15
Annamarie Scalli stapte kordaat door de straat naar het bescheiden huis in Yonkers waar ze haar dagelijkse ronde begon in de thuiszorg voor bejaarden. Na meer dan vijf jaar in de wijkverpleging te hebben gewerkt, had ze vrede met het leven zoals het was, althans, tot op zekere hoogte. Ze miste het werken in het ziekenhuis waar ze zo van had gehouden niet meer. Ze keek ook niet meer elke dag naar de foto's van het kind dat ze ter wereld had gebracht. Na vijf jaar was ze met de adoptieouders overeengekomen dat die haar niet meer elk jaar een foto hoefden te sturen. Het was maanden geleden sinds ze de laatste foto had gekregen van het kleine jongetje dat steeds meer op zijn vader, Gary Lasch, ging lijken.
Ze gebruikte nu haar moeders meisjesnaam: Sangelo. Haar lichaam was wat voller geworden, ze had nu maat 42, net als haar moeder en zuster. Het donkere haar dat eens op haar schouders danste sloot nu als een keurig, golvend kapje om haar hartvormige gezicht. Met haar negenentwintig jaar zag ze eruit naar wat ze was: capabel, praktisch, vriendelijk. Niets in haar verschijning leek op de weelderige 'andere vrouw' in de moordzaak van dokter Lasch. Eergisteren had Annamarie op het avondnieuws Molly Lasch haar verklaring tegenover de pers zien afleggen. Het aanzicht van de Niantic Gevangenis op de achtergrond had haar bijna misselijk gemaakt. Vanaf dat ogenblik werd ze gekweld door de herinnering aan een dag, drie jaar geleden, toen ze gewoon langs de gevangenis móést rijden. Ze probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn als zij daarbinnen was.
Daar hóór ik te zijn, fluisterde ze fel tegen zichzelf, terwijl ze de gebarsten betonnen trap naar de woning van meneer Olson opliep. Maar toen ze die dag langs de gevangenis reed, had haar moed haar in de steek gelaten en was ze rechtstreeks naar het kleine appartement in Yonkers gereden. Dat was de enige keer dat ze bijna die vaderlijke advocaat, die haar patiënt in Lasch Hospital was geweest, had gebeld om hem te vragen haar te helpen zich aan te geven bij de officier van justitie.
Terwijl ze aanbelde bij meneer Olson, zichzelf vervolgens binnenliet met haar sleutel en opgewekt: 'Goedemorgen' riep, had Annamarie het akelige gevoel dat een hernieuwde interesse in de moord op Lasch onvermijdelijk een hernieuwde interesse in haar verblijfplaats met zich mee zou brengen. Ze wilde niet dat dat zou gebeuren. Ze was bang dat dat zou gebeuren.