DEEL 5

 

44

 

Volgens Dooher had zijn vrijspraak hem moeten herstellen in zijn vertrouwde macht, invloed en status. Hij was ten slotte vrijgesproken van de aanklachten. Dat had het einde moeten zijn en zou het misschien ook zijn geweest als de ratten niet met Wes Farrell aan het hoofd van het schip waren gevlucht en hadden bijgedragen aan de illusie dat het zinkende was. Hij nam aan dat het kwam doordat hij vriendschappen nooit had gecultiveerd. Het was altijd zo geweest dat mensen naar Mark Dooher kwamen. Niet andersom. Ze hadden altijd iets nodig gehad wat hij hun kon geven -positie, geld, respect - maar hij had hen niet nodig. Die voldoening schonk hij niemand.

Hij had het middelpunt van Sheila's leven gevormd en haar een huis, een inkomen en kinderen gegeven, maar zelfs in de eerste jaren was ze nooit zijn gelijke geweest. Dat was stilzwijgend begrepen. En Farrell? Tot het proces had Wes Farrell nooit durven denken dat hij op hetzelfde niveau stond als Dooher. Het hele bestaan van de man had zich afgespeeld op een niveau onder dat van Dooher. Zijn duidelijk gedefinieerde rol was altijd die geweest van pluimstrijkende bewonderaar die gemakkelijk toegang tot Mark had, omdat Farrell hem amuseerde. Flaherty? Een vriend? Nauwelijks. De aartsbisschop was een man die Doohers juridische advies en hulp nodig had en daarvoor betaalde. Als hij dacht dat Dooher een echte affectie voor hem koesterde, dan kwam dat omdat hij er zelf behoefte aan had en niet Mark.

Hun maatschappelijke leven was altijd door Sheila geregisseerd. Af en toe een dineetje in een restaurant of bij de golfclub, een avond naar het theater of naar een film met oude kennissen - dat was ongeveer alles geweest. Mark had nooit gedacht dat hij het zou missen; althans niet bijzonder. Dooher had moeten beseffen dat Sheila's kennissen zowel hem als zijn nieuwe vrouw uit de weg zouden gaan, maar hij miste niemand. Er was echter wel een leegte, een sociaal vacuüm, dat hem een gevoel van isolement gaf.

Het was terecht, dacht hij. De uitsluiting was even totaal als wanneer hij schuldig zou zijn bevonden. Hij en Christina waren getrouwd en hadden nu, enkele maanden na het proces, geen vrienden meer. En heel weinig werk.

Het was begonnen met Flaherty. Op een of andere manier was de aartsbisschop ergens tijdens het proces het geloof in zijn onschuld kwijtgeraakt. Hij was niet blij geweest met zijn vrijspraak, had hem zelfs niet gebeld om zijn gelukwensen aan te bieden. In de weken na het proces was het juridische werk van het aartsbisdom langzaam maar onverbiddelijk opgedroogd en daarna waren ook de bijkomende contracten beëindigd van het netwerk van diensten, liefdadigheidsinstellingen, scholen en bedrijven die op een of andere manier waren verbonden met de rooms-katholieke kerk van San Fran cisco.

McCabe & Roth hield het zonder de opdrachten van het aartsbisdom zeventien maanden vol, hoewel de ontslagen bijna meteen begonnen te vallen. Eerst gingen de typistes eruit. Toen begonnen de advocaten secretaresses te delen. Vervolgens kregen de eerste jongere associés ontslag. Het moreel bleef dalen. Een splintergroep van vier oudere vennoten vertrok met hun cliënten om een eigen firma te vormen en zo te ontkomen aan de wurggreep van Dooher.

Christina ging weer aan het werk, maar er was heel wat verborgen ressentiment over haar positie. Verloofd en vervolgens getrouwd met de eerste vennoot werd ze gemeden door de andere associés en gewantrouwd door de vennoten.

Ze was nog steeds strijdlustig en stortte zich op haar rol om de geloofwaardigheid van haar man te herwinnen. Zij en Mark moesten het samen doen. Als geen van de leidende advocaten haar werk wilde geven, zou ze zich op de pr storten, met toekomstige cliënten gaan lunchen of dineren en op elke mogelijke manier proberen te helpen.

Ze vocht tegen het schuldgevoel dat ze eerder aan hem had getwijfeld. Haar daden moesten dat goedmaken. Ze zou naast hem staan wanneer de wereld hem liet vallen. Het was romantisch en nobel en gaf zin aan haar bestaan. Ze zou doen wat haar ouders hadden gedaan - een leven gebouwd op vertrouwen.

Ze prentte zichzelf in dat ze niet zwanger werd om het huwelijk te redden. Het was altijd haar droom geweest om kinderen, een gezin en een normaal leven te leiden. Maar de omgang met Mark werd moeilijk - zijn stemmingen, somberder dan ze hem ooit had meegemaakt. De teloorgang van zijn firma en het verdwijnen van zijn macht... Het maakte een man kapot.

 

Een paar weken geleden was het tot een crisis gekomen. 'Mark, alsjeblieft.'

'Raak me niet aan. Het werkt niet. Het zal niet werken.' Met een woest gebaar gooide hij gefrustreerd het dekbed weg, stond op, greep meteen naar zijn kamerjas en trok die aan. Hij draaide zich om, griste het dekbed van de vloer en gooide dat terug op bed, terwijl hij tegen haar snauwde: 'Bedek jezelf, in godsnaam.'

'Ik hoef me niet te bedekken.'

Zijn kaak stond strak en zijn boze ogen gingen over heel haar lichaam, over de uitstekende buik en de gezwollen borsten. Ze kon niet geloven dat hij zo naar haar kon kijken. Ze was enthousiast over de verandering van haar lichaam in de afgelopen acht maanden. 'Dat werkt gewoon niet voor mij,' zei hij.

'Wat werkt niet?'

'Ons, als je het weten wilt. Jij en ik. Al die twijfels.'

'Welke twijfels? Ik heb geen...'

'Jij praat er niet over, maar ik zie het. Denk je dat ik niet zie wat jij denkt? Jij denkt dat het me opwindt om te zien hoeveel moeite je doet?'

'Ik doe helemaal geen moeite, Mark. Kom naar bed. Hou me gewoon vast. We hoeven niets te doen.'

'Jij hoeft helemaal niets te doen. Ik wil iets doen. Begrijp je dat dan niet? Maar ik kan het niet. Ik kan het niet met jou! Er gebeurt niets.' Hij vloekte en beende de kamer uit.

Hij had geen schuld of verdriet gevoeld. Toen hij werd gearresteerd, speelde hem dat eigenlijk in de kaart. Christina voelde zich vol medeleven aangetrokken tot de bedroefde echtgenoot, die op tragische wijze en ten onrechte werd aangeklaagd. Ze zou hem helpen verdedigen. Het was fantastisch geweest. Hij had het niet beter kunnen plannen. Maar nu bedierf Christina alles.

Ze trok een flanellen nachthemd over haar hoofd, liep naar beneden en deed in de studeerkamer de leeslamp aan naast de stoel waar hij zat. Toen liep ze naar de andere kant van het vertrek en liet zich op de bank zakken. 'Ik wil niet het gevoel hebben dat het met ons niet goed gaat terwijl we binnenkort deze baby krijgen. Ik heb niet graag dat jij denkt dat ik op deze manier niet aantrekkelijk ben.'

'Mijn probleem is niet hoe je eruitziet. Dat heb ik je boven al gezegd. Het gaat om ons.'

Ze leunde achterover in de kussens. Haar ogen keken even naar het glas naast hem. Het was bijna leeg.

'Ja, ik heb gedronken. Ik ga misschien nog meer drinken. Is dat een probleem?'

Ze keek naar hem. 'Waarom doe je zo vijandig tegen mij? Wat heb ik anders gedaan dan naast jou staan en je steunen? Wil je deze baby niet, Mark? Is dat het?'

Uitdagend leegde hij de rest van zijn glas voordat hij antwoord gaf. 'Nee, dat is het niet.' Hij stond plotseling op, greep naar zijn glas en liep naar de bar waar hij nog een stevige borrel inschonk. 'Macht heeft altijd veel voor me betekend, Christina. Alleen met macht voel ik me op mijn gemak. Wat werkt, is als jij me wilt en ik zie hoe jij nu naar me kijkt.'

'Hoe kijk ik dan naar je, Mark?'

Maar hij schudde zijn hoofd. 'Jij hield van de persoon die ik was toen we elkaar ontmoetten, toen ik de firma beheerde, toen ik een grote...'

'Zo moet je niet praten.'

'Ik praat zoals ik wil in mijn eigen huis.'

Ze schudde haar hoofd en stond op. Ze dacht dat ze vanavond haar best had gedaan. 'Goed,' zei ze, 'maar ik hoef er niet naar te luisteren in mijn huis.'

Ze liep naar de deur maar zijn fluisterende woorden stopten haar. 'Hoor je helemaal niet wat ik zeg, Christina?'

Ze deed een stap in zijn richting en reageerde kalm. 'Ik begrijp je niet, Mark. Ik weet dat het moeilijk is dat de firma niet loopt en ik weet niet hoe je dat aankunt. Maar ik probeer niets van je macht weg te nemen. Ik was hier altijd voor jou, ik ben het blijven proberen zelfs toen...' Ze stopte.

'Toen wat?'

'Goed.' Ze deed nog een paar stappen in de richting van zijn stoel. Toen liet ze zich langzaam op de armleuning zakken. 'Zelfs toen ik ontdekte dat je tegen mij loog, zelfs toen.'

Hij kneep zijn ogen dicht om niets te verraden. 'Wanneer heb ik dat gedaan?'

Ze moest het zeggen nu ze zover was gekomen. Misschien zou het helpen.

'Ik ben Darren Mills tegengekomen; een maand geleden, twee maanden, zo ongeveer. In Stonestown. Herinner je je Darren nog, je oude partner?'

'Zeker herinner ik me Darren. Wat is er met hem?'

'Tijdens jouw proces werkte Darren in Los Angeles veel samen met Joe Avery. Ze zijn bevriend geraakt.'

'Leuk voor ze.'

Ze negeerde zijn reactie. 'Darren dacht dat ik misschien belang stelde in hoe het met Joe ging. Hij is daar nog steeds, moet je weten. Hij zit bij een nieuwe firma.'

'Fijn voor hem.'

Ze zweeg even. Zijn reactie was venijnig. Ze legde haar hand beschermend op haar buik. 'Darren had het over de overplaatsing van Joe naar Los Angeles, hoe plotseling dat was gegaan.' Ze hoorde haar hart kloppen. 'Jij vertelde me dat Joe's overplaatsing maanden in de molen had gezeten.'

'Heb ik dat gezegd?'

'Darren zei dat het niet waar was. Jij hebt de bestuurscommissie er een paar weken eerder mee overvallen. Iedereen was stomverbaasd. Joe zou nog een jaar moeten wachten om vennoot te worden, maar natuurlijk deden de anderen wat jij zei dat ze moesten doen - zonder nadenken hun goedkeuring geven.'

Dooher pakte een kruk en ging erop zitten. 'Dat is mijn vreselijke leugen?'

'Ja, dat is het. En het zette me aan het denken...' Ze zweeg en begon opnieuw. 'Het deed me denken aan je uitbarsting in de rechtszaal, toen je tegen Amanda Jenkins uitviel en later zei dat het allemaal toneelspel was.'

'Ik kwam in de rol.' Hij haalde zijn schouders op. 'En waar deed die andere leugen - die kolossale leugen over Joe Avery - jou aan denken, ook al wilde je dat net niet zeggen?'

Ze slikte en keek hem aan. Hij keek terug zonder met zijn ogen te knipperen en nam terloops een slokje. Hij wilde dat ze open kaart speelde. 'Het bracht me op de gedachte dat je Joe zo kwijt was. Je wist dat het een eind zou maken aan onze relatie.'

'En dan zou ik jou voorzichtig kunnen paaien? Terwijl Sheila nog in leven was? En als je dan reageerde, dan zou ik haar vermoorden?'

Ze sloeg haar armen over elkaar.

'Goed,' zei hij, 'laten we zeggen dat ik dat heb gedaan.'

'Ik zeg niet dat je dat hebt gedaan.'

'O, maar dat doe je wel, Christina. Dat is precies wat je zegt. En als dat het geval was, dan was jij erbij betrokken, nietwaar? En voor een lieve vrouw zoals jij, is dat moeilijk te verteren, hè?'

Hij kwam van zijn kruk met zijn handen in de zakken van zijn kamerjas en liep heen en weer. 'Laten we dus zeggen dat ik het heb gedaan. Laten we zeggen dat ik Sheila heb vermoord omdat ik helemaal weg van je was - en dat meen ik, Christina, ik was helemaal weg van je. En jij was op de hoogte. Je bent niet gek. Je was op de hoogte. Dus heb ik haar vermoord en nu is het bijna twee jaar geleden en ik ben er niet voor gepakt. Nu moet jij me vertellen wat dat tussen ons zou veranderen.'

'Het verandert wie jij bent, Mark. Het zou alles veranderen.'

Hij boog zich nu wat over haar heen en schudde zijn hoofd. 'Nee, dat zou het niet.' Hij liet zich op een knie zakken. 'Ik ben dezelfde persoon.'

Ze wilde het niet zien en sloot haar ogen. 'Vertel me dat je het niet hebt gedaan, Mark. Alsjeblieft. Je maakt me doodsbang.'

'En ik neem aan dat ik Victor Trang heb vermoord bij wijze van training.' Hij legde zijn hand achter in haar nek. 'Het is je eigen schuld die aan je knaagt, Christina. Niet de mijne. Ik voel geen enkele schuld.'

'Heb je het gedaan?' herhaalde ze. 'En de man in Vietnam ook. En Diane Price verkracht.' 'Heb je dat gedaan?'

'Maakt het wat uit?'

'Alsjeblieft. Ik moet het weten.'

'Nee,' zei hij, 'je moet me vertrouwen.'

Ze haalde zijn hand weg van haar nek en bleef die vasthouden. 'Terwijl ik weet dat je me hebt belogen? Terwijl je zo overtuigend acteert. Terwijl je zo wreed bent? Ik moet het weten, Mark. Ik moet weten wie je bent.'

De ogen werden - eindelijk - zachter. Hoofdschuddend slaakte hij een zucht. 'Ik herinner me zelfs die leugen over Joe Avery niet, Christina. Ik herinner me niet waar die over ging. Als ik je een leugen heb verteld, dan spijt me dat. Die opvoering in de rechtszaal maakte deel uit van een strategische beslissing. De krankzinnige beschuldigingen kregen me in hun greep en ik verloor mijn zelfbeheersing die ik normaal tamelijk goed weet te behouden. Dat is alles.'

'Maar waren ze krankzinnig, Mark? Die beschuldigingen. Daar vraag ik je naar.'

'Hoe vaak moet ik die vraag beantwoorden, Christina?' Hij liet zijn hoofd hangen. 'Moge God de beschuldigden bijstaan. Nooit komt er een einde aan.'

'Dat kan wel. Er kan nu meteen een eind aan komen.'

'Wat maakt dat voor ons uit? Of voor mij? Ik zal het nog eens zeggen, nee, ik heb het niet gedaan, maar over zes maanden of over een jaar zal er weer een andere twijfel opkomen of zul je een nieuw verhaal horen over iets wat ik wel of niet heb gedaan in het stenen tijdperk. Nee, Christina, wat hier gebeurt is dat ik mezelf voor jou moet blijven bewijzen, steeds opnieuw. En ik zal je de waarheid zeggen - dat is zeer vermoeiend. Jij doet wat Wes heeft gedaan, wat Flaherty deed...'

'Wat hebben ze gedaan, Mark? Wat hebben ze gedaan?'

'Zij hebben me in de steek gelaten. Vreselijk! Ze hebben me niet geloofd. Begrijp je dat dan niet? Ze hebben me ontmand. Maar bij jou is dat letterlijker. Dat was er vannacht aan de hand en al die keren dat het niet ging. Ik kan je twijfels niet wegnemen. Wat er is gebeurd, is dat je me hebt gecastreerd.'

'Mark...'

'Nee! We zijn zover gekomen. Ik voel me niet langer de man bij jou in de buurt. Ik ben bang dat de kleinste misstap van mijn tong, de kleinste misstap in mijn gedrag me weer veroordeelt tot onderzoek en beoordeling -telkens opnieuw. Dat kan ik niet aan. Mijn lichaam liegt niet. Ik ben niet vrij. Ik heb geen plezier meer. Niets gaat meer gemakkelijk. Het gevoel dat je van me houdt is weg.'

Hij stak zijn handen onder haar nachthemd en liet ze over haar buik en haar borsten gaan. Dat wilde ze niet. Wat was er met hem aan de hand? Begreep hij dat niet?

Maar hij had haar net gezegd dat het gevoel dat ze van hem hield er niet meer was. En als ze hem nu zei dat hij moest stoppen, zou het dan erger worden?

Ze had niet langer het idee dat ze wist wat de waarheid was. Misschien was alles haar schuld, was het haar zwakheid dat ze niet kon geloven. Ze begreep waarom hij het haar niet opnieuw kon vertellen, voor eens en voor altijd. Hij had gelijk - het zou niet voor eens en voor altijd zijn. De laatste keer dat ze hem ernaar had gevraagd, was het ook voor eens en voor altijd geweest. De vraag was gesteld en beantwoord. Hoe vaak mocht ze de vraag stellen en wat voor schade bracht het hem elke keer toe? Hij zou de vader van hun kind worden en haar eigen onvermogen om te vertrouwen was voor hen beiden bedreigend.

Maar het was voor haar niet alles. Dat wist ze. Iets in hem was duister geworden. Zijn handen streelden haar nog steeds en zijn adem ging vlugger. Misschien was het duister er altijd geweest en werd het door deze moeilijkheden zichtbaar. Maar de manier waarop hij haar nu behandelde en met haar praatte, die was ruw. Hij was ruw geworden. Ze reageerde er niet op en zou dat nooit doen.

Ze voelde zijn handen. Hij was sterk en ze besefte dat ze bang was. Haar huid huiverde kennelijk onder zijn aanraking. Na alles wat ze vannacht hadden besproken, kon ze zich niet voorstellen dat hij iets wilde. Hij trok haar nachthemd omhoog en bracht zijn mond naar haar borsten.

God, wat wond hem op?

Hij trok aan het koord van zijn kamerjas en die viel open. Hij was stijf. Hij pakte haar hand en legde die erop, opgetogen omdat het functioneerde. 'Voor jou.'

Hij trok haar slipje uit - vlug en ruw - bang dat het moment weer zou voorbijgaan.

Geen woorden. Hij duwde haar achterover in de stoel en spreidde haar benen. Zijn kaak vertoonde een woeste trek, zijn ogen stonden leeg. Ze kon niets doen om hem tegen te houden.