2008

 

 

45

Dit jaar zou mijn oom Eldritch, als hij nog had geleefd, honderd zijn geworden. Het was, gezien zijn voorliefde voor sigaretten en sterke drank, niet verwonderlijk dat hij meer dan twee decennia geleden overleed, na wat Marie-Louise me op zijn begrafenis omschreef als 'een paar heel goede jaren' met haar aan de Franse Rivièra. Zo was het uiteindelijk voor hem dan toch nog redelijk goed afgelopen. En elke keer als ik aan hem denk, glimlach ik, wat misschien wel het mooiste eerbetoon is dat een mens zich kan wensen.

Ik ben nu zelf bijna even oud als Eldritch was toen ik hem leerde kennen. In de tweeëndertig jaar die sindsdien zijn verstreken zijn onze kinderen, die van Rachel en mij, volwassen geworden en een ervan kreeg zelf weer kinderen. De meeste mensen met wie ik tijdens die paar hectische weken te maken had in het vroege voorjaar van 1976, toen Eldritch Rachel en mij onbewust de grote dienst bewees ons tot elkaar te brengen, zijn net als hij dood en begraven.

De enige over wie necrologieën in de landelijke pers verschenen waren, was sir Miles Linley. De extremistische vleugel van de IRA eiste de verantwoordelijkheid op voor de autobom die hem had gedood, hoewel de officiële gegevens over zijn jaren bij het Brits Gezantschap in Dublin weinig aanleiding leken te geven om hem tot een doelwit te maken. Misschien wisten ze meer dan ze zeiden. Wie ze op hem attent had gemaakt, is een raadsel. Moira Henchy droeg indertijd heel wat mogelijke oplossingen aan, maar slaagde er uiteindelijk niet in de waarheid te onthullen. Zelf ben ik er ook nooit helemaal uitgekomen. Het is heel wel mogelijk dat zijn vrouw via vroegere collega's van haar broer contact met de IRA heeft opgenomen. Maar ik kon me ook weer niet voorstellen dat ze zover zou gaan. Dan was Eldritch er nog. Die moest in zijn tijd in de gevangenis van Portlaoise met de nodige IRA-leden te maken hebben gehad. En wat had hij in Antwerpen ook alweer tegen me gezegd? 'Er maar één manier om een reus te overmeesteren, en dat is met een grotere reus.' Ik heb het hem nooit ronduit durven vragen. Ik wist dat hij het zou ontkennen. Ik wist alleen niet of ik zijn ontkenning zou kunnen geloven. In mijn meer cynische momenten vroeg ik me wel eens af of de bazen van Tate in Londen misschien hadden besloten dat Linley meer kostte dan hij waard was. Het zou in veel opzichten een passend lot voor hem zijn geweest: verraden worden door de mensen die hij zijn leven ter bescherming had toevertrouwd. Een paar weken na zijn dood nam Simon Cardale contact met ons op met een onverwacht voorstel. Isolda Linley en hij wilden Rachel uiteindelijk toch graag helpen met de claim van haar familie tegen de erven Brownlow. Zonder sir Miles hadden Tate en zijn club hun belangstelling voor de zaak verloren en was er dus niets tegen die weer nieuw leven in te blazen, en hun getuigenissen kwamen, zelfs zonder de foto's, dicht bij het bewijs dat we nodig hadden. Isolda wilde haar geweten zuiveren en besefte dat dat pas kon als dit oude onrecht van de baan was.

En zo bereikte Rachel wat ze wilde, net toen ze eindelijk had geaccepteerd dat ze het maar beter kon vergeten. Het was voor ons niet makkelijk geweest om de oude gevoelens die we voor elkaar hadden gekoesterd, voor ze in België werd gearresteerd, weer op te pakken. Er waren momenten geweest, heel wat momenten, dat ik echt niet wist of we daar ooit in zouden slagen. Maar het is ons uiteindelijk toch gelukt. De liefde heelt blijkbaar toch alle wonden. Ik was bang dat het proces alles weer zou gaan bederven, maar Rachel verzekerde me dat ze het zover niet zou laten komen. Ze was de waarheid van wat ik toen tegen haar had gezegd, vlak voordat die bom daar in Basingstoke ontplofte, gaan inzien en begrijpen. Linley was het niet waard om haar leven voor te verwoesten. En de Picasso's waren dat evenmin. In deze zaak besloten de erven Brownlow zonder proces tot een schikking over te gaan en betaalden haar moeder een som geld die halverwege de waarde lag van de Picasso's in 1945 en hun actuele waarde in 1976. Dat betekende altijd nog een fortuin, dat ze voor een groot deel doneerde aan een liefdadigheidsstichting voor Vietnamveteranen met psychiatrische problemen. Ze vroeg Rachel en mij die te leiden, met behulp van Joey. Dat gooide zijn hele leven radicaal om, en, zeg ik trots, heel wat levens als het zijne. En ook ons leven werd heel anders. We hebben onze activiteiten geleidelijk aan naar andere oorlogen uitgebreid. En het ziet er voorlopig helaas naar uit dat er nog heel wat mensen geholpen moeten worden. Onlangs zijn er gelden van de stichting ingezet voor een naoorlogs ontwikkelingsproject in Congo. Het is maar een proef. De problemen die zich voordoen om in dat deel van de wereld te kunnen werken zijn schrikbarend. Maar het leek niet meer dan eerlijk dat iets van de rijkdom die Isaac Meridor uit dat land had weggehaald, daar weer terugkwam om waar mogelijk goed te doen. Eerder dit jaar was ik in de buurt van Haywards Heath en had wat tijd over. In een opwelling reed ik naar Ardingly om de oude school van Eldritch te gaan bekijken. Het was een natte dag tijdens de voorjaarsvakantie en het was er vrijwel uitgestorven. Misschien was het verleden daarom zo goed voelbaar in zijn schemerachtige kruisgangen en lege binnenplaatsen. Als de veertien jaar oude Eldritch daar opeens om de hoek was komen hollen met de een of andere klus voor Linley, zou me dat niet hebben verbaasd. Volgens een aankondiging op een prikbord was er ter gelegenheid van de honderdvijftigste verjaardag van de school een gedenkboek verschenen, dat ter inzage lag bij het hoofdgebouw van de school. Ik liep erheen en vroeg erom.

Bij het doorbladeren van de glanzende pagina's, stuitte ik op een sectie korte biografietjes van eminente oud-leerlingen, onder wie sir Miles Linley. Daar stond, samengeperst in een paar alinea's, de beschrijving van een geslaagd leven vol plichtsbesef, dat op een tragische manier beëindigd werd terwijl hij nog zo veel jaren van welverdiend en met eer overladen pensioen voor dé boeg had.

Het spreekt vanzelf dat er geen korte biografie - en ook geen vermelding in de index - van Eldritch Swan was. Sommige mensen blijven herinnerd. Andere worden vergeten. Maar daarbij gaat het niet altijd even eerlijk toe.