XXI

Het zoeken is afgelopen 


101


Trevize wist absoluut niet meer hoe hij het had. De vreemde euforie waardoor hij zoeven bevangen was had hem verlaten: een euforie die, naar hij nu vermoedde, hem was opgedrongen door deze zogenaamde robot die nu voor hem stond.

Trevize bleef kijken. Zijn thans uiterst gezonde verstand en onberoerde geest hadden geen enkele verklaring voor wat hij nu beleefde. Hij had in verbazing gesproken, in verbazing geconverseerd, nauwelijks begrepen wat hij had gezegd of gehoord, want al die tijd had hij vertwijfeld in het gezicht van deze onmiskenbare mens gezocht naar iets, in houding of gedrag, wat op een robot wees.

Geen wonder, bedacht Trevize, dat Blits iets had gevoeld dat mens noch robot was, maar wat volgens Pelorat 'iets nieuws' was. Dat was op zich wel goed, want het had Trevizes gedachten in andere en meer verlichte kanalen geleid, maar zelfs die gedachten waren momenteel even naar de achtergrond gedrongen.

Blits en Fallom waren een eindje gaan lopen om het terrein te verkennen. Dat was Blits' voorstel geweest, maar Trevize had het gevoel gehad dat zij en Daneel snel een blik van verstandhouding hadden gewisseld. Toen Fallom weigerde en per se wilde blijven bij het wezen dat zij Jemby noemde, was een ernstig woord en een opgeheven vinger van Daneel voldoende geweest om haar meteen weg te laten rennen. Trevize en Pelorat bleven achter.

'Zij zijn geen Foundationisten, heren,' zei de robot alsof dat alles verklaarde. 'De een is Gaia en de ander een Ruimter.'

Trevize bleef zwijgen terwijl ze naar eenvoudige stoelen onder een boom werden gevoerd. Op een gebaar van de robot zetten ze zich neer. En toen ging ook hij zitten in een volmaakte, puurmenselijke beweging. Trevize vroeg: 'Bent u echt een robot?'

'Zeer zeker, meneer,' antwoordde Daneel.

Pelorats gezicht glansde van vreugde. Hij zei: 'De naam van een robot die Daneel heet komt in de oude legenden voor. Bent u te zijner ere zo genoemd?'

'Ik ben die robot,' zei Daneel. 'Het is geen legende.'

'O nee,' zei Pelorat, 'als u die robot was, dan moet u nu wel duizenden jaren oud zijn.'

'Twintigduizend jaar,' zei Daneel rustig.

Daar had Pelorat niets meer op te zeggen. Hij wierp een blik op Trevize die ietwat geërgerd zei: 'Als u een robot is, dan gebied ik u de waarheid te spreken.'

'Het is niet nodig om mij te gebieden de waarheid te spreken, ik kan niet anders. U staat daarom voor drie alternatieven, meneer. Of ik ben een mens die tegen u liegt; of ik ben een robot die zo geprogrammeerd is dat hij zelf gelooft dat hij twintigduizend jaar oud is maar het in werkelijkheid niet is; of ik ben een robot die werkelijk twintigduizend jaar oud is. U moet zelf de keuze doen.'

'Als we verder praten wordt deze kwestie vanzelf opgelost,' zei Trevize droog. 'Het is trouwens ook heel moeilijk om aan te nemen dat dit het binnenste van de maan is. Noch het licht...' Hij keek bij die woorden op, want het licht leek precies een zacht diffuus zonlicht, hoewel er geen zon aan de hemel stond en er trouwens ook geen hemel zichtbaar was, 'noch de zwaartekracht lijkt hier aannemelijk. Deze wereld dient een oppervlakte-zwaartekracht te hebben van nog geen 0,2 G.'

'De normale zwaartekracht aan de oppervlakte bedraagt precies 0,16 G. Hij wordt evenwel opgebouwd uit dezelfde krachten die u en uw schip de gewaarwordingen van een normale zwaartekracht geven, zelfs als u in vrije val bent of accelereert. Andere energiebehoeften, waaronder licht, worden ook gravitisch opgewekt, hoewel we wanneer dat uitkomt ook zonne-energie gebruiken. Al de grondstoffen die we nodig hebben worden door de maanbodem verstrekt, met uitzondering van de lichte elementen: waterstof, koolzuurgas en stikstof, waar de maan niet over beschikt. We verkrijgen die door af en toe een passerende komeet te vangen. Een zo'n vangst is meer dan voldoende om een eeuw lang aan al onze behoeften te voldoen.'

'Ik begrijp dat Aarde voor u nutteloos is als bron van grondstoffen?'

'Dat is helaas zo. Onze positronische breinen zijn even gevoelig voor radioactiviteit als menselijke proteïne.'

'U gebruikt de meervoudsvorm. En dit gebouw hier lijkt ons ruim, mooi en groots opgezet, althans van buiten bezien. Zijn er dan andere wezens op de maan? Mensen? Robots?'

'Inderdaad, meneer. We hebben hier op de maan een volledige ecologie en een kolossale, complexe holte waarbinnen die ecologie zich kan handhaven. De intelligente wezens zijn echter robots en lijken min of meer op mij. Maar u zult er geen een van zien. Wat dit huis betreft, dit wordt uitsluitend door mezelf gebruikt en deze vertrekken zijn een exacte kopie van waar ik twintigduizend jaar geleden in leefde.'

'En u herinnert zich nog alle details?'

'Volmaakt, meneer. Ik ben gefabriceerd op Aurora en heb daar ook een poos bestaan - hoe kort lijkt me die tijd nu toe.'

'Die planeet met de ...' Trevize zweeg.

'Inderdaad meneer, met de honden.'

'Daar weet u dus van?'

'Inderdaad.'

'Hoe bent u dan hier verzeild geraakt?'

'Ik ben hier al sedert het begin van de kolonisatie van de Galaxis om te verhinderen dat Aarde radioactief werd. Ik had nog een robot bij me, Giskard geheten, die geesten kon aftasten en beïnvloeden.'

'Zoals Blits?'

'Inderdaad, meneer. Wij hebben echter deels gefaald en Giskard hield op met bestaan. Voor hij zich afscheidde maakte hij het voor mij mogelijk om zijn talent te bezitten en kreeg ik alleen de zorg voor de Galaxis; inzonderlijk Aarde.'

'Waarom speciaal Aarde?'

'Deels vanwege een man, Elijah Baley genaamd, een Aardbewoner.'

Opgewonden riep Pelorat: 'Dat is die cultuurheld waar ik het een poos geleden over had, Golan.'

'Een cultuurheld, meneer?'

'Wat Dr. Pelorat bedoelt,' zei Trevize, 'is dat dat iemand is geweest aan wie veel is toegeschreven en die een amalgaan geweest kan zijn van vele werkelijk historische figuren. Maar hij kan ook volledig verzonnen zijn.'

Daneel dacht hier even over na. Toen zei hij, doodkalm: 'Dat is niet zo, heren. Elijah Baley was een mens van vlees en bloed en er is er maar één van geweest. Ik weet niet wat uw legenden over hem vertellen, maar zonder hem was de Galaxis vermoedelijk niet eens gekoloniseerd. Te zijner ere heb ik mijn best gedaan om van Aarde te redden wat ik kon. Mijn mede-robots werden over de Galaxis uitgezet om hier en daar bepaalde personen te beïnvloeden. Zo slaagde ik erin om een begin te maken met de recycling van de bodem van Aarde. Een tweede poging, veel later, was het begin van een wereld naar Aards model rond Alpha Centauri. In geen van beide gevallen heb ik veel succes geboekt. Ik heb nooit de menselijke geest helemaal naar wens kunnen aanpassen, want altijd was daar de vrees dat ik de aangepaste mensen kwaad zou berokkenen. Ik was gebonden aan - en dat ben ik nog steeds - de Wetten van de Robotica.'

'Ja?'

Ook een wezen zonder de mentale krachten van Daneel zou onzekerheid in die ene lettergreep bespeurd hebben.

'De Eerste Wet,' zei hij, 'luidt aldus: "Een robot mag geen menselijk wezen kwaad toebrengen of, door zich afzijdig te houden, toelaten dat een menselijk wezen kwaad overkomt." De Tweede Wet: "Een robot moet de bevelen van mensen opvolgen, behalve als zo'n bevel in strijd is met de Eerste Wet." En de Derde Wet luidt: "Een robot moet zichzelf beschermen tenzij dit in strijd is met de Eerste of de Tweede Wet." Ik geef u deze wetten uiteraard in de benadering van spreektaal. In werkelijkheid zijn het complexe, mathematische configuraties van onze positronische hersenen.'

'En is het moeilijk met die Wetten om te gaan?'

'Ik moet wel, meneer. De Eerste Wet is een absolute die bijna het grootste deel van mijn mentale talenten blokkeert. Als ik met de Galaxis bezig ben, is het niet waarschijnlijk om ervan uit te gaan dat een daad mijnerzijds volstrekt geen kwaad aan de mens toebrengt. Er zullen altijd wel mensen zijn, wellicht velen, die daardoor zullen lijden. Een robot moet derhalve de weg van het minst mogelijke kwaad bewandelen. Toch zijn de resterende mogelijkheden dermate complex dat zulk een beslissing veel tijd vergt en bovendien kan ik er nooit helemaal zeker van zijn dat ik geen kwaad berokken.'

'Dat begrijp ik,' zei Trevize.

'In de gehele Galactische historie,' vervolgde Daneel, 'heb ik gepoogd om de ergste calamiteiten in de Galaxis te voorkomen. Soms ben ik daar min of meer in geslaagd, maar als u uw Galactische geschiedenis erop naslaat, zult u ook wel zien dat ik niet vaak geslaagd ben of slechts zeer ten dele.'

'Ook dat is me bekend,' zei Trevize met een zuur glimlachje.

'Net voor Giskards verscheiden ontwikkelde hij een robotische wet die zelfs prioriteit had op de eerste. Wij noemen dat de "Nulde Wet" omdat we geen betere naam konden bedenken. Die Nulde Wet luidt: "Een robot mag de mensheid geen schade toebrengen, of, door zich afzijdig te houden, toelaten dat de mensheid kwaad overkomt." Dit brengt automatisch met zich mede dat de Eerste Wet aangepast moest worden: "Een robot mag geen menselijk wezen schade toebrengen, of, door zich afzijdig te houden, toelaten dat een mens kwaad overkomt, tenzij waar dit in strijd is met de Nulde Wet." En dezelfde wijzigingen moesten we in de Tweede en de Derde Wet maken.'

Trevize fronste zijn voorhoofd. 'Hebt u al vastgesteld wat wel of niet schadelijk voor de mensheid in zijn geheel is?'

'Precies, meneer,' zei Daneel. 'In theorie is de Nulde Wet de oplossing voor onze problemen, maar in praktijk kunnen wij nimmer beslissen. Een menselijk wezen is een concreet object. Schade aan een persoon kan vastgesteld worden. Maar de mensheid is een abstractie. Wat doen we daar nu aan?'

'Ik zou het niet weten,' zei Trevize.

'Wacht even,' zei Pelorat. 'Je zou de ganse mensheid in een enkel organisme kunnen omzetten: Gaia.'

'En dat heb ik geprobeerd, meneer. Ik heb Gaia geconstrueerd. Zo de mensheid tot een enkel organisme is te maken, is het daarmee ook een concreet object en kunnen wij daar iets mee doen. Maar het was niet zo gemakkelijk als ik had gedacht om een superorganisme te vormen. Op de eerste plaats kon dat alleen gebeuren als menselijke wezens het superorganisme hoger aansloegen dan hun eigen identiteit en ik moest een geest-mal hiervoor ontwerpen waarin dit mogelijk werd. Pas na zeer lange tijd dacht ik aan de Robotische Wetten.'

'Aha, dus de Gaianen zijn inderdaad robots. Dat heb ik altijd al gedacht.'

'Maar in dit geval bent u toch abuis, meneer. Het zijn menselijke wezens, maar hun breinen zijn grondig doordrenkt van het equivalent van de Wetten van de Robotica. Zij moeten het leven heel hoog aanslaan, echt heel hoog aanslaan. En zelfs toen dat gebeurd was, bleef er nog een ernstige fout over. Een superorganisme dat louter uit menselijke wezens bestaat is onstabiel. Zoiets is niet op te zetten. Er moesten andere diersoorten bijkomen, en vervolgens planten, en tenslotte de anorganische wereld. Het kleinste superorganisme dat waarlijk stabiel is, is een gehele planeet, een planeet zo groot en complex dat zij een stabiele ecologie kan hebben. Pas na zeer lange tijd drong dit tot ons door. Pas in deze eeuw is Gaia ten volle geconstrueerd en is het tijd geworden om stappen te ondernemen tot een Galaxia. Maar ook dit zal een zeer lange tijd vergen. Wellicht niet zo lang als de reeds afgelegde weg, want nu kennen we de regels.'

'En mij heb je nodig, Daneel, om die uiteindelijke beslissing te nemen.'

'Inderdaad, meneer. De Wetten van de Robotica staan mij noch Gaia toe om die beslissing te nemen met het risico dat de mensheid kwaad overkomt. Vijf eeuwen geleden werd het me duidelijk dat ik nooit alle problemen kon oplossen die met de stichting van Gaia gepaard zouden gaan. Ik koos daarom de op een na beste oplossing en heb toen een en ander bijgedragen tot de wetenschap van de psychohistorie.'

'Dat had ik kunnen raden,' mompelde Trevize. 'Weet je, Daneel, ik ga langzamerhand geloven dat je echt twintigduizend jaar oud bent.'

'Dank u zeer, meneer.'

Pelorat zei: 'Wacht even. Ik bedenk opeens iets. Ben jij soms ook deel van Gaia, Daneel? Wist je op die wijze van die honden op Aurora? Via Blits?'

Daneel zei: 'In zekere zin hebt u enigszins gelijk. Ik ben echter met Gaia geassocieerd, ik maak er geen deel van uit.'

Trevizes wenkbrauwen schoten omhoog. 'Dat doet me aan Comporellen denken, de eerste wereld die we na ons vertrek uit Gaia bezochten. Die houdt ook bij hoog en bij laag vol geen deel van de Foundation te zijn, maar slechts daarmee geassocieerd te zijn.'

Daneel knikte langzaam. 'Die analogie is van toepassing, meneer. Als geassocieerde van Gaia kan ik toegang verkrijgen tot wat Gaia beleeft, bijvoorbeeld in de persoon van de vrouw Blits. Maar Gaia daarentegen kan zich niet bewust worden van wat er in mij omgaat. Op die manier behoud ik mijn vrijheid van handelen. Die vrijheid van handelen is noodzakelijk totdat Galaxia stevig gegrondvest is.'

Trevize keek de robot enkele ogenblikken strak aan. Toen zei hij: 'En heb je ook van je gewaarwordingen via Blits gebruik gemaakt om onze gebeurtenissen dermate te moduleren dat ze uiteindelijk goed in je kraam te pas kwamen?'

Daneel zuchtte merkwaardig menselijk. 'Ik kon niet meer doen, meneer. De Wetten van de Robotica hebben me altijd weerhouden. Toch heb ik de last van Blits' geest enigermate verlicht, en iets van de verantwoordelijkheid op me genomen, opdat ze wat afstandelijker die wolven op Aurora en die Ruimter op Solaria in toom kon houden. Met minder schade voor zichzelf. Tevens heb ik de vrouw op Comporellen en die op Nieuwe Aarde via Blits beïnvloed, opdat zij u gunstig gestemd zouden zijn. En aldus hebt u uw reis kunnen vervolgen.'

Trevize zei met een trieste glimlach: 'Ik had kunnen weten dat dat niet mijn prestatie was.'

Daneel kon deze zelfspot echter niet ondersteunen. 'Integendeel. meneer.' zei hij. 'U hebt er persoonlijk aanzienlijk toe bijgedragen. Van meet af aan hadden die twee vrouwen een oogje op u. Ik heb alleen de al aanwezige impuls versterkt, en dit alles kon ik me permitteren zonder in conflict met de Wetten te komen. Juist door die beperkingen - alsmede door andere redenen - heb ik u hier slechts met de grootste moeite naar toe kunnen krijgen en dan nog indirect. Diverse keren leek het erop dat ik u zou verliezen.'

'En nu ben ik hier,' zei Trevize. 'En wat wil je nu van me? Dat ik mijn beslissing ten gunste van Galaxia onderstreep?'

Daneels gezicht dat al die tijd uitdrukkingsloos was, leek nu iets wanhopigs te krijgen. 'Nee meneer. Die beslissing alleen is niet voldoende. Ik heb u zo goed en zo kwaad ik in mijn huidige conditie kon, hiernaar toe gehaald voor iets dat veel urgenter is. Ik ben stervende.'

De Foundation en Aarde
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml