54

Las Vegas

In las Vegas was op het eerste gezicht weinig te merken van de economische crisis, dacht Flaherty, en al helemaal niet op de drukke bouwplaats van de Our Saviour in Christ Cathedral. Een hele vloot voertuigen van bouwbedrijven bevolkte de parkeerplaats: cementmolens, opleggers vol stalen balken en enorme kabelspoelen, en busjes van een bedrijf in klimaatbeheer. Op het bouwterrein zelf lagen materialen keurig soort bij soort gestapeld: hele rijen panelen met gekleurd glas, bergen honingkleurige, marmeren vloertegels, honderden porseleinen wastafels en wc-potten, gesorteerd op kleur. En dan waren er nog verzegelde containers met geïmporteerde goederen.

      Flaherty stuurde de huurauto om tientallen pallets met bleke blokken kalksteen heen. Op het plastic eromheen stond: AUTHENTIEK STEEN UIT JERUZALEM. Een vorkheftruck was net met een lading op weg naar de zuidkant van het gebouw, waar een grote, met glas bedekte aula was.

      Bij de hoofdingang parkeerde Flaherty de auto op het parkeerterrein voor bezoekers.

      ‘Is het wel slim om hier zomaar binnen te vallen?’ vroeg Brooke. Ze tuurde naar het gebouw. ‘Moet de politie er niet bij zijn of zo?’

      ‘Er zijn hier behoorlijk veel ramen. De dominee zou het op een lopen kunnen zetten als hij patrouillewagens ziet.’

      ‘Hoe wil je dit dan aanpakken?’

      ‘Ik stel voor dat we gaan trouwen,’ antwoordde hij doodserieus.

      ‘Pardon?’

      ‘Speel het spelletje maar gewoon mee, dan snap je het wel,’ reageerde hij koeltjes.

      Hij schakelde de motor uit, liet de sleuteltjes in zijn zak glijden en opende het portier. ‘Ik loop om de auto heen om je te helpen met uitstappen.’

      Brooke snapte er niets meer van, maar bleef braaf zitten totdat hij om de auto was gelopen. Nadat hij haar portier had geopend, bood hij haar zijn hand aan. ‘Kom, lieveling. Je vindt het vast een prachtige kerk. Ik heb gehoord dat een bruiloft hier adembenemend is.’

      Opeens snapte ze het. ‘O, heel slim! We doen of we van hun diensten gebruik willen maken. Goed bedacht!’

      ‘In films werkt het altijd prima,’ reageerde hij schouderophalend.

      Toen Brooke zijn hand pakte, viel het hem op dat ze een Ierse claddagh-ring droeg, met twee handjes die een hart vasthielden, met daarboven een kroontje. Die ring zou goed kunnen doorgaan voor een verlovingsring als ze hem een beetje anders droeg.

      ‘Eerst doen we dit even goed,’ zei hij. Hij zorgde dat haar hand vanuit een van de ramen niet kon worden gezien, wees op de ring en zei: ‘Dit betekent dat je in romantisch opzicht beschikbaar bent, en dat is niet de bedoeling. Sta me toe...’ Hij pakte de ring al vast.

      ‘Ga je gang.’

      Hij trok de ring van haar vinger en schoof hem toen weer terug, met het hartje naar buiten gericht. ‘Zo, nu is het een verlovingsring.’

      Vervolgens draaide hij zich om en klikte het portier dicht. Het verraste hem toen Brooke totaal onverwacht haar arm om zijn middel sloeg.

      Terwijl ze met een aanminnige blik naar hem opkeek, zei ze: ‘Het moet er wel echt uitzien, hoor.’ Meteen daarna kuste ze hem op de mond. ‘Voor het geval iemand kijkt. Hoe vond je het?’

      Even bleef hij nagenieten van deze eerste kus. ‘Heerlijk,’ zei hij zo achteloos mogelijk. Ze mocht niet denken dat die kus iets betekende... Hij schraapte zijn keel. ‘Heel authentiek.’

      Ze haakte bij hem in en legde haar hoofd tegen zijn schouder. ‘Zullen we dan maar?’

      ‘Oké.’

      Flaherty sloot de auto af, en toen zetten ze koers naar de hoofdingang. ‘Wat is die Stokes toch voor iemand?’ zei hij terwijl ze naar de weelderige kerk keek. ‘Het is toch niet te geloven, zo opzichtig.’

      ‘Hiermee vergeleken is de Crystal Cathedral een schuurtje in de achtertuin,’ reageerde ze. In het midden van het gebouw rees een glazen koepel op, en Brooke vermoedde dat die koepel zich precies boven het schip bevond. ‘Volgens mij is dit gejat van de Aya Sophia in Istanboel.’

      ‘Maar dat is toch een moskee?’

      ‘Tijdens het Ottomaanse Rijk is hij veranderd in een moskee, in de vijftiende eeuw. Er zijn toen ook minaretten en zo aan toegevoegd. Maar oorspronkelijk was hij een basiliek, gebouwd in de zesde eeuw door keizer Justinianus I.’

      Hij keek haar aan alsof hij wilde zeggen: hoe weet je dat toch allemaal? ‘Was dat dezelfde Justinianus die het Romeinse Rijk weer wilde verenigen, maar wie dat niet lukte vanwege de pestepidemie?’

      ‘Ja, die.’

      Ze kwamen bij een gewelfde boog waar de deuren onder waren. Boven die deuren zag Flaherty een enorm bronzen bord in de vorm van een uitgerolde boekrol. Daarin stond een citaat uit een Bijbelboek: EN HIJ ZEIDE TOT HEN: VOLGT MIJ NA, EN IK ZAL U VISSERS DER MENSEN MAKEN. MATTHEUS 4:19

      Flaherty schudde zijn hoofd. ‘Wat hier nog mist, zijn gokmachines en een bar.’

      ‘Niet te gauw een conclusie trekken,’ zei Brooke. ‘We hebben nog niet gezien hoe het binnen is.’