Hoofdstuk 27

 

 

 

Een maand later

 

Het was nog erger dan toen ze had verteld dat ze voor de rechtbank van Cleveland tegen Peter Clawson zou getuigen. Nu keek Sarah naar de verbijsterde gezichten van al haar dierbaren, die samen om de ontbijttafel zaten. Ze had gewacht tot ze allemaal samen waren. Gabe was weer terug uit het ziekenhuis, en op de plek waar ze zijn hoofd hadden kaalgeschoren om hem te kunnen hechten, begon alweer wat haar te groeien. Alles was in kannen en kruiken voor de bouw van een nieuwe schuur, maar zij zou er niet bij zijn. Daarnet had ze hen verteld dat ze naar Columbus ging.

‘Gewoon op bezoek?’ doorbrak Grossmamm de verbijsterde stilte. ‘Wat leuk.’

‘Waar logeer je dan?’ vroeg Martha ademloos. Daads vork was kletterend op zijn bord gevallen, en Mamms ogen stonden vol tranen. Sarah wist dat dit was waar ze altijd bang voor waren geweest.

‘Bij de pleegmoeder van Nate, Mary Ellen Bosley,’ zei ze, haar handen in haar schoot wringend zodat ze niet konden zien hoe bang ze was. Al sinds de branden waren opgelost had ze hiermee geworsteld. ‘Ze is weduwe en heeft een kamer over en een mooie serre waar ik kan schilderen. Ik móét schilderen. Dat hoort bij mij.’

‘En wij niet?’ kreet Mamm. ‘Er zal een meidung over je uitgesproken worden!’

‘Dat weet ik, maar ik heb er goed over nagedacht.’

‘Als je hier zou kunnen schilderen, meer dan alleen versieringen, bedoel ik dan,’ zei Daad met zachte stem. ‘Zou je dan blijven, of is er nog een andere reden waarom je naar Columbus gaat?’

‘Daar moet ik achter zien te komen. Ja, ik geloof van wel, maar dat moet ik meer tijd geven, een kans geven.’

‘Een kans geven?’ mengde Mamm zich weer in het gesprek. ‘Wij leven volgens strikte regels. En hoe dacht je die honderdvijftig kilometer verderop naar de stad van je dromen te komen?’

Naarstig knipperde Sarah met haar ogen om te voorkomen dat ze zou gaan huilen. Hoewel ze zich schrap had gezet voor dit moment, het keer op keer in haar hoofd geoefend, had ze het gevoel of ze vanbinnen verscheurd werd. ‘Ik heb een auto gehuurd, met dezelfde chauffeur als toen we naar Lake Erie geweest zijn. Ray-Lynn heeft aangeboden me te brengen, net als haar vrienden van de galerie, Nate en zijn pleegmoeder en Hannah, maar –’

‘Wisten al die mensen het eerder dan wij?’ riep Mamm uit. ‘En Hannah? Het komt natuurlijk door haar dat je dit idee in je hoofd hebt gekregen!’

‘Nee, dit idee komt voort uit mijn eigen hoofd en hart en handen,’ zei Sarah, haar uiterste best doend haar stem in bedwang te houden. ‘Het spijt me heel erg dat wat ik moet doen hier niet geaccepteerd wordt. Ik weet dat ons volk ernaar streeft de gemeenschap en onze tradities in ere te houden en te bewaren. Door mooie taferelen uit ons leven te schilderen, bewaar ik die op een nieuwe manier, en ik weet zeker dat er daardoor meer toeristen hierheen zullen komen.’

Ze stond op, waarbij haar stoel veel te hard over de grond schraapte. ‘Het spijt me dat ik niet hier kan zijn om met Grossmamm te helpen,’ voegde ze eraan toe. ‘Vooral nu Martha de pasteitjes naar de Dutch Farm Table moet brengen. Martha, ik laat mijn koets en Sally aan jou na, want ik weet dat je voor allebei heel goed zult zorgen.’

‘En ik zal meer met Grossmamm helpen,’ zei Mamm snuffend. ‘Het is me ontgaan hoeveel jullie daar deden, ik ben er erg dankbaar voor.’

Die lieve opmerking had Sarah niet verwacht. Nu kon ze haar tranen niet langer bedwingen.

‘Dat ben ik ook!’ deed Grossmamm een duit in het zakje. ‘Maar ik wil dat jullie meiden allebei, en Gabe ook, wanneer zijn hoofd weer beter is, iemand ontmoeten waar je mee wilt trouwen, dat jullie een vrijer krijgen.’

Zelfs toen Grossmamm daarna een heel verhaal begon over ‘flikflooien in de goede oude tijd’ voelde Sarah dat alle ogen op haar gericht waren.

‘Ik loop niet weg om bij Nate te zijn,’ zei Sarah. ‘Al heb ik heel veel respect voor hem… en houd ik van hem. Aan het eind van de middag ga ik weg. Tegen die tijd kan ik al mijn spullen gepakt hebben. Het gaat me erg aan het hart dat ik door deze beslissing gescheiden word van de mensen van wie ik houd, van degenen die ik met liefde zal afbeelden. Ook weet ik dat jullie allemaal net zo onder de scheiding zullen lijden als ik, maar ik moet dit doen. Misschien dat het hier niet gangbaar is, maar het is de juiste keus voor mij.’ Daarop draaide ze zich om, en ze stoof de trap op.

Later, terwijl ze bezig was haar spullen in grote boodschappentassen te pakken, waaronder het nieuwe schetsboek, dat ze alweer bijna vol had, kwam Martha haar helpen. Ook Gabe stak zijn hoofd om de deur, alsof hij, net als in het ziekenhuis, met zijn twintig hechtingen wilde pronken.

‘Ik vind Nate geweldig,’ fluisterde hij. ‘Hij mag de Amish. Misschien wil hij hier wel komen wonen.’

‘Nee, dat zou niet gaan,’ antwoordde ze, terwijl ze haastig naar de deur liep om hem nog een knuffel te geven voor hij haar ontglipte. ‘Het moet zo.’

Hij omarmde haar stormachtig, maar toen ging hij er vandoor.

Om halftwee die middag verliet ze haar familie en thuis. Terwijl de huurauto met een vaart wegreed en in zuidelijke richting de snelweg op draaide, probeerde ze uit alle macht niet om te kijken naar de Home Valley. In de keuken had iedereen haar omhelsd, maar niemand had haar geholpen haar spullen naar de auto te brengen.

 

‘Ik hoop dat je je hier thuis zult voelen, maar dat zal wel even duren, denk ik,’ zei M.E. toen Sarah en zij later die dag met een glas limonade met gemberkoekjes in de serre zaten waar Sarah zou gaan schilderen als ze eenmaal schilderspullen had aangeschaft. Er stond al wel een ezel voor haar klaar, die Nate voor haar had gekocht.

Zowel M.E. als zijzelf hielden de klok in de gaten. Nate zat met VERA voor zijn werk ergens in Zuid-Ohio, maar hij had gezegd dat hij tegen zessen hier zou zijn. Voor het eerst had M.E. geweigerd ergens anders met hem af te spreken zodat hij niet langs de plek hoefde komen waar zijn ouders gestorven waren.

‘U bent heel goed voor me, u en Nate ook,’ zei Sarah. Hier had ze geen muts en gebedskapje op, en haar haar droeg ze in een losse vlecht op haar rug. Binnenkort zou ze het laten knippen, misschien op schouderlengte, want voor het eerst in haar leven voelde het te zwaar aan. Ook wilde ze andere kleren kopen, iets keurigs, maar niet Amish. Vandaag had ze een lange spijkerrok en blouse met lange mouwen van M.E. geleend. Sinds ze deze grote stap had genomen, was ze alleen vanbinnen nog Amish, niet meer van buiten, hield ze zichzelf telkens voor.

‘En ze hebben al gebeld van thuis!’ zei M.E. ‘Hoe gaat het met Ray-Lynn? Ze zei dat ze een verrassing voor je had, dat jij me dat wel zou vertellen.’

‘Ja, het goede nieuws voor haar is dat Peter Clawson zoveel geld kwijt is aan zijn advocaat, dat hij erin heeft toegestemd dat ze hem uitkoopt uit het restaurant.’

‘Ik dacht dat ze daar het geld niet voor had.’

‘Dat heeft ze ook niet, maar sheriff Freeman wel.’

‘O, dus ze is niet meer boos op hem?’

‘Daar zou ik niet op rekenen, dat duurt nog wel even. Maar ik hoop nog steeds dat ze mijn partner wil worden om mijn werk aan de man te brengen in de omgeving van Homestead. M.E., als je het niet erg vindt, wil ik Nate graag tegemoet lopen. Ik weet dat hij het afschuwelijk vindt langs de plek te komen waar hij zijn familie heeft verloren, en ik dacht dat hem daar misschien doorheen kon helpen.’

‘Dat heb ik ook al geprobeerd, maar ik heb niet dezelfde talenten als jij, lieverd.’ Met haar arm om Sarah heen geslagen liep M.E. met haar mee naar de deur, die ze zachtjes achter haar sloot.

Het was een prachtige maar drukkende dag begin juli. Een aantal mensen had de tuinsproeier aanstaan op het gazon dat ze eerst luidruchtig hadden gemaaid. Aan het eind van de straat waren kinderen aan het spelen, waarschijnlijk precies als Nate had gedaan toen hij nog klein was. Er waren hier geen stoepen, maar toch was er te veel beton en lawaai. Nou ja, daar zou ze wel aan wennen.

Met flinke pas liep ze door, tot ze voor het braakliggende overwoekerde perceel stond waar Nates ouders gestorven waren. Tussen het onkruid en de veldbloemen kon ze de resten van een betonnen fundering zien. Het land behoorde nu aan de gemeente, maar kennelijk had niemand het willen kopen of er een huis op willen zetten.

Ze stond op ongeveer drie meter vanaf de berm in het hoge gras toen ze een auto het pleintje op zag rijden. Het was Nate. Niet in VERA, want die moest hij als hij weer in Columbus was ’s avonds weer inleveren.

Ze vroeg zich af of hij zou doorrijden, hetzij omdat hij haar niet herkende, hetzij dat hij niet wilde stoppen, maar dat gebeurde niet. Met een frons op zijn gezicht, maar zo te zien ook opgelucht om haar te zien, zette hij de motor af. Hij stapte uit en sloeg het portier dicht, maar bleef wel aan de kant van de weg staan.

‘Godzijdank dat je hier bent,’ zei hij. ‘Maar waarom op deze plek?’

‘Zodat we het verleden kunnen begraven en verder kunnen gaan. Buitenstaanders… In bepaalde opzichten zijn we dat allebei. We hebben allebei onze familie verloren, maar we hebben nog altijd elkaar… geloof ik.’

Hij knikte instemmend, maar hij kwam niet naar haar toe lopen. Deze plek had hij al die jaren angstvallig vermeden, laat staan dat hij er overheen had gelopen.

‘Je zult niet geloven wat er vandaag gebeurd is,’ zei hij, nog steeds geen vin verroerend. ‘Over een halfjaar gaat Stan Comstock met pensioen, en de State Fire Marshal heeft me zijn baan als supervisor van Noordoost-Ohio aangeboden. Als ik die baan aanneem, word ik in de buurt van Homestead gestationeerd.’

‘O!’ zei ze. ‘Wat geweldig, en mijn mens – de Amish… zullen dol op je zijn.’

‘Maar zul jij ook dol op me zijn? Echt van me houden? Als het antwoord ja is, denk ik dat dit een beslissing is die we samen moeten nemen.’

‘Ja, ik houd van je, en dat zal ik altijd blijven doen, Nate MacKenzie. Ik ben zelfs niet meer jaloers op VERA.’

Al lichtten Nates blauwe ogen even op, echt lachen moest hij niet. Met grote passen beende hij door het gras naar haar toe. Eenmaal bij haar, tilde hij haar op en drukte hij haar stijf tegen zich aan.

‘Waar we samen ook zijn, of het nu in Amish-land is of zelfs hier op deze trieste plek,’ zei hij met tranen in zijn ogen. ‘Daar ben ik thuis.’

Ya… ja. Ik ook!’