•29•

Terwijl Sidneys moeder door de woonkamer naar de voordeur liep om zich bij haar man te voegen, trok Paul Brophy zich discreet terug tot hij weer in de keuken stond. De fbi? Dit werd wel erg interessant. Terwijl hij erover stond te peinzen of hij Goldman zou opbellen, zag hij dat de draadloze telefoon nog steeds op het aanrecht lag. Henry Wharton was aan de lijn en Brophy vroeg zich af waar hij en Sidney het over zouden hebben. Als hij daarachter wist te komen, zou hij daar bij Goldman ongetwijfeld weer wat punten mee scoren.

Voorzichtig schuifelde Brophy naar de keukendeur. Sidneys vader en moeder en de twee fbi -agenten stonden nog steeds bij de deur. Hij liep snel naar het aanrecht, legde zijn hand op het mondstuk en hield de hoorn tegen zijn oor. Zijn mond viel open en zijn ogen werden groot van verbazing toen hij twee maar al te bekende stemmen hoorde. Hij stak zijn hand in zijn zak, hield de dictafoon tegen de telefoonhoorn en maakte een opname van dit gesprek tussen twee echtgenoten.

Vijf minuten later klopte Bill Patterson opnieuw op de slaapkamerdeur van zijn dochter. Toen Sidney even later de deur open deed, werd haar vader verrast door haar uiterlijk. Haar ogen waren nog steeds rood en vermoeid, maar ze leken nu een licht uit te stralen dat hij daar sinds Jasons dood niet meer gezien had. Hij was ook heel verbaasd door wat hij nu op het bed zag liggen: een halfgepakte koffer. Zonder zijn blik van die koffer af te wenden, zei Bill Patterson: ‘Sidney, ik weet niet wat ze van je willen, maar de fbi staat voor de deur. Ze willen je spreken.’

‘De fbi ?’ Sidneys gezicht werd nog iets bleker en toen ze plotseling begon te trillen, pakte haar vader haar stevig bij de arm.

‘Sidney, wat is er aan de hand?’ Pattersons gezicht stond nu vol bezorgdheid. ‘Meisje, wat is er toch? Waarom ben je je koffer aan het pakken?’

Sidney slaagde erin haar zelfbeheersing weer te hervinden. ‘Niets aan de hand, papa. Ik... ik moet gewoon ergens heen.’

‘Ergens heen? Waarheen dan? Waar heb je het over?’

‘Alsjeblieft, pa, niet nu. Ik wil het er nu even niet over hebben.’

‘Maar, Sid...’

‘Alsjeblieft, pa.’

Onder de smekende blik van zijn dochter wendde Patterson na een tijdje zijn ogen af. Op zijn gezicht stond nu iets van teleurstelling te lezen, alsmede een zweem van angst.

‘Goed, Sidney.’

‘Waar zijn ze?’

‘In de woonkamer. Ze zeiden dat ze je onder vier ogen wilden spreken. Ik heb geprobeerd hen het huis uit te krijgen, maar, Jezus, het is de fbi ...’

‘Niets aan de hand, pa. Ik praat wel met ze.’ Sidney dacht even na. Haar blik ging naar de telefoon die ze zojuist had neergelegd en daarna keek ze op haar horloge. ‘Zeg ze maar dat ik over een paar minuten naar beneden kom.’

Sidney vouwde even haar handen ineen en liep toen naar het bed, deed de koffer dicht, tilde hem van het bed af en schoof hem eronder.

Haar vader had aandachtig staan kijken wat ze met de koffer deed, en trok zijn beide dikke wenkbrauwen op. ‘Weet je zeker dat je weet wat je doet?’

Zonder ook maar een ogenblik te aarzelen, antwoordde ze: ‘Ja, pa.’

Jason was met handboeien aan zijn stoel geketend. De telefoon was net weer weggezet en Kenneth Scales hield met een brede grijns op zijn gezicht de Glock tegen Jasons hoofd. Op de achtergrond stond een derde man. ‘Goed zo, Jason,’ zei Scales. ‘Misschien was er wel een mooie toekomst in de filmindustrie voor je weggelegd. Wat jammer nou dat jij helemaal geen toekomst meer hebt.’

Jason keek hem woedend aan. ‘Klootzak dat je bent! Als jij mijn vrouw of mijn dochtertje ook maar een haar durft te krenken, ruk ik je armen en benen van je lijf.’

Scales’ glimlach werd nog een stuk breder. ‘Je meent het. Vertel eens, hoe ga je dat aanpakken?’ Hij haalde uit met het pistool en gaf Jason een harde klap op zijn kaak. De deur van het kleine kamertje waarin ze zich nu bevonden, ging langzaam open en toen Jason weer wat was bijgekomen en zag wie er in de deuropening stond, kwam er een laag grauwend geluid uit zijn mond. Met een plotselinge krachtsinspanning sprong hij met stoel en al de kamer door en hij had de bezoeker al bijna bereikt voordat Scales en zijn medewerker hem te pakken kregen en hem weer de kamer in sleurden.

‘Godverdómme! Klóótzak dat je bent! Ik maak je áf! Ik maak je helemaal kapot!’ krijste Jason.

De man stapte de kamer binnen en deed de deur achter zich dicht. Glimlachend keek hij toe hoe de mannen Jason weer rechtop in zijn stoel trokken en toen een brede strook plakband over zijn mond plakten. ‘Heb je soms weer naar gedroomd, Jason?’

Nadat Bill Patterson de twee fbi -agenten naar het kleine, maar comfortabel ingerichte studeerkamertje had gebracht, zag hij dat zijn vrouw en Paul Brophy inmiddels in de keuken waren gaan zitten. Met een verbaasd gezicht staarde hij naar de telefoon, die nu weer keurig aan de muur hing. Brophy merkte zijn verbazing op. ‘Ik heb hem weer teruggehangen. Ik dacht dat u wel wat anders aan uw hoofd zou hebben.’

‘Dank je wel, Paul.’

‘Tot uw dienst.’ Terwijl hij met een vergenoegd gevoel het nu veilig in zijn broekzak weggeborgen cassettebandje aanraakte, nam Brophy een slokje van zijn koffie. ‘Jezus,’ zei hij tegen de Pattersons. ‘De fbi . Wat zou die willen?’

Patterson haalde zijn schouders op. ‘Ik zou het niet weten en ik weet dat Sidney het ook niet weet.’ Als het om zijn dochter ging, voelde hij zich heel gauw aangevallen en zijn voorhoofd zat nu vol rimpels. ‘Alles vandaag komt behoorlijk ongelegen, als je het mij vraagt,’ mompelde Patterson terwijl hij aan tafel ging zitten om de krant door te kijken, en hij stond op het punt daar iets aan toe te voegen toen hij het voorpaginanieuws zag.

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml