17

 

De aardbeving die de stad de volgende ochtend om acht minuten voor half zes trof, had niet de verwoestende kracht van de beving van 1989, zodat geen enkel brugdeel van de Bay Bridge en geen enkele autosnelweg instortte. Maar gezien de kracht van 5,8 op de schaal van Richter en de ligging van het epicentrum op nauwelijks twee kilometer ten noordwesten van Cliff House in de oceaan, was het zeker geen lichte beving. De uiteindelijke schade beliep meer dan vijftig miljoen dollar. Zevenenzeventig personen liepen dusdanige verwondingen op dat ze zich onder medische behandeling moesten stellen en vier personen vonden de dood.

 

Bart ging waanzinnig tekeer. Hij sprong op Farrells bed en huilde als een coyote in plaats van zich te gedragen als de schrandere en gevoelige boxer die Farrell kende. Dus moest er iets aan de hand zijn, maar Wes had er geen idee van wat het kon zijn. Hij wierp een snelle blik op de wekker naast zijn bed. Elf minuten voor half zes. Verdorie! 'Bart, Bart! Toe nou, ouwe lobbes. Alles komt goed. Alles komt goed.'

Maar blijkbaar wist Bart het dit keer beter dan zijn baas. Wes pakte de hond bij zijn halsband om hem dichter naar zich toe te trekken. Zo te horen was hij aan het doodgaan en Wes dacht: Ik had hem nooit dat lamsbot moeten geven. Daar komt het door - zijn maag is kapot. Hij deed het licht aan, drukte de hond tegen zich aan en aaide hem mompelend om hem te kalmeren. 'Ga alsjeblieft niet dood. Volhouden, ik ga bel...'

Boem!

Het was een zware, op en neer gaande klap, vergelijkbaar met de Northridge beving die in het zuiden van Californië zoveel schade had aangericht. Deskundigen schatten achteraf dat de schok overeenkwam met een verticale val van een hoogte van honderdzeventig meter. Het was waarschijnlijk maar gelukkig dat Farrell niets aan de muren had hangen en dat zijn woning heel spaarzaam was gemeubileerd, zodat er niet veel was dat kon vallen of rondvliegen.

Na een angstige kef die gepaard ging met een wanhopige ontsnappingspoging, waarbij de klauwen en hoektanden van Bart Farrells gezicht danig toetakelden, wist de hond een hoek van de kamer te bereiken waar hij opnieuw een gehuil inzette.

Het licht viel uit. Er volgde een tweede, lichtere schok. Farrell rolde zijn bed uit en maakte verwoede zwembewegingen waardoor hij uiteindelijk bij de deuropening van zijn slaapkamer kwam. Hij greep beide deurposten vast om steun te vinden als de funderingen opnieuw gingen schudden. Zijn handen waren plakkerig en nat.

 

Glitsky had niet kunnen slapen en omdat hij Flo niet wakker wilde houden, was hij rond middernacht opgestaan om op de bank in de woonkamer wat te gaan lezen. Op aanraden van zijn vader Nat, een talmoedkenner, verdiepte hij zich al wekenlang in Wilton Barnhardts epische werk Gospel, een verhaal over het evangelie van Mattheus dat in het Nieuwe Testament ontbrak. Dit stond heel ver af van de politiek en misdaad in San Francisco en ook van zijn huiselijk leven. En daar was het om begonnen. Ten slotte was hij in slaap gesukkeld.

Wat hem overeind deed vliegen, was niet de schok maar Flo die zijn naam schreeuwde. De lamp naast hem viel op de vloer in gruzelementen. Vonken en gebroken aardewerk. Een van de kinderen - hij dacht dat het Jake was, de middelste - riep ook. Lieve hemel! Waarom waren de anderen stil? 'Abe!'

'Ja. Ik kom eraan.'

Nog een beving die hem opzij wierp. Barrevoets liep hij over gebroken potscherven. Hij deed het licht aan in het halletje. Nog een stap, de slaapkamer, het licht.

Flo staarde hem met grote angstogen aan, alsof hij een geest was. Wat heel goed het geval had kunnen zijn.

De twee- tot driehonderd kilo zware eikenhouten hangkast waarin ze hun kleren bewaarden was ruim een meter van de muur geschoven alvorens te kantelen en terecht te komen op het gedeelte van het bed waar Glitsky altijd sliep en waar hij normaal gesproken zou hebben gelegen. Hij stond daar met Flo in zijn armen en Jake schreeuwde opnieuw.

 

Sheila Dooher stootte haar man aan. 'Aardbeving,' zei ze, terwijl ze haar voeten over de rand van het bed zwaaide. Luider, nog een por. 'Schiet op, Mark!'

Mensen zeiden dat je nooit aan aardbevingen wende, maar Sheila had het grootste deel van haar leven in de Bay Area gewoond en meer dan twintig aardbevingen meegemaakt. Meestal bleven die beperkt tot trillingen die de grond of het gebouw deden beven om dan te stoppen. En de andere aardbevingen... nou, voordat de angst je echt te pakken kreeg, waren ze voorbij en ging je kijken wat ze hadden aangericht.

Mark opende meteen klaarwakker zijn ogen. Hij wist dat Sheila naar haar vaste plek was gegaan: de deuropening bij de trap - dat zat erin gestampt. Hij deed hetzelfde en liep naar zijn plek, vier stappen tot aan de badkamerdeur.

'Alles goed?' hoorde hij haar vragen.

Er volgde nog een lichtere schok die hooguit drie seconden duurde. 'Prima.'

 

Sam Duncan, die een zeventig jaar oud kelderappartement met bakstenen muren bewoonde, kreeg niet de kans om ergens aan te denken. Quayle was een betere slaper dan Bart of hij was niet zo goed afgestemd op de minieme bewegingen van de aarde waardoor dieren vermoedelijk een voorgevoel hebben van aardbevingen. Quayle jankte, blafte en huilde in elk geval niet. Het ene moment sliep Sam nog en het volgende voelde ze iets verschuiven, iets om haar heen vallen. In een fractie van een seconde moest ze reageren. Ze bedekte haar hoofd toen de muur achter haar bed bezweek en over haar heen viel.