11

Met zijn benen wijd en zijn winterjas over de arm stond geheim agent Thomas Flaherty links van het podium rustig te wachten totdat de laatste fans in de rij langs het middenpad een handtekening hadden laten zetten door professor Brooke Thompson in haar nieuwste boek Mesopotamië, rijken van klei. Zijns ondanks moest hij glimlachen toen hij zag dat de linkshandige paleolinguïst de pen in een merkwaardige hoek hield en met haar gezicht dicht bij de bladzij een persoonlijke opmerking en een krabbel in de boeken zette.

      Hij hield goed in de gaten hoe ze omging met haar bewonderaars. Hij vond van zichzelf dat hij mensenkennis had, want hij had ooit een poosje psychologie gestudeerd aan het Boston College. Zo te zien was ze echt aardig. Het was geen narcisme. Ze had iets kwetsbaars en onschuldigs.

      Een kwartier later was de laatste fan de zaal uit geslenterd, en spreidde en sloot de professor de pijnlijke vingers van haar rechterhand.

      Op dat moment stapte Flaherty naar haar toe. ‘En ik dacht dat in het Midden-Oosten alles om olie draaide...’ zei hij.

      Er verscheen een beleefde glimlach op Brookes gezicht.

      ‘Ik heb genoten van uw lezing,’ ging Flaherty verder. ‘U weet waarover u het hebt. En u bent in staat het boeiend te maken. Jammer dat ik geen docenten zoals u had toen ik nog aan het Boston College studeerde.’

      ‘O, hebt u daar ook gestudeerd? Wanneer bent u afgestudeerd?’

      ‘Een paar jaar eerder dan u. In 1995. Ik heb er lang over gedaan, maar het is me gelukt.’

      ‘Gefeliciteerd.’

      ‘Dank u. Mijn ouders waren trots op me.’

      ‘Dat wil ik graag geloven.’

      Aan de gereserveerde uitdrukking op haar gezicht te zien, was ze zeker bang dat hij een engerd was, dus haalde hij zijn identiteitsbewijs uit zijn zak en stelde zich voor. ‘Geheim agent Thomas Flaherty van Global Security Corporation.’ Hij liet haar zijn identiteitsbewijs zien. ‘Ik weet dat dit geen goed moment is, maar toch wil ik u graag een paar vragen stellen over uw werk in Irak, in 2003.’

      ‘Mag ik dat eens goed bekijken?’ vroeg ze, met een gebaar naar zijn identiteitsbewijs.

      Hij gaf het haar.

      Brooke bestudeerde aandachtig het gelamineerde kaartje. Er stond een hologram op, en een niet erg flatterende foto van Flaherty, van toen hij zijn warrige baardje nog niet had afgeschoren. Na een poosje gaf ze hem het identiteitsbewijs terug. ‘Ik heb nog nooit van Global Security Corporation gehoord.’

      Hij besloot het simpel te houden en zei alleen maar: ‘We werken voor Defensie.’

      ‘Dat klinkt officieel,’ reageerde ze. ‘Wat kan ik voor u doen?’

      ‘Het kan wel een poos gaan duren. Kan ik u misschien trakteren op een kopje koffie in het café beneden?’

      ‘Oké,’ antwoordde ze. ‘Maar ik heb liever thee. Groene thee.’