Hoofdstuk 7
Eerst liet Nate Sarah binnen allerlei dingen zien die ze wel verwacht had, zoals brandblusmateriaal en de bijl en de schop die hij gebruikt had om het puin van de schuur van de Eshes te doorzoeken. Hij toonde haar een schijnwerper om de plaats delict te verlichten en legde haar uit hoe de opvouwbare ladder werkte die hij haar zou lenen. Blijkbaar wilde hij het langzaam opbouwen, dacht ze, toen hij alle fantastische instrumenten en apparaten liet zien die in VERA zaten.
Waar ze nog meer van stond te kijken, was hoe ze zich voelde nu ze zo dicht bij hem was. Ondanks het feit dat Gabe in de buurt was en de achterdeuren wijd open stonden, had ze het gevoel of ze helemaal alleen met Nate was. Ondertussen werd het buiten donker.
Nates rondleiding langs VERA’s wonderbaarlijke snufjes en zijn uitleg daarvan gingen in een waas voorbij: een thermische camera, een digitale camera, een laserafstandsmeter. Draadloze telefoons. Een paar jaar geleden had ze die door Peter Clawson walkie-talkies horen noemen toen hij die gebruikt had om met zijn reporter te praten, voordat het slecht met de krant ging en hij, afgezien van de hulp van een paar vrijwilligers, alles zelf ging doen. Nate liet haar zijn laptop, printer, kopieermachine, scanner en fax zien. Hoewel hij die niet liet zien, vertelde hij dat hij ook een vingerafdrukset had. In VERA zat verder wat hij een camcorder noemde en een veertien-inch kleuren-tv met ingebouwde dvd-recorder, waarop je platte zilveren schijfjes kon afspelen en die werkte op een generator of de accu van de auto.
‘De antenne die op het dak zit, is op dit heuvelachtige terrein onmisbaar,’ ging hij verder. ‘De toren kan ingeschoven worden in een vak achterin, kijk, hier. Met een druk op de knop kun je hem in- en uitschuiven, tot wel honderd meter de lucht in. Dan schuiven er vijf antennes uit, zodat ik communicatiesignalen uit de lucht kan halen.’
Communicatiesignalen. Zijn woorden galmden door haar hoofd. Ze hoopte maar dat hij niet in de gaten had wat voor een effect zijn nabijheid op haar had, dat zijn lichte aanraking van haar elleboog of rug, de geur van zijn haar en huid haar lichaam allerlei geluidloze signalen gaf.
Ja, hij had gelijk gehad dat het hier gezellig was. Naast een smalle werkplank aan beide kanten van de auto, waar hij tests kon doen, stond er een tafeltje in het midden, met daarop allemaal opengeslagen kranten. Ze zag de laatste editie van de Budget, dezelfde waaruit ze haar grootmoeder voorgelezen had, en de speciale editie van de Home Valley News, waarin hij een aantal dingen met rood had onderstreept of omcirkeld.
‘Heb je daar nog aanknopingspunten in gevonden?’ vroeg ze.
‘Nee, ik probeer gewoon meer te weten te komen over de streek en de inwoners. Daar heb je me al erg mee geholpen.’
‘Mooi, want we willen je allemaal helpen de dader te vinden. Je zei tegen mijn vader dat je niet dacht dat de brand iets met mijn schilderingen te maken had. Dat stel ik erg op prijs.’
‘Tja, ik denk dat het eerder iemand is die wraak wil nemen op bisschop Esh, maar ik ben blij dat je nu even een tijdje thuis werkt, want dat wil niet zeggen dat je niet voorzichtig moet zijn met je patroonschilderingen. Dat zoek ik ook, een patroon. Ik hoop van harte, bid ervoor, zoals je moeder zei, dat ik iets kan vinden wat me naar de brandstichter leidt. Geloof me, je hoeft me niet te vertellen wat die quiltschilderingen voor je betekenen.’
‘Wat ik het allerliefst zou schilderen, zijn hele taferelen uit het dagelijks leven van de Amish,’ flapte ze eruit. Vreemd, normaal gesproken vertelde ze dat niet zo snel aan iemand. ‘Ray-Lynn Logan van het restaurant, Hannah en Ella zijn de enigen tegen wie ik dat gezegd heb. Voor mijn eigen mensen zou dat te persoonlijk, te hoogmoedig zijn, zelfs als ik mijn naam er niet onder zet. Volgens Ray-Lynn heb ik een folkloristische stijl, een beetje primitief, maar dat past bij het onderwerp. Ze zei dat het net zoiets zou zijn als het werk van een vrouw die Grandma Moses heette. Die naam herinner ik me nog, al is het een paar maanden geleden dat ze me dat heeft verteld.’
‘Zou je het risico nemen tegen je mensen op te staan om zo te kunnen schilderen?’
‘Nee, de schuren zijn voldoende. Dat is voor ons allemaal al een grote stap.’
‘Dus jouw werk zou op dat van Grandma Moses lijken?’ zei hij, zich over het toetsenbord van zijn laptop buigend. Hij typte iets in, en het scherm sprong aan. Erop stond een foto van een groepje mannen, onder wie hijzelf, die onder een uithangbord stonden waarop Fire and Explosive Investigations Bureau stond. Toen typte hij de woorden ‘Grandma Moses’ en ‘kunst’ in. Daarop verscheen een ander scherm met een aantal schilderijen.
Met open mond staarde ze ernaar toen hij ze een voor een vergrootte. ‘O, ja,’ zei ze met trillende stem. ‘ Als die landelijke heuvels en boerderijtaferelen Amish waren… ya, dat zou ik ook kunnen, alleen met mijn eigen inbreng, op mijn eigen manier.’ Samen bogen ze zich over het scherm, zo dicht bij elkaar dat haar muts langs zijn wang streek. ‘Hemel, die Grandma Moses,’ zei Sarah met een diepe zucht. ‘Die bijnaam betekent zeker dat ze al oud was.’
‘Ja, ze is heel laat met schilderen begonnen, staat hier. Ze is gestopt met borduren om haar hart te volgen in een nieuwe kunstvorm.’
Om haar hart te volgen… Ineens voelde ze zich bijna net zo dicht bij Grandma Moses staan als bij haar eigen Grossmamm Miriam. Borduren deden de Amish niet, dat was te wuft, maar ze was al lang opgehouden met quilten, tenzij het echt moest, al had dat wel consequenties gehad voor haar sociale leven. Maar goed, ze wilde niet al oud zijn voor ze het lef kon opbrengen echte schilderijen te maken, niet met de latexverf die ze voor de schuren gebruikte, maar met olieverf op canvas, zoals ze dat achter in de doe-het-zelfzaak in de stad te koop had zien staan.
Nate liet een groot schilderij op het scherm staan, eentje die The Old Oaken Bucket heette, met paarden in de wei, schuren en heuvels, vrouwen in lange rokken, zelfs een man die wel Amish leek in de linkerbenedenhoek. Hoe Sarah ook onder de indruk was van het interieur van VERA, dat schilderij fleurde alles op, bijna alsof het aan de muur hing. Het was net of Nate haar een cadeautje had gegeven.
Ze was van plan geweest zich om te draaien, maar plotseling stonden ze dicht tegen elkaar aan. Haar borsten schuurden langs zijn borstkas toen ze een stap opzij deed.
‘Goed,’ zei hij, alsof hij iets moest bevestigen of zichzelf waarschuwde. ‘Hoor eens, ik wil niet brutaal zijn, maar ik ruik dat je parfum met lavendel of iets anders heel lekkers op hebt.’
‘Geen parfum,’ antwoordde ze blozend. ‘Mijn vriendin Ella heeft heel veel lavendel in de tuin. Daar maakt ze zeep en geurzakjes van voor de verkoop. Het is gewoon mijn… haar zeep. Als er een speciaal iemand in je leven is, kun je wat spullen met lavendel voor haar kopen, als cadeautje vanuit Amish-land.’
‘Och, nee. Ik bedoel, er is thuis geen speciaal iemand.’
Ze knikte. Opnieuw haakten hun ogen zich in elkaar. Ze voelde zijn indringende blik tot diep in haar buik.
Zijn handen aan zijn spijkerbroek afvegend, liep hij bij haar vandaan, waarna hij door het raampje voorin naar Gabe tuurde, iets wat hij al een paar keer gedaan had. Toen wendde hij zich weer tot haar. ‘Hij is nog steeds helemaal van de wereld,’ zei hij met zijn hoofd een beetje schuin, alsof hij onder het luifeltje van haar muts wilde kijken.
Opeens had ze sterk de neiging die muts af te zetten, maar in plaats daarvan probeerde ze zich te concentreren op wat hij zei. Het leek wel of hij net zo graag weer gewoon tot de orde van de dag over wilde gaan als zij, dus liet hij haar zijn brandweeruitrusting zien, punt voor punt uitleggend hoe die aan moest.
‘In die opbergvakken,’ zei hij, ernaar wijzend, ‘zit beschermingsmateriaal voor een chemisch of biologisch incident, overalls, handschoenen, overschoenen en een masker en nog wat andere spullen die ik je al heb laten zien. In het geval van een terroristische aanval ben ik het eerste aanspreekpunt. VERA is ook uitgerust voor zo’n aanval.’ Hij keek haar weer aan.
‘Zoals 9/11 of een chemische aanval, maar ik heb het gevoel dat wat er hier in Homestead is gebeurd ook een terroristische aanval is. Alleen is er Godzijdank niemand gewond geraakt.’
Toen hij langs haar heen reikte om haar het kleine koelkastje en de magnetron te laten zien, stonden ze weer te dicht bij elkaar. ‘Hier kan ik mijn kant-en-klaarmaaltijden opwarmen,’ verklaarde hij. ‘Maar die vallen in het niet bij het eten dat iedereen hier zo vriendelijk met me gedeeld heeft, dus dat laat ik je niet eens zien. Er is hier ook een slaapbank, maar ik slaap liever buiten in mijn slaapzak.’
‘Zodat je op de schuur van de Eshes kunt letten.’
‘Sinds die avond heb ik daar niets gezien. Meestal komt een brandstichter vrij snel terug naar de plaats delict. Sarah, morgen wil ik Hannah ondervragen. Ja, ik weet het… jij denkt dat ze onschuldig is, maar ik moet elke aanwijzing opvolgen. Ik hoopte dat Mike Getz me uit zichzelf zou opzoeken om eens als brandweermannen onder elkaar te praten, maar hem ga ik ook natrekken. En Jacob. Maar ik wil niet dat je iemand waarschuwt. Dat je zegt dat ik langskom of dat ze op mijn lijstje staan.’
Deze keer keek hij haar niet in de ogen maar richtte hij zijn blik op haar mond. Daardoor werd ze zich ervan bewust dat ze haar onderlip naar voren had gestoken, omdat ze het er niet mee eens was dat hij Hannah nog steeds verdacht. Hij boog zijn hoofd een heel klein beetje, waardoor ze zijn warme adem kon voelen. Ze probeerde haar mond te ontspannen, maar ze was zo gespannen als een veer. Ergens diep vanbinnen wist ze zeker dat hij haar zou aanraken. Haar zou kussen. Bijna had ze zich naar hem toe gebogen.
‘O, wat is dat?’ vroeg ze, zich lafhartig terugtrekkend en op een vreemd soort verrekijker wijzend die boven zijn hoofd hing.
Hij keek omhoog en draaide zich toen om. ‘Een nachtkijker, zodat je in het donker kunt zien,’ zei hij. ‘Het ziet er dan allemaal wat groenig en korrelig uit, maar hij is heel handig. Een ander keertje laat ik je hem wel zien, maar nu moeten Gabe en jij en die ladder naar huis voor het te donker wordt.’
‘In elk geval is het altijd minder donker buiten dan je denkt als je vanuit een verlichte ruimte het duister in kijkt,’ zei ze, opgelucht en teleurgesteld tegelijk dat haar privérondleiding voorbij was. ‘Maar je hebt gelijk, we moeten naar huis. Eens kijken of ik Gabe achter het stuur vandaan kan krijgen.’ Wat al te haastig stapte ze de auto uit, op de zwarte platte bumper aan de achterkant.
Toen er een doordringend gepiep vanbinnen klonk, een beetje zoals toen Martha per ongeluk een warenhuis was uitgelopen met iets wat ze nog niet betaald had, schrok ze zich een ongeluk.
‘Wat? Wat was dat?’ riep ze, maar Nate greep al naar zijn gsm.
‘Waar? Ja, dat vind ik wel. Sarah,’ schreeuwde hij, uit VERA springend en de achterdeuren dichtgooiend, ‘ga voorin zitten en zet Gabe in het midden. Sheriff Freeman zegt dat de schuur van de Schrocks in brand staat. Ik wil dat je me de snelste route daarheen wijst.’
Nate liet de antenne inschuiven, keerde VERA en reed snel het paadje op. In de snel vallende duisternis zette hij groot licht op.
Ja, hoor, Gabe kreeg zijn ritje.
‘Sarah, hoe ver is het naar de Schrocks?’ vroeg Nate.
‘Een kilometer of zes. Het is aan de andere kant van de stad. Op Oak Ridge moet je rechtsaf.’
‘Is hij de ouderling die bij de Eshes was?’
‘Ja, Reuben Schrock, de man met de kastanjebruine baard die de bouw van de schuur en de veiling aankondigde.’
‘Heeft hij ook een van jouw schilderingen op zijn schuur?’
‘Ya,’ zei ze met verstikte stem. ‘Vallende blokken.’
Tandenknarsend onderdrukte hij een vloek. Toen ze langs de boerderij denderden, zag hij Anna Kauffman naar het grossdaadi haus lopen, maar toen ze hen zag, bleef ze staan. Zijn raampje omlaag draaiend schreeuwde hij: ‘Er is brand bij Reuben Schrock! Sarah en Gabe wijzen me de weg.’
In de achteruitkijkspiegel zag hij haar terug naar het huis rennen. Op de weg gekomen sloeg hij rechtsaf, richting stad, op weg naar weer een brandstichting, dat voelde hij aan zijn water. Het was precies wat hij had voorvoeld en gevreesd: een seriebrandstichter die in het donker in een afgelegen gebied toesloeg. Weer een schuur van een Amish kerkleider. Weer een van Sarahs geschilderde quiltpatronen. O, ja, dat patroon zou hij nu wel ontdekken.
‘Wees voorzichtig, Nate,’ zei Sarah, terwijl hij beide kanten op keek en toen door een rood stoplicht, het enige dat Homestead rijk was, reed. Overal in het stadje was het donker; het zag er doods uit. Alleen in Ray-Lynns restaurant en bij de redactie van de krant brandde nog licht. En, merkte hij op toen hij weer gas gaf, in de twee fast-foodrestaurants en bij de Citizens Bank. Waarschijnlijk waren dat veiligheidslichten. De zelfbedieningsbenzinepomp was ook open, een van de weinige in Ohio, zo dacht hij, waar je niet eerst hoefde te betalen voor je tankte. Volgens zijn research telde het stadje ongeveer vierhonderd inwoners, maar dat moest inclusief het buitengebied zijn.
‘De brandweerwagen staat nog steeds in de kazerne,’ meldde Sarah, ‘maar er zijn twee auto’s ter plaatse. Wij zijn eerder bij de brand dan zij.’
‘Waar moeten we afslaan?’ vroeg hij, weer gas gevend.
‘Over ongeveer anderhalve kilometer, linksaf de Fish Creek Road op, maar ik weet niet of er ook een bordje staat. Nate, Mike Getz is een buurman van de Schrocks.’
‘Bingo,’ mompelde hij.
Gabe, die stijf tussen hem en Sarah in zat, keek met grote ogen zich heen. Van angst of opwinding durfde hij niets te zeggen. Sinds Nate hem had gevraagd of er ook jongelui in de schuur van de Eshes geweest waren, had hij het gevoel dat Gabe de avond van de brand iets had gezien.
‘Daar!’ riep Sarah, voor zich uit wijzend. ‘Aan de horizon, iets naar links. Het lijkt op een zonsondergang. Zie je het?’
‘De schuur staat nog niet echt in lichterlaaie, dus iemand heeft het bijtijds gezien. En het brandt niet van boven naar beneden, maar vanaf de grond. Daar gaat mijn patroon.’
‘Het is ook een ander soort schuur, niet zoals die van ons of de Eshes. Hij heeft maar twee verdiepingen, met een heel schuin dak zodat de sneeuw er vanaf kan glijden, en deuren op de hooizolder die eruitzien of ze openstaan.’
‘Dat wakkert het vuur aan en zuigt het ook naar boven. Goed, we gaan de brandweerwagen kloppen,’ schreeuwde hij toen hij de oprijlaan op scheurde, langs het huis van de Schrocks en de bijgebouwen. ‘Er brandt geen licht in het huis.’
‘Misschien zijn ze ook niet thuis. Dat is ook een patroon.’
‘Gabe, ga jij voor en achter op de deur bonzen bij ze,’ beval Nate. ‘Dan helpt Sarah me in mijn pak.’
‘In je pak?’ kreet ze. ‘Je gaat toch niet die vlammenzee in?’
‘Hallo, ik ben geen amateurtje, hoor!’ schreeuwde hij terug, want het geraas van de vlammen overstemde hun woorden. ‘Nee, ik ga alleen maar even kijken. Vooruit, Gabe, schiet op!’
Zodra Nate was uitgestapt, schoot Gabe naar de deur. Eenmaal op de grond, rende hij naar het huis toe. ‘Sarah!’ riep Nate. ‘Ik kan het wel alleen, maar het gaat sneller als jij me helpt!’
Haastig sleepte hij zijn uitrusting VERA uit, die hij vervolgens op de grond gooide. De schuur van de Schrocks was grijs met een zwarte rand en op het dak een hoge schoorsteen, een houten constructie bedekt met leisteen. Hij kon niet lang binnenblijven, want de muur met Sarahs quiltpatroon ‘Vallende blokken’ zou waarschijnlijk zo instorten.
En toen zag hij haar op zich af komen rennen.
Op de donkere weg zag Sarah de brandweerwagen op hen af komen, met rood-witte zwaailichten maar zonder sirene. Het liefst wilde ze tijd rekken, want ze wilde absoluut niet dat Nate die brandende schuur binnen zou gaan. Je hoefde alleen maar te kijken wat er met Mike Getz en Levi Miller gebeurd was. Met een haastige blik op haar nog ongeschonden schildering, besefte ze dat haar hele wereld op instorten stond.
Toen rende ze terug naar VERA om hem in de uitrusting te helpen die hij haar een halfuurtje geleden had laten zien.
Naarstig probeerde ze zich te herinneren hoe het allemaal moest. Nate had alles op de grond gelegd, de dikke broek met de bretels had hij al aan. Snel hielp ze hem in de grote laarzen met de stalen neuzen. Toen hield ze het dikke beige jack op zodat hij het kon aantrekken. Zorgvuldig schoof hij de beschermkap over zijn hoofd die in het pakket had gezeten dat ze hem voor het eten gegeven had. Hij bedekte zijn hoofd en nek maar niet zijn gezicht. Haar vingers konden niet overweg met het zuurstofmasker waar hij naar wees, dus uiteindelijk zette hij dat zelf op en maakte hij dat ook zelf vast. Vervolgens hielp ze hem in de zware handschoenen en overhandigde hem zijn helm. Die zag er verschroeid uit en rook naar rook.
Om haar heen waren vrijwillige brandweerlieden inmiddels al bezig slangen uit de brandweerwagen te rollen. Sarah wist dat hij eerder dan zij in de schuur wilde zijn. Even vroeg ze zich af of Mike Getz er ook bij was, maar dat zou wel niet met die gebroken arm. Toen zag ze hem opeens met Cindee Kramer aan de kant staan. Zijn gezicht, dat door de oranje vlammen verlicht werd, leek te stralen van opwinding.
Nate knikte Sarah toe, en begaf zich toen naar de schuurdeur. De brandweerlieden liepen nog steeds met twee slangen te slepen, eentje uit de brandweerwagen, en een andere waarmee ze water uit de vijver wilden pompen toen Nate de vlammen tegemoet liep.
En dan voelde hij zich in VERA claustrofobisch wanneer hij er sliep, dacht Nate toen hij de brandende schuur in liep. Tot de zuurstof zijn masker binnen stroomde, voelde hij meestal eerst even een blinde paniek. Als hij ademhaalde voor de stroom goed op gang was, leken zijn trommelvliezen zijn hoofd in gezogen te worden, maar nu had hij nergens last van. Op de een of andere manier was het onwerkelijk. Het enige wat hij kon horen, was zijn eigen ademhaling, praten kon hij niet, hij kon bijna niets zien, en hij sleepte vijfendertig kilo aan materiaal mee.
In elk geval hoopte hij dat er binnen niemand vastzat. In het verleden had hij vaak genoeg verbrande lichamen gezien, opgekruld in de foetushouding. Zwartgeblakerd, onherkenbaar, ruikend naar verbrand vlees op de barbecue. Godzijdank dat er weer niemand thuis was. De brandstichter was slim en voorzichtig. Voorzichtig zijn kon Nate zich op dit moment niet veroorloven. Hij moest naar het hart van de schuur om te zien of hij iets kon vinden. Nu al zag hij, ook al waren er van buiten ook twee brandhaarden te zien, dat dit een andere manier van werken was geweest. Maar het moest toch wel dezelfde persoon zijn? Iemand die een brandstichter imiteerde, was heel zeldzaam, vooral in een landelijk gebied waar alles doorgaans pais en vree was.
Dat deze vuurzee alles wat hij tijdens zijn opleiding had geleerd, weer boven bracht, kon hem niet schelen. Het waren andere herinneringen waartegen hij zich probeerde te verzetten. Die avond toen hij acht jaar was, toen het hellevuur bij hen thuis hem dreigde te verslinden. Zijn moeder, die zijn naam schreeuwde, hoestend, naar adem happend, over de grond door de verstikkende rook kruipend naar de plek waar hij ineengedoken naast zijn bed zat. De laatste keer dat hij haar gezien had, had haar nachtpon in brand gestaan. En toen was zijn vader naar binnen komen stormen – te laat…
Deze schuur – ook deze keer stonden de paarden in de wei – bestond uit een middenpad en twee zijbeuken, een met paardenboxen, de ander met ruimte voor graanopslag. De vlammen brandden zo fel dat hij dacht dat hij het maïs bijna kon horen knappen. Nee, natuurlijk, want hij hoorde niets. Popcorn… dat had Sarah ook gezegd toen ze hem in zijn uitrusting hielp. De Schrocks hadden vorig jaar een flinke oogst aan maïs binnengehaald, waarvan ze het grootste deel hadden verkocht aan het bedrijf Orville Redenbacher.
Toen hij nog maar twee meter de schuur in was, werd hij verblind door omhoogschietende vlammen en vonken, een kleine explosie in fantastische kleuren. Violet, rood, goudgeel. Was hij aan het hallucineren? Was er deze keer sprake van chemicaliën?
Toen de vlammen zich de andere kant op verspreidden, bij hem vandaan, en aan de houten balken likten die het middenpad en de boxen ondersteunden, liep hij voorzichtig naar de bron van de kleuren. Het was nog mooier dan de zonsopgang vanochtend toen hij Sarah haar paard voor haar koets had zien spannen. Hij raakte er bijna van in trance. Het moest iets brandbaars zijn, want de kleuren bevonden zich aan de punten van de V-vormige vlammenpatronen die de brandweerlieden probeerden te doven.
Voor zijn ogen kolkte een dikke straal water, waardoor er iets tegen zijn laarzen aan werd gespoten. Grommend bukte hij zich om er een stukje van op te rapen. Hij had een idee wat het was, en deze keer was het geen kerosine.
Sarah en Gabe stonden langs de kant, buiten het bereik van de hitte die de schuur uitspuugde. Ook nu liepen er toeschouwers te hoop die de vlammen hadden gezien of van iemand hadden gehoord dat er brand was. Nate was nog steeds binnen, maar dat gold ook voor een aantal brandweerlieden, dus kennelijk dachten ze dat de schuur voorlopig nog overeind zou blijven staan.
Inmiddels verzwolgen de vlammen haar felroze, groene en bruine vallende blokken op de witte achtergrond. Ze verbeeldde zich dat ze de schildering knetterend hoorde protesteren. De Schrocks hadden dit ontwerp gekozen omdat het net leek of de blokken zowel omhoog als omlaag bewogen, afhankelijk van hoe je het bekeek. Met afgrijzen zag ze de verf omkrullen en vervagen, waardoor het leek of de blokken echt vielen, net als de balken en het dak van de schuur zouden doen als ze het vuur niet snel uit kregen.
Ze probeerde de tranen die in haar ogen opwelden terug te dringen, maar dat lukte niet. Haar blik werd wazig, zodat het wel leek of het einde der tijden gekomen was en de hele wereld in brand stond. Het was een aanval op haar quiltschilderingen, op twee schuren van families die haar de gelegenheid hadden gegeven ze daar op te schilderen. Wie haatte de Home Valley Amish zo erg? Nam iemand haar iets kwalijk? Natuurlijk hadden haar mensen nu en dan te maken met misdaden die voortkwamen uit haat. Sommige Englische hadden een hekel aan de Plain People omdat ze pacifistisch waren, vanwege hun trage koetsjes, of gewoon omdat ze anders waren. Nee, leven op de plek waar ze geboren was en die ze vervolgens zelf had gekozen, was beslist geen sinecure.
Met beide handen veegde ze de tranen van haar wangen.
En toen zag ze in de duisternis achter de schuur iets glinsteren.
Wat het was, kon ze niet zien, want het was net of ze tegen de zon in keek, maar plotseling was ze er zeker van dat er iemand stond te kijken, iemand die wat achteraf stond en niet bij de anderen was gaan staan. Kon het zijn dat de vlammen, ondanks de rookontwikkeling, werden weerkaatst in een bril of zonnebril of verrekijker? Het zou toch niet een vertekend beeld zijn vanwege haar tranen? Daar lag een groot weiland. Waarom zou iemand daar in het donker midden in gaan staan?
Op een drafje liep ze terug naar VERA. Ze klom de wagen in, waar ze Nates nachtkijker pakte. Daarna stapte ze weer uit en ging in de schaduw van de grote auto staan. Toen het niet lukte de nachtkijker op te zetten, hield ze hem voor haar ogen. Het zicht was echter heel erg wazig, ze zag alleen maar groene soep met bewegende grijze spikkels, net of je onder water zwom.
Toch zag ze een gestalte, iemand die wegliep van de brand. Man of vrouw? Grossmamms man in het zwart? Moest ze de achtervolging inzetten om hem beter te kunnen zien?
Op dat moment kwam Nate echter wankelend uit de vlammenzee gestrompeld, en ze rende naar hem toe.