Jubileumincident

4 juli 2076 . . .

Voor de derde keer had het toeval van de conventionele rekenmethode, gebaseerd op machten van tien, de laatste twee cijfers van het jaartal teruggebracht tot het belangrijke jaar 76 waarin de geboorte van de natie had plaatsgevonden.

Het was niet langer een natie in de oude zin van het woord. Het was eerder een geografische uitdrukking, deel van een groter geheel dat de Federatie vormde van de hele mensheid op Aarde en in de nederzettingen op de Maan en in de andere ruimtekolonies. Maar door cultuur en traditie bleven de naam en het idee voortbestaan, en dat deel van de planeet aangeduid met de oude naam was nog steeds het meest welvarende gebied met de hoogste ontwikkeling van de hele wereld ... En de president van de Verenigde Staten was nog steeds de machtigste persoon in de Planetaire Raad.

Vanaf zijn hoogte van zeventig meter keek Lawrence Edwards naar de kleine gestalte van de president. Hij dreef traag boven de menigte. De flotronmotor op zijn rug maakte een nauwelijks hoorbaar geluid, en wat hij zag leek precies op een holovisietafereel. Hoe vaak had hij niet dergelijke figuurtjes in zijn woonkamer gezien, kleine figuurtjes in een kubus zonlicht die er zo echt uitzagen dat ze leken op levende homunculi, behalve dan dat je er met je hand dwars doorheen kon.

Je hand ging niet door de tienduizenden mensen heen die de open plekken om het Washington-monument vulden. En je kon je hand evenmin door de president steken. In plaats daarvan kon je naar hem reiken, hem aanraken en zijn hand schudden.

Edwards dacht sardonisch aan het zinloze van dat toegevoegde element van tastbaarheid en wilde dat hij een heel eind weg was, dat hij ergens door de lucht boven de een of andere afgelegen wildernis dreef, en niet hier waar hij moest letten op het minste teken van ongeregeldheden. Zijn aanwezigheid hier zou helemaal niet nodig zijn als er geen fabeltje bestond over de waarde van het 'drukken van het vlees'.

Edwards was geen bewonderaar van de president, Hugo Allen Winkler, vijfenzeventigste van de reeks.

Edwards vond president Winkler een leeghoofdige man, een charmeur, een stemmenjager, vol loze beloften. Na alle hoop van die eerste maanden van zijn regering was het een teleurstelling dat hij nu aan het bewind was. De Wereldfederatie liep gevaar uiteen te vallen, lang voordat haar taak was vervuld, en Winkler kon er niets aan doen. Ze hadden nu een sterke hand nodig, geen zachte hand, een harde stem, geen honingzoete stem.

Daar was hij nu, handen schuddend ... een open ruimte om hem heen vrijgemaakt door de Dienst, met Edwards zelf en nog een paar anderen van de Dienst om van bovenaf een oogje in het zeil te houden.

De president zou zich zeker weer verkiesbaar stellen, en er was een goede kans dat hij verslagen zou worden. Dat zou de toestand nog verergeren, want de oppositiepartij streefde juist de ondergang van de Federatie na.

Edwards zuchtte. Er stonden hun vier ellendige jaren te wachten - misschien wel veertig ellendige jaren - en het enige dat hij kon doen was door de lucht zweven, klaar om elke agent van de Dienst op de grond te bereiken per lasertelefoon als er het minste...

Hij zag niet het minste. Er was geen enkel teken van beroering. Enkel een klein wolkje wit stof, nauwelijks zichtbaar; enkel een vluchtige schittering in het zonlicht, dat alweer verdween zodra hij zich ervan bewust werd.

Waar was de president? Door het stof had hij hem uit het oog verloren. Hij keek overal in de richting waar hij hem het laatst had gezien. De president kon nooit ver weg zijn.

Toen merkte hij de verontrusting. Eerst bij de agenten van de Dienst zelf, die hun verstand kwijt leken te zijn en zich krampachtig in allerlei richtingen bewogen. Toen werden de mensen in de menigte die het dichtstbij stonden aangestoken en daarna de mensen verderop. Het rumoer zwol aan tot een bulderend lawaai.

Edwards hoefde de woorden niet te horen die het aanzwellend geschreeuw vormden. De luidruchtige aandrang van de massa alleen al leek het nieuws op hem over te brengen. President Winkler was verdwenen! Het ene moment was hij er nog en het volgende was hij veranderd in een handvol verwaaiend stof.

Edwards hield zijn adem in terwijl hij in een bedwelming die een eeuwigheid leek te duren vol doodsangst wachtte tot het besef tenslotte tot de mensen door zou dringen en de menigte los zou barsten in een krankzinnige, ongebreidelde paniek.

Toen weerklonk een krachtige stem over het steeds luidere geraas heen, en bij dat geluid verstomde het lawaai, stierf het weg en viel er een stilte. Het was alsof het allemaal uiteindelijk toch een holovisieprogramma was geweest en alsof iemand het geluid eerst zacht en toen uit had gedraaid.

Edwards dacht: Mijn God, het is de president.

Je kon je niet vergissen, het was zijn stem. Winkler stond op het bewaakte platform vanwaar hij zijn toespraak ter gelegenheid van het 300-jarig jubileum zou geven, en vanwaar hij pas tien minuten geleden was weggegaan om een paar mensen in de menigte een hand te geven.

Hoe was hij daar teruggekomen?

Edwards luisterde...

'Er is niets met me gebeurd, landgenoten. Wat u zojuist hebt gezien was het uiteenvallen van een mechanisch instrument. Het was niet uw president, dus we zullen een mechanische storing geen domper laten zetten op de viering van de fijnste dag die de wereld ooit heeft meegemaakt ... Landgenoten, mag ik nu uw aandacht ...'

En wat volgde was de jubileumtoespraak, de beste toespraak die Winkler ooit had gehouden of die Edwards ooit had gehoord. Door de gretigheid waarmee hij luisterde vergat hij helemaal dat hij toezicht moest houden.

Winkler had gelijk! Hij begreep het belang van de Federatie en hij wist het tot de toehoorders door te laten dringen.

Maar in zijn hart dacht een ander deel van hem aan de hardnekkige geruchten dat de nieuwste kennis op het gebied van robots had geresulteerd in een evenbeeld van de president, een robot die de zuiver ceremoniële plichten kon vervullen, die toeschouwers een hand kon geven, die noch verveeld noch vermoeid kon worden ... noch vermoord.

Zo was het gegaan, dacht Edwards vaag geschokt. Er was inderdaad zo'n evenbeeld-robot geweest, en in zekere zin ... was die vermoord.

 

13 oktober 2078 ...

Edwards keek op toen de kleine gidsrobot die tot aan zijn middel kwam naderde en met zijn klankrijke stem zei: 'Meneer Janek zal u nu ontvangen.'

Edwards stond op en voelde zich ontzettend lang toen hij boven de gedrongen metalen gids uittorende. Maar jong voelde hij zich niet. De afgelopen paar jaar waren er verscheidene rimpels in zijn gezicht gekomen en daar was hij zich van bewust.

Hij volgde de gids een verrassend kleine kamer in, waar achter een verrassend klein bureau Francis Janek zat, een enigszins gezette en ongerijmd jong uitziende man.

Janek glimlachte en in zijn ogen lag een vriendelijke uitdrukking toen hij opstond om hem een hand te geven. 'Meneer Edwards.'

Edwards mompelde: 'Aangenaam kennis met u te maken, meneer...'

Edwards had Janek nog nooit eerder gezien, maar het beroep van privé-secretaris van de president is dan ook nogal onopvallend en weinig opzienbarend.

'Ga zitten. Ga zitten,' zei Janek. 'Wilt u een sojastokje?'

Edwards wees het aanbod beleefd glimlachend af en ging zitten. Janek legde duidelijk de nadruk op zijn jeugd. Zijn gekreukelde hemd stond open en de haren op zijn borst waren in een zachte, maar onmiskenbaar violette kleur geverfd.

'Ik weet dat u me al een paar weken probeert te bereiken,' zei Janek. 'Het spijt me dat er nu pas gelegenheid is. Ik hoop dat u begrijpt dat ik de tijd niet helemaal aan mezelf heb. Maar goed, het is nu zover... Ik heb overigens inlichtingen ingewonnen bij het hoofd van de Dienst en hij was erg tevreden over u. Hij vindt het jammer dat u ontslag hebt genomen.'

Met zijn ogen neergeslagen zei Edwards: 'Het leek me beter mijn onderzoek voort te zetten zonder het risico te lopen de Dienst in een pijnlijke situatie te brengen.'

Janeks glimlach verdween. 'Al zijn ze discreet uitgevoerd, uw activiteiten zijn niet onopgemerkt gebleven. Het hoofd heeft me uitgelegd dat u een onderzoek instelt naar het jubileumincident en ik moet toegeven dat dat me ertoe gebracht heeft u zo spoedig mogelijk te ontvangen. Hebt u daarvoor uw betrekking opgegeven? Zo'n onderzoek lijkt me anders nogal zinloos.'

'Hoe kan het zinloos zijn, meneer Janek? Dat u het een incident noemt verandert niets aan het feit dat het poging tot moord was.'

'Het is maar net hoe je het wilt uitdrukken. Waarom zou je een verontrustende term gebruiken?'

'Alleen omdat het zou duiden op een verontrustend feit. U bent het toch zeker met mij eens dat iemand heeft geprobeerd de president te doden.'

Janek maakte een gebaar met zijn handen. 'Dat kan wel zijn, maar het complot is niet gelukt. Er werd een mechanisch instrument vernietigd. Meer niet. Als je het goed bekijkt is het in feite zelfs zo dat het incident - of hoe u het dan ook wilt noemen - de natie en de wereld in zijn geheel enorm veel goed heeft gedaan. Zoals we allemaal weten, heeft het incident een diepe indruk gemaakt op zowel de president als het volk. De president en wij allemaal beseften wat een terugkeer naar de gewelddadigheid van de vorige eeuw zou kunnen betekenen en daaruit is een enorme omwenteling voortgevloeid.'

'Dat kan ik niet ontkennen.'

'Natuurlijk niet. Zelfs de vijanden van de president moeten toegeven dat er de laatste twee jaar ontzettend veel is bereikt. De Federatie is nu veel krachtiger dan men op die jubileumdag had kunnen dromen. We kunnen zelfs stellen dat een ineenstorting van de mondiale economie is voorkomen.'

'Ja, de president is erg veel veranderd,' zei Edwards behoedzaam. 'Dat zegt iedereen.'

'Hij was altijd al een groot man,' zei Janek. 'Maar door het incident is hij zich met een veel grotere intensiteit gaan concentreren op de zaken van wezenlijk belang.'

'Wat hij daarvoor niet deed?'

'Misschien niet zo intensief... Het is in elk geval zo dat de president en wij allemaal willen dat het incident vergeten wordt. De belangrijkste reden voor mij om u te ontvangen, meneer Edwards, is om u dat duidelijk te maken. Dit is de twintigste eeuw niet en wij kunnen u niet laten opsluiten omdat u ons last bezorgt, of u op welke manier dan ook belemmeren, maar zelfs het Mondiale Handvest verbiedt ons niet te proberen u te overreden. Begrijpt u me?'

'Ik begrijp u, maar ik ben het niet met u eens. Kunnen we het incident vergeten als de verantwoordelijke persoon nooit gevangen is genomen?'

'Misschien is het wel goed zo, meneer. Het is veel beter dat een of ander, eh, onevenwichtig persoon vrijuit gaat dan dat de zaak buiten alle verhoudingen wordt opgeblazen, wat misschien weer zou kunnen leiden tot een terugkeer naar twintigste-eeuwse toestanden.'

'De officiële lezing is zelfs dat de robot spontaan is geëxplodeerd. Dat is niet eens mogelijk en dat was een oneerlijke klap voor de robotindustrie.'

'Een robot is niet de term die ik zou willen gebruiken, meneer Edwards. Het was een mechanisch instrument. Bovendien heeft niemand gezegd dat robots per se gevaarlijk zijn, zeker niet de gewone metalen exemplaren. Er was enkel een verwijzing naar de buitengewoon ingewikkelde, op mensen lijkende instrumenten, die eruitzien alsof ze uit vlees en bloed bestaan en die je androïden zou kunnen noemen. Ze zijn zo ingewikkeld dat ze misschien inderdaad spontaan kunnen exploderen; ik ben geen deskundige op dat gebied. De robotindustrie komt er wel overheen.'

'Niemand in de regering,' zei Edwards koppig, 'schijnt erom te geven of de zaak tot op de bodem wordt uitgezocht of niet.'

'Ik heb u al uitgelegd dat er alleen maar gunstige gevolgen uit zijn voortgekomen. Waarom zou je in de modder op de bodem gaan roeren als het water erboven helder is?'

'En het gebruik van de desintegrator?'

Janeks hand die langzaam het doosje met de sojastokjes op zijn bureau had rondgedraaid, hield één ogenblik stil, en ging toen weer verder met die ritmische beweging. Hij zei luchtig: 'Wat is dat?'

Edwards zei gespannen: 'Meneer Janek, ik geloof dat u weet wat ik bedoel. Als medewerker van de Dienst...'

'Waartoe u natuurlijk niet meer behoort.'

'Desalniettemin, als medewerker van de Dienst heb ik onwillekeurig weleens dingen opgevangen die, neem ik aan, niet altijd voor mijn oren bestemd waren. Ik heb toen gehoord van een nieuw wapen en bij het jubileum zag ik iets gebeuren waarvoor een dergelijk wapen nodig zou zijn. Het voorwerp waarvan iedereen dacht dat het de president was, verdween in een wolk heel fijn stof. Het was alsof alle banden tussen de atomen van het voorwerp uiteenvielen. Het voorwerp was een wolk losse atomen geworden, die zich natuurlijk weer begonnen samen te voegen, maar die zo snel werden verstrooid dat er niet meer te zien was dan een vluchtige schittering van stof.'

'Erg science-fictionachtig.'

'Hoe zo'n proces precies in zijn werk gaat weet ik natuurlijk niet, meneer Janek, maar het is me wel duidelijk dat er een aanzienlijke hoeveelheid energie nodig is om atomen uiteen te doen vallen. Die energie zou aan de omgeving onttrokken moeten worden. De mensen die in de buurt van het instrument stonden en die ik op kon sporen - en die bereid waren om te praten - vertelden allemaal dat ze een golf kou over zich heen voelden komen.'

 

Janek zette de doos met sojastokjes aan een kant van het bureau met een kleine klik van transiet tegen celluliet. Hij zei: 'Laten we even aannemen dat er zoiets als een desintegrator bestaat.'

'Dat lijdt geen twijfel. Die bestaat wel degelijk.'

'Dat zal ik niet betwisten. Ik heb zelf nog nooit van zoiets gehoord, maar in mijn functie is het ook niet gebruikelijk op de hoogte te zijn van dingen die zo geheim zijn als nieuwe soorten wapens. Maar als er een desintegrator bestaat en zo geheim is, moet die alleen in het bezit zijn van de Verenigde Staten en onbekend aan de rest van de Federatie. Noch u noch ik zouden er dan over mogen spreken. Het zou een veel gevaarlijker oorlogswapen kunnen zijn dan de atoombom, juist omdat - als u gelijk hebt - het niets meer veroorzaakt dan desintegratie van het doelwit en koude in de onmiddellijke omgeving. Geen ontploffing, geen vuur, geen dodelijke straling. Zonder deze beangstigende neveneffecten zou de vrees om het wapen te gebruiken verdwijnen, terwijl het, voor zover wij weten, groot genoeg gemaakt zou kunnen worden om de hele planeet te vernietigen.'

'Daarin kan ik met u meegaan,' zei Edwards.

'Dan zult u begrijpen dat als er geen desintegrator is, het onzin is om erover te praten; en als er wél een desintegrator is, het misdadig is om erover te praten.'

'Ik heb er ook nog niet over gepraat, behalve dan zojuist met u, omdat ik probeer u de ernst van de situatie te doen inzien. Als er bijvoorbeeld een was gebruikt, zou dan de regering niet geïnteresseerd moeten zijn om te weten te komen hoe dat mogelijk was ... of een ander lid van de Federatie er misschien ook over beschikt?'

Janek schudde zijn hoofd. 'Ik geloof dat we erop kunnen vertrouwen dat de aangewezen instanties van deze regering zich met zoiets zouden bezighouden. U kunt zich beter verder niet in deze kwestie mengen.'

Edwards zei met nauwelijks bedwongen ongeduld: 'Kunt u mij de verzekering geven dat Amerika het enige land is dat over zo'n wapen beschikt?'

'Dat kan ik u niet zeggen, omdat ik niets van zo'n wapen af weet en behoor te weten. U had er niet met mij over moeten spreken. Zelfs als zo'n wapen helemaal niet bestaat, zou het gerucht dat het bestaat al schadelijk kunnen zijn.'

'Maar aangezien ik er wel met u over heb gesproken en het leed dus al is geschied, verzoek ik u mij uit te laten praten. Geeft u mij de kans om u ervan te overtuigen dat ú, en niemand anders, de sleutel hebt tot een afschuwelijke situatie die misschien alleen ik zie.'

'U alleen ziet? Ik alleen de sleutel heb?'

'Klinkt u dat waanzinnig in de oren? Laat u mij het dan uitleggen zodat u zelf een oordeel kunt vormen.'

'Ik zal u nog even tijd geven, meneer, maar wat ik heb gezegd blijft van kracht. U moet deze, deze hobby van u, dit onderzoek laten rusten. Het is ontzettend gevaarlijk.'

'Het laten rusten ervan zou juist ontzettend gevaarlijk zijn. Ziet u dan niet dat als de desintegrator bestaat en als de Verenigde Staten daarvan het monopolie hebben, daaruit volgt dat het aantal mensen dat toegang zou hebben tot het wapen uiterst beperkt zou zijn. En als ex-lid van de Dienst heb ik wel enige kennis op dit terrein en ik zeg u dat de enige persoon in de hele wereld die het voor elkaar zou kunnen krijgen een desintegrator uit onze topgeheime arsenalen weg te halen, de president zou zijn ... Alleen de president van de Verenigde Staten, meneer Janek, zou die moordaanslag beraamd kunnen hebben.'

 

Ze staarden elkaar een ogenblik lang aan en toen drukte Janek een knop op zijn bureau in.

Hij zei: 'Extra voorzorgsmaatregel. Nu kunnen we op geen enkele manier afgeluisterd worden. Meneer Edwards, bent u zich bewust van het gevaar van die verklaring? Voor uzelf? U moet de kracht van het Mondiale Handvest niet overschatten. Een regering heeft het recht redelijke maatregelen te treffen om haar eigen stabiliteit te waarborgen.'

Edwards zei: 'Ik benader u, meneer Janek, als iemand van wie ik aanneem dat hij een loyaal Amerikaans staatsburger is. Ik kom naar u toe met het bericht van een vreselijke misdaad die van invloed is op alle Amerikanen en de hele Federatie. Een misdaad die een situatie heeft geschapen die misschien alleen u recht kunt zetten. Waarom reageert u met dreigementen?'

'Dat is nu al de tweede keer dat u suggereert dat ik de mogelijkheid heb om de wereld te redden. Ik kan me mijzelf niet in die rol voorstellen. U begrijpt, hoop ik, dat ik geen buitengewone machten bezit.'

'U bent secretaris van de president.'

'Dat betekent niet dat ik meer toegang tot hem heb dan sommige anderen of dat ik een uiterst vertrouwelijke relatie met hem heb. Er zijn tijden, meneer Edwards, dat ik anderen ervan verdenk mij als niets meer dan een loopjongen te beschouwen, en er zijn zelfs tijden dat ik mezelf betrap op de neiging ze gelijk te geven.'

'Desondanks, u ziet hem vaak, u ziet hem in informele situaties, u ziet hem ...'

Janek zei ongeduldig: 'Ik zie hem genoeg om u te kunnen verzekeren dat de president nooit de opdracht zou hebben gegeven om op de jubileumdag dat mechanische instrument te vernietigen.'

'Is het volgens u dan onmogelijk?'

'Dat zei ik niet. Ik zei dat hij het nooit zou doen. Uiteindelijk, waarom zou hij? Waarom zou de president een evenbeeld-androïde willen vernietigen die hem in de ruim drie jaren van zijn presidentschap zoveel waardevolle diensten had bewezen? En als hij het om de een of andere reden toch had gewild, waarom zou hij het dan in vredesnaam op zo'n ongelooflijk publieke manier doen - bij het 300-jarig jubileum nota bene - terwijl hij op die manier het bestaan ervan bloot zou geven en het risico zou lopen dat de publieke opinie zich tegen hem zou keren bij de gedachte dat ze een hand hadden gegeven aan een mechanisch instrument? Om nog maar niet te praten over de terugslag in de diplomatieke verhoudingen met andere landen van de Federatie omdat hun vertegenwoordigers wellicht ook door de androïde ontvangen waren. In plaats daarvan had hij gewoon opdracht kunnen geven hem in het geheim te demonteren. Niemand, behalve een paar hooggeplaatste regeringsfunctionarissen, zou ervan hebben geweten.'

'Maar het incident heeft geen ongewenste gevolgen gehad voor de president, niet waar?'

'Hij kan nu minder ceremoniële taken op zich nemen. Hij is niet meer zo toegankelijk als hij eens was.'

'Als de robot was.'

'Eh, ja, ik neem aan dat dat klopt,' zei Janek niet op zijn gemak.

Edwards zei: 'En uiteindelijk is de president herkozen en is zijn populariteit niet verminderd, ondanks het feit dat de vernietiging in het openbaar plaatsvond. Het argument tegen vernietiging in het openbaar is niet zo sterk als u het laat klinken.'

'Maar hij werd herkozen ondanks het incident. Het effect daarvan werd opgevangen door het snelle optreden van de president toen hij naar voren stapte en, zoals u zult moeten toegeven, een van de beste toespraken in de Amerikaanse geschiedenis hield. Het was een absoluut verbazingwekkend optreden; dat zult u toch met mij eens moeten zijn.'

'Het was een prachtig opgevoerd drama. Je zou denken dat de president erop rekende.'

Janek leunde achterover in zijn stoel. 'Als ik u goed begrijp, Edwards, suggereert u een vooropgezet, fabelachtig plot. Probeert u te zeggen dat de president het mechanisme zo liet vernietigen - temidden van een menigte, juist bij de viering van het 300-jarig bestaan, terwijl de hele wereld toekeek - zodat hij ieders bewondering kon winnen vanwege zijn snelle optreden? Suggereert u dat hij dat allemaal zo in elkaar heeft gezet zodat het publiek ervan overtuigd zou worden dat hij onder extreme omstandigheden een man van onvermoede kracht en sterkte is om op die manier een slecht verlopende campagne een goede afloop te geven? Meneer Edwards, u leest te veel sprookjes.'

 

'Als ik dit alles probeerde te beweren,' zei Edwards, 'zou het inderdaad een sprookje zijn, maar dat doe ik niet. Ik heb nooit gesuggereerd dat de president opdracht heeft gegeven de robot te doden. Ik heb alleen gevraagd of u dacht dat het mogelijk was en u hebt met nadruk verklaard dat het dat niet was. Daar ben ik blij om, want ik ben het met u eens.'

'Wat is dit allemaal? Ik begin te geloven dat u mijn tijd verknoeit.'

'Nog een ogenblik, alstublieft. Hebt u zichzelf ooit afgevraagd waarom dat karwei niet met een laserstraal gedaan kon worden, met een richt-deactivator ... met een voorhamer voor mijn part? Waarom zou iemand de ongelooflijke moeite nemen een wapen te pakken te krijgen dat door de veiligheidsdienst van de regering zo streng wordt bewaakt om iets te doen waarvoor zo'n wapen niet nodig is? Nog afgezien van de moeilijkheid om het te pakken te krijgen, waarom zou iemand het risico nemen het bestaan van de desintegrator aan de rest van de wereld te onthullen?'

'Die hele zaak van die desintegrator is alleen maar een theorie van u.'

'De robot verdween vlak voor mijn ogen. Ik heb het zelf gezien. Daarvoor ga ik niet af op getuigenverklaringen uit de tweede hand. Het maakt niet uit hoe u het wapen noemt; welke naam u er ook aan geeft, het is een feit dat de robot atoom voor atoom uit elkaar viel en dat die atomen definitief werden verstrooid. Waarom zou dat nodig zijn geweest? Je zou kunnen veronderstellen dat de robot nu ook weer niet zo absoluut weggevaagd hoefde te worden.'

'Ik weet niet wat er in het hoofd van de dader omging.'

'Nee? Toch lijkt het mij toe dat er maar éen logische verklaring is voor een complete verpulvering als de vernietiging op een veel eenvoudiger manier uitgevoerd had kunnen worden. Het verpulveren liet geen enkel spoor achter van het vernietigde object. Er was niets om na te gaan wat het geweest was, robot of iets anders.'

'Maar het lijdt geen enkele twijfel wat het geweest is,' zei Janek.

'O nee? Ik zei dat alleen de president het voor elkaar had kunnen krijgen om de desintegrator te bemachtigen en te laten gebruiken. Maar, gezien het bestaan van een evenbeeld-robot, welke president heeft dat dan gedaan?'

'Ik geloof dat we maar beter een eind kunnen maken aan dit onderhoud,' zei Janek scherp. 'U bent gek.'

'Denkt u nog eens na,' zei Edwards. 'In vredesnaam, denkt u er nog eens over door. De president heeft de robot niet vernietigd. Uw argumenten daarvoor zijn overtuigend. Wat er wel is gebeurd, is dat de robot de president heeft vernietigd. President Winkler werd vermoord in de menigte op 4 juli 2076. Een robot die eruit zag als president Winkler heeft vervolgens de jubileum toespraak gehouden, voerde een campagne om herkozen te worden, werd herkozen, en is nu nog president van de Verenigde Staten.'

'Waanzin!'

'Ik ben naar u toe gekomen, naar ú, omdat ú dit kunt bewijzen . . . en het ook recht zetten.'

'Het is gewoon niet zo. De president is ... de president.' Janek maakte aanstalten om op te staan en het gesprek te beëindigen.

'U zegt zelf dat hij veranderd is,' zei Edwards snel en indringend. 'De jubileumtoespraak lag boven het vermogen van de oude Winkler. Hebt u zichzelf niet verbaasd over wat er de laatste twee jaar allemaal is bereikt? Weest u eens eerlijk, zou de Winkler van de eerste termijn dit allemaal hebben kunnen doen?'

'Ja, wel degelijk, omdat de president van de tweede termijn de president van de eerste termijn is.'

'Dus u ontkent dat hij veranderd is? Ik leg u deze vraag voor. U beslist en ik zal me bij uw beslissing neerleggen.'

'Hij heeft zich tegen de problemen opgewassen getoond en de uitdaging aanvaard, dat is alles. Zoiets is wel meer gebeurd in de Amerikaanse geschiedenis.' Maar Janek zonk terug in zijn stoel. Hij leek zich niet meer zeker van zichzelf te voelen.

'Hij drinkt niet,' zei Edwards.

'Dat heeft hij nooit gedaan ... niet veel tenminste.'

'De president geeft niet meer om vrouwen. Ontkent u dat hij dat in het verleden wel deed?'

'Een president is ook een mens. Maar de afgelopen twee jaar heeft hij zich gewijd aan de zaak van de Federatie.'

'Het is een verandering ten goede, dat geef ik toe,' zei Edwards, 'maar het is een verandering. Als hij een vrouw had, zou hij de maskerade nooit vol kunnen houden, niet waar?'

'Het is jammer dat hij geen echtgenote heeft,' zei Janek. Hij sprak het verouderde woord enigszins gegeneerd uit. 'De hele kwestie zou zich niet voordoen als dat wel zo was.'

'Maar het feit dat hij die niet heeft maakte het plan beter uitvoerbaar. Toch is hij vader van twee kinderen. Ik geloof niet dat ze een van beiden in het Witte Huis zijn geweest sinds het 300-jarig jubileum.'

'Waarom zouden ze? Ze zijn volwassen, leiden hun eigen leven.'

'Worden ze uitgenodigd? Wil de president ze graag zien? U bent zijn privé-secretaris. U zou dat moeten weten. Wel?'

Janek zei: 'U verknoeit uw tijd. Een robot kan geen menselijk wezen doden. U weet dat dat in de Eerste Wet van de robotica staat.'

'Dat weet ik. Maar niemand zegt dat de robot-Winkler zelf de mens Winkler heeft gedood. Toen de mens Winkler in de menigte was, was de robot-Winkler op het platform en ik betwijfel of een desintegrator van die afstand gebruikt zou kunnen worden zonder ook schade aan te richten in de omgeving van de president. Misschien wel, maar het is waarschijnlijker dat de robot-Winkler een medeplichtige had ... iemand die het vuile werk opknapte, als dat de juiste twintigste-eeuwse uitdrukking is.'

Janek fronste zijn wenkbrauwen. Zijn ronde gezicht zag er nerveus en gekweld uit. 'Weet u, krankzinnigheid moet besmettelijk zijn. Ik begin werkelijk over het waanzinnige idee dat u hier heeft gebracht na te denken. Maar gelukkig houdt uw theorie geen steek. Tenslotte, waarom zou men een aanslag op de mens Winkler in het openbaar organiseren? Alle argumenten tegen de vernietiging van de robot in het openbaar gelden ook voor het doden van de president in het openbaar. Begrijpt u niet dat er zo geen steek van uw theorie heel blijft?'

'Dat is niet ...' begon Edwards.

'Het is wél zo. Op een paar functionarissen na wist niemand zelfs maar van het bestaan van het mechanische instrument af. Als president Winkler in het geheim was vermoord en men zich van zijn lichaam had ontdaan, had de robot gemakkelijk zijn plaats in kunnen nemen zonder verdenking op te wekken ... die van u, bijvoorbeeld.'

'Er zouden altijd een paar functionarissen zijn die het wisten, meneer Janek. Dan hadden er nog meer moorden gepleegd moeten worden.' Edwards leunde met een ernstige uitdrukking op zijn gezicht voorover. 'Luister, normaal gesproken was er geen kans dat het menselijke wezen en de machine met elkaar verward zouden worden. Ik stel me voor dat de robot niet constant in gebruik was, maar alleen voor speciale gelegenheden in werd geschakeld, en dat er altijd sleutelfiguren waren, misschien zelfs een heel aantal, die wisten waar de president was en wat hij aan het doen was. Als dat zo was, zou de aanslag gepleegd moeten worden op een tijd dat die functionarissen inderdaad dachten dat de president in werkelijkheid de robot was.'

'Ik kan u niet volgen.'

'Luistert u maar. Een van de taken van de robot was handen te schudden met mensen in de menigte; het vlees drukken. Als dit plaatsvond, zouden de ingewijde functionarissen heel goed weten dat degene die handen gaf, in werkelijkheid de robot was.'

'Precies. Nu spreekt u verstandige taal. Het wás de robot.'

'Behalve dat het het 300-jarig jubileum was, en behalve het feit dat president Winkler de verleiding niet kon weerstaan. Ik neem aan dat het onmenselijk zou zijn om van een president te verwachten - vooral van een leeghoofdige populariteitsjager die zo graag bejubeld wilde worden als Winkler - om uitgerekend op die dag de toejuichingen van de massa op te geven en die door een machine in ontvangst te laten nemen. En misschien heeft de robot zorgvuldig voedsel gegeven aan die impuls, zodat op die ene 300-jarige jubileumdag de president aan de robot het bevel gaf achter het podium te blijven, terwijl hijzelf erop uit ging om handen te schudden en toegejuicht te worden.'

'In het geheim?'

'Natuurlijk in het geheim. Als de president het tegen iemand van de dienst, of tegen een van zijn medewerkers, of tegen u had gezegd, zou men hem dan hebben laten gaan? Sinds de gebeurtenissen aan het eind van de twintigste eeuw zijn de topambtenaren doodsbenauwd voor de mogelijkheid van een moordaanslag. Dus met de aanmoediging van een kennelijk intelligente robot...'

'U neemt aan dat de robot intelligent is omdat u ervan uit gaat dat hij nu de functie van president vervult. Dat is een cirkelredenering. Als hij niet de president is, is er geen reden om aan te nemen dat hij intelligent is, of dat hij in staat zou zijn deze intrige uit te werken. Bovendien, welk motief zou een robot ertoe kunnen brengen een moord te beramen? Zelfs als hij de president niet zelf zou doden, het indirect doden van een menselijk wezen is ook verboden door de Eerste Wet, die luidt: "Een robot mag een menselijk wezen geen kwaad berokkenen, of toelaten dat een menselijk wezen gekwetst wordt door zijn nalatigheid."'

'De Eerste Wet is niet waterdicht,' zei Edwards. 'Wat als kwaad berokkenen aan één menselijk wezen het leven van twee anderen kan redden, of van drie anderen, of zelfs van drie miljard anderen? De robot kan hebben geredeneerd dat het redden van de Federatie belangrijker was dan het redden van één leven. Het was tenslotte geen gewone robot. Hij was zodanig ontworpen dat zijn eigenschappen die van de president dicht genoeg benaderden om iedereen te misleiden. Stel dat hij het verstand van president Winkler had, maar niet zijn zwakheden, en stel dat hij wist dat hij de Federatie kon redden terwijl de president dat niet kon.'

'U kunt zo redeneren, maar wie zegt dat een mechanisch instrument dat zou kunnen?'

'Het is de enige manier om te verklaren wat er is gebeurd.'

'Volgens mij is het een paranoïde fantasie.'

'Vertelt u mij dan eens waarom het object tot atomen werd verpulverd,' zei Edwards. 'Volgens mij valt het alleen logisch te verklaren als dat de enige manier was om het feit te verhullen dat er een menselijk wezen was vernietigd en geen robot. Geeft u me dan een alternatieve uitleg.'

Janek werd rood. 'Ik kan dit niet accepteren.'

'Maar u kunt de hele zaak bewijzen ... of het tegendeel bewijzen. Daarom ben ik naar u toe gekomen, naar ú.'

'Hoe zou ik het kunnen bewijzen? Of het tegendeel bewijzen?'

'Niemand ziet de president zo vaak in een onbewaakt ogenblik als u. Tegenover u zal hij - hij heeft tenslotte helemaal geen nauwe verwanten - de minste formaliteiten in acht nemen. Bestudeer hem.'

'Dat heb ik gedaan. Ik zeg u, hij is geen ...'

'Dat hebt u niet. U had geen enkel vermoeden. Kleine aanwijzingen betekenden niets voor u. Bestudeert u hem nu, in het bewustzijn dat hij een robot zou kunnen zijn. Dan merkt u het vanzelf.'

Janek zei sardonisch: 'Ik kan hem neerslaan en hem op metaal onderzoeken met een ultrasonische detector. Zelfs een androïde heeft een brein van platina-iridium.'

'U hoeft niets drastisch te ondernemen. Observeert u hem alleen maar en u zult zien dat hij helemaal niet de man is die hij was, dat hij geen man kan zijn.'

Janek keek op de klok-kalender aan de muur. Hij zei: 'We zitten hier al ruim een uur.'

'Het spijt me dat ik zoveel van uw tijd in beslag heb genomen, maar ik hoop dat u het belang van dit alles inziet.'

'Belang?' zei Janek. Toen keek hij op en zijn schijnbaar moedeloze houding scheen plaats te maken voor iets van hoop. 'Maar is het in feite belangrijk? Echt belangrijk, bedoel ik?'

'Hoe zou het niet belangrijk kunnen zijn? Om een robot als president van de Verenigde Staten te hebben? Zou dat niet belangrijk zijn?'

'Nee, dat bedoel ik niet zo. Vergeet wat president Winkler zou kunnen zijn. Bedenkt u dit eens. Iemand die de functie vervult van president van de Verenigde Staten heeft de Federatie gered; hij heeft haar bij elkaar gehouden en op het ogenblik dient hij als voorzitter van de Raad de zaak van de vrede en weet hij opbouwende compromissen te bewerkstelligen. Dat moet u toch toegeven?'

'Natuurlijk geef ik dat toe,' zei Edwards. 'Maar hiermee zou een precedent geschapen kunnen worden. Nu een robot om een heel goede reden in het Witte Huis zou ertoe kunnen leiden dat we de komende twintig jaar een robot om een heel slechte reden in het Witte Huis hebben, waarna we robots in het Witte Huis zouden kunnen hebben om geen enkele reden, maar alleen omdat het iets vanzelfsprekends is geworden. Begrijpt u niet dat het belangrijk is om de eerste aarzelende stappen op weg naar het einde van het menselijk ras de kop in te drukken?'

Janek haalde zijn schouders op. 'Stel dat ik erachter kom dat hij een robot is? Maken we dat aan de hele wereld bekend? Heeft u enig idee wat dat voor de Federatie zou betekenen? Wat er met de financiële structuur van de wereld zal gebeuren? Weet u...'

'Ik weet het. Daarom wilde ik u onder vier ogen hierover spreken en heb ik niet geprobeerd er bekendheid aan te geven. Het is aan u om de zaak na te gaan en een definitieve conclusie te trekken. Als u tot de slotsom komt dat de zogenaamde president een robot is, en daar ben ik van overtuigd, is het vervolgens aan u om hem te overreden zijn ambt neer te leggen.'

'En in het licht van uw versie van de Eerste Wet zal hij me dan laten doden omdat ik een bedreiging vorm voor zijn kundige opvang van de grootste mondiale crisis van de eenentwintigste eeuw.'

Edwards schudde zijn hoofd. 'Daarvoor handelde de robot in het geheim, en niemand heeft geprobeerd de argumenten die hij zelf aanvoerde te weerleggen. Als het nodig is, kunnen we hulp krijgen van de een of andere functionaris van US Robots & Mechanische Mensen NV, waar de robot in eerste instantie is gebouwd. Als hij eenmaal ontslag heeft genomen, volgt de vice-president hem op. Als de robot-Winkler de oude wereld in de juiste banen heeft geleid, prima; ze kan nu in het juiste spoor worden gehouden door de vice-president, dat is een betrouwbare en rechtschapen vrouw. Maar we kunnen geen robot als regeerder hebben, en dat mag ook nooit weer voorkomen.'

'En als de president menselijk is?'

'Dat laat ik aan u over. U komt er wel achter.'

'Zoveel vertrouwen heb ik niet in mezelf,' zei Janek. 'Als ik geen besluit kan nemen? Als ik mezelf niet zo ver kan brengen? Als ik het niet durf? Wat bent u dan van plan?'

Edwards zag er vermoeid uit. 'Ik weet het niet. Misschien zal ik naar US Robots moeten gaan. Maar ik denk niet dat het zo ver zal komen. Ik vertrouw erop dat nu ik het probleem aan u heb overgedragen, u niet zult rusten tot de zaak geregeld is. Wilt ú geregeerd worden door een robot?'

Hij stond op en Janek liet hem gaan. Ze gaven elkaar geen hand.