Hoofdstuk 25

 

 

 

Zoals de meeste Amish-ondernemingen was de bouw van een schuur iets wat ze met de hele gemeenschap deden; een schoolvoorbeeld van samenwerking en coördinatie. Net na zonsopgang stond Nate met ontzag te kijken naar de enorme hoeveelheid mensen die bij de plek aankwam waar de oude schuur van de Eshes had gestaan. Vanuit de ochtendnevel bleven ze in een heel leger van koetsen toestromen, terwijl sommige Englische buren met de auto kwamen. Het erf van de Eshes stroomde vol met voertuigen, net als de oprit en de kant van de weg, helemaal tot de boerderij van de Kauffmans aan toe.

Peter Clawson was op alle plaatsen tegelijk om aantekeningen en foto’s te maken, een enorme fototas om zijn schouder.

De vrouwen pasten op de kinderen en liepen het huis van de Eshes in en uit, waar ze bezig waren het middagmaal te bereiden. Nate zag dat de oudere vrouwen buiten zaten toe te kijken of de lange tafels aan het dekken waren die uit de wagens en koetsen tevoorschijn waren gekomen. Tussen hen bevond zich ook Sarahs Grossmamm, die vandaag heel kalm oogde.

‘Kun je met een boor omgaan?’ vroeg Ben Kauffman aan Nate, waarna hij Nate voordat die iets kon zeggen, een boor op batterijen in handen drukte. ‘Daar moeten gaten in de planken geboord worden. Later slaan we daar wiggen van dertig centimeter in die de boel bij elkaar gaan houden. Doe maar gewoon wat de anderen doen, het is teamwork.’

Nate knikte en begon zich van zijn taak te kwijten. Blijkbaar was Eli Hostetler de voorman van deze ploeg, waarvan hij diverse mannen herkende. Met een kort knikje of een paar woorden leken ze hem allemaal te accepteren. Wanneer er aanwijzingen werden gegeven, spraken ze Engels, maar misschien was dat speciaal voor hem.

Af en toe keek hij op, naar de schuur van de Kauffmans en Sarah, maar hij probeerde ook te genieten van het moment, van het gevoel dat hij hier geaccepteerd werd, van het samenwerken. Hopelijk – daar deed hij een schietgebedje voor – had hij hen niet teleurgesteld. Misschien zou de brandstichter, als hij of zij zag hoe de Plain People tegenslag aanvaardden en van voren af aan begonnen, ermee ophouden of naar elders vertrekken. Het liefst zou hij echter zelf degene die de schuren in brand had gestoken te pakken nemen. Daar had hij een lief ding voor over.

 

Een tijdje later zag hij Sarah met een blad met bekers water tussen de mannen lopen. Het was nog steeds vroeg in de ochtend, koffietijd, maar dit was zwaar werk waar je erg van ging zweten, en water hielp het best tegen de dorst. Trouwens, Mrs. Kauffman had hen die ochtend goed volgestopt, en haar koffie was heerlijk.

Pas halverwege het ontbijt was Sarah binnengekomen, nadat ze de pasteitjes naar het restaurant had gebracht. Daarvoor had Nate een poging gedaan een gesprek te voeren met Hannah. Gek genoeg hadden ze het eigenlijk best met elkaar kunnen vinden. En wat Gabe betrof, die had zoals altijd aan Nates lippen gehangen.

‘Dank je,’ zei Nate tegen Sarah toen ze hem een beker water overhandigde. ‘Bedankt voor alles.’

‘Jij ook, ausländer,’ fluisterde ze.

Met een glimlach en een knikje liep ze door, haar tranen wegknipperend. Ausländer, buitenstaander. Was hij eigenlijk niet alleen hier een buitenstaander, maar ook in zijn eigen omgeving, waar hij met een boog om de plek heen ging waar het huis gestaan had waar hij was opgegroeid? Omdat hij M.E. en Jim nooit toestemming had gegeven hem officieel te adopteren, of ze zelfs maar zo dicht bij zich toe te laten als zij graag hadden gewild? Omdat hij zo toegewijd was aan het bestrijden van branden dat hij zichzelf geen ruimte had gegund een gezin te stichten?

Zijn gedachten werden bijna overstemd door het geklop van hamers, het geluid van gezaag. Hij zag mannen met hun grote houten hamers wiggen in de gaten slaan die hij had helpen boren. Stukken van het hoge houten geraamte van de schuur, die binten werden genoemd, waren al vastgemaakt aan de fundering. Nu lagen de zijkanten van de schuur in gedeelten op de grond, waar ze aan elkaar zouden worden gemaakt voor ze op hun plek gezet zouden worden.

Nate voelde het saamhorigheidsgevoel. Hier werd niet alleen een schuur overeind gezet, maar ook een terneergeslagen gemeenschap.

 

Wat zou ze al deze activiteiten graag schilderen, dacht Sarah. Om de kracht van haar volk te vangen, haar volk dat samenwerkte, al die verschillende levens, maar toch verenigd. Een voor allen, allen voor een, had Ray-Lynn gezegd toen ze een paar dagen geleden ruzie hadden gemaakt.

Ray-Lynn was haar beste Englische vriendin, althans voordat Nate in haar leven kwam. Het zat Sarah niet lekker dat ze onenigheid hadden. Eigenlijk waren ze het niet eens oneens. Als zij nu maar de ruggengraat had – een heel stevige, zoals de balken van deze schuur – om haar eigen leven te gaan leiden en prachtige taferelen zoals deze te schilderen.

Met een zucht liep ze naar binnen om te gaan helpen met het schillen van de aardappelen. Ze stond naast Ella. Het liefst had ze haar verteld dat Hannah weer thuis was, althans dat ze bij hen in de schuur zat, maar ze had beloofd tegen niemand iets te zeggen.

‘Ik mis je,’ zei Ella. ‘Kom je binnenkort weer eens langs, ya?’

‘Doe ik. Dan is het net als vroeger, nietwaar?’ zei Sarah, maar ze wist dat ze vroeger nooit meer terug konden halen. Hoe kon het dat de drie vriendinnen zo uit elkaar gegroeid waren? Ella had het Hannah nooit vergeven dat ze weggelopen was, dus hoe zou ze reageren als Sarah op een dag besloot iets radicalers te doen dan een schuur beschilderen?

Stil kweten ze zich van hun taak. Het enige waar ze over praatten, was over verre neven en nichten en de bruiloften van andere maidals straks in de herfst.

Toen de andere vrouwen de aardappels in grote ketels aan de kook hadden, ging Sarah naar buiten om te kijken hoe het met Grossmamm was. Ze leek gebiologeerd door de bouwvakkers, maar dat was beter dan geplaagd te worden door haar nachtmerries.

Plotseling stokte het geroezemoes onder de mannen. Toen klonk de kreet van bouwmeester Seth Lantz waar ze allemaal op hadden zitten wachten. ‘Hijsen! Hijsen!’

Meteen kwamen de vrouwen de keuken uit rennen om getuige te zijn van het moment waar dit gebeuren naar genoemd was. Bijna zestig paar handen grepen een zijkant van de schuur. Langzaam kwam hij omhoog. Spieren spanden zich, mannen gromden bij het tillen, eerst met de hand, daarna met lange latten, terwijl andere mannen hoog boven op de spanten zaten te wachten om de delen vast te zetten en op hun plaats te timmeren.

Ook Sarahs hart begon sneller te kloppen toen ze Nate tussen de mannen zag. Ze hoopte dat Mr. Clawson een foto van hem tussen de Amish-broeders in de krant zou zetten, want die zou ze uitknippen en voor eeuwig koesteren.

 

Net als de enorme balken die Nate eerder had helpen tillen, schouder aan schouder met de Amish-mannen, waren de zijkanten van de schuur loodzwaar, maar toch gingen ze omhoog. Hij kreeg splinters in zijn handen, maar hij had al splinters in zijn hart van het liefhebben, ja het liefhebben van Sarah, die hij vervolgens was kwijtgeraakt, die hij hier achter moest laten zodat hij haar geen pijn zou doen. Zodat hij deze mensen geen pijn zou doen.

Achter hen kwamen opnieuw mannen met lange puntige stokken aanlopen om elk schuurdeel hoger de blauwe lucht in te duwen. Mannen met touwen trokken de delen, die bestonden uit twintig centimeter dikke balken en dunnere planken, rechtop. Vier keer kreunden ze, vier keer tilden en duwden en trokken ze, zodat de mannen die schrijlings op de spanten zaten, de delen aan het geraamte konden bevestigen met de handgemaakte verbindingsstukken en houten wiggen.

‘Alles past precies,’ klonk ineens Peters stem boven de kakofonie van geluid. ‘Het is fantastisch. Kwestie van tevoren goed plannen en zagen, dan gaat het gesmeerd!’

‘Kan ik je later mailen voor de foto’s?’ vroeg Nate.

‘Hm, jij durft wel, hè? Ik houd dat artikel over dat hel-en-verdoemenis-briefje nog steeds onder de pet, en jij hebt me primeurs beloofd waar ik nog niets van gezien heb. Niet over Jacob Yoder deze keer, maar over de arrestatie van Getz en zijn vriendin.’

‘Voor de zoveelste keer, die zitten niet vast op verdenking van brand –’

‘Ja, ja, niet vanwege brandstichting. O, daar heb je Ray-Lynn, ik hoopte al dat ze even tijd zou hebben om te komen.’

Toen Peter meteen op haar af liep, met zijn grote fototas om zijn schouder, bleef Nate hem gadeslaan. Ray-Lynn tilde enorme koeltassen uit de kofferbak van haar auto, samen met doorzichtige plastic kannen met iets lichtgekleurds erin, waarschijnlijk limonade. Nate herinnerde zich dat Jack gezegd had dat ze misschien wel arsenicum in zijn eten zou doen. Hij hoopt van harte dat Jack en Ray-Lynn hun ruzie weer bij konden leggen.

Uiteraard hield hij ook steeds een oogje op de schuur van de Kauffmans. Hij dacht aan Hannah daarbinnen, in een zelfverkozen ballingschap weg van iedereen die ze liefhad, terwijl ze eigenlijk heel erg naar huis verlangde, maar niet kon of wilde terugkomen. Hoe graag hij Sarah ook met zich zou meenemen, dat zou hij haar nooit aandoen.

Hij merkte ook op dat Gabe en Ben elkaar elke twee uur aflosten bij het posten in de ene schuur en de bouw van de andere. Een paar maal zag hij Sarah ook naar hun schuur kijken. Nu de koetsen tot aan hun boerderij langs de weg stonden, zouden veel mensen vandaag niet alleen naar de nieuwe schuur komen kijken, maar ook naar die van hen. Verschillende mensen had hij al een al dan niet lovend commentaar op haar opvallende nieuwe schildering horen leveren.

Toen de bel voor het eten klonk, werd Nate meegevoerd met de mannen. Hij kwam aan een lange met zeil gedekte tafel, die eigenlijk bestond uit een aantal tegen elkaar aan geschoven picknicktafels, tussen twee mannen in te zitten, terwijl de vrouwen het eten opdienden. Het werd een uiterst gezellige bedoening, waar allerlei nieuwtjes over familie, werk, huwelijken en verre verwanten werden uitgewisseld, zowel in het Duits als in het Engels. Van tijd tot tijd probeerden ze hem in het gesprek te betrekken, maar niemand vroeg hoe het onderzoek ervoor stond, misschien wel omdat ze wisten dat hij geen steek verder was gekomen.

Zijn vervanger Stan Comstock zag hij nergens, al had die wel gezegd dat hij zou proberen te komen. Was Stan net zo op de Amish gesteld als hij? In elk geval zou hij niet zou gek zijn voor een van hun vrouwen te vallen.

Broodjes varkensvlees, rosbief en kip en te veel bijgerechten om te kunnen tellen, passeerden de revue, geserveerd door de vrouwen of gewoon van hand tot hand doorgegeven. Er was koolsla, bietensalade, zoetzure ingemaakte groenten, stoofpotten met maïs en sperziebonen, bonen- en fruitsalades, zelfgebakken brood en broodjes met een smeersel van pindakaas, boter en marshmellow dat hij heel lekker was gaan vinden, later gevolgd door ongeveer tien verschillende taarten en cakes.

Met een dubbel gevoel deed Nate zich te goed aan wat voor hem wel eens het Amish-equivalent van het Laatste Avondmaal kon zijn.

 

Nadat de mannen weer aan het werk waren gegaan en ook de vrouwen hadden gegeten, ruimden de laatsten de boel op. Vele handen maakten licht werk, dus liep Sarah weer naar buiten om even te kijken hoe het met Mamm en Grossmamm was. Ze had zich geen zorgen hoeven maken dat haar grootmoeder moe of van streek zou zijn, want ze lag in de schaduw van een rode esdoorn in haar stoel te slapen. Niet ver bij haar vandaan zat Mamm bij de andere vrouwen. Tussen hen in was over verschillende hoepels een quilt gespannen, waar ze al kletsend aan zaten te naaien.

Tegen de boomstam geleund keek Sarah naar het omhooghalen van de dakspanten, terwijl andere mannen bij de fundering bezig waren de houten planken vast te timmeren. Het lawaai was oorverdovend, maar het was een mooi geluid, regelmatig en krachtig. Gek genoeg werden de baby’s er niet wakker van, noch de oudere vrouwen die in het middagzonnetje in slaap gesukkeld waren. Het was een volmaakte dag voor de bouw van de schuur, een prachtige dag voor bijna alles. Alleen niet om afscheid te nemen.

Dat deed haar weer aan Hannah denken. Hoewel Hannah het ontkend had, geloofde Sarah dat ze weer naar huis zou zijn gekomen als Seth er niet geweest was. Hannahs vrijer had een ander meisje zwanger gemaakt, waarmee hij vervolgens getrouwd was. Van hier af kon Sarah hem tussen de mannen op het dak zien zitten timmeren. Het was een grote blonde gespierde vent. Inmiddels was hij weduwnaar geworden, maar dat had Hannah niet minder boos op hem gemaakt.

Seth en Hannah, Sarah en Jacob… hoe kon alles zo veranderd zijn? Kon Hannah met haar verrekijker Seth ook zien? Nu Sarah van Nate was gaan houden en naar hem was gaan verlangen – nu hij op het punt stond weg te gaan, al had hij haar niet gekwetst zoals Seth met Hannah had gedaan – begreep ze nog beter waarom Hannah zich tegen de hele situatie afgezet had. Want vandaag, zelfs temidden van dit grote, blije gemeenschapsgebeuren, moest ze toegeven dat ze zich meer dan ooit zelf ook een ausländer voelde.

Gisteravond had Sarah Hannah laten beloven dat ze het schort dat ze voor Sarah had meegebracht, voor het zolderraam van de schuur zou hangen wanneer ze wilde weggaan. Hoewel Sarah dat niet gezegd had, was ze van plan er meteen heen te gaan zodra ze het zag hangen.

Ze moest te vaak afscheid nemen, de laatste tijd…

‘Hoi,’ zei Ray-Lynn, waardoor Sarah opschrok uit haar gedachten. ‘Het spijt me dat ik je laatst van streek heb gemaakt.’

‘Het is al vergeven, maar vergeten ben ik het nog niet,’ zei Sarah, terwijl ze het kartonnen bekertje met limonade van Ray-Lynns blad aannam. ‘Schilderen is mijn passie, maar ik ben hier ook nodig.’

‘Dat begrijp ik,’ zei haar vriendin. Er viel een ellenlange stilte. ‘Ik hoor dat Nate weggaat,’ zei ze na een tijdje.

‘Ja, hierna gaat hij terug naar Columbus. Zijn baas heeft zowel VERA als Nate voor andere dingen nodig.’

‘In Columbus wacht je niet alleen een carrière in de kunst, maar ook Nate.’

Sarah zuchtte. ‘Ik ben van plan om een paar schetsen van de bouw van de schuur te maken. Op dit moment zuig ik alle beelden in me op. Maar dat mag je tegen niemand zeggen voor ik heb besloten dat de tijd rijp is.’

‘Een heleboel mensen hebben het over het nieuwe quilt-paneel op jullie schuur.’

‘En het is niet allemaal even vleiend.’

‘Als ze er niet van onder de indruk zijn en nog steeds denken dat het een wereldse versiering is, is dat hun probleem. Het valt heel erg op, je kunt het zowel vanaf de weg als de weilanden en de heuvels zien. Het is fantastisch,’ zei Ray-Lynn. Daarna draaide ze zich om en liep weg.

Haar woorden sneden Sarah door de ziel. Niet alleen ‘het is fantastisch’, maar ook ‘het valt heel erg op’. Waarschijnlijk was dat vanaf het begin het probleem geweest. Alles wat ze deed, viel op; zij viel op, paste niet in de mal, bij de mensen. ‘Het valt heel erg op’, en dat wilde ze ook. Ze snakte ernaar schetsen en schilderijen te maken waar elk individu opviel en toch deel uitmaakte van de Plain People. Nee, ze wilde geen overloper zijn, maar ze moest toegeven dat ze met haar kunst andere mensen wilde bereiken, wilde ‘opvallen’.

Toen zag ze het witte, vierkante lapje stof voor het zolderraam van hun schuur hangen. Hannah ging weg, ze kwam niet weer naar huis.

Mamm, ik ga onze gast even gedag zeggen,’ zei Sarah, een moment over haar moeders schouder leunend, die een rechte lijn stiksteken in het lichtblauwe katoen aan het naaien was – haar hand tussen die van de andere vrouwen die aan de quilt met het Zonneschijn- en-schaduwpatroon werkten.

‘Je vader is net terug, dus dan zijn alleen Gabe en onze gast er nog. Als je haar nog treft, zeg dan maar tegen haar dat ze altijd bij ons langs mag komen en dat we niemand zullen vertellen dat ze hier vandaag was.’ Fluisterend ging ze verder: ‘Maar ze moet eens goed nadenken over of ze niet weer naar huis wil komen. Voorgoed, bedoel ik.’

‘Danki, Mamm,’ zei Sarah. Voor ze wegliep, gaf ze haar moeder even een kneepje in haar schouder. Terwijl ze naar het weiland liep, zochten haar ogen de menigte af naar Nate. Uiteindelijk zag ze hem hoog op een ladder spijkers in de planken boven de schuurdeuren staan. Zo te zien was het de ladder uit VERA, dezelfde die hij haar geleend had voor haar schildering en die hij nog maar net weer terug had. Zou bisschop Esh het ooit weer aandurven om haar te vragen nog een quiltpaneel te schilderen, op dezelfde plek waar Nate aan het werk was?

Inmiddels waren de bouwvakkers begonnen het golfplaten dak vast te timmeren. Het vastmaken van de zijkanten had al een boel herrie gegeven, maar dit was nog erger. Hier zou iedereen die lag te slapen toch wel wakker van worden. In elk geval kon Sarah amper nadenken, en toen ze haastig naar hun eigen schuur liep, leek het of het geluid daardoor weerkaatst werd.

Het liefst had ze haar handen over haar oren gelegd. Ze ging wat sneller lopen. Op dit moment liep ze over dezelfde akker waar ze doorheen was gerend op die nacht dat de brand bij de Eshes was uitgebroken. Het was nog maar twee weken geleden, maar wat was er veel gebeurd. In elk geval was Hannahs naam voorlopig gezuiverd, dacht ze, al gold dat niet voor die van Jacob.

Ze lette goed op waar ze liep, want vandaag liepen hun werk- en tuigpaarden hier te grazen, en ze wilde geen paardenmest aan haar schoenen. Toen Sally naar haar toe kwam om haar even te besnuffelen, minderde ze amper vaart. Een paar minuten liep Sally met haar mee, maar al snel ging ze aan de rand van het weiland weer staan grazen.

Over haar schouder keek Sarah naar de nieuwe schuur. De glooiing waar de oude had gestaan, had zo kaal geleken, maar nu stond de nieuwe schuur er, bijna identiek aan de vorige. De mannen die er bovenop zaten en omheen liepen, deden het met hun zwarte broeken, witte overhemden en op en neer bewegende strohoeden net een levend organisme lijken, een goedaardig beest.

Ze liep om de hoek van de schuur heen en keek tevreden naar haar nieuwe quiltpaneel. Niet met trots of hochmut, niet omdat het gewoon ‘voor het mooi’ was, want dat was het niet. Het was een teken van wat de Amish de wereld te bieden hadden, een teken dat het goed wonen was in de Home Valley, ondanks de slechte publiciteit die ze de laatste tijd hadden gehad vanwege de branden.

De schuifdeur van de schuur stond ongeveer een meter open. Waarschijnlijk wilde Gabe licht en lucht binnenlaten. ‘Gabe, ik ben het, Sarah!’ riep ze toen ze naar binnen liep. ‘Hannah, ben je er nog?’

In de grote koele ruimte werd het gehamer in de verte gesmoord. Er bewoog niets, en de stilte viel als een deken om haar heen. ‘Gabe! Hannah!’

Misschien was een van hen, of allebei, naar het huis of het grossdaadi haus gegaan om te plassen of iets te eten of drinken te halen, maar Gabe had de deur niet open moeten laten staan. Zelfs bij klaarlichte dag was het hier donker. Er kwam alleen licht binnen door het zolderraam, waar Hannahs schort nu ook nog voor hing, en de streep licht door de deur.

Toen rolde achter haar de deur ineens met een klap dicht, zodat het nog donkerder in de schuur werd. Met een ruk draaide ze zich om naar de deur, maar haar ogen waren nog niet aan het donker gewend.

‘Gabe Kauffman!’ zei ze. ‘Dat is niet grappig!’

Er ritselde iets in het stro, over de houten vloer. Ze kon het horen, voelen… iets vreemds en kwaadaardigs. Een instinctief gevoel van zelfbehoud voerde strijd met haar angst. Haar nekhaar ging overeind staan.

Degene die nu in de hoek van de schuur bij de deur stond, achter de graansilo, haalde zwaar adem, net als Sarah, die nog buiten adem was omdat ze zo snel over de akker gelopen was. Ze moest naar de deur rennen. Nog een stap achteruit, meer naar de kant, niet recht eropaf.

Toen ze op haar tenen die kant op probeerde te lopen, kraakte er een plank. Een golf van angst overspoelde haar. Zat daar een beest, een soort demon? Wel menselijk, dat zeker.

Haar hart sprong bijna uit haar borstkas. Zelfs als ze naar buiten wist te komen en om Nate of de anderen riep, zouden ze haar door al het kabaal dat ze maakten niet horen. Ze moest het erop wagen en de hele weg terug rennen.

Toen ze nog een stap opzij deed, struikelde ze echter over iets, en op haar knieën landde ze er bovenop. In het donker ging ze meer op haar tastzin dan op haar zicht af.

Een lichaam!

‘Gabe?’

Er kwam geen antwoord. Het enige wat ze hoorde, was een ademhaling en gesmoord gehamer. Ya, het was Gabe! Onbeweeglijk lag hij op de grond, languit op zijn buik. Zijn haar en de vloer waren nat.

‘Hannah! Hannah, ben je er nog?’ schreeuwde Sarah.

‘Ze is weg,’ fluisterde een stem. ‘Maar ze krijgt er wel de schuld van dat deze schuur in vlammen opgaat.’