Als je al je voorouders kent, ben je persoonlijk getuige geweest van de gebeurtenissen die aanleiding gaven tot het ontstaan van de mythen en godensagen over ons verleden. Als je dat inziet, moet je mij beschouwen als een mythen maker.

De Gestolen Verslagen

Juist toen in Onn de nacht inviel, ontplofte de eerste bom. De ontploffing trof een groepje roekeloze fuifnummers die juist de Ixiaanse ambassade passeerden, op weg naar een feest waar (dat was tenminste de belofte) gelaatsdansers een antiek drama zouden opvoeren over een koning die zijn kinderen vermoordde. Na de gewelddadige voorvallen van de eerste vier festivaldagen kostte het de festivalgangers heel wat moed om uit de betrekkelijke veiligheid van hun huizen naar buiten te komen. De hele stad gonsde van de verhalen over doden en gewonden onder onschuldige omstanders - en nu gebeurde het weer - koren op de molen van de voorzichtigen.

Geen van de slachtoffers of overlevenden zou Leto's opmerking dat er betrekkelijk weinig onschuldige omstanders waren, erg op prijs hebben gesteld.

Leto's scherpe zintuigen namen de ontploffing waar en peilden de plaats. In een plotselinge vlaag van woede, die hij later zou betreuren, riep hij zijn Vissprekers bij zich en droeg hun op om de gelaatsdansers 'uit te roeien', ook degenen die hij eerder had gespaard.

Even later pas bedacht Leto geboeid dat hij woedend was geweest! Het was al zo lang geleden dat hij zelfs maar een beetje boos was. Frustratie, ergernis - verder kwam het nooit. Maar nu Hwi Noree bedreigd werd voelde hij woede!

Bij nader inzien vond hij dat hij zijn aanvankelijke opdracht moest afzwakken, maar toen waren er al enkele Vissprekers, vol van zeer gewelddadige verlangens, losgemaakt door wat ze in hun Heer hadden gezien, uit de Keizerlijke Tegenwoordigheid weggesneld.

'God is woedend!' schreeuwden er een paar.

De tweede bom trof een aantal Vissprekers die juist het plein zouden oprennen, wat de verspreiding van Leto's gewijzigde bevel beperkte en meer geweld uitlokte. De derde bom, die vlak naast de eerste ontplofte, bracht Leto persoonlijk in actie. Hij stuurde zijn wagen als een dolle moloch uit zijn rustvertrek naar de Ixiaanse lift en zoefde omhoog naar de begane grond.

Bij de rand van het plein aangekomen vond Leto een chaotisch tafereel, verlicht door duizenden, vrij zwevende gloeibollen die door de Vissprekers waren losgelaten. Het centrale podium van het plein was verwoest en alleen de plastaalfundering onder de bestrating was nog heel. Overal lagen doden en gewonden tussen de brokken puin.

Recht tegenover hem, in de richting van de Ixiaanse ambassade aan de andere kant van het plein, werd verwoed gevochten.

'Waar is mijn Duncan?' bulderde Leto.

Een bashar van de garde kwam over het plein naar hem toe rennen en zei hijgend: 'We hebben hem naar de Citadel gebracht, Heer!'

'Wat is daar aan de hand?' vroeg Leto, met een gebaar in de richting van de strijd voor de Ixiaanse ambassade.

'De opstandelingen en de Tleilaxu doen een aanval op de Ixiaanse ambassade, Heer. Ze hebben springstof.'

Nog terwijl ze dat zei, hoorden ze een nieuwe ontploffing voor de gehavende gevel van de ambassade. Hij zag mensen door de lucht vliegen en met een grote boog neerkomen aan de rand van een felle vuurbol, die een oranje nabeeld vol zwarte stippen gaf.

Zonder zich om de gevolgen te bekommeren, schakelde Leto zijn wagen over op suspensie en hij stoof het plein over - een aanstormende behemoth die in zijn kielzog de gloeibollen meezoog. Aan de rand van het strijdtoneel wipte hij over zijn eigen verdedigers heen om de aanvallers in de flank te rammen. Pas toen merkte hij de laswapens op die hun dodelijke blauwe boog vlammen over hem uitbraakten. Zijn wagen raakte de aanvallers met zo'n klap dat de lichamen in het rond vlogen.

Toen liep de wagen vast op het puin voor de ambassade en door de schok rolde hij op de harde grond. Hij voelde laswapen vuur over zijn ringsegmenten spelen en meteen daarna de inwendige hitte-uitbarsting, gevolgd door een knetterende zuurstof-stoot bij zijn staart. Werktuiglijk trok hij zijn hoofd diep in de huif en hij verstopte zijn armen in de beschermende plooien van zijn voorste ringsegment. Het wormlijf werd hem de baas en begon als een krankzinnig geworden wiel kronkelend en zwaaiend rond te tollen en naar alle kanten om zich heen te zwiepen.

Bloed golfde over straat. Bloed was voor zijn lichaam gebufferd water, maar de dood maakte het water vrij. Zijn zwiepende lijf gleed er glibberend doorheen en op elke plek waar het bloed door de zandforelhuid naar binnen drong veroorzaakte het water een blauwe rookpluim. Dat bezorgde hem hevige waterpijn die het grote, zwiepende lijf weer tot meer geweld aanzette.

Bij Leto's eerste uitval waren de Vissprekers onmiddellijk achteruit geweken. Een oplettende bashar zag de gelegenheid die zich nu voordeed. Ze schreeuwde boven het strijdgewoel uit: 'Overlevenden afmaken!'

De gardisten stormden in gelid naar voren.

De Vissprekers gingen enkele minuten bloeddorstig te keer; in het genadeloze licht van de gloeibollen hieuwen ze erop los met hun messen, het laswapenvuur was niet van de lucht en ze hakten zelfs met handen en voeten in op het kwetsbare vlees. De Vissprekers lieten niemand in leven.

Door de golven waterpijn nauwelijks tot denken in staat, rolde Leto weg uit de bloedige brij voor het ambassadegebouw. De lucht om hem heen bevatte een overmaat aan zuurstof en dat deed zijn menselijke zintuigen goed. Hij ontbood zijn wagen, die gevaarlijk overhellend op zijn beschadigde suspensiebollen naar hem toe zweefde. Langzaam hees hij zich op de schuinhangende wagen, waarna hij hem het gedachtenbevel gaf om naar zijn verblijf onder het plein terug te keren.

Al lang geleden had hij voorbereidingen getroffen voor eventuele waterschade - een vertrek waarin hij zich door stoten gloeiend hete, droge lucht kon laten reinigen en genezen. Zand voldeed ook heel goed, maar binnen het oppervlak van Onn was er geen ruimte voor de zandvlakte die hij nodig had om zijn huid te kunnen verhitten en af raspen tot die weer helemaal schoon was.

In de lift moest hij weer aan Hwi denken en hij gaf opdracht om haar onmiddellijk bij hem te brengen.

Als ze tenminste nog leefde.

Hij had nu geen tijd om zijn voorzienigheid te raadplegen; hij kon alleen maar hopen terwijl zijn lijf, half mens, half pre-worm, naar de reinigende hitte hunkerde.

Eenmaal in de reinigingskamer dacht hij eraan om zijn gewijzigde bevel 'Spaar een paar gelaatsdansers!'- nog eens te bekrachtigen. Maar inmiddels waren de razende Vissprekers al door de hele stad verspreid en hij had geen kracht meer voor een voorzienige speurtocht waarmee hij zijn boodschappers naar de juiste plaatsen had kunnen sturen.

Juist toen hij uit de reinigingskamer naar buiten kwam, bracht een kapitein van de Garde hem het bericht dat Hwi Noree met slechts lichte verwondingen in veiligheid was, en bij hem zou worden gebracht zodra dat de bevelhebber ter plaatse verstandig leek.

Leto bevorderde de kapitein op staande voet tot onder bashar. Ze was een zwaar gebouwd Nayla-type, maar zonder Nayla's vierkante gezicht - haar gelaat was wat ronder en sloot meer aan bij de oude normen. De hartelijke lof die haar Heer haar toezwaaide deed haar beven en toen hij haar opdroeg om terug te keren en ervoor te zorgen dat Hwi absoluut niets zou overkomen, draaide ze zich vliegensvlug om en rende bij hem vandaan.

Ik heb niet eens gevraagd hoe ze heet, bedacht Leto terwijl hij zich op een nieuwe wagen in de kuil van zijn kleine audientievertrek liet rollen. Het duurde even voor de naam van de nieuwe onder bashar hem te binnen wilde schieten - Kieuemo. De bevordering zou bekrachtigd moeten worden. Hij nam zich voor om dat in eigen persoon te doen. Alle Vissprekers moest onmiddellijk worden bijgebracht hoeveel Hwi Noree hem waard was. Niet dat daar na vannacht nog veel twijfel over zou bestaan.

Toen pas nam hij de tijd om zijn voorzienigheid te raadplegen en hij stuurde boodschappers naar zijn als dollen te keer gaande Vissprekers. Maar het kwaad was inmiddels geschied - heel Onn lag vol met lijken, sommige van gelaatsdansers en andere van mensen die alleen maar voor gelaatsdansers waren aangezien.

En een heleboel mensen hebben mij zien moorden, dacht hij.

Terwijl hij op Hwi's komst lag te wachten, liep hij in gedachten de gebeurtenissen van daarnet nog eens na. Deze laatste aanval was niet kenmerkend voor de Tleilaxu, maar de eerdere aanslag op de weg naar Onn paste nu in een nieuw patroon, en dat wees helemaal in de richting van een enkele, vastberaden geest met een dodelijk doel.

Ik had daar buiten kunnen omkomen, dacht hij.

Dat zou kunnen verklaren waarom hij deze aanval niet had voorzien, maar er stak meer achter. Leto voelde het naar het oppervlak van zijn bewustzijn stijgen, een totaaloverzicht van alle aanwijzingen. Welk mens kende de God-Keizer het best? Welk mens bezat een geheime plaats van waaruit hij een aanslag kon voorbereiden?

Malky l

Leto riep een van zijn lijfwachten en droeg haar op om te informeren of de Eerwaarde Moeder Anteac al van Arrakis vertrokken was. De gardist kwam even later verslag uitbrengen.

'Anteac zit nog op haar kamer. De bevelhebber van de Visspreker wacht daar zegt dat ze niet aangevallen zijn.'

'Stuur Anteac een boodschap,' zei Leto. 'Vraag haar of ze nu begrijpt waarom ik haar vertegenwoordiging een flink eind bij mij vandaan heb gehuisvest. En vertel haar dan dat ze tijdens haar verblijf op lx, Malky moet opsporen. Ze moet zijn verblijfplaats doorgeven aan ons garnizoen op lx.'

'Malky, de voormalige ambassadeur van lx?'

'Die Malky. Hij mag niet op vrije voeten blijven. Je moet onze garnizoenscommandant op lx opdracht geven om nauw met Anteac samen te werken en haar alle mogelijke steun te geven. Malky moet of hier bij mij gebracht, of gedood worden, net wat de commandant noodzakelijk acht.'

De gardist die de boodschap moest overbrengen knikte en doordat ze in de lichtkring rond Leto's hoofd stond, speelden er vreemde schaduwen over haar gezicht. Ze vroeg niet of hij zijn opdracht wilde herhalen. Al zijn persoonlijke lijfwachten waren geoefende rapporteurs. Ze konden Leto's woorden letterlijk herhalen, zelfs compleet met stembuigingen, en wat ze hem eenmaal hadden horen zeggen vergaten ze nooit meer.

Toen de boodschapper vertrokken was, zond Leto een geheim oproepsignaal uit, waarop binnen een paar seconden antwoord kwam van Nayla. De Ixiaanse installatie in zijn wagen gaf haar stem onherkenbaar weer, een vlak, metalig klinkend verhaal, alleen voor zijn oren bestemd.

Ja, Siona was in de Citadel. Nee, Siona had geen contact gezocht met haar opstandige kameraden. 'Nee, ze weet niet dat ik haar hier in de gaten hou.' De aanval op de ambassade? Dat was het werk van een splintergroep die 'Tleilaxu-Contact Element' heette.

Leto slaakte een denkbeeldige zucht. Opstandelingen gaven hun groepen altijd zulke aanmatigende namen. 'Overlevenden?' 'Niet dat wij weten.'

Leto vond het vermakelijk dat zijn geheugen de stembuigingen toevoegde die aan het metalige stemgeluid ontbraken.

'Zoek Siona op,' zei hij. 'Vertel haar dat je een Visspreker bent. Zeg dat je haar dit niet eerder hebt verteld omdat je wist dat ze je dan niet zou vertrouwen en omdat je bang was dat het uit zou komen, aangezien jij de enige Visspreker bent die Siona dient. Bevestig je gelofte van trouw aan haar. Zeg dat je bij alles wat je heilig is belooft Siona in alles te gehoorzamen. Wat zij beveelt, voer jij uit. En zoals je weet is dat allemaal waar.'

'Ja Heer.'

Zijn geheugen vulde de fanatieke nadruk van Nayla's antwoord aan. Ze zou gehoorzamen.

'Zie erop toe dat Siona en Duncan Idaho zoveel mogelijk gelegenheid krijgen om zich samen af te zonderen,' zei hij.

'Ja Heer.'

Dan doet de nabijheid zijn gebruikelijke werk wel, dacht hij.

Hij verbrak de verbinding met Nayla, dacht even na en liet toen de bevelhebber van de troepen op het plein bij zich roepen. De bashar verscheen vrijwel onmiddellijk; nog in haar stoffige uniform vol vlekken en met haar laarzen nog onder het bloed. Ze was een lange, broodmagere vrouw en de tand des tijds had haar roofvogelgezicht een uitdrukking van grote waardigheid verleend. Leto herinnerde zich haar soldatennaam, Iylyo, wat in het Oud-Vrijmans Betrouwbaar betekende. Maar nu sprak hij haar aan met haar matroniem, Nyshae, Dochter van Shae, om aan dit onderhoud een vertrouwelijke, intieme sfeer te geven.

'Neem een kussen, Nyshae,' zei hij. 'Je hebt hard gewerkt.'

'Dank u Heer.'

Ze zakte neer op het rode kussen dat Hwi ook had gebruikt. Leto zag lijnen van vermoeidheid om Nyshae's mond, maar haar ogen stonden nog helder. Ze staarde hem aan in gretige afwachting van zijn woorden.

'Alles is weer rustig in mijn stad.' Het was net geen vraag en Nyshae moest zelf maar zien hoe ze zijn woorden opvatte.

'Rustig wel, maar niet in orde, Heer.'

Hij keek naar het bloed op haar laarzen.

'De straat voor de Ixiaanse ambassade?'

'Die wordt momenteel schoongemaakt Heer. Er is een reparatie ploeg onderweg.' 'Het plein?'

'Morgenochtend ziet het er weer net zo uit als altijd.'

Ze bleef hem strak aankijken. Ze wisten alle twee dat hij de eigenlijke kern van dit onderhoud nog niet had aangesneden. Maar Leto besefte nu ineens wat er in de uitdrukking op Nyshae's gezicht verscholen lag.

Ze was trots op haar Heer!

Voor het eerst had ze de God-Keizer zien doden. Het zaad van een vreselijke afhankelijkheid was gezaaid. Als een ramp dreigt, brengt de Heer uitkomst. Zo zag zij het. Niet langer zou ze haar aan de God-Keizer ontleende macht volkomen zelfstandig hanteren en uitsluitend zichzelf verantwoordelijk houden voor het gebruik van die macht. Haar gezicht had iets bezitterigs. Tussen de coulissen stond een verschrikkelijke moordmachine te wachten die zij met een enkele wenk kon laten opdraven.

Dat beeld stond Leto helemaal niet aan, maar het kwaad was al geschied. En het kon alleen met heel behoedzaam en doeltreffend sturen hersteld worden.

'Waar hadden de aanvallers die laswapens vandaan?' vroeg hij.

'Uit onze eigen wapenkamer Heer. De eenheid die het Arsenaal bewaakte is vervangen.'

Vervangen. Dat was een spitsvondig eufemisme. Vissprekers die gefaald hadden werden in afzondering gehouden tot Leto op een moeilijkheid stuitte waarvoor hij zelfmoordcommando's nodig had. Ze zouden uiteraard met vreugde sterven, in de overtuiging dat ze zo hun zonde weer goedmaakten. En alleen al het gerucht dat zulke fanaten op weg waren, kon een haard van onrust tot bedaren brengen.

'Hebben ze het Arsenaal met springstof opengebroken?' vroeg hij.

'Met springstof en een steelse overval, Heer. De Arsenaalwacht was zorgeloos.'

'Waar kwam de springstof vandaan?'

Aan de manier waarop Nyshae haar schouders ophaalde was enigszins te zien hoe moe ze was.

Leto kon niet anders dan het met haar eens zijn. Hij wist dat hij de bronnen kon opsporen en benoemen, maar dat zou weinig zin hebben. Vindingrijke mensen konden altijd aan grondstoffen voor zelfgemaakte bommen komen - hele gewone dingen zoals suiker en bleekmiddelen, doodgewone olie - en onschuldige kunstmest soorten, plastics en oplosmiddelen en aftreksels uit de aarde onder een mesthoop. De lijst was vrijwel eindeloos en groeide nog steeds, naarmate ervaring en kennis van de mensheid toenamen. Zelfs een maatschappij zoals hij die had geschapen, een maatschappij die het vermengen van technologische kennis en nieuwe ideeen probeerde te verhinderen, kon niet echt hopen op het volledig uitroeien van gevaarlijk gewelddadig klein wapentuig. Het hele idee dat je zulke dingen aan banden zou kunnen leggen was een hersenschim, een gevaarlijke, verwarrende mythe. Waar het om ging was het beperken van het verlangen naar geweld. In dat opzicht was deze nacht een ramp geweest.

Zoveel nieuw onrecht, dacht hij.

En alsof ze zijn gedachten had gelezen, slaakte Nyshae op dat moment een diepe zucht.

Vanzelf. De Vissprekers wordt al met de paplepel ingegoten om, waar mogelijk, onrecht te vermijden.

'We moeten de burgers die het overleefd hebben onder onze hoede nemen,' zei hij. 'Zorg ervoor dat ze alles krijgen wat ze nodig hebben. Ze moeten gaan beseffen dat het allemaal de schuld van de Tleilaxu was.'

Nyshae knikte. Ze was natuurlijk niet zonder het klappen van de zweep te kennen opgeklommen tot de rang van bashar. Inmiddels geloofde ze er rotsvast in. Louter en alleen doordat ze het Leto had horen zeggen, geloofde zij in de schuld van de Tleilaxu. Bovendien was ze ervaren genoeg om het te begrijpen. Ze wist waarom ze niet alle Tleilaxu omgebracht hadden. Je moet niet elke zondebok slachten.

'En we moeten voor afleiding zorgen,' zei Leto. 'Gelukkig is er waarschijnlijk iets voorhanden. Ik zal het je laten weten nadat ik Vrouwe Hwi Noree heb geraadpleegd.'

'De Ixiaanse ambassadeur Heer? Is zij niet betrokken bij...'

'Haar treft geen enkele blaam,' zei hij.

Hij zag dat Nyshae hem geloofde want haar gezicht vervormde tot een star, plastic modelmasker met stijf gesloten mond en glazige ogen. Zelfs Nyshae. Hij wist waarom, want hij had dat waarom zelf geschapen, maar soms boezemde zijn eigen schepping hem toch enig ontzag in.

'Ik hoor Vrouwe Hwi in de wachtkamer arriveren,' zei hij. 'Zeg haar als je weggaat, dat ze meteen kan doorlopen. En Nyshae...'

Ze stond al overeind, maar bleef afwachtend zwijgen.

'Ik heb hedenavond Kieuemo tot onder bevorderd,' zei hij. 'Zorg ervoor dat dat genoteerd wordt. Over jou ben ik trouwens ook erg tevreden. Vraag en je zult het krijgen.'

Hij zag dat die rituele opmerking Nyshae uitgelaten van vreugde maakte, maar ze wist zich onmiddellijk te beheersen; waarmee ze eens te meer bewees hoe waardevol ze voor hem was.

'Ik zal Kieuemo op de proef stellen, Heer,' zei ze. 'Als ze voldoet, zou ik graag een tijdje vakantie nemen. Ik heb al jaren mijn familie op Salusa Secundus niet gezien.'

'Wanneer je maar wilt,' zei hij.

En hij dacht: Salusa Secundus. Natuurlijk!

Door die verwijzing naar haar geboorteplaneet schoot hem te binnen op wie hij haar vond lijken: Harq al-Ada. Ze is een Corrino. We zijn nauwer verwant dan ik dacht.

'Dank u voor deze vorstelijke beloning Heer,' zei ze, en ze liep met een nieuwe veerkracht in haar tred de kamer uit. Hij hoorde haar stem in de wachtkamer: 'Vrouwe Hwi, u kunt meteen doorlopen naar onze Heer.'

Hwi stapte naar binnen en bleef even als een donker silhouet in de lichte deuropening staan aarzelen tot haar ogen gewend waren aan het lichtniveau in de achterkamer. Ze kwam als een nachtvlinder op het schijnsel rond Leto's gezicht af en ze tuurde alleen even naar zijn overschaduwde lijf om te kijken of hij niet gewond was. Hij wist dat er uiterlijk niets aan hem te zien was, maar inwendig rommelde zijn lijf nog pijnlijk.

Hij zag dat Hwi een beetje met haar rechterbeen trok, maar de wond ging schuil onder een lange, jadegroene japon. Op de rand van de kuil waarin zijn wagen rustte, bleef ze staan en ze keek hem recht in zijn ogen.

'Ze vertelden me dat je gewond was, Hwi. Heb je pijn?'

'Een snee in mijn been, vlak onder de knie, Heer. Een klein stukje rondvliegend puin. Je Vissprekers hebben er een zalf opgesmeerd die de pijn wegnam. Heer, ik heb erg over je in angst gezeten.'

'En ik over jou, lieve Hwi.'

'Na die eerste ontploffing was ik buiten gevaar, Heer. Ze brachten me snel in veiligheid in een ondergronds vertrek onder de ambassade.'

Ze heeft me dus niet tekeer zien gaan, dacht hij. Daar kan ik dankbaar voor zijn.

'Ik heb je laten roepen omdat ik je om vergeving wilde vragen,' zei hij.

Ze ging op een goudkleurig kussen zitten. 'Wat valt er te vergeven, Heer? Het was toch jouw schuld niet dat...' 'Ik word op de proef gesteld, Hwi.' 'Jij Heer?'

'Er zijn mensen die willen weten hoe ver mijn bekommernis om de veiligheid van Hwi Noree gaat.'

Ze wees omhoog. 'Dat... was dat allemaal om mij?'

'Om ons.'

'Oh. Maar wie...'

'Jij hebt gezegd dat je met me wilt trouwen Hwi, en ik...' Ze wilde iets gaan zeggen, maar hij legde haar met een handgebaar het zwijgen op. 'Anteac heeft ons verteld wat haar uit jouw woorden duidelijk was geworden, maar dit kwam niet bij Anteac vandaan.'

'Wie is er dan...'

'Het wie is niet belangrijk. Wat wel belangrijk is, is dat jij je besluit moet heroverwegen. Ik moet je deze gelegenheid geven om van gedachten te veranderen.'

Ze sloeg haar ogen neer.

Wat heeft ze een lief gezicht, dacht hij.

In zijn verbeelding kon hij zich een heel mensenleven samen met Hwi voorstellen. In de smeltkroes van zijn geheugen lagen genoeg voorbeelden opgeslagen om er een gefantaseerd huwelijksleven mee op te bouwen. Zijn verbeelding voegde steeds meer schakeringen toe - kleine bijzonderheden over gezamenlijke ervaringen, een streling, een zoen, alle gedeelde kleine geneugten waaruit een geheel ontstond van een pijnlijke schoonheid. Het was een schrijnende gewaarwording, waarvan de pijn veel dieper ging dan die van de lichamelijke aandenkens van de gewelddadigheden bij de ambassade.

Hwi hief haar kin op en keek hem aan. In haar ogen las hij een hartstochtelijk verlangen om hem te helpen.

'Zijn er dan andere manieren waarop ik je van dienst kan zijn, Heer?'

Hij hield zich voor dat zij een primaat was terwijl hij zelf niet helemaal meer een primaat was. De verschillen werden met de minuut groter.

De pijn bleef schrijnen.

Hwi was een realiteit die niet viel weg te cijferen, zo iets fundamenteels dat het met geen enkel woord ooit volledig te beschrijven viel. De pijn in zijn binnenste was bijna meer dan hij kon verdragen.

'Ik hou van je, Hwi. Ik hou van je zoals een man van een vrouw houdt... maar het is onmogelijk. Het kan nooit iets worden.'

De tranen stroomden over haar wangen. 'Zal ik dan maar weggaan? Zal ik maar naar lx terugkeren?'

'Ze zouden je alleen maar pijn doen om uit te vissen wat er met hun plan is misgegaan.'

Ze heeft mijn -pijn gezien, dacht hij. Ze kent de zinloosheid en de frustratie. Wat zal ze doen? Liegen zal ze niet. Ze zal niet zeggen dat zij mij ook liefheeft zoals een vrouw een man liefheeft. Ze weet dat dat geen zin heeft. Rn ze kent haar eigen gevoelens voor mij - erbarmen, ontzag, een nieuwsgierigheid die elke angst overwint.

'Dan blijf ik,' zei ze. 'We zullen zoveel mogelijk genieten van ons samenzijn. Dat lijkt mij het beste dat we kunnen doen. En als dat betekent dat we moeten trouwen, dan doen we dat.'

'Dan moet ik je dingen vertellen die ik nooit met iemand anders heb gedeeld,' zei hij. 'Dat zal je macht over mij geven die...'

'Doe dat liever niet Heer! Stel je voor dat iemand mij zou dwingen om...'

'Je zult mijn huishouden nooit meer verlaten. Mijn verblijf hier, de Citadel, de veilige plaatsen in de Sarier - die zullen je thuis zijn.'

'Zoals je wenst.'

Wat aanvaardt ze dit kalm, zo vriendelijk en onbevangen, dacht Leto.

De schrijnende pijn in zijn binnenste moest tot bedaren gebracht worden. Die was zelf een gevaar voor hem en voor de Gouden Weg.

Die sluwe Ixianen!

Malky had ingezien dat almachtigen altijd te kampen hadden met een voortdurende sirenenzang - de hang naar zelfbehagen.

Het voortdurend besef van de macht in zelfs je kleinste gril.

Hwi vatte zijn zwijgen op als besluiteloosheid. 'Trouwen we, Heer?'

'Ja.'

'Moet er niet iets gedaan worden aan de Tleilaxu verhalen die...' 'Niets.'

Ze staarde hem aan, met haar gedachten bij hun vorige gesprek. Het zaad van de vernietiging werd gezaaid.

'Ik ben bang dat ik je zwak zal maken, Heer,' zei ze.

'Dan moet je manieren zoeken om me sterk te maken.'

'Kan je wel sterk worden als wij het geloof in de God Leto verzwakken?'

Iets in haar stem deed hem aan Malky denken, dat nauwkeurige overwegen dat hem zo walgelijk bekoorlijk had gemaakt. We ontkomen nooit helemaal aan de invloed van de mensen die ons in onze jeugd hebben onderwezen.

'Jouw vraag valt niet te beantwoorden,' zei hij. 'Velen zullen me overeenkomstig mijn opzet blijven aanbidden. Anderen zullen de leugens geloven.'

'Heer... zou ik voor je moeten liegen?'

'Natuurlijk niet. Maar ik zal je wel vragen om te zwijgen wanneer je misschien liever je mond zou roeren.' 'Maar als ze je belasteren...' 'Dan ga je er niet tegenin.'

Weer stroomden de tranen over haar wangen. Leto zou ze graag willen aanraken, maar ze waren water... pijnlijk water. 'Het moet zo gebeuren,' zei hij.

'Wil je me dat uitleggen, Heer?'

'Na mijn dood moeten ze me Shaitan noemen, de Keizer van het Gehenna. Het rad moet immer blijven voortwentelen over de Gouden Weg.'

'Heer, zou de woede niet uitsluitend op mij gericht kunnen worden? Ik zou niet...'

'Nee! De Ixianen hebben je veel volmaakter gemaakt dan ze dachten. Ik hou echt van je. Ik kan er niets aan doen.'

'Ik wil je geen pijn doen!' riep ze gesmoord.

'Gedane zaken nemen geen keer. Daar moet je niet over treuren.'

'Help me dan om het te begrijpen.'

'De haat die zal oplaaien na mijn dood, zal zelf ook in het onvermijdelijke verleden teloorgaan. Er zal een heleboel tijd verstrijken. En dan, op zekere dag in de verre toekomst, zullen mijn verslagen gevonden worden.'

'Verslagen?' Ze werd geschokt door deze schijnbare verandering van onderwerp.

'Mijn kroniek over mijn tijd. Mijn beweegredenen, mijn apologie. Er zijn afschriften van, zodat er hier en daar een fragment zal overblijven, soms erg verminkt, maar de oorspronkelijke verslagen zullen liggen wachten en wachten en wachten. Ik heb ze goed verstopt.'

'En als ze gevonden worden?'

'Dan zullen de mensen ontdekken dat ik heel iets anders was dan ze altijd gedacht hadden.'

Met bevende stem zei ze fluisterend: 'Ik weet al wat ze zullen ontdekken.'

'Ja, lieve Hwi, jij weet het vast al.'

'Je bent geen god en ook geen duivel, maar iets dat niemand ooit nog heeft meegemaakt en dat ook niemand ooit meer zal meemaken omdat jouw aanwezigheid de noodzaak wegneemt.'

Ze veegde de tranen van haar wangen.

'Hwi, besef je wel hoe gevaarlijk je bent?'

Hij zag aan haar gezicht en aan het verstrakken van haar schouders dat ze erg geschrokken was.

'Je zou een heilige kunnen worden,' zei hij. 'Begrijp je hoe pijnlijk het kan zijn om op de verkeerde plaats en op het verkeerde tijdstip een heilige aan te treffen?'

Ze schudde haar hoofd.

'Mensen moeten op heiligen voorbereid zijn,' zei hij. 'Anders worden ze eenvoudig volgelingen, smekelingen of slaafse pluimstrijkers, gedoemd tot een leven in de schaduw van de heilige. Mensen gaan daaraan kapot omdat het uitsluitend zwakheden aankweekt.'

Na enig nadenken knikte ze en toen zei ze: 'Zullen er na jouw dood heiligen zijn?'

'Dat is het doel van mijn Gouden Weg.' 'Moneo's dochter, Siona, zal zij...'

'Voorlopig is ze niet meer dan een opstandeling. En of ze een heilige zal worden, moet ze zelf beslissen. Misschien doet ze wel uitsluitend datgene waarop ze is uitgeteeld.'

'Wat is dat, Heer?'

'Hou eens op met me telkens Heer te noemen,' zei hij. 'We worden Worm en vrouw. Noem me liever Leto. Heer hindert me.' 'Ja H- Leto. Maar wat is-'

'Siona is gemaakt om te heersen. Zo'n achtergrond is gevaarlijk. Als je heerst ga je beseffen wat macht is. Dat kan leiden tot onstuimig, onverantwoordelijk gedrag, tot pijnlijke uitwassen, en dat kan weer leiden tot de verschrikkelijke verwoester - ongeremde genotzucht.'

'Siona zou...'

'Het enige wat we van Siona weten is dat ze toegewijd een bepaalde rol kan vervullen, een rol die haar totaal in beslag neemt. Ze is noodzakelijkerwijs een aristocraat, maar de aristocratie richt zich meestal op het verleden. Dat is fout. Je zult van geen enkel pad erg veel zien als je niet een soort Janus bent, zodat je tegelijk voor je en achter je kunt kijken.'

'Janus? O ja, de god met de twee gezichten.' Ze streek met haar tong langs haar lippen. 'Ben jij Janus, Leto?'

'Ik ben Janus, vermenigvuldigd met een miljard. Maar ik ben ook minder. Ik ben bij voorbeeld geweest wat mijn bestuurders het meest bewonderen - de beslisser van wie elke beslissing juist is.'

'Maar als je een keer faalt...'

'Dan zullen ze zich tegen me keren, ja.'

'Zal Siona jouw plaats innemen als...'

'Dat is pas een reusachtig als! Je hebt gemerkt dat Siona mijn persoon bedreigt. Maar ze is geen bedreiging voor de Gouden Weg. Bovendien is er nog het feit dat mijn Vissprekers een zekere aanhankelijkheid voor de Duncan vertonen.' 'Siona lijkt... zo jong.'

'En ik ben haar favoriete potsenmaker, de komediant die onder valse voorwendsels de macht in handen houdt en die nimmer de behoeften van zijn volk raadpleegt.'

'Als ik eens met haar ging praten en...'

'Nee! Je mag nooit proberen Siona ergens van te overtuigen. Dat moet je me beloven, Hwi.'

'Natuurlijk, als je dat wilt, maar ik...'

'Alle goden hebben dit probleem, Hwi. Met het oog op lange-termijn noodzaken, moet ik korte-termijn noodzaken meestal verwaarlozen. Jonge mensen vinden het verwaarlozen van dringende behoeften heel kwalijk.'

'Kan je niet met haar praten om...'

'Redeneren tegen mensen die van hun eigen gelijk overtuigd zijn heeft totaal geen zin.'

'Maar als jij toch weet dat ze ongelijk hebben...'

'Geloof je in mij?'

'Ja.'

'En als iemand zou proberen jou ervan te overtuigen dat ik het grootste kwaad aller tijden ben...'

'Dan zou ik heel kwaad worden. Ik zou...' Ze zweeg.

'Verstandig redeneren is alleen iets waard als het gebeurt tegen de sprakeloze, materiele achtergrond van het heelal,' zei hij.

Ze fronste bedachtzaam haar wenkbrauwen. Leto vond het ontzettend boeiend om te zien hoe haar langzaam een licht opging. 'Ahhh,' zuchtte ze.

'Geen enkel denkend wezen zal ooit meer de Leto-ervaring kunnen ontkennen,' zei hij. 'Ik zie dat je het begint te begrijpen. Beginnen! Daar gaat het om in het leven!'

Ze knikte.

Geen tegenwerpingen, dacht hij. Als ze het spoor ziet, volgt ze het om te zien waarheen het leidt.

'Zolang er leven is, is elk eind een nieuw begin,' zei hij. 'En ik zou de mensheid graag redden, zelfs van zichzelf.'

Weer knikte ze. Het spoor leidde nog steeds verder.

'Daarom sterft er bij het in stand houden van de mensheid niemand ooit helemaal vergeefs,' zei hij. 'Daarom worden wij zo diep geroerd door een geboorte. Daarom is de dood van een jong mens ook zo treurig.'

'Wordt je Gouden Weg nog steeds door lx bedreigd? Ik heb altijd al geweten dat ze iets kwaadaardigs beraamden.'

"Beramen. Hwi beseft zelf niet wat haar woorden betekenen. Dat heeft zij niet nodig.

Hij staarde haar aan, verrukt over het wonder dat Hwi was. Ze had een bepaalde eerlijkheid die sommige mensen naief zouden noemen, maar Leto zag in dat het gewoon een volledig ontbreken van valse schaamte was. De eerlijkheid was niet haar kern, het was de hele Hwi in eigen persoon.

'Dan zal ik zorgen dat er morgen op het plein een voorstelling wordt gegeven,' zei Leto. 'Een voorstelling door de gespaarde gelaatsdansers. Daarna zal onze verloving bekend gemaakt worden.'