18
Het was een kleine kamer, maar hij was uitstekend verlicht. Er stond een bank in en twee stoelen en je kon een ventilator horen draaien. Bij elkaar genomen was de kamer heel wat gerieflijker dan het grote, steriele kantoor van de minister.
Een bewaker was hen voorgegaan, een lange, ernstige man wiens hand boven de kolf van zijn handwapen bleef zweven. Hij bleef buiten staan toen zij naar binnen gingen en zei op barse toon: 'U hebt vijftien minuten.'
Zodra hij dat gezegd had, gleed de deur met een dreun op slot.
Trevize zei: 'Ik hoop maar dat we niet afgeluisterd worden.'
Pelorat zei: 'Ze heeft ons haar woord gegeven, Golan.'
'Jij oordeelt anderen naar jezelf, Janov. Haar zogeheten "woord" is voor mij niet voldoende. Als het moet, zal ze het zonder aarzelen breken.'
'Het doet er niet toe,' zei Blits. 'Ik kan deze kamer afschermen.'
'Heb jij dan een afschermmechanisme?' vroeg Pelorat.
Blits glimlachte en plotseling fonkelden haar witte tanden. 'De geest van Gaia is een afschermmechanisme, Pel. Het is een enorme geest.'
'Maar we zitten hier juist vanwege de beperkingen van die enorme geest,' merkte Trevize op.
'Wat bedoel je daarmee?' vroeg Blits.
'Toen de drievoudige confrontatie voorbij was, heb je mij uit de geheugens van de Burgemeester en die man van de Tweede Foundation, Gendibal, gewist. Geen van beiden kon meer aan mij denken, hooguit vagelijk en met onverschilligheid. Ik moest met rust gelaten worden.'
'Dat moesten we wel,' zei Blits, 'jij bent onze belangrijkste inzet.'
'Jazeker. Golan Trevize, die altijd gelijk heeft. Maar mijn schip heb je niet uit hun geheugens gewist. Burgemeester Branno heeft niet om mij gevraagd. Ze was niet meer in mij geïnteresseerd, maar wel degelijk in het schip. Dat schip was ze niet vergeten.'
Blits fronste haar voorhoofd.
Trevize zei: 'Denk er eens over na. Gaia ging er zomaar van uit dat mijn schip en ik een eenheid vormden. En als Branno niet aan mij zou denken, zou ze ook niet aan het schip denken. Het probleem is dat Gaia geen benul van individualiteit heeft. Het zag mij en het schip als een enkel organisme en dat was goed verkeerd.'
Blits zei zacht: 'Daar kun je gelijk in hebben.'
'Dus,' vervolgde Trevize, 'moeten jullie het zaakje maar klaren. Ik moet mijn gravitisch schip en mijn computer hebben. En met minder neem ik geen genoegen. En daarom, Blits, moet je er maar voor zorgen dat ik mijn schip houd. Jij kunt toch geesten controleren?'
'Dat kan ik, Trevize, maar wij nemen niet zo gauw onze toevlucht tot zo'n controle. We hebben het toen tijdens die drievoudige confrontatie gedaan, maar weet jij hoe lang tevoren die confrontatie is voorbereid? Wat we allemaal berekend hebben, wat we tegen elkaar afgewogen hebben? Dat heeft letterlijk - jaren gekost. Ik kan niet zomaar naar een vrouw toe stappen en haar geest zo aanpassen dat het iemand anders beter uitkomt.'
'Is dit de tijd om . ..'
Maar Blits was niet te stoppen. 'Als ik daaraan begin, waar houdt het dan op? Ik had de geest van die ambtenaar bij het toelatingsstation kunnen beïnvloeden en dan waren we zonder meer doorgelaten. Ik had de geest van die geheime agent m dat voertuig kunnen veranderen en dan had hij ons laten gaan.'
'Nu je het zegt, waarom heb je dat niet gedaan?'
'Omdat wij niet weten waar het einde is. Wij kennen de neveneffecten niet en de situatie kan dan helemaal uit de hand lopen. Als ik nu met de geest van de minister zou gaan knoeien, zou dat haar onderhandelingen met anderen kunnen beïnvloeden. En omdat ze een hoge positie bekleedt in haar regering, zouden hierdoor wel eens interstellaire relaties geraakt kunnen worden. Wij durven niet aan haar geest te komen zolang de zaak niet grondig is uitgedokterd.'
'Waarom ben je dan met ons meegegaan?'
'Omdat de tijd kan aanbreken dat jouw leven bedreigd wordt. Ik moet jouw leven beschermen, wat het ook kost, zelfs al gaat het ten koste van Pel of van mij. Jouw leven werd bij dat toelatingsstation niet bedreigd. En nü wordt het ook niet bedreigd. Je moet hier zelf maar een oplossing voor bedenken. Als Gaia dan de consequenties wel kan overzien, kunnen wij misschien tot actie overgaan.'
Trevize verviel in gepeins. Toen zei hij: 'In dat geval zal ik iets moeten proberen. Maar misschien lukt het niet.'
De deur smakte met evenveel lawaai open als hij was dichtgegaan.
De bewaker zei: 'Kom mee.'
Toen ze naar buiten stapten, fluisterde Pelorat: 'Wat ga je doen, Golan?'
Trevize schudde zijn hoofd en fluisterde terug: 'Ik weet het nog niet. Ik zal iets moeten improviseren.'