd portret van hem getekend.

is het goed?' vroeg hij.

ik geloof het wel,' zei ik, verbaasd hóe goed het was. Ik kon me niet herinneren dat ik één lijn op papier had gezet. Het was alsof ik gehypnotiseerd was.

Plotseling stond hij op en kwam naast me staan om de tekening te bekijken.

'Het is goed,' zei hij.

'Je kunt je kleren nu weer aantrekken, Beau,' zei ik, strak naar de tekening kijkend.

'Doe niet zo zenuwachtig,' zei hij, terwijl hij zijn hand op mijn schouder legde.

'Beau...'

'Je hebt al alles gezien wat er te zien valt. Je hoeft nu niet meer verlegen te zijn,' fluisterde hij. Toen hij zijn arm om me heen sloeg, probeerde ik me los te rukken. Ik dwong mijn voeten in beweging te komen, maar ergens onderweg bleven ze steken, en ik bleef naast hem staan, kneedbaar als zachte klei. Ik liet toe dat hij me omdraaide zodat ik hem aankeek en hij me kon kussen. Ik voelde zijn naakte lichaam tegen me, voelde zijn seksorgaan hard worden.

'Beau, alsjeblieft...'

'Sst,' zei hij, terwijl hij mijn gezicht zachtjes afveegde met zijn palm. Hij zoende me teder op mijn lippen, tilde me toen op in zijn armen en droeg me naar de chaise-longue. Hij legde me erop neer, ging op zijn knieën zitten en boog zich over me heen om me weer te kussen. Zijn vingers gleden snel over mijn kleren, knoopten mijn blouse los, ritsten mijn rok los. Hij maakte mijn beha los en schoof hem weg, zodat ik met naakte borsten voor hem lag, maar ik verzette me niet. Ik hield mijn ogen gesloten en kreunde slechts toen hij me in mijn hals en op mijn schouders zoende, en toen zachtjes onder en boven mijn borsten. Hij tilde me zachtjes op en schoof mijn rok omlaag over mijn heupen en verborg zijn gezicht in mijn buik. Zijn kussen waren als vuur. Overal waar zijn lippen me aanraakten voelde ik de hitte.

'Je bent fantastisch, Ruby, geweldig. Je bent van buiten even mooi als Gisselle en van binnen veel en veel mooier,' zei hij. 'Ik móet wel van je houden. Ik kan aan niemand anders denken dan aan jou. Je maakt me helemaal gek,' bezwoer hij me.

Nieuwsgierig vroeg ik me af of hij werkelijk zo hartstochtelijk van me hield. In een ogenblik van volmaakte stilte, hoorde ik het zachte gekletter van de regen en voelde een warme rilling door mijn lichaam gaan. Ik hield zijn hoofd tussen mijn handen om hem tegen te houden, maar in plaats daarvan kuste ik zijn voorhoofd, zijn haar. Ik drukte hem stevig tegen mijn borsten.

'Jouw hart bonst net zo hard als het mijne,' zei hij. Hij keek in mijn ogen. Ik sloot ze, en toen, als in een droom, voelde ik zijn zachte lippen op mijn wang, mijn haar, mijn oogleden en ten slotte weer op mijn lippen. Terwijl hij me kuste, gleden zijn vingers onder de tailleband van mijn slipje en trokken het omlaag.

Ik wilde protesteren, maar hij legde me met een nieuwe zoen het zwijgen op.

'Het wordt goed, Ruby,' fluisterde hij. 'Ik beloof het je. Bovendien moet je weten hoe het is. Een schilderes hoort zoiets te weten.'

'Beau, ik ben bang. Alsjeblieft., niet doen...'

'Het is goed.' Hij glimlachte naar me. Ik lag naakt onder hem, met zijn naakte lichaam tegen me aangeperst. Ik voelde zijn hart kloppen. Het benam me de adem, maakte het steeds moeilijker om te praten, te smeken. 'Ik wil de eerste zijn. Ik hoor de eerste te zijn,' zei hij. 'Omdat ik van je hou.'

'Heus, Beau? Doe je dat echt?'

'Ja,' zei hij plechtig. Toen drukte hij zijn lippen weer op de mijne en wrong zich tegelijkertijd tussen mijn benen. Ik probeerde me te verzetten, hield mijn benen stevig tegen elkaar, maar hij bleef me kussen en tedere woordjes fluisteren en me aanraken op plaatsen die geen jongen of man ooit gezien had. Ik had het gevoel of ik probeerde een zondvloed in bedwang te houden. Golf na golf van opwinding spoelde over me heen, tot ik verdronk in de stroom van hartstocht. Mijn laatste verlangen tot verzet verdween en ik voelde mijn dijen en rug ontspannen terwijl hij vastbesloten in me drong. Ik schreeuwde. Ik voelde me duizelig worden, een verrukkelijke duizeligheid die me zachtjes deed kreunen. De explosies in me verbijsterden me, beangstigden me en gaven me een intens genot. Zijn climax kwam snel, heet en krachtig. Ik voelde hem sidderen en toen bleef hij bevredigd liggen, stil, met zijn lippen tegen mijn wang. Zijn ademhaling ging zwaar en hijgend.

'O, Ruby,' kreunde hij. 'Ruby, je bent zo mooi, je bent zo fantastisch.'

Het besef van wat er gebeurd was, waartoe ik me had laten meeslepen, drong plotseling tot me door. Ik duwde hem weg.

'Laat me opstaan, Beau. Alsjeblieft,' riep ik. Hij ging van me af en ik pakte mijn kleren en trok ze snel aan.

'Je bent toch niet boos op me, hè?' vroeg hij.

'Ik ben boos op mezelf.'

'Waarom? Het was voor jou toch ook goed?'

Ik verborg mijn gezicht in mijn handen en begon te huilen. Ik kon er niets aan doen. Hij probeerde me te kalmeren, me te troosten.

'Ruby, er is niets aan de hand. Heus niet. Je moet niet huilen.'

'Het is niet goed, Beau. Dat is het niet. Ik hoopte dat ik anders zou zijn,' zei ik.

'Anders? Dan wie? Dan Gisselle?'

'Nee. Dan...' Ik kon het niet zeggen. Ik kon hem niet vertellen dat ik hoopte dat ik geen Landry was, omdat hij niet wist wie mijn echte moeder was, maar dat was precies wat ik bedoelde. Het bloed dat door mijn aderen stroomde was even heet als het bloed van mijn moeder. En het had haar in moeilijkheden gebracht, met Pauls vader en later met papa.

'Ik begrijp je niet,' zei Beau. Hij stond op en begon zijn kleren aan te trekken.

'Het doet er niet toe,' zei ik, me beheersend. 'Ik geef jou niet de schuld, Beau. Je hebt me niet gedwongen iets te doen wat ik niet wilde.'

'Ik geef echt om je, Ruby,' zei hij. 'Ik geloof dat ik meer om je geef dan ik ooit om een meisje gegeven heb.'

'Heus, Beau? Heb je het niet zo maar gezegd?'

'Natuurlijk niet. Ik...'

We hoorden voetstappen in de gang buiten mijn atelier. Ik kleedde me haastig verder aan en hij stopte zijn hemd in zijn broek terwijl iemand aan de deur rammelde. Even later werd erop de deur gebonsd. Het was Daphne.

'Doe onmiddellijk open!' schreeuwde ze.

Ik holde naar de deur en deed open. Ze stond voor me en staarde me met zoveel afkeuring aan, dat ik onwillekeurig begon te beven.

'Wat doen jullie hier?' vroeg ze. 'Waarom was de deur op slot?'

'We repeteerden onze rollen en wilden niet gestoord worden,' zei ik snel. Mijn hart bonsde. Ik wist zeker dat mijn haar in de war zat en mijn kleren eruitzagen of ik ze heel gauw had aangetrokken. Ze bekeek me of ik een slavin was op het veilingblok vroeger in het Zuiden en keek toen snel naar Beau. Zijn vage glimlachje bevestigde haar vermoedens.

'Waar zijn jullie scripts?' vroeg ze fronsend.

'Hier,' zei Beau en pakte ze op om ze haar te laten zien.

'Hmm,' zei ze, met een ijzige blik op mij. Ze richtte zich nog rechter op. 'We hebben een paar gasten vanavond aan tafel. Kleed je wat netter,' zei ze koel en bevelend. 'En doe wat aan je haar. Waar is je zuster?'

'Ik weet het niet,' zei ik. 'Ze is weggegaan en nog niet terug.'

'Als ze soms thuis mocht komen zonder dat ik haar zie, zeg het haar dan.' Ze keek weer naar Beau. Haar frons werd dieper en ze richtte zich weer tot mij. Haar woorden vlogen me als kogels om de oren. ik hou niet van gesloten deuren in mijn huis. Als mensen hun deur op slot doen, hebben ze meestal iets te verbergen, of ze doen iets wat een ander niet mag weten,' snauwde ze. Toen draaide ze zich met een ruk om en liep weg. Het was alsof een koude wind door de kamer was gegaan. Ik liet langzaam een zucht ontsnappen en Beau ook.

'Je kunt beter gaan, Beau,' zei ik. Hij knikte.

'Ik kom je morgen halen voor school,' zei hij. 'Ruby...'

ik hoop dat je echt meende wat je zei. Beau. Ik hoop dat je echt om me geeft.'

'Dat doe ik. Ik zweer het je.' Hij gaf me een zoen. 'Tot morgen. Dag.' Hij wilde zo gauw mogelijk weg. Daphnes blikken prikten als pijlen door zijn onschuldige uiterlijk heen.

Toen hij weg was bleef ik even zitten. De gebeurtenissen van het laatste uur leken een droom. Pas toen ik opstond en naar de tekening keek die ik van hem had gemaakt, besefte ik dat het een droom was. Ik bedekte de tekening en ging haastig naar buiten. Ik voelde me zo gewichtloos dat ik dacht dat een zachte windvlaag me door een open raam naar buiten kon blazen.

Gisselle kwam niet thuis eten. Ze belde om te zeggen dat ze bij vrienden bleef eten. Daphne ergerde zich, maar verborg haar irritatie toen onze gasten, Hamilton Davies en zijn vrouw Beatrice, arriveerden. Monsieur Davies was een man van achter in de vijftig of begin zestig, eigenaar van een stoombootmaatschappij, die excursies voor toeristen organiseerde op de Missisippi. Daphne had me verteld dat hij een van de rijkste mannen in New Orleans was, en dat ze hem wilden interesseren voor een van vaders investeringen. Ze maakte me heel duidelijk dat het van het grootste belang was dat ik mijn beste beentje voorzette en een goede indruk maakte.

'Spreek niet voor er tegen je gesproken wordt en als iemand tegen je spreekt, antwoord dan prompt en kort. Ze zullen Ietten op je gedrag, dus gedraag je en denk aan de tafelmanieren die ik je geleerd heb.'

'Als je bang bent dat ik je in verlegenheid breng, kan ik misschien beter vooraf eten,' stelde ik voor.

'Onzin,' zei ze scherp. 'De Davies komen om jou te ontmoeten. Ze zijn de eersten van onze vrienden die we hebben uitgenodigd. Ze weten dat het een eer is,' voegde ze er op haar hooghartigste, arrogantste toontje aan toe.

Was ik nu een soort trofee, een curiositeit die ze gebruikte om zichzelf belangrijker te maken in de ogen van haar vrienden? Ik durfde het haar niet te vragen. Ik kleedde me zoals ze me gezegd had en nam plaats aan tafel en concentreerde me op mijn gedrag en mijn manieren.

De Davies waren aardig genoeg, maar hun belangstelling voor mijn verhaal maakte dat ik me niet op mijn gemak voelde. Vooral mevrouw Davies stelde veel gedetailleerde vragen over mijn leven in de bayou bij 'die verschrikkelijke Cajuns', en ik moest heel gauw een antwoord verzinnen, met een blik op Daphne om te zien of mijn antwoord juist was.

'Ruby's tolerantie voor dat moerasvolk is begrijpelijk,' zei ze tegen de Davies, toen ik niet bitter genoeg klonk. 'Haar leven lang heeft ze in de waan verkeerd dat ze een van hen was, dat ze haar familie waren.'

'Wat tragisch,' zei mevrouw Davies. 'Maar ze is zo aardig en knap geworden. Je hebt voortreffelijk werk met haar gedaan, Daphne.'

'Dank je,' zei Daphne voldaan.

'Ik vind dat we haar verhaal in de krant moeten zetten, Pierre,' stelde Hamilton Davies voor.

'Dat zou haar alleen maar berucht maken, m'n beste Hamilton,' zei Daphne snel. 'Eerlijk gezegd hebben we deze bijzonderheden alleen aan onze beste vrienden verteld,' ging ze verder. De manier waarop ze glimlachte, met haar wimpers knipperde en met haar schouders draaide, bracht een flonkering van plezier in zijn ogen. 'En we hebben iedereen gevraagd om discreet te blijven. Het heeft geen zin het leven van het arme kind nog moeilijker te maken dan het al geweest is.'

'Je hebt groot gelijk,' zei Hamilton. Hij glimlachte naar mij. 'Dat mag in geen geval. Zoals gewoonlijk, Daphne, ben je veel verstandiger en denk je veel beter na dan wij, creoolse mannen.'

Daphne sloeg flirtend haar ogen neer en toen weer op. Ik keek haar aandachtig aan, ervan overtuigd dat ze een expert was in het manipuleren van mannen. Al die tijd staarde mijn vader naar haar met een bewonderende en een adorerende blik. Ik was blij toen het diner voorbij was en ik weg kon.

Een paar uur later hoorde ik Gisselle thuiskomen en naar haar kamer gaan. Ik wachtte om te zien of ze op onze verbindingsdeur zou kloppen, maar ze liep regelrecht naar de telefoon. Ik kon niet horen wat ze zei, maar ik hoorde haar stem tot diep in de nacht. Ze scheen een hele reeks vrienden te moeten bellen. Natuurlijk was ik nieuwsgierig naar haar roddelpraatjes, maar ik ging niet naar haar toe. Die voldoening gunde ik haar niet. Ik was nog steeds erg kwaad over de dingen die ze had gedaan.

De volgende ochtend zat ze vrolijk en opgewekt aan het ontbijt. Ik was vriendelijk tegen haar omdat papa erbij was, maar ze zou eerst haar verontschuldigingen moeten aanbieden voordat ik weer even vriendelijk tegen haar zou zijn als vroeger. Tot verbazing van Beau en mij liet ze zich door Martin afhalen om naar school te gaan. Voordat ze de trap afholde naar zijn auto, keek ze naar mij en zei iets wat een beetje op een verontschuldiging leek.

'Je moet mij niet de schuld geven van wat er gebeurd is. Iemand anders had verteld dat we naar Storyville gingen en ik moest het wel vertellen van je vriendin,' zei ze. 'Zie je op school, zustertjelief,' voegde ze er met een glimlach aan toe.

Voor ik kon antwoorden was ze al verdwenen. Een paar ogenblikken later stapte ik in Beaus auto en we volgden. Hij maakte zich nog steeds ongerust over Daphne.

'Heeft ze iets gezegd of gevraagd toen ik weg was?' wilde hij weten.

'Nee. Haar enige zorg was dat ik me goed zou gedragen tegenover haar gasten.'

'Goed,' zei hij met zichtbare opluchting. 'Mijn ouders zijn het volgende weekend bij jullie uitgenodigd. We zullen het een beetje kalm aan doen voorlopig.'

Maar kalm aan doen was niet voor me weggelegd. Zodra we op school kwamen voelde ik een andere sfeer, een andere stemming ten opzichte van mij. Beau dacht dat ik het me verbeeldde, maar het leek me dat de leerlingen 

me met een heimelijke glimlach aanstaarden. Sommigen verborgen fluisterend hun grijns achter hun handen, maar de meesten probeerden dat niet eens. Pas aan het eind van de Engelse les ontdekte ik waarom.

Toen we de klas uitliepen, kwam een van de jongens naast me lopen en stootte met zijn schouder tegen me aan.

'O, sorry,' zei hij.

'Geeft niet.' Ik wilde weglopen, maar hij greep mijn arm en trok me naast zich.

'Hé, lach je hierop?' vroeg hij. Hij stak zijn hand uit, opende zijn vuist en liet me een foto zien waarop ik naakt stond afgebeeld. Het was een van de foto's die op Claudines pyjama-party waren genomen. Toen er werd afgedrukt had ik me net omgedraaid en ik keek geschrokken, maar het grootste deel van mijn lichaam was duidelijk onthuld.

Hij lachte en liep haastig naar een groepje leerlingen dat op de hoek van de gang stond te wachten. Jongens en meisjes keken over zijn schouder mee naar de foto. Ik voelde me als verlamd. Ik had het gevoel of mijn benen aan de grond waren gespijkerd. Plotseling kwam Gisselle bij het groepje staan.

'Denk eraan dat je duidelijk vertelt dat het mijn zuster is en niet ik,' zei ze spottend, en iedereen lachte. Ze grijnsde sarcastisch naar me en liep arm in arm verder met Martin,

Tranen vertroebelden mijn gezichtsveld. Alles was wazig voor mijn ogen. Zelfs Beau, die met een bezorgd gezicht door de gang naar me toe kwam, leek heel ver weg. Ik voelde iets in me knappen en plotseling liet ik een luide, schrille kreet horen. Iedereen in de gang, ook een paar leraars, verstarde en keek naar mij.

'Ruby!' riep Beau.

Ik schudde mijn hoofd, wilde de werkelijkheid van wat er gebeurde ontkennen. Sommige leerlingen lachten, sommigen glimlachten. Een paar keken bezorgd of ongelukkig.

'Jullie zijn... beesten!' schreeuwde ik. 'Gemene, valse... beesten!'

Ik draaide me om, gooide mijn boeken op de grond en holde naar de dichtstbijzijnde uitgang.

'RUBY!' riep Beau me na, maar ik rende de deur door en de trap af. Hij kwam achter me aan, maar ik holde harder dan ik ooit in mijn leven gedaan had. Ik werd bijna aangereden door een auto toen ik de straat overstak. De bestuurder trapte op de rem en kwam met piepende banden tot stilstand, maar ik bleef niet staan. Ik bleef hollen, zonder te zien waar ik liep, tot ik naalden in mijn zij voelde prikken en met barstende longen neerviel achter een grote, oude eik op iemands gazon. Daar zat ik te huilen tot ik geen tranen meer had en mijn borst pijn deed.

Ik sloot mijn ogen en probeerde me te verbeelden dat ik heel ver weg was. Ik was weer terug in de bayou en dreef op een warme, heldere voorjaarsdag in een bootje over het kanaal.

De wolken boven me waren verdwenen. De grauwe dag had plaats gemaakt voor de zon in mijn herinnering. Terwijl mijn boot dichter naar de oever dreef, hoorde ik grootmama Catherine zingen achter het huis. Ze hing een paar kleren op die ze had gewassen.

'Grootmama,' riep ik. Ze boog zich naar rechts en zag me. Haar glimlach was vrolijk en vriendelijk. Ze zag er jong en mooi uit.

'Grootmama,' mompelde ik met gesloten ogen. 'Ik wil naar huis. Ik wil terug naar de bayou, ik wil bij jou wonen. Het kan me niet schelen hoe arm we waren of hoe moeilijk we het hadden. Ik was toch gelukkiger. Grootmama, alsjeblieft, maak dat alles weer goed komt. Je mag niet dood zijn. Voer een van je rituelen uit en wis de tijd uit. Laat alles niet meer dan een nachtmerrie zijn. Maak dat ik, als ik mijn ogen open, naast je zit te werken in de weefkamer. Ik tel tot drie en dan zal het werkelijkheid zijn. Een... twee...'

'Hé, daar,' hoorde ik een man roepen. Ik deed mijn ogen open. 'Wat doe je daar?' Een oudere man met sneeuwwit haar stond in de deuropening van het huis waar ik op het grasveld was neergevallen. Hij zwaaide met een zwarte stok naar me. 'Wat wil je hier?'

'Ik rustte alleen maar even uit, meneer,' zei ik.

'Dit is geen park,' zei hij. Hij bekeek me wat aandachtiger. 'Moet je niet naar school?'

'Ja, meneer,' zei ik, en stond op. 'Het spijt me.' Ik liep snel weg. Toen ik bij de hoek kwam, oriënteerde ik me en liep haastig een straat in. Ik besefte hoe dicht bij huis ik was en richtte mijn schreden daarheen. Toen ik aankwam waren papa en Daphne al weg.

'Mademoiselle Ruby?' zei Edgar, die opendeed. Hij nam me onderzoekend op. Deze keer kon ik mijn betraande gezicht niet verheimelijken en net doen of alles in orde was. Zijn gezicht verstrakte in een uitdrukking van bezorgdheid en woede. 'Kom mee,' beval hij. Ik volgde hem door de gang naar de keuken. 'Nina,' zei hij, zodra we binnenkwamen. Nina draaide zich om, wierp één blik op mij en toen op hem. Ze knikte.

'Ik zorg wel voor haar,' zei ze, en Edgar ging met een tevreden gezicht weg. Nina kwam dichterbij.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ze.

'O, Nina,' snikte ik. 'Wat ik ook doe, ze vindt altijd een manier om me verdriet te doen.'

Nina knikte.

'Niet langer. Kom maar mee met Nina. Hier moet een eind aan komen. Wacht hier,' beval ze, en liet me alleen in de keuken. Ik hoorde haar door de gang naar de trap lopen. Na een minuut of zo kwam ze. terug en pakte me bij de hand. Ik dacht dat ze me weer naar haar kamer zou brengen voor een van haar voodoo-rituelen. Maar tot mijn verbazing deed ze haar schort af en ging me voor naar de achterdeur.

'Waar gaan we naar toe, Nina?' vroeg ik toen ze door de tuin naar de straat liep.

'Naar Mama Dede. Je hebt heel sterke gris-gris nodig. Dat kan alleen Mama Dede. Eén ding, kind,' zei ze. Ze bleef op de hoek staan en bracht haar gezicht dichter bij het mijne. Haar zwarte ogen fonkelden van opwinding. 'Zeg niet tegen monsieur en madame Dumas waar ik je heenbreng. Dit is ons geheim, oké?'

'Wie is...?'

'Mama Dede, de voodoo-koningin van New Orleans.'

'Wat gaat Mama Dede doen?'

'Zorgen datje zuster je niet langer kwaad doet. Papa La Bas uit haar hart verdrijven. Haar goed maken. Wil je dat?'

'Ja, Nina, dat wil ik,' zei ik.

'Zweer dan dat je het geheimhoudt. Zweer het.'

'Ik zweer het, Nina.'

'Goed. Kom mee.' We gingen weer op weg. Ik was kwaad genoeg om haar overal te volgen en alles te doen wat ze zei.

We gingen eerst met de tram en toen met de bus naar een vervallen deel van de stad waar ik nog nooit geweest was en dat ik nog nooit had gezien. De huizen waren bouwvallig en leken meer op primitieve hutten. Zwarte kinderen, de meesten te jong om naar school te gaan, speelden in de haveloze, kale voortuinen. Kapotte auto's en auto's die eruitzagen of ze elk moment in elkaar konden zakken, stonden op straat geparkeerd. De trottoirs waren vuil, de goten lagen vol met blikjes, flessen en papier. Hier en daar deed een eenzame plataan of magnoliaboom zijn best om te overleven in deze dorre omgeving. Het leek me een buurt waar de zon zelfs niet zou willen schijnen. Hoe helder het weer ook was, alles leek dof, verroest, vuil.

Nina liep snel door over het trottoir tot we bij een huis kwamen dat net zo haveloos was als de andere huizen. Voor de ramen hingen donkere gordijnen en de trap naar de voordeur, en de deur zelf, waren afgebladderd en gebarsten.

'Woont de koningin hier?' vroeg ik verbaasd. Ik had een ander huis verwacht.

'Ja, zeker,' antwoordde Nina. We liepen over het smalle pad naar de voordeur en Nina belde aan. Even later werd er opengedaan door een heel oude zwarte vrouw, tandeloos, en met zulk dun haar dat ik de vorm en kleur van haar schedel kon onderscheiden. Ze was gekleed in wat ik aanzag voor een aardappelzak. Ze stond gebogen, met scherp naar voren gedraaide schouders, en keek naar Nina en mij. Ik dacht niet dat ze veel langer was dan één meter twintig. Ze droeg een paar mannensportschoenen, vuil, veterloos, zonder sokken.

'We moeten Mama Dede spreken,' zei Nina. De oude vrouw knikte en deed een stap achteruit, zodat we het kleine huis binnen konden gaan. De muren waren gebarsten en afgebladderd. De vloer zag eruit of er vroeger ooit een tapijt had gelegen dat kort geleden losgescheurd was. Hier en daar zaten nog kleine stukjes vast aan de vloerplanken. De geur van iets heel zoets drong van de achterkant van het huis tot ons door. De oude vrouw gebaarde naar een kamer links, en Nina pakte mijn hand voor we naar binnen gingen.

Zes kaarsen zorgden voor het licht. De kamer leek net een winkel, vol amuletten en botjes, poppen en bossen veren, plukken haar en slangehuiden. Langs een van de muren waren planken aangebracht waarop potten poeder stonden. En langs de andere wand stonden kartonnen dozen met verschillend gekleurde kaarsen op de grond.

Te midden van die rommel stonden een kleine bank en twee gehavende fauteuils, waarvan de veren naar buiten staken. Tussen de stoelen en de bank stond een houten kist, met gouden en zilveren figuren.

'Ga zitten,' beval de oude vrouw. Nina knikte naar de fauteuil links van ons en ik ging zitten. Zij liep naar de andere stoel.

'Nina...' begon ik.

'Sst,' zei ze. 'Wacht.' Een ogenblik later hoorde ik ergens in huis het geluid van een drum. Het was een laag, ritmisch geroffel. Onwillekeurig werd ik nerveus en bang. Waarom was ik in vredesnaam meegegaan?

Plotseling werd het gordijn dat voor de deuropening hing opzij geschoven en een veel jongere zwarte vrouw kwam te voorschijn. Ze had lang, zijdeachtig zwart haar, dat in dikke, touwachtige lokken rond haar hoofd bijeen werd gehouden. Daarover droeg ze een rode hoofddoek met zeven knopen, waarvan de punten rechtop stonden. Ze was lang en droeg een wijd zwart gewaad dat op haar blote voeten viel. Ze had een knap gezicht, smal met hoge jukbeenderen en een mooi gevormde mond, maar toen ze naar me keek, huiverde ik. Haar ogen waren grijs als graniet.

Ze was blind.

'Mama Dede, ik kom om grote hulp vragen,' zei Nina. Mama Dede knikte en kwam de kamer in. Ze bewoog zich of ze niet blind was, en ging snel en sierlijk op de bank zitten. Ze vouwde haar handen in haar schoot en wachtte, met haar dode ogen op mij gericht. Ik verroerde me niet, haalde nauwelijks adem.

'Spreek, zuster,' zei ze.

'Dit kleine meisje hier heeft een tweelingzuster, die jaloers en wreed is, en slechte dingen doet die dit meisje veel pijn en verdriet bezorgen.'

'Geef me je hand,' zei Mama Dede tegen mij, en stak de hare uit. Ik keek naar Nina, die knikte. Langzaam legde ik mijn hand in die van Mama Dede. Ze sloot haar vingers stevig om de mijne. Ze voelden heet aan.

'Je zuster,' zei Mama Dede tegen mij. 'Je kent haar nog niet lang en zij kent jou nog niet lang?'

'Dat is zo,' zei ik verbaasd.

'En je moeder kan je niet helpen?'

'Nee.'

'Ze is dood en naar gene zijde gegaan,' zei ze met een knikje. Toen liet ze mijn hand los en draaide haar hoofd naar Nina.

'Papa La Bas eet aan het hart van haar zuster,' zei Nina. 'Maakt haar verschrikkelijk gemeen. We moeten deze baby beschermen, Mama. Ze gelooft. Haar grootmoeder was een traiteur in de bayou.'

Mama Dede knikte en stak haar hand weer uit,, deze keer met de palm omhoog. Nina tastte in haar zak en haalde er een zilveren dollar uit. Ze legde hem in Mama Dedes hand. Mama Dede balde haar hand tot een vuist en keek toen naar de deuropening waar de oude vrouw stond, die naar voren kwam, de zilveren munt aanpakte en in de zak van haar jurk stopte.

'Brand twee gele kaarsen,' beval ze. De oude vrouw liep naar een van de dozen en haalde er twee gele kaarsen uit. Ze zette ze in kandelaars en stak ze aan. Ik dacht dat dat alles was, maar plotseling stak Mama Dede haar hand uit en opende het deksel van de versierde kist. Ze hief het voorzichtig op en legde het naast haar op de bank. Nina keek heel blij. Ik wachtte terwijl Mama Dede zich concentreerde en toen haar handen in de kist stak. Toen zij ze weer ophief, viel ik bijna flauw.

Ze hield een jonge python vast. Hij leek te slapen, bewoog zich nauwelijks, zijn ogen waren niet meer dan twee spleetjes. Ik bedwong met moeite een gil toen Mama Dede de slang naar haar gezicht bracht. De tong van de slang schoot naar buiten en likte haar wang. Toen hij dat had gedaan borg Mama Dede hem weer in de kist en legde het deksel erop.

'De slang geeft Mama Dede kracht en visie,' fluisterde Nina. 'Volgens de oude legende kwamen de eerste man en de eerste vrouw blind op aarde en werden ziende door de slang.'

'Wat is de naam van je zuster, kind?' vroeg Mama Dede. Mijn tong verstijfde. Ik durfde hem niet te zeggen, bang dat er iets verschrikkelijks zou gebeuren.

'Jij moet degene zijn die de naam zegt,' beval Nina. 'Zeg de naam tegen Mama Dede.'

'Gisselle,' zei ik. Maar...'

'Eh! Eh bomba hen hen!' begon Mama Dede toonloos te zingen. Terwijl ze zong draaide en kronkelde haar lichaam onder het wijde gewaad op het ritme van de drum en van haar eigen stem.

' Canga bafie te. Danga moune de te. Canga do ki li Gisselle ! eindigde ze met een schreeuw.

Mijn hart bonsde zo hevig dat ik mijn hand tegen mijn borst legde. Mama Dede keek weer naar Nina. Ze stak haar hand in haar zak en haalde er iets uit wat ik herkende als een van Gisselles haarlinten. Daarom was ze nog even naar boven gegaan voor we weggingen. Ik stak mijn hand uit om haar tegen te houden voor ze het in Mama Dedes hand legde, maar het was te laat. De voodoo-koningin klemde het lint stevig vast.

'Wacht!' riep ik, maar Mama Dede opende de kist en gooide het lint erin.

Toen kronkelde haar lichaam weer, en ze begon een nieuwe gescandeerde dreun.

L'appe vini, Le Grand Zombi. L'appe vini, poufe gris-gris.'

'Hij komt,' vertaalde Nina. 'De Grote Zombi komt om gris-gris te maken.'

Mama Dede zweeg plotseling en gaf zo'n doordringende gil dat mijn hart even stilstond. Ik voelde me misselijk. Ik kon niet meer slikken en nauwelijks ademhalen. Ze verstarde en viel terug tegen de bank. Haar hoofd zakte opzij, haar ogen waren gesloten. Niemand bewoog zich. Niemand zei iets. Toen gaf Nina me een klopje op mijn knie en knikte naar de deur. Ik stond snel op. De oude vrouw ging ons voor en deed de deur open.

'Bedank Mama alsjeblieft, grandmère,' zei Nina. De oude vrouw knikte en we gingen weg.

Mijn hart bleef bonzen tot we weer thuis waren. Nina was er zo van overtuigd dat alles nu in orde zou komen. Ik had geen idee wat ik moest verwachten. Maar toen Gisselle terugkwam uit school, was ze niets veranderd. Ze schold me zelfs uit omdat ik was weggelopen en gaf mij de schuld van alles wat er daarna gebeurd was.

'Omdat jij zo wegholde, is Beau gaan vechten met Billy, en ze moesten allebei naar de directeur,' zei ze, terwijl ze in de deuropening van mijn kamer bleef staan. 'Beaus ouders moeten op school komen voor hij weer terug mag.

'Iedereen denkt nu dat je gek bent. Het was maar een grapje. Maar ik werd ook bij de directeur geroepen en hij gaat papa en mama bellen, allemaal dankzij jou. Nu zitten we alle twee in de problemen.'

Ik draaide me langzaam naar haar om. Ik was zo woedend dat ik dacht dat ik niet tegen haar zou kunnen praten zonder te schreeuwen. Maar ik stond zelf verbaasd over de beheerste stem waarmee ik sprak, en het maakte haar nerveus.

'Het spijt me dat Beau is gaan vechten en in moeilijkheden is geraakt. Hij probeerde alleen mij te beschermen. Maar het spijt me niet voor jou.

'Het is waar dat ik in een wereld heb geleefd die de meesten achterlijk vinden vergeleken met de wereld waarin jij bent opgegroeid, Gisselle. En het is waar dat de mensen eenvoudiger zijn en dat er dingen gebeuren die de stadsmensen vreselijk, grof en zelfs immoreel vinden.

'Maar vergeleken met de wrede dingen die jij met me hebt uitgehaald, is alles wat ik in de bayou heb gezien kinderspel. Ik dacht dat we zusjes konden zijn, echte zusjes, die voor elkaar zorgden en om elkaar gaven, maar jij bent vastbesloten me op alle mogelijke manieren verdriet te doen, hoe en wanneer je maar kunt,' zei ik. De tranen stroomden langs mijn wangen, ondanks mijn pogingen om niet in haar bijzijn te huilen.

'O, ja,' zei ze op klaaglijke toon, 'jij doet nu of ik de slechterik ben. Maar jij bent degene die plotseling bij ons voor de deur stond en onze wereld op zijn kop heeft gezet. Jij hebt gemaakt dat iedereen jou aardiger vond dan mij. Jij hebt Beau van me afgenomen.'

'Ik heb hem niet van je afgenomen. Bovendien zei je dat je niet meer om hem gaf.'

'Nou... dat is ook zo, maar ik wil toch niet dat iemand hem van me afneemt.' Ze bleef even woedend staan. 'Zorg maar dat je me geen moeilijkheden bezorgt als de directeur belt,' waarschuwde ze me en beende weg.

Dr. Storm belde. Na een eind te hebben gemaakt aan het gevecht tussen Beau en Billy, was een leraar met de foto naar de directeur gegaan. Dr. Storm vertelde Daphne over de foto en zij riep Gisselle en mij vlak voor het eten in de studeerkamer. Ze was zo razend dat haar gezicht vertrokken leek: haar ogen waren groot en woedend, haar mond was gerekt in een grimas en haar neusvleugels waren opengesperd.

'Wie van jullie heeft toegestaan dat die foto is genomen?' vroeg ze. Gisselle sloeg snel haar ogen neer.

'We hebben het geen van tweeën toegestaan, moeder,' zei ik. 'Een paar jongens zijn Claudines huis binnengeslopen zonder dat we het wisten en terwijl ik me verkleedde voor een spelletje dat we speelden, hebben ze die foto genomen.'

'Iedereen lacht ons uit en drijft de spot met ons,' zei ze. 'En de Andreas' moeten naar de directeur. Ik heb net met Edith Andreas gebeld. Ze is buiten zichzelf. Dit is de eerste keer dat Beau in ernstige moeilijkheden is geraakt. En allemaal door jou,' zei ze beschuldigend.

'Maar...'

'Deed je dat soort dingen ook in het moeras?'

'Nee, natuurlijk niet,' antwoordde ik.

'Ik weet niet hoe je zo snel van de ene narigheid in de andere kunt vervallen, maar blijkbaar lukt het je. Tot nader order ga je nergens meer naar toe, geen feesten, geen afspraakjes, geen dure dinertjes, niets. Is dat duidelijk?'

Ik slikte mijn tranen in. Het was nutteloos te trachten me te verdedigen. Ze kon alleen maar haar eigen vernedering zien.

'Ja, moeder.'

'Je vader weet hier nog niets van. Ik zal het hem rustig vertellen als hij terugkomt. Ga naar boven en blijf in je kamer tot het tijd is om beneden te komen voor het eten.'

Ik ging weg en liep de trap op, met een vreemd verdoofd gevoel. Het was of het me allemaal niets meer kon schelen. Ze konden doen wat ze wilden. Het liet me koud.

Gisselle bleef op weg naar haar kamer even in mijn deuropening staan. Ze keek naar me met een voldane grijns, maar ik zei geen woord tegen haar. Die avond hadden we het zwijgzaamste diner sinds mijn aankomst. Mijn vader was gedeprimeerd door zijn teleurstelling en, dat wist ik zeker, door Daphnes woede. Ik vermeed zijn blik en was blij toen Gisselle en ik op konden staan. Ze ging onmiddellijk aan de telefoon zitten om het nieuws te verspreiden.

Toen ik die avond ging slapen dacht ik aan Mama Dede, de slang en het

haarlint. Ik wenste uit de grond van mijn hart dat het succes zou hebben, zo groot was mijn verlangen naar wraak. Maar twee dagen later betreurde ik het.