25

Diverse locaties

16 november 2001

 

Terwijl Harlan DeVane naar de telefoon reikte, constateerde hij tot zijn opluchting dat zijn hand niet trilde. Maar waarschijnlijk zou zijn zelfbeheersing snel verdwijnen zodra de betekenis van Kuhls telefoontje vanuit het Earthglow-complex volledig tot hem doordrong. Misschien restte er nog iets in hem wat met alle geweld ontkende dat het gedaan was met het Sluimer-virus. Hij had er immers zoveel in geïnvesteerd, zijn naam op het spel gezet… Maar de remmercodes waren geconfisqueerd. In beslag genomen door mannen die volgens Kuhl overduidelijk agenten van Roger Gordian waren.

Wat nu?

Hij drukte op de flash-toets van zijn telefoon en luisterde naar een geprogrammeerde reeks piepjes die naar het digitale universum werden gelanceerd. Net als de virusremmers. En anders zou dat niet lang meer duren. Hij stelde ze voor als wiskundige formules op kleine velletjes papier die in een soort baan om de aarde fladderden. Met duizenden handen die er al vechtend naar reikten en de stukjes uit de lucht graaiden. Een remmer voor variant zus of voor variant zo. Een levendig beeld dat zelfs nog indringender zou worden nu hij het nieuws vanuit Canada liet bezinken.

Ja, Zeus had de hemelen laten donderen. En nu stortte zijn strijdwagen ter aarde. Maar niet alles was vernietigd. Nog niet. Er was nog steeds een mogelijkheid een spoor van vuur aan de hemel te trekken.

Er klonk een pieptoon die werd onderbroken door een mannenstem.

‘Ja?’

DeVane omklemde de hoorn. ‘Begin met plan B,’ sprak hij.

‘En snel.’

 

Vanaf de daken was slechts een klein deel van Gordians ziekenhuisbed zichtbaar, en ook nog eens van een nadelige hoek. De plaatsing van het bed was opzettelijk en illustratief voor de verscherpte bewaking rondom Gordian. Al meteen nadat het vermoeden was gerezen dat hij het slachtoffer was van een biologische aanslag, was zijn bed uit het zicht van het raam geplaatst om zo het gevaar van bespieden en sluipschutters te elimineren.

Maar de schutter op het dak kende zijn opdracht. Ashley Gordian, die staand bij het voeteneind op zachte toon haar comateuze echtgenoot toesprak, stond nu vol in het zicht terwijl hij zijn geweer een klein beetje bijrichtte.

‘Je praat voortdurend met Gord, hè?’ vroeg Megan Breen. Ze zat met haar rug naar de muur links van het raam en een warme straal zonlicht scheen op haar wang. Zodra de eerste kogel door het raam vloog, zou die rakelings langs haar oor scheren.

Ashley keek Megan aan. Ze waren de enigen hier, Gordian en de Sword-agent in burger even niet meegerekend. Hij was een magere, donkerharige man, die met de armen over elkaar zijn wapen bedekte en stilletjes op een stoel naast de deur had plaatsgenomen. Hij diende de kamer te bewaken. Hij en de twee vrouwen droegen enkel gewone kleren en niet langer beschermende overalls, mondkapjes, beschermingsbrillen, handschoenen of overschoenen. Na de ontdekking dat Gordians symptomen waren veroorzaakt door inname van een dna-gerichte ziekteverwekker was het infectiegevaar geweken.

‘Nou, ik heb het gevoel dat hij meer hoort dan je misschien zult denken,’ antwoordde Ashley. ‘We maken grapjes over ons commentaar op de wereld, op alles. Volgens Roger moeten we gewoon een microfoon neerzetten en op de radio ons eigen inbelprogramma beginnen.’

Megan glimlachte een beetje. ‘Ik kan me anders een tijd herinneren, niet eens zo lang geleden, dat het een hele toer was om ook maar één woord uit hem te krijgen.’

Ashley knikte. ‘De laatste jaren is hij een stuk opener geworden, Meg. Vooral nadat we onze problemen te boven waren. Soms is hij gewoon niet te stoppen, dan sta je echt te kijken…’

‘Lijkt me heerlijk voor jullie dat jullie het zo goed met elkaar kunnen vinden.’

Ze keken naar Gordian. Hij lag onder de dekens, de ogen gesloten.

Het gesis van de beademingsapparatuur was het enige geluid. Een jongeman in ziekenhuiskledij kwam de kamer binnen, controleerde de hoeveelheid intraveneuze voeding, mompelde dat deze vervangen moest worden en verdween weer. Ondertussen wachtte buiten, een kleine 200 meter van het raam, de sluipschutter met zijn geweer in de aanslag op het teken.

Megan keek op haar horloge. ‘We hebben nog ongeveer een uur voordat Eric en de mensen van Sobel hier zijn met het antivirus,’ klonk het vol bewondering over het feit dat het team het had klaargespeeld om letterlijk binnen een nacht een antivirus samen te stellen. ‘Als ik je nu eens op een ontbijt trakteer?’

Er verscheen een blik in Ashley’s ogen. Een sombere blik, alsof ze wist wat er ging gebeuren. Even wist Megan niet hoe ze het moest opvatten.

Geknield op het dak wachtte de schutter op het moment dat ze zich van het voeteneind afwendde en voor het raam verscheen, en daarmee midden in het vizier. Zijn vinger krulde zich om de trekker.

Eén kneepje en haar hart zou in haar borst exploderen.

‘Nou, een ontbijtje zou lekker zijn,’ zei Ashley, de blik nog altijd somber. Haar stem klonk zacht. ‘Ik moet even onder vier ogen met je praten, en misschien dat dit daarvoor de gelegenheid is.’

Megan keek haar vragend aan.

‘Kijk, Sword-zaken zijn Sword-zaken,’ begon Ashley. ‘Ik hoef niet precies te weten hoe jullie je werk verrichten. Heb daar eigenlijk ook geen behoefte aan. Het is een deel van Gords leven, en dat maakt me juist zo bang. En omdat ik jou en Pete als familie beschouw, voel ik dat ook voor jullie.’

‘Maar… je wilt me iets vertellen,’ sprak Megan voorzichtig.

Ashley knikte. ‘Als blijkt dat die mannen in Canada hun leven hebben gegeven in de hoop dat ze daarmee mijn man konden redden, dan wil ik hun namen en alle mogelijke informatie die jij me kunt bezorgen over de omstandigheden waarin ze het leven lieten.’ Haar stem klonk nu nog lager dan daarnet. Megan realiseerde zich dat ze niet wilde dat Gordian het mogelijkerwijs zou horen. ‘Over een paar dagen is het Thanksgiving. Ik moet hun families bellen…

Mijn dankbaarheid betuigen. En ook mijn verdriet. Ze moeten weten hoe belangrijk ze voor mij zijn. Dat ik op mijn beurt altijd zo veel mogelijk voor ze wil klaarstaan.’

Megan keek haar aan. ‘Dat zal niet meevallen.’

‘Ja,’ antwoordde Ashley. ‘Dat denk ik ook niet.’

Megan staarde nog even naar haar gezicht en pakte vervolgens haar handtas, die ze over de leuning van haar stoel had gehangen. ‘We kunnen nu maar beter even naar het restaurant gaan.’

Ashley knikte opnieuw, liep naar het tafeltje naast het bed en weg van het raam, om haar eigen handtas te pakken.

Er was altijd weer een moment waarop je al je wilskracht bijeen moest sprokkelen om je te beheersen en niet te vroeg te vuren. Zodra alles op zijn plek viel, en je wist dat het een voltreffer zou worden, leek het bijna alsof je doelwit je als het ware uitnodigde om te schieten. Maar dat ging bij deze twee vrouwen niet op. Zijn opdracht was te wachten op het teken.

En dat volgde op het moment dat Ashley bijna uit zijn vizier was verdwenen.

 

Drie schoten, dat was wat Megan zich nog zou herinneren.

Drie schoten, die vlak op elkaar volgden. Ze zag geen flitsen, hoorde geen inslagen. Het leek gewoon alsof de boel spontaan begon te ontploffen. Maar het aantal schoten, daar was ze tamelijk zeker van.

De eerste kogel maakte korte metten met het grootste deel van het raam. Glassplinters daalden als een waterval van naalden en krammetjes over haar heen en een groot stuk trok een diepe snee bij haar slaap. Snel dook ze op de grond en zag hoe Ashley bij het kapotte raam als versteend naar Gordian staarde, terwijl het stucwerk van de muren door de kamer en op haar blouse spatte. Daarna volgde het tweede schot. ‘Ashley, snel! Ga liggen!’ riep ze terwijl het bloed in straaltjes over haar gezicht liep.

Maar Ashley leek het niet te horen. Met verschrikte ogen liep ze naar Gordian.

‘Ash, luister naar me! Hij kan daar niet geraakt worden! Zoek dekking! Zoek dekking, alsjeblieft!

‘Nee!!’ schreeuwde ze en liep verder naar het bed, zonder zich over zichzelf te bekommeren of aan schootsvelden te denken. Ze wist enkel dat er kogels door de kamer vlogen, dat haar man hulpeloos en kwetsbaar in zijn bed lag en dat ze hem moest beschermen.

Al voordat het derde schot viel, kroop Megan driftig op handen en voeten naar Ashley. Maar de bewaker had zich al met een duik op de vrouw geworpen, haar om haar middel gegrepen, op de grond gewerkt en haar met zijn eigen lichaam afgedekt.

Opnieuw vloog een wolk van glassplinters uit het raamkozijn naar binnen nu de derde kogel fluitend door de lucht enkele centimeters van het vorige schot in de muur insloeg en een groot gat achterliet.

Daarna zag Megan hoe de deur openvloog en er allerlei figuren de kamer binnenstormden: Sword-agenten, ziekenhuispersoneel, die misschien wel met hun tienen tegelijk door de deuropening probeerden te dringen. Ze kon niet precies zeggen of ze nu door de schoten of door de beelden van de videobewaking waren gealarmeerd, het kon haar ook eigenlijk weinig schelen. Ze was vooral blij dat ze er waren.

Iemand schreeuwde dat Gordian zo snel mogelijk weg moest. Haal hem wég hier! Artsen en verpleegsters schaarden zich snel rond zijn bed, ontkoppelden het beademingsapparaat, reden snel het bed naar de deur en de gang op, en ook de glucosezak die aan de verrijdbare driepoot bungelde. Een paar bewakers vergezelden Gordian met getrokken wapen naar de reservekamer die verderop in de gang in gereedheid was gebracht. Een paar agenten bleven nog even achter. Een Sword-agent schoot Megan te hulp en een collega ontfermde zich over Ashley en de bewaker die haar met zijn lichaam had beschermd. Een derde nam positie in achter de muur naast het versplinterde raam en tuurde voorzichtig in de richting van de daken, in de hoop een glimp te kunnen opvangen van de schutter.

‘Dat lijkt me een lelijke snee,’ zei de man die Megan te hulp was geschoten. Hij hielp haar overeind en dwong haar het hoofd niet boven de vensterbank uit te steken. Megan zag hoe Ashley snel de kamer werd uitgeleid. ‘Kom, we nemen u mee en regelen een dokter voor u.’

Megan veegde wat bloed van haar gezicht en voelde een gemene steek terwijl ze met haar vingers de wond aanraakte.

‘Dat kan wachten. Ik wil er eerst zeker van zijn dat de baas in orde is.’

‘Maar mevrouw Breen, ik weet niet of dat nu wel zo verstandig is.’

‘Kan me niet schelen,’ was haar reactie.

 

Als jonge jongen, opgroeiend in Zuid-Philadelphia, had Pete Nimec aan den lijve ervaren met hoeveel strijdlust mensen hun territorium konden verdedigen. De ruige lessen die er met vuisten en honkbalknuppels waren ingeramd, had hij zijn verdere leven met zich meegedragen. Als Sword-agent vergat hij deze regels van de straat geen moment wanneer mankracht op het werkterrein van anderen werd ingezet. Houd de grenzen in gedachten. Houd rekening met de situatie. Weet wanneer je voet bij stuk moet houden, en wanneer je je tegenstander tegemoet moet komen.

De leiding van het Mercy-ziekenhuis van San Jose had talloze bedenkingen geuit bij Nimecs verzoek zorg te mogen dragen voor de veiligheid van Roger Gordian tijdens diens verblijf aldaar. De meeste bezwaren hadden te maken met zaken omtrent burgerlijke aansprakelijkheid. En hoewel men in zekere zin bereid was geweest de standaard veiligheidsvoorschriften enigszins aan te scherpen, stond de directie van het ziekenhuis enigszins wantrouwend tegen een mogelijke inperking van haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de patiënt.

Nimecs alternatief behelsde een versie van de afspraken die hij had uitgewerkt met de talloze landen waar UpLink een vestiging had.

De juridische en ethische verplichtingen van het ziekenhuis zouden de volle aandacht krijgen en alle door Sword voorgestelde veiligheidsprocedures dienden vooraf aan de raad van bestuur van het ziekenhuis te worden overlegd. Nimecs plan omvatte onder meer de toevoeging van één Sword-agent die het geüniformeerde veiligheidspersoneel van het ziekenhuis bij de belangrijkste in- en uitgangen moest versterken, de inrichting van een permanente wachtpost in de gang naar Gordians kamer, de installatie van een door Sword-mensen bediende videocamera in de kamer en de inrichting van een noodkamer waarnaar Gordian in geval van nood snel kon worden overgebracht en waarvan alleen het belangrijkste personeel op de hoogte was. Deze bepalingen waren unaniem goedgekeurd. Een laatste verzoek om Sword-technici toestemming te verlenen het computernetwerk van het ziekenhuis grondig te screenen kreeg een veto, maar Nimec had dat eigenlijk wel verwacht en was erop voorbereid geweest omwille van een snelle afhandeling ervan af te zien.

Nimecs onvermogen de ziekenhuisdirectie ervan te overtuigen dat de databestanden beveiligd dienden te worden, vormde nu juist precies die ene beperking die de indringer in de kaart had gespeeld en hem de zwakke plek had verschaft die hij zocht.

In de kamer hield de in verplegersuniform geklede man de zak met daarin de intraveneuze voeding klaar en luisterde. De oplossing van koolwaterstoffen, vitaminen en andere voedingsstoffen bevatte ook een grote concentratie digitalis, een glycoside-oplossing die in kleine doses een snelle hartslag vertraagde en die in een grotere dosis bij een kerngezond persoon zelfs een hartstilstand kon opwekken.

Gezien Gordians labiele toestand zou het middel niet meer dan vijf minuten nodig hebben om zijn dodelijke werk te volbrengen.

Wat was het toch makkelijk gegaan, bijna als vanzelf. Hij had eerst ingebroken in het computersysteem, had een naam toegevoegd aan de lijst van verplegers die toegang hadden tot Gordian, had vervolgens een valse identiteit gecreëerd en een identiteitspasje op zijn borstzak gespeld. En ook dat ging van een leien dakje. En hoewel de noodkamer waar Gordian verbleef nergens vermeld of omschreven stond, hadden het feit dat de kamer zo dicht naast het ‘toevallig’ afgesloten deel van deze afdeling lag, én zijn oplettendheid de afgelopen dagen, zijn vermoedens bevestigd.

De voetstappen op de gang zwollen aan. Opeens zwaaide de deur open en Gordian werd naar binnen gereden, omringd door ziekenbroeders, bewakers in burger, zijn vrouw en die andere vrouw die erbij was toen hij via zijn radioverbinding de schutter op het dak het teken had gegeven.

Hij deed even een stap achteruit nu het bed naar binnen werd gereden en gebaarde de verpleeghulpen snel naar een stellage met beeldschermen en beademingsapparatuur.

Fluitje van een cent.

‘Hier!’ riep hij boven alle drukte uit. ‘Sluit hem maar aan.’

 

Volgens Megan klopte er iets niet.

Ze bereikte de noodkamer en werd snel door een paar bewakers en verpleegsters naar binnen geleid. Voor zich zag ze hoe Gordians bed naar de internist werd gereden die zo-even, vlak voordat de schoten vielen, op de andere kamer zijn infuuszak had gecontroleerd. Ze voelde hoe iemand de snee bij haar slaap met iets vochtigs en koels depte, er een verbandje tegen duwde, wat pleisterband aanbracht en opging in het gedrang om het bed. Zuurstofslangen werden aangesloten, het beademingsapparaat werd aangezet, de lege infuuszak verwijderd en door de gereedstaande co-assistent door een verse vervangen. En toch… Volgens Megan klopte er iets niet. Op wie had die sluipschutter eigenlijk gericht?

Gordian lag uit de vuurlinie, hetzelfde gold voor haar, en eigenlijk had alleen Ashley geraakt kunnen worden als ze voor het raam was gaan staan en zíj het doelwit was geweest. Dus waarom die schoten?

De vraag bleef aan haar knagen terwijl ze in gezelschap van Ashley bij de deur wachtte en op veilige afstand van de artsen en verpleeghulpen toekeek hoe het handjevol bewakers weer de gang opliep om deze af te grendelen en het plukje verplegers, klaar met de taken, weer afdroop. Waarna alleen de co-assistent nog overbleef die zijn infuus in gereedheid bracht…

Opeens schoot er een beeld voor haar ogen: de co-assistent. Hier, in zijn eentje, wachtend in deze kamer. Met de infuuszak in zijn hand op het moment dat Gordian werd binnengereden.

Wáchtend…

Ze had de man de afgelopen dagen al een paar maal eerder gezien, lopend over de gangen met een klembord in zijn hand, maar nooit in Gordians kamer. Hij hoorde niet bij Gordians groepje, daarvan was ze overtuigd. En toch wist hij op een of andere manier van de noodkamer af, wist hij welke kamer het was, hoewel die informatie niet voor hem bestemd was, en was zelfs als eerste aanwezig geweest om instructies te geven.

Ze keek naar hem. Hij had de driepoot met de infuuszak naar het bed gereden, de katheter met het slangetje over de reling van het bed klaargelegd en boog zich nu over Gordian, klaar om de naald in zijn onderarm aan te brengen.

‘Ho,’ zei ze en ze liep naar hem toe. Haar mond voelde opeens droog en haar hart bonkte in haar keel. ‘Wat doet u?’

De co-assistent draaide zijn gezicht naar haar toe. ‘Even de infuuszak aansluiten. Is zo gebeurd.’

Ze kwam een stap dichterbij, en nog een, een verbaasde Ashley bij de deur achterlatend.

‘Nee, dat bedoel ik niet,’ zei ze. ‘Wat doet u híér?’

Hij rechtte zijn rug en keek haar aan zonder te reageren.

Hij keek haar indringend aan, las haar bedoelingen.

‘Ashley…’ sprak Megan terwijl ze de man strak bleef aankijken, ‘doe de deur open en roep om hulp. Deze meneer hoort hier n…’

Zijn hand liet het infuusslangetje los en gleed onder zijn witte verplegersuniform. Ze kon niet zien waar de hand naar reikte, hoefde het ook niet te zien. Ze moest hem tegenhouden.

Snel bracht ze haar handen omhoog, dook met haar hoofd onder zijn arm, ondertussen terugdenkend aan de lessen die Pete haar in de boksring had gegeven. Haar vuist schoot naar voren en raakte hem midden op de borst. Haar schouder en haar rug gingen mee ín de beweging en haar knokkels drongen zich tussen zijn ribben.

Hij slaakte een grom van pijn en verbazing, klapte happend naar lucht voorover en het automatisch pistool dat van achter zijn uniform tevoorschijn was gekomen, viel losjes uit zijn hand op de vloer.

Megan hoorde hoe Ashley uit alle macht naar de bewakers op de gang schreeuwde, een tel later gevolgd door haastige voetstappen en een mannenstem die de co-assistent, die al kuchend en rochelend op adem probeerde te komen, beval zich koest te houden en dat wapen vooral te laten liggen waar het lag.

Waarna het hele Sword-team binnenstormde en hem overmeesterde.