Hoofdstuk 6
‘Hoezo, gevaarlijk?’ vroeg Nate. Toen hij zich omdraaide zodat hij Sarah kon zien, zag hij dat ze een groot pakket in haar armen had.
‘Dit is net door een koerier bij ons thuis voor je bezorgd,’ riep ze hem toe. ‘Nu je gezegd hebt dat het brandstichting is en dat je de dader zult pakken en naar de gevangenis zult sturen, kan het best zijn dat hij je iets aandoet.’
Met krachtige slagen zwom Nate naar de kant. Toen hij dicht genoeg bij haar was om normaal met haar te kunnen praten, hield hij op met zwemmen. Al watertrappend zei hij: ‘Nou, je hebt me wel laten schrikken, maar dat pakket verwachtte ik inderdaad. Het is mijn beschermkap, die zat niet in VERA toen ik wegging. En bedankt dat je je zorgen maakt om mijn veiligheid, maar brandstichters zijn meestal te laf om een confrontatie aan te gaan. Hij wil niet van me af, maar juist mijn aandacht hebben, maar ik zal op mijn hoede zijn.’
Niet als je rondspartelt als een klein kind en er niet op let wie er aankomt, dacht ze, maar ze knikte slechts. Omdat hij zo weinig bewoog en nog maar een meter of zes bij haar vandaan was, kon ze door het water heen veel blote huid zien. Wat als hij poedelnaakt was, want waarom zou hij ausländer-zwemkleding meegebracht hebben?’
‘Dus je bent ook brandweerman?’ vroeg ze, het pakket tegen haar borst drukkend. Ze was hier op blote voeten naar toe gelopen, wat bij warm weer heel gewoon was onder haar volk, vooral op hun eigen land. Ze moest haar best doen om niet te gaan zitten pootjebaden. Hoewel ze dat al honderd keer gedaan had en haar familie samen met de Eshes en de Lantzes mede-eigenaar van dit stukje bos was, voelde het ineens als verboden, vreemd terrein.
‘Als het even kan liever niet, maar ik stap zo een gedeeltelijk uitgebrand of zelfs nog brandend gebouw binnen als ik daarmee een brandstichter kan pakken. Zou je je nu even om willen draaien, alsjeblieft? Want ik ben niet echt decent gekleed en ik wil het water uit.’
‘O, ja. Goed,’ zei ze, waarna ze met haar rug naar het vijvertje ging zitten. Onder de schaduw van haar muts brandden haar wangen vuurrood. Ze strekte haar benen voor zich uit. Haar tenen kwamen maar amper onder haar mosgroene rok uit. ‘Het is vast heel lekker daar,’ zei ze, hopend dat hij niet zou denken dat ze naar een uitnodiging zat te vissen of ze ook in het water wilde komen. Zijn stem klonk nu iets zwakker, en ze hoorde het water klateren toen hij blijkbaar weg zwom.
‘Zeg dat wel. In VERA heb ik een wastafel en een plee – sorry, toilet, maar geen douche.’
‘Volgens mij mag je van Daad vast wel die van ons gebruiken als je dat wilt. Eigenlijk was ik van plan Gabe hierheen te sturen met dit pakket, maar hij is met zijn koets naar zijn vriendin Barbara Lantz, twee boerderijen verderop.’
‘Ik neem aan dat je familie heel hecht met ze is. Waarom zit er op hun schuur dan nog geen quiltschildering?’
‘Er is besloten dat de bisschop er eerst een zou krijgen, dan twee ouderlingen, en toen wilden de Millers er ook een. Die heb ik gemaakt, maar sindsdien heeft niemand er meer om gevraagd. Maar nu we het over de Lantzen hebben, er is nog een reden dat je voorzichtig moet zijn in deze vijver. Soms is er een vreemde koude stroming,’ vertelde ze, nog steeds tegen de bomen pratend. ‘Volgens mij stroomt er een ondergrondse bron door, die vooral heel sterk is nadat het geregend heeft. Toen we hier als tieners gingen zwemmen, deed Ella een keer een bommetje en toen bleef ze onder. Hannah en ik werden zowat gek… helemaal in paniek. We zijn haar nagedoken en toen we haar naar boven trokken, voelden we de koude stroom ons weer naar beneden trekken. Heel eng. We moesten het water bijna uit haar pompen, ze… nou ja, daarna is ze heel erg veranderd en werd ze heel star en strikt, zowel voor zichzelf als voor anderen. Vanaf toen hield ze zich altijd aan de regels.’
‘Dus Ella heeft haar leven aan jullie te danken,’ zei hij. Zijn stem kwam nu van dichterbij. Ineens stond hij voor haar. Hij had zijn spijkerbroek over zijn natte benen aangetrokken, en zijn zwarte T-shirt plakte aan zijn borst- en buikspieren. Nu het nat was, leek zijn korte zwarte haar nog donkerder. Heel even wist ze niet meer wat hij net gezegd had.
‘O, zo zien wij dat niet,’ liet ze hem weten. ‘Het was de Here die haar gered heeft, wij waren gewoon het middel dat hij gebruikte. Geen dank, we hebben het aan niemand anders verteld, al heeft wel iemand zijn mond voorbijgepraat, want er kwam een artikel in de Home Valley News.’
Toen Nate zijn hand naar haar uitstak, overhandigde ze hem het pakket. Pas toen besefte ze dat hij haar overeind had willen helpen. Zijn huid voelde koel aan van het water, of anders was die van haar erg warm. Allebei waren ze op blote voeten, en samen liepen ze om de vijver heen naar de plek waar hij VERA tussen twee grote eiken geparkeerd had.
Aan de achterkant van de wagen stak een lange dunne toren omhoog, waaruit een vijfpuntige antenne sproot.
‘Peter Clawson weet echt alles wat hier gebeurt, hè?’ vroeg hij. ‘Ik moet hem nodig ondervragen om te horen of hij nog aanwijzingen heeft.’
‘Hij heeft een heleboel Amish aan het werk in bedrijven waar hij mede-eigenaar van is: de Dutch Farm Table, de Buggy Wheel Shop en nog een aantal andere, maar de krant is zijn kindje.’
‘Zal ik je een rondleiding door VERA geven?’ bood hij met een breed handgebaar naar zijn grote wereldse koets.
‘Dat zou ik leuk vinden, maar niet nu, ik moet weer naar huis. Gabe wil hem ook graag zien, dus kunnen we later samen langskomen? En, o, Mamm laat vragen of je mee komt eten vanavond, over een uur of twee. Dat is niet half zoveel eten als we vanmiddag hebben gegeten, hoor.’
‘Bedank haar maar en zeg maar dat ik graag kom.’
Het liefst had ze alle goede raad die ze ooit over mannen had gekregen in de wind geslagen, dezelfde wind die zijn haar op dat moment deed golven, en was ze met hem mee VERA in gegaan – het was er gezellig, had hij gezegd – maar ze wist dat ze dat niet moest doen. Ze voelde zich toch al te hevig tot hem aangetrokken, alsof hij een soort magnetisch veld was en zij de naald van een kompas.
‘Voordat je gaat, wilde ik nog iets weten,’ zei hij toen hij een stukje met haar mee liep richting de boerderij. ‘Wat is dat noodfonds waar een van de ouderlingen het over had? Het lijkt op een soort particuliere Amish-verzekering, maar ik dacht dat dat verboden was.’
Verboden, verboten, galmde het door haar hoofd toen ze even in zijn priemende hemelsblauwe ogen keek. Weer moest ze eerst even bij haar positieven komen voor ze wist wat ze moest zeggen.
‘Niet als we het binnen onze gemeenschap houden,’ legde ze uit. ‘We betalen geen premies aan wereldse verzekeringsmaatschappijen of aan sociale voorzieningen van de overheid. Daar maken we ook nooit gebruik van, want gezondheid is een geschenk van God. Als je je verzekert, is dat als het ware gokken met je gezondheid. Maar we zamelen wel regelmatig een percentage van ieders inkomen in wat we gebruiken om degenen in de groep te ondersteunen die hoge ziektekosten hebben of voor zoiets als een huis of schuur die afbrandt. De deken van de kerk zamelt het geld in en zet dat op een spaarrekening tot we het nodig hebben. Geen enkel groot bedrijf profiteert ervan. En voor het fonds wordt aangesproken, betaalt de getroffen familie eerst een klein deel van de rekeningen zelf.’
‘Als een soort eigen risico,’ zei hij met een knikje. ‘Eigenlijk is het een particulier soort groepsverzekering. Heel slim… Geweldig…’ Indringend keek hij haar aan. Het laatste woord had hij heel langgerekt uitgesproken, zodat het bijna klonk als het zuidelijke accent van Ray-Lynn. Toen hij onder de luifel van haar zwarte muts keek, voelde zijn blik aan als een streling.
‘Ik moet naar huis,’ zei ze, haar pas versnellend. ‘Tot bij het eten. Als je het goed vindt, komen Gabe en ik dan daarna naar VERA kijken.’
Ze wilde niet dat hij dacht dat ze voor hem wegliep, maar eigenlijk was dat wel zo. Toen ze zo dicht bij hem had gestaan, terwijl ze allebei op blote voeten waren, had ze moeten denken aan Adam en Eva in het paradijs.
En iedereen wist hoe slecht het met hen was afgelopen!
Als de overvloedige Amish-maaltijd die hij die avond voorgezet kreeg moest doorgaan voor wat Sarah als ‘niet zoveel eten’ betitelde, was Nate daar net zo verbaasd over als hoe waanzinnig hij zich tot haar aangetrokken voelde. Waarschijnlijk kwam dat gewoon omdat ze zo anders was dan alle andere vrouwen die hij kende, probeerde hij zichzelf wijs te maken. Intelligent maar naïef, koppig maar nederig, eenvoudig en toch oogverblindend mooi, bescheiden en toch sexy, zonder dat ze daar moeite voor deed. Shit, hij moest zijn gedachten bij het eten en het gesprek aan tafel houden, want haar vader Ben had hem het hemd van het lijf gevraagd, en hier kwam alweer een belangrijke vraag, hoe kalm hij ook gesteld werd. In elk geval had hij gewacht hem te stellen tot ze aan de koffie en fantastische aardbeientaart met zelfgemaakt vanille-ijs zaten. Hoe Nate dit toetje nog moest weg krijgen na de sauerbraten, het zelfgebakken brood, de Duitse aardappelsalade en knoedels met jus, was hem een raadsel, maar dat was misschien de prijs die hij hiervoor moest betalen.
‘Hebt u, Mr. MacKenzie,’ zei Ben, ‘tot dusver enig bewijs, of zelfs maar een aanwijzing, gevonden dat de brand is gesticht door iemand die aanstoot nam aan Sarahs quiltschildering?’
‘Nee, sir, maar daar heb ik wel over nagedacht. Ik houd het in beraad, want ik weet dat zo’n kunstwerk nuttig moet zijn en niet alleen ter decoratie mag dienen.’
‘In dat geval,’ ging Ben verder, ‘zal ik Sarah toestaan, nee, haar verzoeken, een schildering op onze schuur te maken. Ik heb het al met bisschop Esh overlegd, en ik wil me sterk maken voor het besluit dat ze haar quiltpatronen op schuren in Home Valley mag schilderen om meer bezoekers te trekken. De zaken gaan niet goed voor de Amish. De bestellingen voor mijn tuinhuisjes, speelhuisjes, vogelhuisjes en andere dingen lopen terug. Bovendien wil ik dat iedereen weet dat ik geloof dat haar schildering niet het doelwit van brandstichting was en dat ook niet hoort te zijn.’
Nate zag dat Sarah stomverbaasd was, maar ook dolblij. Haar goudkleurige ogen vulden zich met tranen, die ze haastig weg knipperde. ‘Danki, Daad,’ zei ze.
Nou, nou, dacht Nate, ik begin zowaar een beetje van dat Duits dat ze hier spreken, te verstaan. Helaas had hij geen woord met haar grootmoeder kunnen wisselen, want die sprak nog maar zelden Engels en leek doodsbang voor hem. Ook leek ze altijd danig in de war te zijn. Nu zat ze aan de andere kant van de tafel te eten, maar haar ogen lieten hem geen moment los, alsof ze bang was dat hij haar zou bespringen. Nadat Sarah hen aan elkaar had voorgesteld, had ze de oude dame iets in het oor gefluisterd in de trant van dat hij hier was om hen te helpen en dat ze hem kon vertrouwen. Verder zaten Sarahs moeder Anna, Gabe en Martha aan tafel.
Hij was er behoorlijk van onder de indruk hoe de verschillende generaties bij de Amish samenleefden. Toen hij zijn ouders verloren had, had hij maar wat graag gewild dat hij bij een grootouder of zelfs een tante had kunnen gaan wonen. In elk geval waren zijn kinderloze buren van verderop in de straat, Jim en Mary Ellen Bosley, bereid geweest hem als pleegkind op te nemen. Het was echter heel moeilijk geweest om zo dicht in de buurt te wonen van waar het allemaal gebeurd was. In sommige opzichten had dat braakliggende stukje land waar wat de mensen het ‘Dodenhuis’ noemden had gestaan, hem zijn hele jeugd achtervolgd. Wat, zelfs vandaag de dag nog.
‘Ik zal nieuwe ladders moeten kopen,’ zei Sarah.
‘Zolang je hier aan schilderen bent, kun je die uit de schuur gebruiken, dan hoef je er voorlopig maar eentje te kopen,’ zei haar vader. ‘En je kunt op de planken gaan staan die we als tafel gebruiken.’
‘Ik heb wel een ladder in mijn auto die Sarah kan gebruiken,’ bood Nate aan. ‘Althans, zolang ik hier nog ben. Ook heb ik een veiliger steiger dan een paar planken, als u het niet erg vindt. Zelf heb ik ze niet nodig, tenzij er nog een brand komt, wat ik niet hoop.’
‘Wij bidden van niet,’ zei Anna Kauffman.
‘Als de man in het zwart weer terugkomt, zullen er meer branden komen.’ Dit was de eerste keer dat de oude dame iets in het Engels zei. ‘Ik hoorde Sarah tegen Martha zeggen dat het vuur de schuur verbrandde als een beest dat zijn prooi verslindt. Zo zal het weer zijn als dat monster ’s nachts om mijn huis blijft sluipen.’
Nate zag wel dat Sarah zich geneerde voor die uitbarsting. ‘Als u Nate hier bedoelt,’ zei ze, zich naar haar grootmoeder toe buigend en haar hand pakkend, ‘hij blijft hier maar een tijdje om ons te helpen. Misschien hebt u alleen maar gedroomd over de man in het zwart.’
‘Nee, ik heb hem gezien met zijn afschuwelijke gloeiende ogen toen ik naar het toilet ging. Ya, echt waar!’
Toen Sarah de oude dame van tafel hielp, wisselden haar ouders slechts een blik. Het was duidelijk dat ze dement was. Aan de andere kant, als ze echt iets gezien had, wie was dat dan, vroeg Nate zich af, want hij was het niet geweest.
Ray-Lynn wist dat Peter Clawson een beetje een einzelgänger was, maar gul was hij wel. Of het nu ging om flinke fooien voor haar Amish-serveersters of zijn investeringen in het plaatselijk bedrijfsleven, hij was zeer ruimhartig. En als zij dacht dat ze op de hoogte was van alle roddels in de buurt, dan was ze een zielig amateurtje vergeleken met Peter, die alles van iedereen leek te weten. Als de mensen hier er niet op tegen zouden zijn, zou hij waarschijnlijk een roddelblad beginnen. Soms bedacht ze met afgrijzen dat hij waarschijnlijk ook wist wat voor soort toiletpapier ze thuis gebruikte, al had ze er een stokje voor gestoken dat hij te pas en te onpas langskwam.
‘Nou, je gaat die veiling van zaterdag om geld in te zamelen voor de bouw van de schuur zeker uitgebreid aankondigen,’ zei ze tegen hem toen ze zijn diner bij de kassa afrekende.
‘Met grote letters, reken maar,’ reageerde hij. ‘En niet alleen om meer kranten te verkopen. In de gewone editie van donderdag komt een paginagroot artikel. De opmaak is al klaar. Op een veiling van Amish-spullen komen de mensen van heinde en verre af, vooral op het eten en de quilts.’
‘Ik heb nog maar net van een van mijn serveersters over de veiling en de barbecue gehoord,’ bekende ze terwijl ze Peter zijn wisselgeld gaf en toekeek toen hij een pepermuntje en een tandenstoker van de toonbank pakte. ‘Maar ja, als het om zaken gaat, weet jij altijd wat er speelt.’
‘Inderdaad, Ray-Lynn,’ zei hij met een knipoog, zijn steile bruine haar van zijn voorhoofd strijkend. ‘En laten we wel wezen, jij bent een van mijn belangrijkste zakenrelaties.’
Het werd gezegd met de nadruk op ‘relaties’. Daar had ze hem wel een schop om kunnen verkopen, maar zo te zien had niemand anders het gehoord. Dat suggestieve stond haar helemaal niet aan, vooral ook omdat ze hem tot nu toe op afstand had weten te houden. Ja, hij was een goede zakenpartner, maar een levenspartner… dat nooit. Hij was single, maar hij leek vrouwen niet te zien staan. Afgezien van haar, dan.
Peter was vijfenveertig en begon al kaal te worden, wat hem duidelijk dwarszat. Als zijn uiterlijk dan zo belangrijk voor hem was, snapte ze niet waarom hij zich niet druk maakte over zijn omvang. Met zijn haar was hij gelukkig nog niet zo ver dat hij het over de kale plek heen kamde, maar hij zat er altijd aan te frunniken. ‘Zelfs als het om amoureus gerommel gaat, zit ik er bovenop, dus blijf een beetje uit de buurt van onze vermaarde sheriff, hoor,’ zei hij met een zelfvoldane grijns.
Heel even was Ray-Lynn met stomheid geslagen. Hoe wist hij dat nou weer? Het kon niet zo zijn dat Sarah iets gezegd had, dus het moest Peter opgevallen zijn hoe ze zich uitsloofde voor Jack. Ach, wat zou het? Natuurlijk maakte hij maar een grapje, maar toch lag er een vreemde ondertoon in zijn stem. Hij kon toch niet jaloers zijn, hij had het immers zo sportief opgenomen dat ze niets met hem wilde?
‘Amoureus gerommel?’ riposteerde ze met haar handen op haar heupen. ‘Bekommer jij je nu maar om serieuze zaken met die krant van je, daar hebben we de laatste tijd genoeg van.’
‘Hoewel ik niet graag te koop loop met mijn enorme kennis van krantenweetjes, mijn zuidelijke schone, wil ik je vertellen dat amoureus gerommel de reden was dat Gary Hart zich moest terugtrekken als kandidaat voor het presidentschap, om van John Edward nog maar te zwijgen. Waarschijnlijk kun je je de details niet herinneren, maar Gary Hart had het lef de pers uit te dagen om zijn gangen na te gaan, wat ze toen ook gedaan hebben. Toen troffen ze hem, een getrouwd man en typische moraalridder, met een jong ding aan boord van een jacht dat Monkey Business heette. Weet je dat nog?’
‘Nee, Peter, eerlijk gezegd niet. Waarschijnlijk was ik dat jaar te druk met het serveren van mint juleps en op de veranda zitten met Scarlet O’Hara.’
‘Wat ik wil zeggen, is dat Hart ten onder is gegaan aan de journalisten die hij had uitgedaagd erachter te komen wat hij uitspookte, net als de National Enquirer John Edwards onderuit gehaald heeft. Dag presidentschap, dag macht. O, de macht van de pers. Tot morgen, Ray-Lynn,’ besloot hij. Zoals gewoonlijk had hij alles wat hij zei in één adem afgeraffeld. Toen hij naar buiten liep, liet hij de houten klapdeur hard achter zich dichtslaan.
Ray-Lynn had het helemaal niet erg gevonden als die wat sneller dichtgegaan was en hem tegen zijn omvangrijke achterste geraakt had.
Er was nog een dik uur te gaan voor het donker werd toen Gabe en Sarah samen met Nate naar VERA liepen, waar ze ook zouden kijken of zijn ladder geschikt was om te gebruiken bij de schildering die ze op de schuur van haar ouders zou maken. Hoewel ze liever een realistische weergave van het leven op de boerderij had gemaakt, was ze dolblij dat ze weer een quiltpaneel kon schilderen, eentje die ze dit keer zelf mocht kiezen. Het had haar geroerd dat haar vader in haar werk geloofde, vooral omdat hij er eerst wat afwijzend tegenover had gestaan.
Sterker nog, ze kon bijna niet wachten om VERA nu eindelijk te zien. Dat gold ook voor Gabe. Hij bleef maar zeggen dat hij op de bestuurdersplaats wilde zitten, ongetwijfeld omdat hij erover droomde een grote vrachtwagen te besturen, maakte niet uit wat erin zat. Wat haar eigen dromen betrof…
‘Gabe, ik wil je graag iets vragen over de avond van de brand,’ zei Nate toen ze met zijn drieën over het paadje naar het bos liepen. ‘Zeg eens eerlijk, ik neem aan dat sommige jongeren in hun ronddoltijd wel eens een sigaretje proberen.’
‘Sommigen wel, ja,’ zei Gabe, waarbij hij zo heftig knikte dat zijn pony onder zijn strohoed op en neer wipte. ‘Een paar proberen zelfs wiet. Dat mag ook. Ik weet dat het niet goed is. Sommige kinderen kunnen er later maar moeilijk weer van af blijven, zelfs van sigaretten, bedoel ik. Ook nadat ze bij de kerk zijn gegaan, maar ja, het komt vaak voor, net als dat ze een paar biertjes drinken.’
‘Zou het dan kunnen dat iemand stiekem de akker is overgestoken en misschien naar de boerderij van de Eshes is gegaan, omdat je moeder en je zus op het feest bij jullie in de schuur een oogje in het zeil hielden, en ze meer privacy wilden?’
Tot Sarahs ongenoegen werden Gabes wangen bloedrood. Ze beet op haar onderlip om zichzelf ervan te weerhouden hem te hulp te schieten. Of hem zelf te ondervragen. Het schoot haar te binnen hoe buiten adem en rood aangelopen hij was geweest toen hij de schuur in kwam rennen om haar te vertellen dat Jacob buiten stond. Zou het kunnen dat hij van over de akker was komen aanlopen, en niet gewoon buiten hun eigen schuur was geweest?
‘Dat geloof ik niet,’ zei hij. ‘Een paar jongens waren buiten achter de koetsen gewone sigaretten aan het roken. Ik niet hoor, al heb ik het wel eens gedaan.’
‘Hoor eens, ik neem het niemand kwalijk dat hij rookt en ik beschuldig niemand van brandstichting,’ verzekerde Nate hem met klopje op zijn schouder. ‘Zoals ik al zei, is het vuur niet begonnen door een enkele gevallen peuk of lucifer in het hooi, maar als er een paar mensen bij die schuur waren, heeft iemand misschien iets gezien. Iets waarvan ze niet eens weten dat het van belang is voor mijn onderzoek. Ik zou graag met ze willen praten, want ik heb hulp nodig,’ voegde hij eraan toe toen ze bijna bij VERA waren. ‘En ik kan alles vertrouwelijk behandelen. Weet je wat dat betekent, Gabe? Vertrouwelijk?’
‘Ya, Mr. MacKenzie. Ik kan wel eens wat rondvragen, en ik zal mijn oren openhouden.’
‘Goed zo,’ zei Nate, en daarbij stompte hij hem lichtjes met zijn vuist tegen zijn schouder.
Nieuwsgierig keken Sarah en Gabe toe toen Nate een dingetje van metaal en plastic uit zijn zak haalde. Het was niet echt een sleutel. Hij richtte het op VERA en drukte ergens op. Toen hoorden ze twee klikjes, en de lichten van VERA gingen aan. Alsof ze hen welkom wilde heten. Of waarschuwen.
‘Net een toverslot,’ zei Gabe, terwijl hij achter Nate aan de hoge cabine in klom. Sarah ging aan de passagierskant zitten. ‘Cool.’
Terwijl Nate de verschillende instrumenten op het dashboard uitlegde en vertelde hoe ze werkten, bleef Sarah zwijgen. Hij liet hun zien hoe de gps werkte en hoe de computer andere dingen deed, maar ze voelde wel dat Gabe het meest onder de indruk was van het feit dat hij überhaupt in de grote auto zat. Telkens weer raakte hij voorzichtig het stuur aan, en hij bleef maar door het raam kijken. Dus haar broer had ook een levendige verbeeldingskracht, alleen anders dan die van haar, bedacht ze.
‘Willen je nu de magische technogrot achterin zien?’ vroeg hij aan de jongen.
‘Straks misschien,’ zei Gabe met glanzende ogen.
Als Barbara Lantz zag hoe haar broertje zich verlustigde – een zonde, ja, maar o zo menselijk – aan deze glanzende zwarte vrachtwagencabine, zou ze stikjaloers zijn, bedacht Sarah.
‘Goed, dan laat ik hem aan je zus zien,’ zei Nate. ‘Ga jij zolang maar achter het stuur zitten.’
‘Nate!’ kreet Sarah.
‘Maak je geen zorgen,’ zei hij, terwijl hij uitstapte en het portier dichtdeed. Gabe had inmiddels verrukt zijn handen op het stuur gelegd. Nadat Nate om de auto heen gelopen was, hielp hij Sarah uitstappen. ‘Het kan geen kwaad, hij kan haar niet starten.’
Daarop gebaarde hij naar de achterkant van de auto. Ze liep met hem mee. Al eerder vandaag had ze in de verleiding gestaan VERA te bekijken, maar nu was het zover. Tenslotte was Gabe mee als een soort chaperonne, hoe verrukt die ook van de auto was. Dus wat zou er nou kunnen gebeuren als een Englische ausländer, hoe intrigerend hij ook was, haar voorstelde aan zijn glimmende, briljante mechanische partner?