·100·

Shaw zat op de grond naast Anna’s graf. Het was de tijd van het jaar waarin de blaadjes van de bomen beginnen te vallen, en er stond een schrale wind. Het voelde goed om hier te zijn. Het leek wel of Anna nog leefde. Terwijl hij daar zo zat, leek het alsof hij hier altijd zou kunnen blijven.

Lang voordat hij iemand kon zien, hoorde hij hen al naderen. Hij stond op en bleef met een strak gezicht naar het groepje mensen kijken dat nu naar hem toe kwam. Wolfgang liep voorop. Shaw deed langzaam een paar stappen naar achteren, weg van Anna’s graf, totdat hij Katie en Frank herkende. Toen bleef hij staan. Hij wist niet goed wat hier aan de hand was of wat hem nu te doen stond.

Wolfgang liep recht naar hem toe. ‘Deze mensen hier…’ Hij gebaarde naar Katie en Frank, ‘… hebben ons het een en ander verteld over wat er gebeurd is.’

‘Ze hebben ons de waarheid verteld, Shaw,’ zei Natascha terwijl ze zijn hand in de hare nam. ‘En we vinden het heel erg hoe we tegen je gedaan hebben.’

‘Ja, het spijt ons heel erg,’ voegde Wolfgang daaraan toe, en toen hij Shaw aankeek, lag er een schuldbewuste blik in zijn ogen.

Shaw wierp Frank en Katie een scherpe blik toe. Frank bleef strak naar de grond turen, maar Katie wierp hem een bemoedigende glimlach toe.

Wolfgang sloeg zijn armen om Shaw heen en trok hem tegen zich aan, terwijl Natascha hen allebei omhelsde. Het duurde niet lang of de wangen van meneer en mevrouw Fischer waren nat van de tranen en terwijl ze daar met hun armen in elkaar gehaakt bij Anna’s laatste rustplaats zachtjes met elkaar stonden te praten, begonnen zelfs Shaws ogen te glimmen, en zo nu en dan trilden zijn lippen.

Terwijl ze samen met Frank stond toe te kijken moest Katie telkens opnieuw haar tranen wegvegen.

Een hele tijd later fluisterde Frank: ‘Ik kan hier niet meer tegen. Ik kan niet goed overweg met al dat emotionele gedoe, Katie. Ik krijg liever een 9mm Glock in mijn strot geramd dan dat ik naar dit gedoe moet kijken.’ Hij draaide zich om en Katie dacht een lichte snik te horen.

Bijna een uur later namen Wolfgang en Natascha afscheid.

Katie liep langzaam naar Shaw, die nog bij het graf stond.

‘Bedankt,’ zei hij zonder zijn ogen van de opgehoopte aarde af te wenden.

‘Hoe gaat het met je?’

‘Een deel van mij beseft maar al te goed dat Anna dood is, maar diep vanbinnen… kan ik het gewoon niet aanvaarden.’

‘Rouwen is iets heel merkwaardigs. Het schijnt een proces te zijn met duidelijk te onderscheiden fasen. Maar tegelijkertijd lijkt het toch voor iedereen altijd weer zo anders te zijn. En je voelt je zo alleen. Ik snap niet hoe iemand dat anders kan zien dan als een hel die lukraak over de mensen wordt uitgestort maar wel voor iedereen volkomen op maat is gemaakt.’

Hij keek haar aan. ‘Ben jij iemand kwijtgeraakt?’

Ze haalde haar schouders op. ‘Iedereen die leeft, is weleens iemand verloren.’

‘Ik bedoel iemand die veel voor je heeft betekend.’

Katies mond ging open, en vrijwel onmiddellijk daarna weer dicht.

‘Is dat de reden waarom je te veel dronk?’ zei hij langzaam, terwijl hij naar de roodbruine herfstbladeren aan de bomen keek.

Katie stak haar handen diep in haar zakken en schopte met de neus van haar schoen in de aarde. ‘Hij heette Benham. Benham was een klein jongetje dat had moeten opgroeien tot een fijne vent. En het was mijn schuld. Ik heb mijn tweede Pulitzerprijs gewonnen en hij is in een gat in de grond beland, ergens in de omgeving van Kandahar.’ Ze haalde eens diep adem. ‘En ja, dat is de reden waarom ik te veel dronk.’

‘Je zult hem nooit vergeten, hè?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Nooit. Dat kan ik niet.’ Er klonk een gesmoorde snik.

‘Ik weet precies hoe je je voelt,’ zei hij en hij legde een hand op haar schouder. ‘Het beste verder, Katie. Pas goed op jezelf.’

Hij draaide zich om en liep weg. Binnen een paar seconden kon Katie hem niet meer zien.

Ze stond daar maar, alleen tussen de doden. Ze keek snel even naar Anna’s graf, bukte zich en schoof de bloemen die Shaw daar had neergelegd wat dichter naar de grafsteen toe. In de weinige in het graniet uitgehouwen woorden zag Katie het leven en de nagedachtenis weerspiegeld van een opmerkelijke vrouw, en van een man die bij leven van haar gehouden had en wiens liefde ook na haar dood duidelijk niet gestorven was.

Een tijdje later stond ze op van de gewijde aarde, draaide zich om en trad langzaam het land der levenden weer binnen.

Toen zette ze het op een lopen.

Achter zich hoorde hij naderende voetstappen. Hij draaide zich om en er verscheen een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht toen hij haar zag.

‘Wat is er?’ vroeg hij. ‘Gaat het wel?’

‘Het drong ineens tot me door,’ zei Katie, ‘dat ik geen vervoer heb.’

‘Ik kan je wel een lift geven.’ Hij keek op zijn horloge. ‘We kunnen in anderhalf uur in Frankfurt zijn. Als je daar een vliegtuig naar New York neemt, kun je nog op tijd thuis zijn voor een heel late avondmaaltijd in je favoriete restaurant.’

‘Ik wil niet naar New York.’

‘Maar daar woon je toch?’

‘Ik heb mijn hele volwassen bestaan al uit een koffer geleefd. En ik heb geen baan.’

‘Je zou nu waarschijnlijk alsnog presentatrice bij cnn kunnen worden.’

‘Dat wil ik niet.’

‘Wat wil je dan wel?’

‘Een lift van jou.’

‘Best, maar waarheen dan?’

‘Daar hebben we het onderweg wel over.’

Ze keken elkaar strak aan. Haar ogen glommen en Shaw wendde zijn ogen af. Aarzelend zei hij: ‘Katie, ik kan niet…’

Ze hield haar hand voor zijn mond. ‘Ik weet dat je dat niet kunt, Shaw. En als je iets anders had gezegd, was ik nu al weggelopen. Daar ben ik niet op uit.’

‘Wat wil je dan wel?’

Ze tuurde even in het donker van de Durlachse avond voordat ze hem weer aankeek, en toen ze sprak, leek haar stem bijna te bezwijken onder de zware last van haar woorden.

‘Ik ben alcolholist. Ik ben werkloos. Ik heb maar weinig vrienden, of misschien heb ik die eigenlijk helemaal niet. En ik ben bang, Shaw. Ik ben doodsbang dat dit alles is wat er voor mij nog in het verschiet ligt. En als je nu tegen me zegt dat ik naar de hel moet lopen, kan ik daarop antwoorden dat we daar allebei al eens rondgekeken hebben en dat het er net zo akelig is als iedereen zegt.’

Terwijl de wind door de bomen ruiste en de inwoners van Durlach overal om hen heen aanstalten maakten naar bed te gaan, keken Shaw en Katie elkaar zwijgend aan. Het leek wel of geen van beiden over de moed, de energie of de ruimhartigheid beschikte om iets te zeggen.

‘Kom,’ mompelde Shaw een hele tijd later.

Samen draaiden ze zich om en liepen ze de stille straat uit.

Waarheen precies wisten ze geen van beiden. Dat was zeker.

Niets dan de waarheid
titlepage.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_0.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_1.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_2.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_3.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_4.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_5.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_6.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_7.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_8.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_9.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_10.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_11.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_12.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_13.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_14.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_15.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_16.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_17.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_18.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_19.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_20.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_21.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_22.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_23.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_24.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_25.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_26.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_27.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_28.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_29.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_30.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_31.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_32.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_33.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_34.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_35.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_36.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_37.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_38.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_39.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_40.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_41.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_42.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_43.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_44.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_45.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_46.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_47.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_48.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_49.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_50.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_51.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_52.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_53.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_54.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_55.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_56.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_57.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_58.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_59.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_60.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_61.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_62.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_63.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_64.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_65.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_66.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_67.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_68.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_69.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_70.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_71.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_72.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_73.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_74.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_75.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_76.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_77.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_78.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_79.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_80.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_81.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_82.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_83.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_84.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_85.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_86.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_87.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_88.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_89.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_90.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_91.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_92.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_93.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_94.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_95.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_96.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_97.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_98.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_99.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_100.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_101.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_102.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_103.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_104.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_105.xhtml
awb_-_niets_dan_de_waarheid_split_106.xhtml