51
Marina en ik zwaaiden en bliezen handkusjes naar Maia toen ze van Atlantis vertrok. Haar twee koffers zaten tjokvol met haar dierbaarste bezittingen. En met driehonderd zakjes English breakfast tea van Twinings, die volgens haar met geen mogelijkheid te vinden was in Rio. Hoewel ze ons verzekerd had dat ze heel snel weer terug zou komen, wisten we op de een of andere manier dat dat niet waar was. Dus waren we allebei emotioneel omdat mijn grote zus uit het zicht verdween om aan haar nieuwe leven te beginnen.
‘Ik ben zo blij voor haar.’ Op de terugweg naar het huis pinkte Marina stiekem een traan weg. ‘Floriano is een geweldige man en volgens Maia heeft hij ook een lieve dochter.’
‘Zo te horen kan ze zo in dat gezinnetje stappen,’ merkte ik op. ‘Misschien maakt dat een beetje goed wat ze is kwijtgeraakt.’
Toen we naar binnen gingen keek Marina me aan. ‘Heeft ze het je verteld?’
‘Gisteren pas. Ik kan niet ontkennen dat ik geschokt was. Niet zozeer door wat er gebeurd is, maar omdat ze het al die jaren voor zich heeft gehouden.’ Een beetje egoïstisch voegde ik eraan toe: ‘Ik was best gekwetst omdat ze me haar geheim niet eerder had durven toevertrouwen. Jij wist het zeker wel?’ Achter haar aan liep ik naar de keuken.
‘Ja, chérie. Ik heb haar destijds geholpen. Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. Gelukkig heeft Maia eindelijk haar plaatsje gevonden.’ Ze zette de waterkoker aan. ‘Eerlijk gezegd begon ik me al af te vragen of dat er ooit nog van zou komen.’
‘Wij allemaal, denk ik. Als kind was ze zo vrolijk en positief, en dat leek van de ene op de andere dag te veranderen. Ik ben een keer bij haar op bezoek geweest, aan het begin van haar derde studiejaar aan de Sorbonne. Ze was zo stil, gesloten,’ verzuchtte ik. ‘Het was een heel saai weekend, want Maia wilde nergens naartoe, terwijl ik zestien was en het voor mij de eerste keer in Parijs was. Nu begrijp ik pas hoe dat kwam. Je weet dat ik haar als kind op een voetstuk zette. Het deed me echt pijn dat ze me buitensloot.’
‘Ze sloot ons allemaal buiten,’ probeerde Marina me te troosten. ‘Maar als iemand haar weer kan leren om mensen te vertrouwen, dan is het wel die jongeman die ze heeft gevonden. Wil je thee? Of iets kouds?’
‘Water, alsjeblieft. Ma, volgens mij ben je zelf verliefd op Floriano!’ plaagde ik haar.
Ze gaf me een glas water. ‘Nou, hij is wel heel aantrekkelijk,’ gaf ze toe.
‘Ik kan niet wachten om hem te ontmoeten. Wat ga jij eigenlijk doen nu Maia weg is?’
‘O, maak je maar geen zorgen, ik heb genoeg omhanden. Het zou je nog verbazen hoe vaak jullie terugvliegen naar het nest. Meestal in een opwelling.’ Ze glimlachte. ‘Vorige week was Star hier nog.’
‘Echt waar? Zonder CeCe?’
‘Ja.’ Marina ging er niet dieper op in. ‘Ik vind het altijd heerlijk als jullie naar huis komen.’
‘Het voelt hier zo anders zonder Pa,’ zei ik.
‘Dat is ook niet zo verwonderlijk. Maar denk je eens in hoe trots hij zou zijn als hij wist wat je morgen gaat doen. Je weet hoe dol hij op zeilen was.’
‘Ja,’ zei ik met een verdrietig glimlachje. ‘Even iets anders. Je weet toch dat de vader van Maia’s zoontje Zed is, de zoon van Kreeg Eszu?’
‘Dat weet ik, ja.’ Snel veranderde ze van onderwerp. ‘Maar goed, ik zal tegen Claudia zeggen dat we vanavond om zeven uur willen eten. Ik weet dat je morgen weer vroeg op moet.’
‘Ja, en ik moet mijn e-mails nog bekijken. Mag ik dat in de studeerkamer van Pa doen?’
‘Natuurlijk. Denk erom, dit huis is nu van jou en je zussen,’ zei ze geduldig.
Ik ging mijn laptop uit mijn slaapkamer halen, liep naar beneden en deed de deur van mijn vaders studeerkamer open. Voor het eerst van mijn leven ging ik aarzelend in de stoel van Pa Salt zitten. Terwijl mijn laptop aan het opstarten was, staarde ik voor me uit naar de bonte verzameling spulletjes die Pa op zijn planken uitgestald had.
Op dat moment gaf de laptop aan dat hij opnieuw opgestart moest worden, al had ik dat net nog gedaan, dus stond ik op en liep naar de cd-speler van Pa. We hadden allemaal geprobeerd hem over te halen een iPod aan te schaffen, maar hoewel hij allerlei geavanceerde computers en elektronische communicatieapparatuur in zijn studeerkamer had, zei hij altijd dat hij te oud was om nog te veranderen en dat hij zijn muziek het liefst wilde ‘zien’ voordat hij die afspeelde. Toen ik de speler aanzette, benieuwd waar hij als laatste naar had geluisterd, werd de kamer plotseling gevuld met de prachtige openingsmelodie van ‘Morgenstimmung’ van Grieg, uit de Peer Gynt-suite.
Als aan de grond genageld bleef ik staan, overspoeld door herinneringen. Dit was het favoriete stuk van Pa geweest en hij had me vaak gevraagd de openingsmelodie op de fluit voor hem te spelen. Het was het themaliedje van mijn kindertijd geworden en deed me denken aan al die prachtige zonsopgangen die we samen hadden gezien wanneer hij me meenam het meer op en me geduldig leerde zeilen.
Ik miste hem ontzettend.
En er was nog iemand die ik miste.
Terwijl de muziek aanzwol uit de verborgen luidsprekers en de kamer gevuld werd met prachtige klanken, pakte ik in een impuls de telefoon op het bureau op.
Op het moment dat ik de hoorn naar mijn oor bracht om het nummer in te toetsen, besefte ik dat er al iemand anders in het huis aan de lijn was. Door de schrik van het horen van die bekende stem die me van kleins af aan had getroost, moest ik het gesprek wel verstoren. ‘Hallo?’ zei ik, snel het geluid van de cd-speler zachter zettend om zeker te weten dat ik het goed had gehoord.
Maar aan de andere kant van de lijn klonk alleen nog een monotoon gepiep en ik wist dat hij er niet meer was.