***
En je nieuwe huis?'
'Ja, het is goed dat je van onderwerp verandert,' lachte Lucas.
Ze waren natuurlijk heel blij met hun huis, maar er moest toch veel meer gebeuren dan aanvankelijk was voorzien. De aannemer had de begroting moeten bijstellen. Hij wilde geen bedragen noemen. Er was al flink bij de bank geleend. En nog kwam hij zo'n drie ton tekort. Hij kon natuurlijk extra lenen. Met zijn baan en vaste inkomen... Toen hadden ze, hij en Ymke, aan Eduard Vermeer gedacht. Ze wisten dat hij vaak aan vrienden in nood leende, tegen lage rente, of renteloos. Ymke had Vermeer benaderd. Zijn reactie was nogal afwerend geweest. Hij had al te veel geld uitstaan, zag er nooit wat van terug, wilde daar eigenlijk mee stoppen, al vond hij Ymke dan de mooiste vrouw ter wereld. Later was hij er zelf op teruggekomen, had met zijn hand over zijn hart gestreken, in die zin, dat hij er nog eens over wilde nadenken, dat zo'n prachtvrouw in een behoorlijk huis diende te wonen. Hij hield van Ymke, Moravia had ze prachtig vertaald en Lucas was een groot kenner van D'Annunzio... Hij zou een van zijn boekhouders sturen om de situatie op te nemen, dan zou hij alsnog een beslissing nemen.
Lucas bezwoer hem niets aan moeder te vertellen; ze zou zich zorgen maken en hij mocht ook Ymke niet laten weten dat hij hiervan wist. Lucas had nog enkele andere details, pikante details: een zwarte Saab voor hun deur. Vermeers boekhouder had hun een bezoek gebracht. Een man met een onaangenaam, grof gezicht. Het type man stond hen direct tegen, maar hij was de afgezant van Eduard en bezat daardoor al een aureool van macht. Hij moest zo hartelijk mogelijk ontvangen worden.
De boekhouder was snel het huis doorgelopen, had een blik in een kamer geworpen en was daarna op het tweezitsbankje gaan zitten. Ymke had thee aangeboden. Nee, hij prefereerde wat sterkers. Dat was een beetje vreemd voor een boekhouder, midden op de dag. Hij wilde bier. Lucas, die overdag nooit dronk, ging tegenover hem zitten en nam zelf ook. Na enkele flesjes begon hij existentiële wijsheden uit te slaan, meende dat je altijd van twee kanten uit kon redeneren. Hij had kennelijk van meneer Vermeer gehoord dat de bewoners van dit huis gestudeerd hadden. Hijzelf, door omstandigheden, had zijn doctoraal economie niet af kunnen maken. Ymke en Lucas bleven belangstellend, hoopten dat hij op zou staan, Eduard zou bellen en zeggen: Die lening kunt u met een gerust hart verstrekken. Het geld is goed besteed. Daar zag het nog niet naar uit. Ymke stond op om wat toostjes te maken. Hij volgde haar met zijn blik. Zij had dat wel gemerkt en toen ze terugkwam, bood ze hem haar blik, haar mond iets open. Ze vond het een gruwelijke man. Hij stootte haar af op alle fronten. Niets was aantrekkelijk aan hem. Maar dat trok haar juist ook aan. Het plezier dat zij eraan beleefde om hem zogenaamd te verleiden, interpreteerde hij als overgave. Ymke liep weer naar de keuken, Lucas haalde weer bier. 'Ymke, die kerel, zie je hoe hij naar je kijkt... Hij is al halfdronken. Wat een vreselijke man! Hoe krijgen we hem de deur uit? Hoe krijgen we geld? Begrijp jij dat Vermeer, die fijnzinnige bibliofiel, zulke mensen in dienst heeft? Ik heb trouwens weinig zin om de hele middag hier met die man te zitten.' En half voor de grap had hij gezegd: Weet je wat? Verleid hem maar! Onder voorwaarde dat hij onze bemiddelde vriend opbelt en zegt dat we het geld krijgen. Die gedachte had Lucas een formidabele erectie gegeven. Ymke lachte, zei dat ze het een engerd vond... 'Ik meen het, Ymke. Jij moet hem verleiden...' O, ze wist helemaal niet of ze wel zin had om hoerig te doen... Ze was door Lucas' woorden verbouwereerd geweest. Het was voor haar een spelletje, maar om écht... Maar hij, Lucas, ging weg. Hij zou Gabrielle, die buiten speelde, meenemen. Toen had Ymke gezegd: 'Goed, jullie gaan weg. Laat het maar aan mij over. Maar dan niet onverwacht thuiskomen. Pas als zijn auto weer verdwenen is.' Hij was met Gabrielle weggegaan, nadat hij afscheid van de boekhouder had genomen. Nou, Ymke had het voor elkaar gekregen. Ze had hem zo ver kunnen krijggen dat hij Vermeer belde. Maar wat was er precies gebeurd? Hoe ver was ze gegaan? Hij stelde zich voor dat ze boven andere kleren had aangetrokken, een strak wit T-shirt dat haar borsten nog beter deed uitkomen. Was die vent haar toen achterna gekomen of was zij naar beneden gegaan en had hem geroepen vanuit de keuken: Wil je deze fles wijn voor me openmaken? Ik zal nou maar'je' zeggen... Dat superstrakke T-shirt was de boekhouder natuurlijk direct opgevallen. Hij had al begrepen dat hij die vrouw kon hebben. Ymke had er die dag zo mooi uitgezien. Ze was echt op haar mooist. En nu zat hij met de angst. Had die smeerlap aan haar borsten gezeten? Wat had ze toegestaan? Op momenten dat Lucas een paar glazen wijn op had en met haar alleen was, begon hij er weer over. Dan lachte ze geheimzinnig. Wilde hij dat echt weten? Nee, er was natuurlijk niets gebeurd, gekke jongen. Nee...? O, hij wilde graag dat er wat gebeurd was? 'En als het nou zo was, zou je me dat kwalijk nemen?' Ze wilde er niet verder over praten. En terwijl ze sprak, had ze Lucas heel verleidelijk aangekeken. Nu zat hij met de angst.
Zijn broer had hem dat allemaal verteld. Hoorde hij op dat moment, net als Casper, de dansmuziek in de Rijnbar? Had ze de boekhouder vermurwd zoals ze die nacht de bandleider die al bezig was zijn instrument in te pakken had overgehaald om nog iets te spelen? Zoals ze alle mannen van wie ze iets wilde kon overhalen? Ze wilde muziek, ze wilde dansen. Ze kreeg die man zo ver, en buiten loeide een claxon.
Of had zijn broer dit hele verhaal uit zijn duim gezogen, bestond het slechts in zijn hoofd? Om Casper te tonen dat hij dat trauma had overwonnen, dat hij en Ymke een onlosmakelijk paar vormden waarin voor een ander geen plaats was, maar waarin hij, pooier Lucas, de zaken in handen had?