2

Rizzoli haalde een pizza bij het zaakje om de hoek en dook een stokoud kropje sla op uit de groentela van haar koelkast. Ze pelde de bruine bladeren weg tot ze de nauwelijks eetbare kern had bereikt. Het werd een bleke, onaantrekkelijke salade die ze opat omdat het moest, niet omdat ze er plezier aan beleefde. Ze had geen tijd voor plezier; ze at alleen om kracht te hebben voor de avond die komen ging, een avond waar ze niet naar uitkeek.

Na een paar happen duwde ze het eten van zich af en staarde naar de streperige tomatensaus op het bord. De nachtmerries beginnen je de baas te worden, dacht ze. Je denkt wel dat je immuun bent, dat je sterk genoeg, afstandelijk genoeg bent om ermee te kunnen leven, en je weet hoe je je rol moet spelen, hoe je ze allemaal kunt bedotten, maar de gezichten blijven je bij. De ogen van de doden.

Hoorde Gail Yeager daar nu ook bij?

Ze keek neer op haar handen, staarde naar de identieke littekens op beide palmen, als genezen kruisigingwonden. Wanneer het koud, nat weer was, deden haar handen pijn, een tergende herinnering aan wat Warren Hoyt haar een jaar geleden had aangedaan, op de dag dat hij zijn messen in haar vlees had gezet. De dag dat ze had gedacht dat haar laatste uurtje had geslagen. Ook nu deden de oude wonden pijn, maar daar kon ze het weer niet de schuld van geven. Nee, nu kwam het door wat ze vandaag in Newton had gezien. De opgevouwen nachtpon. De boog van bloed op de muur. Ze was een kamer binnengegaan waar doodsangst nog natrilde in de lucht en ze had Warren Hoyts blijvende aanwezigheid gevoeld.

Wat uiteraard onmogelijk was. Hoyt zat in de gevangenis, waar hij thuishoorde. En toch zat ze hier nu als versteend bij de herinnering aan dat huis in Newton, omdat het afgrijzen zo bekend had aangevoeld.

De verleiding was groot om Thomas Moore te bellen, met wie ze de zaak-Hoyt samen had opgelost. Hij kende de details ervan net zo goed als zij en wist hoe hardnekkig de angst was geweest die Warren Hoyt als een web rond hen allen had gesponnen. Maar sinds Moore‘s huwelijk had zijn leven een andere wending genomen. Juist door zijn prille geluk waren Moore en zij vreemden voor elkaar geworden. Mensen die gelukkig zijn, staan apart, ademen een andere lucht in en voor hen gelden andere wetten van zwaartekracht. Je had kans dat Moore zich niet eens bewust was van de verandering in hun relatie, maar Rizzoli voelde die duidelijk aan en rouwde om het verlies, terwijl ze zich er aan de andere kant voor schaamde dat ze hem zijn geluk benijdde. Dat ze jaloers was op de vrouw die Moore‘s hart had veroverd. Een paar dagen geleden had ze een ansichtkaart ontvangen uit Londen, waar hij en Catherine op vakantie waren. Een korte groet op de achterkant van een kaart uit het Scotland Yard Museum, een paar woorden waarmee hij Rizzoli liet weten dat ze het fijn hadden en dat alles in orde was met hen. Rizzoli dacht nu aan die kaart, aan het opgewekte optimisme, en wist dat ze hem niet mocht lastigvallen met deze zaak; dat ze hun levens niet opnieuw mocht laten overschaduwen door Warren Hoyt.

Ze bleef stil zitten, luisterend naar de geluiden van het verkeer beneden op straat, die alleen maar de volslagen stilte in haar flat leken te benadrukken. Ze keek om zich heen naar de spaarzaam ingerichte zitkamer, de kale muren waar ze nog steeds niet één schilderijtje aan had opgehangen. De enige decoratie, als je het zo mocht noemen, was een plattegrond van de stad die boven haar eetkamertafel aan de muur hing. Een jaar geleden had die vol gezeten met gekleurde punaises die de plaatsen aangaven waar de Chirurg slachtoffers had gemaakt. Wat had ze toen naar erkenning gehunkerd, naar een woord of gebaar waarmee haar collega‘s te kennen gaven dat ze haar als hun gelijke beschouwden, dat ze de strijd goed had volbracht. Zelfs in haar eigen huis had ze zich tegenover de macabere voetafdrukken van de moordenaar geposteerd wanneer ze zat te eten.

Nu waren de punaises van de Chirurg weg, maar de plattegrond hing er nog, wachtend op nieuwe punaises die het spoor van een andere moordenaar zouden volgen. Ze vroeg zich af wat dit over haar zei, welke meelijwekkende conclusies men kon trekken uit het feit dat ze hier nu al twee jaar woonde en nog steeds alleen een plattegrond van Boston aan de muur had hangen. Mijn terrein, dacht ze.

Mijn wereld.

In het huis van de Yeagers brandde geen licht toen Rizzoli om halftien de oprit opreed. Ze was de eerste en omdat ze geen sleutel van het huis had, bleef ze in haar auto zitten tot de anderen zouden komen, met de ramen open om frisse lucht binnen te laten. Het huis stond in een stille, doodlopende straat en bij geen van beide buren brandde licht. Voor hun werk was dat gunstig aangezien licht van buitenaf hun onderzoek alleen maar zou bemoeilijken, maar op dit moment, in haar eentje tegenover het huis waar zich zoiets afgrijselijks had afgespeeld, verlangde ze naar licht en menselijk gezelschap. De ramen van de Yeagers staarden naar haar als de glazige ogen van een lijk. De schaduwen rondom haar namen allerlei vreemde vormen aan, en geen vriendelijke. Ze haalde haar pistool te voorschijn, zette de veiligheidspal om en legde hem op haar schoot. Toen pas voelde ze zich geruster.

Koplampen schenen in haar achteruitkijkspiegeltje. Ze draaide zich om en zag tot haar opluchting het busje van het lab achter zich tot stilstand komen. Ze stopte haar pistool weer in haar tas.

Een jongeman met brede schouders stapte uit het busje en kwam naar haar auto. Toen hij zich bukte om naar binnen te kijken, zag ze de glans van zijn gouden oorring.

’Hoi, Rizzoli,‘ zei hij.

’Hoi, Mick. Bedankt dat je bent gekomen.‘

’Mooie buurtje hier.‘

’Wacht maar tot je het huis ziet.‘

Een ander paar koplampen kwam de doodlopende straat in. Korsak.

’Mooi, iedereen is er,‘ zei ze. ’We kunnen aan de slag.‘

Korsak en Mick kenden elkaar niet. Toen Rizzoli hen in het licht van de binnenverlichting van het busje aan elkaar voorstelde, zag ze hoe Korsak naar de oorring van de labtechnicus keek en merkte ze dat hij aarzelde voordat hij Mick een hand gaf. Ze kon de radertjes in Korsaks hoofd bijna zien draaien. Oorring. Gespierde jongen. Zal dus wel een homo zijn.

Mick begon zijn spullen uit het busje te halen. ’Ik heb de nieuwe Mini Crimescope 400 meegebracht,‘ zei hij. ’Een booglamp van 400 watt. Drie keer sterker dan de oude GE 350 watt. De sterkste lichtbron waar we ooit mee hebben gewerkt. Sterker nog dan een Xenon 500 watt.‘ Hij keek naar Korsak. ’Kun je deze spullen voor me naar binnen brengen?‘

Voordat Korsak iets kon zeggen, duwde Mick hem een aluminiumkist in zijn handen en draaide zich om naar het busje om nog meer spullen te halen. Korsak bleef een ogenblik staan met de kist in zijn handen en een ongelovige uitdrukking op zijn gezicht. Toen beende hij weg, naar het huis toe.

Tegen de tijd dat Rizzoli en Mick bij de voordeur aankwamen met de tassen waarin de Crimescope, verlengsnoeren en beschermbrillen zaten, had Korsak in het huis het licht aan gedaan en de deur op een kier laten staan. Ze trokken schoenbeschermers aan en gingen naar binnen.

Net zoals Rizzoli die ochtend had gedaan, bleef Mick op de drempel met ontzag staan kijken naar de imposante trap.

’Bovenaan is een glas-in-loodraam,‘ zei Rizzoli. ’Schitterend wanneer de zon erop staat.‘

Korsak riep geprikkeld vanuit de zitkamer. ’Komt er nog wat van?‘

Mick keek Rizzoli aan met een blik die zei wat een zeikerd, maar Rizzoli haalde alleen maar haar schouders op. Ze liepen de gang in.

’Dit is de kamer,‘ zei Korsak. Hij had een schoon overhemd aangetrokken, maar ook daarop zaten alweer zweetplekken. Hij stond met zijn kin naar voren en zijn benen wijd, als een pissige kapitein Bligh op het dek van zijn schip. ’En we moeten ons op dít gedeelte van de vloer concentreren.‘

Het bloed had nog niets van zijn emotionele impact verloren. Terwijl Mick zijn apparatuur te voorschijn haalde, stekkers in het stopcontact deed en het fototoestel met statief in gereedheid bracht, werd Rizzoli‘s blik weer naar de muur getrokken. Hoelang men hier ook zou schrobben, die stille getuigenis van de gewelddaad zou nooit volledig uitgewist kunnen worden. Er zouden altijd biochemische sporen achterblijven, als een spookachtige vingerafdruk.

Maar vanavond waren ze niet uit op bloed. Ze zochten naar iets wat veel moeilijk waar te nemen was en daarvoor hadden ze een andere lichtbron nodig, die sterk genoeg was om te onthullen wat voor het naakte oog verborgen bleef.

Rizzoli wist dat licht niets anders was dan elektromagnetische energie die zich in golven voortbewoog. Zichtbaar licht, dat het menselijk oog kon waarnemen, had golflengten tussen de 400 en 700 nanometer. Kortere golflengten, binnen het ultraviolette bereik, waren niet zichtbaar. Maar wanneer je ultraviolet licht liet schijnen op bepaalde natuurlijke én door de mens vervaardigde substanties, kon het elektronen losmaken in die substanties, waardoor zichtbaar licht vrijkwam via een proces dat fluorescentie heette. Ultraviolet licht kon lichaamssappen, botfragmenten, haren en vezels aan het licht brengen. Daarom had ze om de Mini Crimescope gevraagd. Onder de uv-lamp daarvan kon een heel nieuwe reeks bewijsmateriaal zichtbaar worden.

’Ik ben gereed,‘ zei Mick. ’Nu moeten we deze kamer zo donker mogelijk maken.‘ Hij keek naar Korsak. ’Kun jij om te beginnen het licht op de gang even uitdoen, Korsak?‘

’Wacht. Moeten we geen brillen op?‘ vroeg Korsak. ’Ik dacht dat ultraviolet je ogen beschadigt.‘

’Op de golflengten die ik ga gebruiken, is het niet erg schadelijk.‘

’Ik wil toch graag een bril.‘

’Ze liggen in die tas. Er zijn er genoeg voor ons allemaal.‘

Rizzoli zei: ’Ik doe het licht op de gang wel uit.‘ Ze liep de kamer uit en drukte op de schakelaars. Toen ze terugkwam, stonden Korsak en Mick nog steeds zo ver mogelijk bij elkaar vandaan, alsof ze bang waren elkaar een besmettelijke ziekte te bezorgen.

’Welk deel precies moeten we bekijken?‘ vroeg Mick.

’Laten we aan die kant beginnen, waar het slachtoffer is aangetroffen,‘ zei Rizzoli. ’Dan neem je er daarvandaan steeds een stukje bij tot we de hele kamer hebben afgewerkt.‘

Mick keek om zich heen. ’Dat beige vloerkleed zal wel gaan fluoresceren. En die witte bank zal bij ultraviolet ook oplichten. Ik waarschuw jullie maar even dat het moeilijk zal zijn tegen die achtergrond iets te vinden.‘ Hij keek naar Korsak die zijn bril al had opgezet en er nu uitzag als een meelijwekkende ouwe vent die probeert er met een kekke zonnebril cool uit te zien.

’Doe het licht in de kamer maar uit,‘ zei Mick. ’Dan kan ik zien hoe donker we het hier kunnen krijgen.‘

Korsak drukte op de schakelaar en de kamer werd donker. Licht van de sterren scheen zwakjes door de grote gordijnloze ramen, maar er was geen maan en de bomen in de achtertuin hielden het licht van naburige huizen tegen.

’Niet gek,‘ zei Mick. ’Hier kan ik wel wat mee. Beter dan sommige plekken waar ik onder een deken moest werken. Weten jullie dat ze projectiesystemen aan het ontwikkelen zijn die je bij daglicht kunt gebruiken? Binnenkort hoeven we niet meer als blinden rond te stommelen in het donker.‘

’Kunnen we het gebabbel achterwege laten en nu eindelijk eens beginnen?‘ beet Korsak hem toe.

’Ik dacht dat jullie het misschien wel leuk zouden vinden om iets over de technologie te horen.‘

’Een andere keer.‘

’Zoals je wilt,‘ zei Mick doodgemoedereerd.

Rizzoli zette haar beschermingsbril op toen het blauwe licht van de Crimescope aanging. Fluorescerende voorwerpen doken in het donker op als griezelige spoken. Het licht werd inderdaad door het vloerkleed en de bank weerkaatst, zoals Mick had voorspeld. Het blauwe licht gleed naar de plek op de muur waartegen het lichaam van dokter Yeager had gerust. Kleine puntjes gloeiden op tegen de muur.

’Ergens best wel mooi, vinden jullie ook niet?‘ zei Mick.

’Wat zijn dat voor dingen?‘ vroeg Korsak.

’Haartjes die aan het bloed gekleefd zitten.‘

’O. Ja, héél mooi.‘

’Richt het licht even op de vloer,‘ zei Rizzoli. ’Daar moet het zijn.‘

Mick richtte de uv-lens naar beneden en een nieuw universum aan zichtbaar gemaakte vezels en haren gloeide aan hun voeten. Bewijsmateriaal dat niet door het onderzoekteam was opgezogen.

’Hoe sterker de lichtbron, hoe sterker de fluorescentie,‘ zei Mick terwijl hij de vloer afzocht. ’Daarom is dit zo‘n fantastisch apparaat. Met 400 watt laat het vrijwel alles zien. De FBI heeft er eenenzeventig van gekocht. Het is zó‘n compact ding dat je het als handkoffertje mee kunt nemen in een vliegtuig.‘

’Ben jij een of andere technofreak?‘ zei Korsak.

’Ik hou van nieuwe snufjes. Ik heb voor ingenieur gestudeerd.‘

’Echt waar?‘

’Waarom klink je zo verbaasd?‘

’Ik dacht dat mensen als jij niet van zulke dingen hielden.‘

’Mensen als ik?‘

’Ik bedoel de oorring en zo. Je weet wel.‘

Rizzoli zuchtte. ’Blunder, blunder.‘

’Wat is er nou?‘ zei Korsak. ’Ik geef niet op ze af. Het is me alleen opgevallen dat niet veel van hen een vak kiezen dat iets met techniek te maken heeft. Eerder met theater en kunst en zo. En dat is heel goed, hoor. We hebben ook kunstenaars nodig.‘

’Ik heb aan de universiteit van Massachusetts gestudeerd,‘ zei Mick, die weigerde er aanstoot aan te nemen. Hij bestudeerde de vloer. ’Elektrotechniek.‘

’Elektriciens verdienen goed.‘

’Eh, dat is niet echt hetzelfde vak.‘

Ze liepen heen en weer in een steeds groter wordende cirkel. Het uv-licht liet haartjes, vezels en andere niet nader te identificeren dingen zien. Opeens stootten ze op een helderwit vlak.

’Het vloerkleed,‘ zei Mick. ’Ik weet niet waar dat van is gemaakt, maar de vezels fluoresceren als de pest. Tegen die achtergrond zullen we niet veel kunnen zien.‘

’Scan hem evengoed,‘ zei Rizzoli.

’De salontafel staat in de weg. Kun je die opzij zetten?‘

Rizzoli bukte zich naar wat er voor haar uitzag als een geometrische schaduw tegen een fluorescerende witte achtergrond. ’Korsak, help me even,‘ zei ze.

Toen de salontafel weg was, bleef het vloerkleed over als een ovaal vlak met een blauwwitte gloed.

’Tegen die achtergrond zien we nooit wat,‘ zei Korsak. ’Je kunt net zo goed proberen naar glas te zoeken dat op water drijft.‘

’Glas drijft niet,‘ zei Mick.

’O ja, da‘s waar ook. Jij bent ingenieur. Waar is Mick trouwens een afkorting van? Mickey?

’Laten we de bank even bekijken,‘ zei Rizzoli er dwars doorheen.

Mick richtte de lens op de bank. Ook de bekleding daarvan fluoresceerde in het uv-licht, maar het was een zachtere gloed, als sneeuw in het maanlicht. Langzaam liet hij de lichtbundel over het beklede frame glijden en toen over de kussens, maar hij zag nergens verdachte strepen of vlekken, alleen een paar lange haren en stofjes.

’Nette mensen,‘ zei Mick. ’Geen vlekken, zelfs niet veel stof. Ik wil wedden dat deze bank nog hartstikke nieuw is.‘

Korsak gromde. ’Prettig voor ze. De laatste keer dat ik een nieuwe bank heb gekocht, was toen ik trouwde.‘

’Er is nog een deel van de vloer, dat we niet hebben bekeken.‘

Rizzoli voelde Korsak tegen haar aan botsen en rook zijn muffe zweetlucht. Hij haalde luidruchtig adem, alsof hij problemen had met zijn sinussen en in de duisternis leek zijn gesnuif extra op te vallen. Geprikkeld deed ze een stap bij hem vandaan en stootte daarbij haar scheen tegen de salontafel.

’Au!‘

’Kijk dan ook uit waar je loopt,‘ zei Korsak.

Ze slikte een venijnige opmerking in, want de sfeer in de kamer was al gespannen genoeg en bukte zich om haar been te wrijven. Vanwege de duisternis en de abrupte verandering van haar houding werd ze duizelig en gedesoriënteerd, en moest ze op haar hurken neerzakken om haar evenwicht niet te verliezen. Een paar seconden bleef ze zo in de duisternis zitten, hopend dat Korsak niet over haar zou struikelen, want hij was zó zwaar dat hij haar zou pletten. Ze hoorde de twee mannen een kleine stukje bij haar vandaan bewegen.

’Het snoer is gedraaid,‘ zei Mick. De Crimescope zwaaide in Rizzoli‘s richting toen hij zich omdraaide om het snoer los te gooien.

De lichtbundel gleed over het vloerkleed, vlak voor de plek waar Rizzoli gehurkt zat. Ze tuurde. Tegen de fluorescentie van de vezels van het tapijt stak een donkere, onregelmatige vlek af, kleiner dan een dubbeltje.

’Mick,‘ zei ze.

’Kun je die kant van de salontafel even oplichten? Ik geloof dat het snoer om de poot zit.‘

Mick!

’Wat?‘

’Kom eens even hier met dat licht. Richt het op het tapijt. Op de plek waar ik zit.‘

Mick kwam naar haar toe. Korsak ook; ze hoorde zijn snuivende ademhaling naderbij komen.

’Richt op mijn hand,‘ zei ze. ’Ik heb mijn vinger naast de plek.‘

Blauwig licht viel over het vloerkleed en haar hand werd een zwart silhouet tegen de fluorescerende achtergrond.

’Kijk, hier,‘ zei ze. ’Wat is dat?‘

Mick hurkte naast haar. ’Een of andere vlek. Daar kan ik beter een foto van maken.‘

’Maar het is een donkere vlek,‘ zei Korsak. ’Ik dacht dat we op zoeken waren naar fluorescerende dingen.‘

’Wanneer de achtergrond sterk fluoresceert, zoals de vezels van dit tapijt, kunnen lichaamssappen er donker uitzien, omdat ze minder hevig fluoresceren. Deze vlek kan van alles zijn. Daar zal het lab uitsluitsel over moeten geven.‘

’Gaan we nu een stuk uit dat mooie vloerkleed knippen, enkel en alleen omdat we een oude koffievlek of zoiets hebben gevonden?‘

Mick zei: ’Er is nog een trucje dat we kunnen uitproberen.‘

’Wat dan?‘

’De golflengte van de Crimescope veranderen. Ik zal die terugdraaien naar uv-kortegolf.‘

’Wat gebeurt er dan?‘

’Wacht maar af. Als het lukt, is het hartstikke cool.‘

Mick stelde het apparaat anders in en richtte het licht op het stukje van het tapijt met de donkere vlek. ’Let op,‘ zei hij en toen deed hij de Crimescope uit.

Opeens was het aardedonker in de kamer. Afgezien van een helder vlekje vlak voor hun voeten.

’Wat is dat nou?‘ zei Korsak.

Rizzoli voelde zich alsof ze hallucineerde. Ze staarde naar de spookachtige vlek, die als groen vuur leek te branden. Terwijl ze toekeek, begon de griezelige gloed te vervagen. Even later waren ze gehuld in volkomen duisternis.

’Fosforescentie,‘ zei Mick. ’Het is verlate fluorescentie. Dat gebeurt wanneer uv-licht elektronen losmaakt in bepaalde substanties. De elektronen hebben er iets meer tijd voor nodig om terug te keren naar hun oorspronkelijke energiestatus. Terwijl ze dat doen, komen er lichtquanten los. Dat is wat we daarnet zagen. We hebben hier een vlek die heldergroen fosforesceert na blootstelling aan korte golven van uv-licht. Dat is erg suggestief.‘ Hij stond op en deed het licht in de kamer aan.

In het plotselinge felle licht zag het vloerkleed waarnaar ze hadden zitten staren er volkomen normaal uit. Maar Rizzoli kon er nu niet naar kijken zonder walging, want ze wist wat hier was gebeurd; het bewijs van Gail Yeagers gruwelijke beproeving kleefde aan deze beige vezels.

’Het is sperma,‘ zei ze.

’Dat zou heel goed kunnen,‘ zei Mick, terwijl hij het statief neerzette en de Kodak Wrattenfilter erop zette voor uv-fotografie. ’Ik zal hier eerst een foto van maken en daarna zullen we dit stuk van het kleed uitsnijden. Het lab zal onze bevindingen onder de microscoop moeten bevestigen door gebruik te maken van zuurfosfatase.‘

Maar Rizzoli had geen bevestiging nodig. Ze keek naar de met bloed bespatte muur. Ze dacht aan de positie van dokter Yeagers lijk en ze dacht aan het theekopje dat van zijn schoot was gegleden en op de grond kapotgevallen. De vlek fosforescerend groen op het tapijt bevestigde wat ze had gevreesd. Ze wist wat er was gebeurd, zo zeker alsof ze het nu zag gebeuren.

Je hebt ze uit hun bed naar deze kamer met de houten vloer gesleept. Je hebt de polsen en enkels van de dokter vastgebonden en tape over zijn mond geplakt zodat hij niet kon schreeuwen en je niet zou afleiden. Je hebt hem tegen de muur gezet en een eenmanspubliek van hem gemaakt. Richard Yeager leeft nog en weet wat je gaat doen. Maar hij kan niets terugdoen. Hij kan zijn vrouw niet beschermen. Om je erop attent te maken als hij zich mocht bewegen, zet je een kop en schotel op zijn schoot, als alarmsysteem. Die zullen op de harde vloer neerkletteren als hij erin zou slagen zijn benen op te tillen. Op het toppunt van je extase kun je niet letten op wat dokter Yeager doet en je wilt je niet door hem laten verrassen.

Maar hij moet wél toekijken.

Ze staarde naar de vlek die heldergroen was opgelicht. Als ze de salontafel niet hadden verzet, als ze niet specifiek naar dit soort sporen hadden gezocht, zouden ze dit misschien over het hoofd hebben gezien.

Je hebt haar hier op dit kleed genomen. Je hebt haar genomen voor de ogen van haar man, die niets kon doen om haar te redden, die niet eens zichzelf kon redden. En toen het voorbij was, toen je je buit had opgeëist, is één druppel sperma achtergebleven op deze vezels en opgedroogd tot een onzichtbaar vliesje.

Hoorde het doden van de man ook bij het genot? Had de moordenaar nog heel even gewacht, zijn hand om het mes geklemd, om ten volle van het ogenblik te genieten? Of was het alleen maar een praktische afsluiting geweest van de gebeurtenissen die eraan vooraf waren gegaan? Had hij iets gevoeld toen hij Richard Yeagers haar had vastgegrepen en het mes op zijn keel gezet?

Het licht in de kamer ging uit. Micks fototoestel klikte een paar keer, fotografeerde de donkere vlek, omgeven door de fluorescerende gloed van het vloerkleed.

En wanneer de taak is volbracht, wanneer dokter Yeager er met hangend hoofd bij zit en zijn bloed in kleine stroompjes over de muur achter hem afdruipt, voer je een ritueel uit dat je van een andere moordenaar hebt geleend. Je vouwt de bebloede nachtpon van mevrouw Yeager op en legt hem demonstratief neer in de slaapkamer, net zoals Warren Hoyt iedere keer had gedaan.

Maar je bent nog niet klaar. Dit was alleen maar het eerste bedrijf. Er wachten je nog meer pleziertjes, afgrijselijke pleziertjes.

Daarvoor neem je de vrouw mee.

Het licht in de kamer ging weer aan en stak in haar ogen. Ze was volkomen van de kaart, ze beefde over haar hele lijf, aangegrepen door angsten die ze al in geen maanden had gevoeld. En ze beschouwde het als een vernedering dat de twee mannen dat aan haar konden zien, aan haar witte gezicht en haar trillende handen. Opeens had ze geen lucht meer.

Ze liep de kamer uit, het huis uit. In de voortuin bleef ze staan en zoog ze amechtig de nachtlucht zo diep mogelijk in haar longen. Achter zich hoorde ze voetstappen, maar ze draaide zich niet om om te zien wie het was. Pas toen hij sprak wist ze dat het Korsak was.

’Gaat het een beetje, Rizzoli?‘

’Ja, best.‘

’Je zag er anders niet best uit daarnet.‘

’Ik was gewoon een beetje duizelig.‘

’Je kreeg zeker een flashback van de zaak-Hoyt? Nogal logisch dat je van zoiets over je toeren raakt.‘

’Wat weet jij daarvan?‘

Een stilte. Toen, snuivend: ’Ja, je hebt gelijk. Wat weet ik daar nou van?‘ Hij liep terug naar het huis.

Ze draaide zich om en riep: ’Korsak?‘

’Ja?‘

Ze staarden elkaar aan. De nachtlucht was niet onaangenaam en het gras rook koel en zoet. Maar angst deed haar maag omdraaien.

’Ik weet wat ze voelt,‘ zei ze zachtjes. ’Ik weet wat ze doormaakt.‘

’Mevrouw Yeager?‘

’Je moet haar zien te vinden. Je moet alles op alles zetten om haar op te sporen.‘

’Haar foto is al naar de media gestuurd. We gaan in op iedere telefonische tip, iedere melding dat ze ergens gezien is.‘ Korsak schudde zijn hoofd en zuchtte.

’Maar op dit moment vraag ik me eerlijk gezegd af of hij haar in leven heeft gehouden.‘

’Dat weet ik wel zeker.‘

’Hoe kun je dat nou zeker weten?‘

Ze sloeg haar armen om zich heen om het beven tegen te gaan en keek naar het huis. ’Omdat Warren Hoyt dat ook gedaan zou hebben.‘