Een lange dag
Op de luchthaven kwam Arden naar me toegestormd. Even later werd ik zo stevig omhelsd en zo vurig gezoend, dat ik me losrukte, overweldigd door zijn emoties. Vertwijfeld keek ik om me heen naar Sylvia, die verdwenen was op hetzelfde moment dat Arden me in zijn armen nam. Na een uur zoeken vonden we mijn kleine zusje, vol belangstelling starend naar de kleurige tijdschriften. Ze was volkomen verfomfaaid, en ik had Arden juist willen laten zien hoe lief ze er uitzag als ze fris en schoon was. Om het nog erger te maken had iemand die aardig voor haar had willen zijn haar een chocolade-ijsje gegeven. De helft van het ijs zat op haar gezicht, een deel zat in haar haar en haar neus, en het weinige dat over was vond smeltend zijn weg naar haar mond. Ik pakte het uit haar handen en hield het haar voor, zodat ze eraan kon likken. Maar het ergste was de stank die uit haar luier kwam. Ik had Sylvia enigermate zindelijk weten te krijgen, maar ze had nog zoveel ongelukjes dat ze haar luiers niet kon missen.
Arden en ik konden niet veel zeggen op weg naar huis, want bij elke beweging die ze maakte voelden we ons pijnlijk getroffen en verlegen, ik zie je vanavond wel,' zei hij, toen hij uitstapte. Hij probeerde niet zijn neus op te halen toen Sylvia naar hem graaide om een liefkozing af te bedelen.
Zodra Sylvia en ik thuis waren hoorde ik de luide stem van mijn vader. Er was een ontzettende ruzie aan de gang in de keuken.
Ik bleef in de deuropening staan, met mijn arm beschermend om Sylvia's schouders. Tante Ellsbeth was druk in de weer met de bereiding van een van die Lucullusmaaltje waar Papa zo van hield. Ze droeg een nieuwe jurk, een heel mooie, vrouwelijke jurk, die ze misschien wel uit de kast van mijn moeder had gehaald, want al haar kleren hingen daar nog oud en muf te worden. Tante Ellsbeth zwaaide zo woest met een groot hakmes dat ik me afvroeg waarom Papa niet bang was voor zijn leven als ze hem zo woedend aankeek met dat ding in haar hand. Maar hij leek helemaal niet bang toen hij weer brulde: 'Ellie, wat mankeert je in godsnaam?'
'Moet je dat nog vragen?' gilde ze terug. Ze smeet het mes neer en draaide zich met een ruk naar hem toe. 'Je bent vanmorgen pas om half zes thuisgekomen. Je gaat met iemand naar bed. Met wie?'
'Dat gaat je niets aan,' antwoordde hij kil. Ik huiverde toen ik die toonloze, onverschillige stem hoorde. Zag hij dan niet dat ze van hem hield en haar best deed het hem naar de zin te maken?
'Zo, gaat dat mij niet aan!' viel ze uit. Haar lange, knappe gezicht zag vuurrood. 'Dat zullen we dan nog eens zien, Damian Adare!' Haar donkere ogen stonden woedend. Ze pakte de grote kom met gehakte groenten en keerde die snel om in de vuilnisbak. Toen gooide ze alle potten en pannen leeg in de gootsteen.
'Hou op!' bulderde Papa buiten zichzelf van woede. 'Dat eten kost geld! Ellsbeth, gedraag je!'
'Je kan naar de hel lopen!' schreeuwde ze terug. Ze rukte haar schort af en smeet het hem in zijn gezicht. Toen schreeuwde ze: 'Ik wil mijn eigen leven leiden, Damian! Hier ver vandaan. Ik baal ervan je huishoudster te zijn, je kokkin, je tuinierster, je wasvrouw, en het meest van alles om zo nu en dan je partner te zijn in bed! En ik baal ervan om voor die achterlijke dochter van je te zorgen - en wat jouw Audrina betreft -'
'Jaaa?' teemde Papa. Hij had zijn ogen half dichtgeknepen en in zijn stem verscheen een dodelijke, zijige toon die mijn haren overeind deed staan. 'Wat wilde je zeggen over mijn Audrina?'
Ik rilde en drukte Sylvia dicht tegen me aan, probeerde haar oren en ogen te bedekken om haar te beschermen. Ik moest horen wat ze gingen zeggen. Ze schenen ons geen van beiden te zien. Ik zag alle kleur wegtrekken uit het gezicht van mijn tante.
Zenuwachtig maakte ze een hulpeloos, smekend gebaar met haar handen. ik zal het haar niet vertellen, Damian, echt niet. Ik zal Audrina nooit iets vertellen dat haar ongelukkig zou kunnen maken. Laat me gaan. Geef me wat van mij is en laat me gaan.'
'En wat is dan wel van jou, Ellie?' vroeg Papa met diezelfde gevaarlijk vriendelijke stem, terwijl hij aan de keukentafel zat met zijn ellebogen op tafel en zijn kin steunend op zijn handen. Ik vertrouwde hem niet als hij zo keek.
'Je weet best wat van mij is,' zei ze hard en vastberaden. 'Toen je Lucietta's erfenis had verloren ging je achter dat beetje van mij aan. Je beloofde me na drie maanden het dubbele terug te betalen. En, idioot die ik was, ik geloofde je. Maar dat is altijd mijn zwakte geweest', dat ik jou geloofde. Damian, geef me die tweeduizend dollar terug - dubbel!'
'Waar zou je naar toe gaan als je hier wegging, Ellie? Wat zou je gaan doen?' Hij pakte het kleine schilmesje op dat ze gebruikte om aardappels te schillen, en begon zijn nagels schoon te maken, die al schoon waren.
ik ga naar mijn dochter, naar jouw dochter ook, al wil je dat niet toegeven. Ze is helemaal alleen in die grote stad, verstoten door de man met wie ze is weggelopen.'
Hij bleef met opgeheven hand zitten, als een koning die zijn hoofd afwendt van een geminachte onderdaan, ik wil verder niets meer horen. Je bent gek als je naar haar toe gaat. Ze houdt niet van je, Ellie, ze wil alleen hebben wat je meebrengt. Ik heb in het dorp gehoord dat Lamar Rensdale zelfmoord heeft gepleegd. Ongetwijfeld heeft je dochter een hoop te maken met zijn zelfmoord.'
'Damian, alsjeblieft!' jammerde ze. Alle elan was uit haar verdwenen. 'Geef me waar ik recht op heb, dat is alles wat ik verlang. Ik zal je nooit meer lastig vallen. Ik zweer het datje nooit meer iets van mij of van Vera zal horen - geef me genoeg dat ik niet omkom van de honger.'
'Je krijgt geen rooie cent van me,' zei Papa koeltjes. 'Zolang je in mijn huis blijft krijg je te eten en kleren om aan te trekken, een plaats om te slapen en geld om te besteden aan de kleinigheden die je nodig hebt. Maar de hel zal eerder bevriezen dan dat ik je geld geef om bij die helle- kat te gaan wonen die jij op de wereld hebt gebracht. En denk eraan, Ellie, als je eenmaal weggaat, kun je niet meer terugkomen. Nooit meer. Het leven is hard in de buitenwereld, Ellie, heel hard. Je bent niet jong meer. En zelfs al is het hier geen hemel, het is ook geen hel. Denk goed na voor je me in de steek laat.'
'Is het hier geen hel?' Haar stem schoot uit. 'Het is de hel met een hoofdletter H, Damian, een zuivere, onvermengde hel! Wat ben ik hier anders dan een onbetaalde huishoudster? Toen Lucietta was gestorven en je weer vriendelijk naar me begon te kijken dacht ik dat je weer van me zou gaan houden. Je kwam in mijn slaapkamer als je bevrediging zocht, en die gaf ik je. Ik had je weg moeten sturen, maar ik verlangde naar je, zoals ik altijd naar je heb verlangd. Toen je met mijn zuster in dit huis woonde, lag ik 's nachts wakker en dacht aan jullie beiden in je slaapkamer - en ik benijdde haar en haatte haar. Ik begon jou ook te haten, nog meer dan haar. Nu wilde ik bij God dat ik nooit met Vera was teruggekomen. Er was een jonge arts in het ziekenhuis waar ik was bevallen, die met me wilde trouwen, maar ik had alleen jouw beeld voor ogen. Ik wilde jou. God mag weten waarom, want zelfs toen wist ik al wal je was en wat je nog steeds bent. Geef me mijn geld, Damian,' zei ze naar zijn kantoor lopend, terwijl ik me terugtrok en Sylvia meenam. Ze zag ons niet toen we in een donkere hoek hurkten van de grote hal vol meubels.
Een paar seconden later, toen mijn vader aan tafel zat, was ze terug met het chequeboek van mijn vader. 'Schrijf,' beval ze. 'Maak er vijfentwintigduizend van. Per slot was dit ook mijn huis en ik moet enige vergoeding hebben voor het feit dat ik afstand doe van mijn levenslange recht om onder dit dak te wonen. Was het niet aardig van je zuster om me in haar testament op te nemen? Het leek haast of ze wilde dat haar man een deel van haar legaat was - maar ik heb jou lang zo hard niet nodig als het geld.'
Hij wierp een zonderlinge blik op het chequeboek, nam het op en schreef zorgvuldig een lange blauwe cheque die hij haar met een strakke, ironische glimlach overhandigde. Ze keek naar het cijfer en keek toen nog eens. 'Damian, ik heb geen vijftigduizend gevraagd.'
'Laat me niet in de steek, Ellie. Zeg dat je spijt hebt van al je lelijke woorden. Verscheur die cheque en ga niet.'
Hij stond op en probeerde haar in zijn armen te nemen. Ze bleef naar de cheque staren en ik zag een blos van opwinding op haar wangen verschijnen.
Toen greep Papa haar van achteren beet en draaide haar om en drukte zijn mond op de hare. Terwijl ze zich verzette, viel de cheque uit haar vingers en dwarrelde op de grond. Tot mijn verbijstering, want ze was toch vreselijk tegen hem tekeergegaan, sloeg ze gretig haar armen om zijn hals en beantwoordde hartstochtelijk zijn kussen. Hulpeloos, alsof ze zich niet kon verzetten, liet ze toe dat hij haar oppakte. Hij liep naar de trap met mijn tante in zijn armen.
Verbijsterd, ontdaan, met een vreemd gevoel in mijn maag, trok ik mijn bevende zusje mee naar de keuken. Ik raapte de cheque op en staarde naar de vijftigduizend dollar, uitgeschreven aan Ellsbeth Whitefern. Ik prikte de cheque op het bord waar mijn tante hem de volgende ochtend moest zien, zodat ze ermee kon vertrekken - als ze wilde.
Alles wat ik in de keuken had gehoord en gezien draaide die nacht in mijn hoofd rond als een carrousel van skeletachtige pony's, rond en rond en op en neer. Lamar Rensdale had zelfmoord gepleegd - waarom? Hoe wisten de dorpelingen dat? Had zijn overlijden in de plaatselijke kranten gestaan, en zo ja, waarom had ik het dan niet gezien? Waarschijnlijk had Vera gebeld en het mijn tante verteld, en was ze nu zo verdrietig en van streek dat ze iemand nodig had, en ze had niemand anders dan haar moeder. Had Vera echt gehouden van mijn knappe muziekleraar? Waarom had hij zich dan van het leven beroofd? Ik zuchtte en hoorde de wind antwoorden... en dat was waarschijnlijk het enige antwoord dat ik ooit
zou krijgen.
Ver in mijn achterhoofd vermeed ik de belangrijkste vraag van alles. Wat was het, dat mijn tante had beloofd me niet te zullen vertellen? Wat was het geheim dat me zo ongelukkig zou maken als ik het hoorde?
Ik had nare dromen en werd de volgende ochtend vroeg wakker. Boven aan de trap, terwijl de vroege ochtendzon door het gebrandschilderde glas scheen, bleef ik plotseling als aan de grond genageld staan.
Op de vloer van de hal, waar de zon, die door het fraai gekleurde glas naar binnen viel, geometrische figuren tekende op de grond, lag mijn tante doodstil met haar gezicht naar beneden. Langzaam, langzaam, liep ik de trap af, als iemand die slaapwandelt en elke seconde bang is te veel verschrikkingen onder ogen te moeten zien. Ze is niet dood, dacht ik bij mezelf, niet dood, niet dood, alleen maar gewond. Ik moet een ziekenwagen bellen vóór het te laat is. Ze nam zelden de voortrap, omdat de trap aan de achterkant dichter bij de keuken was, waar ze bijna de hele dag doorbracht. Ik meende een vaag geluid in de keuken te horen, als een deur die zachtjes wordt dichtgedaan.
Aarzelend liep ik naar haar toe. 'Tante Ellie,' fluisterde ik angstig. Ik knielde neer om het lichaam van mijn tante om te draaien, en staarde in haar gezicht. 'Niet dood zijn,' smeekte ik telkens opnieuw. Ze was moeilijk te hanteren, zo zwaar als lood. Haar hoofd tolde onnatuurlijk los heen en weer, terwijl ik duwde en schoof en haar eindelijk op haar rug had gekeerd. Haar donkere, felle ogen staarden glazig naar het gebeeldhouwde plafond. Haar huid had een ziekelijke groenachtig grijze kleur.
Dood. Ze was dood. Gekleed voor op reis in een pakje dat ik nooit eerder had gezien. Ze was dood en was al op reis om Zijn hemel en hel te vergelijken met die op aarde.
Een gil bleef steken in mijn keel. Een schorre snik was het enige geluid dat ik kon uitbrengen. Ik wilde niet dat ze dood was. Ik wilde dat ze die cheque kreeg, zodat ze de kans kreeg zich eindelijk eens te amuseren, en tegelijkertijd wilde ik dat ze bij ons bleef. Ik huilde nu hardop en begon de strik recht te trekken aan de hals van haar nieuwe witte bloes. Ik trok haar rok naar beneden, zodat haar broekje niet te zien kwam, en legde haar gebroken benen recht zodat ze er niet zo gebroken uitzagen. Met die enorme knot achterin haar hals bleef haar hoofd in een vreemde hoek vallen. Ik huilde nog harder, maakte haar knot los en spreidde haar haren uit. Toen bleef haar hoofd op zijn plaats liggen.
Toen ik daarmee klaar was hoorde ik gillen. Iemand gilde onophoudelijk. Ik was het zelf. Uit de keuken kwamen snelle voetstappen, een stem riep mijn naam. Ik draaide me om en zag Sylvia onhandig de trap afkomen, mompelend bij zichzelf, terwijl ze probeerde zich vast te houden aan de trapleuning en tegelijk de prisma's die ze in haar hand hield niet te laten vallen. Ze kwam zo "nel ze kon naar me toe, met een brede glimlach op haar mooie gezichtje. En haar ogen keken met een verstandige blik naar mij! En ik dacht dat ze iets zou zeggen toen plotseling achter me een stem...'Wie schreeuwde daar?' vroeg Papa, die kwam aangehold. Hij bleef plotseling staan en staarde naar tante Ellie. 'Ellie... is dat Ellie?' vroeg hij, bleek en geschokt. Een schaduw gleed over zijn gezicht. Hij holde naar de plaats waar ik een ogenblik geleden nog geknield had gelegen. 'O, Ellie, moest dat nu?' vroeg hij met een snik en tilde haar op, zodat ze als een slappe pop in zijn armen lag. ik heb je een cheque gegeven, Ellie, meer dan je vroeg. Je had weg kunnen gaan. Je had niet van die trap hoeven te vallen, alleen om mij verdriet te doen...'
Hij scheen zich plotseling bewust te worden van mijn aanwezigheid, zweeg even en vroeg toen: 'Hoe is het gebeurd?' Zijn ogen vernauwden zich toen ik Sylvia naar me toetrok. Ik wilde haar verdedigen tegen de harde blik waarmee hij naar de prisma's keek die ze in haar hand klemde. Ik drukte haar gezicht tegen mijn borst en keek hem aan. ik kwam de trap af toen ik haar zag... ze lag met haar gezicht op de grond, alsof ze gevallen was.'
Weer staarde hij naar het dode gezicht van mijn tante. 'Ze nam bijna nooit de voortrap. Heb jij haar omgedraaid?' Zijn ogen waren zonder enige uitdrukking, zijn stem klonk toonloos. Had hij evenveel verdriet als ik?
'Ja. Ik heb haar omgedraaid.'
'Je hebt ons gisteravond gehoord, hè?' zei hij beschuldigend. Voor ik antwoord kon geven raapte hij de tas op die ik niet had gezien en zocht erin. 'Geen cheque,' zei hij verbaasd. 'We hebben ruzie gehad gisteravond, Audrina, maar daarna hebben we het weer goedgemaakt. Ik heb haar gevraagd met me te trouwen. Ze leek gelukkig toen ze terugging naar haar kamer...'
Hij legde mijn tante voorzichtig op de grond en stond op. 'Ze wilde me niet verlaten. Ik weet dat ze dat niet zou doen, niet nadat ik haar ten huwelijk gevraagd had, en dat wilde ze, ik weet dat ze dat wilde...' Toen liep hij met drie treden tegelijk de trap op.
Ik greep Sylvia's hand beet en dwong haar met me naar de achtertrap te hollen, in de hoop dat wij het eerst bij de kamer van mijn tante zouden zijn, zodat ik kon zien wat hij zou doen met de cheque als hij die vond.
Ook al nam hij de langste weg, hij was eerder in haar kamer dan ik. Haar koffers lagen open op bed.
Vertwijfeld zocht hij in haar spullen, opende en sloot elke handtas die ze bezat, ik kan hem niet vinden! Audrina, ik moet die cheque vinden! Heb jij hem gezien?'
Ik vertelde hem dat ik hem op het bord had geprikt, zodat ze hem 's morgens meteen zou zien.
Hij kreunde en veegde met zijn hand over zijn lippen. 'Audrina, ga gauw kijken of hij er nog is.'
Met Sylvia strompelend naast me, liep ik zo snel mogelijk naar de keuken. Het bord was leeg. Ik ging het aan Papa vertellen. Hij zuchtte diep, keek weer naar de stille gedaante van mijn tante in haar keurige donkere pakje, belde toen de politie.'Audrina,' zei hij, voor ik naar boven ging om me aan te kleden. 'Je moet precies vertellen hoe je haar hebt gevonden - maar zeg niet dat ze van plan was om weg te gaan. Ik zal haar kleren weer opbergen. Ik kan ook niet geloven dat ze werkelijk weg wilde. Ze had zulke idiote dingen m haar koffers, kleren die haar nu helemaal niet meer zouden passen. Audrina, het lijkt me een goed idee als je het reiskostuum van je tante uittrekt en haar een van haar housedresses aantrekt.'
Ik voelde er niets voor, maar ik begreep zijn redenering, en samen trokken we haar jasje, bloes en rok uit. Even later lag ze in een geruite katoenen jurk. Ik trilde lang voordat we klaar waren. Haastig stak ik haar haar op, terwijl Papa haar overeind hield. Mijn vingers trilden zo erg dat haar knot er nog nooit zo slordig had uitgezien. Ik had me nog maar net aangekleed toen de politie belde.
Met Sylvia naast me op de paarse chaise-lonque, keek ik toe terwijl mijn vader de twee politiemannen uitlegde hoe mijn tante van de trap was gevallen. Hij leek kalm, een beetje van streek, bezorgd en bedroefd. De politiemannen schenen hem aardig en charmant te vinden en ik dacht hardvochtig dat hij een goed acteur was. Hij zou nooit met haar zijn getrouwd. Wat een stomme leugen - hij scheen me zo dom te vinden dat ik alles zou geloven.
'Juffrouw Adare,' zei de oudste van de politiemannen, die een vriendelijk gezicht had en een vaderlijke manier van optreden, 'bent u degene die haar heeft gevonden? Lag ze op haar rug?'
'Nee, meneer, ze lag met haar gezicht naar beneden. Ik wilde niet geloven dat ze dood was, daarom heb ik haar omgedraaid, om het te kunnen zien.' Ik boog mijn hoofd en begon weer te huilen.
Zijn stem klonk sympathiek toen hij vroeg: 'Leed uw tante aan duizelingen?' De ondervraging duurde voort tot Papa in een stoel ging zitten en zijn hoofd in zijn handen verborg. Ik vergat te vertellen dat ik de achterdeur zachtjes had horen dichtvallen. Maar misschien verbeeldde ik me maar dat ik het gehoord had.
'Waar was u toen uw schoonzuster viel?' vroeg de oudere politieman, Papa recht in het gezicht kijkend.
ik sliep,' zei Papa. Hij tilde zijn hoofd op en beantwoordde de blik van de politieman.
Zelfs toen ze het lichaam van mijn tante op een draagbaar legden en haar toedekten en naar het lijkenhuis van de politie brachten, ging de ondervraging nog door. Ik was versuft en duizelig en ik vergat Sylvia, die nog niet had ontbeten. Dat was het eerste wat ik deed toen de politie weg was. Papa ging ook zitten en at wat ik voor hem neerzette, zonder een woord te zeggen, automatisch kauwend en slikkend.
Maar later, toen ik alleen in mijn kamer was en Sylvia in de hare lag te slapen, bleef ik denken aan mijn tante en de ruzie die ze had gehad met Papa. Ze had naar Vera willen gaan, en nu was ze dood. Hoe meer ik daaraan dacht hoe ongeruster ik werd over mijn eigen situatie. Hoe vaak had mijn tante me niet gezegd dat ik moest ontsnappen als ik de kans had? Honderden keren. En nu, nu Papa bezig was de begrafenis te regelen had ik die kans.
Waar moest je naar toe als het lot je steeds weer tegenzat? Een zacht stemmetje fluisterde me toe dat Papa vond dat kleine meisjes geboren worden om hem te dienen. En als hij oud en lelijk was, dacht hij dat hij met geld alles kon kopen - en als dat niet lukte, had hij mij nog om voor hem te zorgen, zodat hij niet naar die tehuizen hoefde die hij scheen te haten. En terwijl ik dat dacht hoorde ik daarachter een fluisterend dreigement... die afschuwelijke woorden die mijn tante tegen hem had gezegd, dat hij tot alles in staat was om zijn zin te krijgen. Ik liep als een razende in het rond, smeet mijn kleren in koffers. Toen holde ik naar Sylvia's kamer en pakte in wat zij nodig had. We gingen weg. We gingen weg voor er ook met ons iets verschrikkelijks gebeurde. Nu, terwijl Papa er niet was om ons tegen te houden.
Ik trok Sylvia mee langs de salon, waar ik bij de deur bleef staan om afscheid te nemen van mijn moeders vleugel. Ik kon haar nog zien zitten, haar geliefde Rachmaninoff-melodieën spelend, waaronder de woorden van een populaire ballade: 'Volle maan en lege armen...'
Stalen armen, dat waren de armen van mijn vader. Dodelijke armen van liefde.
Terwijl ik daar stond vergat ik elke nare opmerking, elke valse handeling van mijn tante tegen mij of tegen Sylvia. Ik stopte in de verste hoeken van mijn brein alles weg wat ze ooit had gezegd, dat ik overgevoelig was en niet de werkelijkheid onder ogen kon zien, en herinnerde me alleen de goede dingen. Ik vergaf haar alles.
Ik nam Sylvia bij de hand, pakte de twee zware koffers op en begon aan de wandeling door het bos naar de bungalow aan de andere kant. Billie keek ernstig toen ik haar mijn plannen vertelde. Arden was verrukt. 'Natuurlijk. Wat een geweldig idee. Maar waarom kan je tante niet voor Sylvia zorgen? Het zal niet zo'n gezellige huwelijksreis worden als we haar met ons mee moeten slepen.'
Met gebogen hoofd en fluisterende stem vertelde ik hun wat er gebeurd was en dat het een kwestie was van nu of nooit ontsnappen. Ik had alles zo verteld dat Papa onschuldig leek. Waarom had ik hem gespaard?
Billie nam me in haar sterke armen. 'We moeten maar denken dat sommige dingen voor ons bestwil gebeuren als we er toch niets aan kunnen veranderen. Je hebt me verteld dat je tante de hele winter de indruk maakte dat ze ongelukkig of ziek was. Misschien was ze duizelig. Maar je kunt Sylvia rustig bij mij laten als je het gevoel hebt datje moet vluchten. Ik wil alleen zeker weten datje genoeg van mijn zoon houdt, Audrina. Je mag niet vandaag met Arden trouwen als je er morgen spijt van hebt.'
'Ik zal altijd van Arden houden!' riep ik vurig uit, en ik geloofde het ook. Arden keek me met een tedere glimlach vol liefde aan. 'En ik van jou,' zei hij zachtjes. 'Mijn hele leven zal ik eraan besteden om jou gelukkig te maken.'
Zenuwachtig keek ik van Sylvia, die begon te gillen toen Billie probeerde haar aan te raken, naar Billie en naar Arden. Ik kon mijn zusje niet achterlaten bij Billie voor wie ze bang leek en die ze kennelijk niet aardig vond. Ik had Papa heel lang geleden beloofd dat ik voor Sylvia zou zorgen; ze was mijn verantwoordelijkheid, en ik kon haar niet in de steek laten.
Mijn hart leek stil te staan toen ik Arden vertelde dat Sylvia met ons mee moest en ik wachtte op zijn reactie. Hij verbleekte, stemde toen kalm toe.
Misschien had Billie gelijk dat ze zo bezorgd keek toen ze ons uitwuifde.