***
Na de lunchpauze kwam Casper de centrale gang van het gemeentehuis binnen. Een baan zonlicht viel door een hoog raam naar binnen.
Een meisje stapte door de baan licht. Niets bijzonders. Casper was op weg naar de liftdeur die hem naar de archiefkelder zou voeren. Het leek hem een bedeesd meisje. Ze zocht de gang naar de afdeling 'Bevolkingsregister'. Misschien wilde ze een nieuw paspoort aanvragen. Ze was niet opvallend knap. Hij deed een stap in haar richting, vroeg of hij haar helpen kon. Zij stapte de baan zon uit, de schemer in. Lange benen. Roerloos. Gelijk aan de onbeweeglijke dag buiten. Niets bijzonders. In een kort zomerjurkje. Ze zocht meneer Alteveer. Zij heette Rachel Wegdam, studente van de School voor Documentatie. Ze zou hier als stagiaire komen. 'U heeft daar, als het goed is, een brief over gekregen.' Hij was de brief vergeten.
Geen opvallend meisje. Nogal mager. Bijna schriel. Toen hij zich haar 's avonds voor de geest probeerde te halen, kon hij zich vooral dat herinneren. En een rood lintje, nonchalant verknoopt in een dunne streng haar.
Hij was bezig Hugo te overhoren, die in een gemengde brugklas was geplaatst. De volgende dag zou er een proefwerk Nederlands zijn. De exacte vakken waren geen probleem. Hugo had het de eerste tijd moeilijk gehad. Hij zat alleen, vooraan. Wie hem traag, een beetje schokkerig in de school zag lopen, moest denken dat hij motorisch gestoord was. Op de basisschool wist hij nog enkele kinderen aan zich te binden door op het schoolplein fantastische verhalen op te dissen. Hier werd hij uitgelachen als hij voor de klas moest komen. Casper had met Huivenaar en de klassenleraar overlegd. De klas was hierover aangesproken, maar zonder resultaat. Deze klas werd gedomineerd door een dertienjarige jongen die ook klassenvertegenwoordiger was. Huivenaar sprak met hem. De jongen beloofde zijn invloed aan te wenden en na enkele dagen hield het pesten op.
Met de cijfers die Hugo haalde zou hij zeker overgaan naar de tweede klas. Bij een gemiddelde hoger dan zeven, zou hij naar 2-vwo mogen. Daar werkte Casper aan. Met enige hulp zou hij het programma in de onderbouw van het 2-vwo kunnen volgen. In de vierde mocht hij zijn profiel kiezen en kon hij de zwakke vakken eruit gooien.
Nu dicteerde hij Hugo moeilijke spellingszinnen. Misschien niet opvallend knap, die stagiaire. Wel heel fijn gebouwd. Ze was achttien, negentien. Ik ben Rachel. Haar profiel in de lichte schemer van de hal. Rachels glimlach. Haar gezicht, een meter van hem vandaan.
1 lij keek uit naar de volgende dag.
Weer het smalle, rode lint gevlochten door het haar. Vandaag een zwart T-shirt op een gebleekt linnen rokje.
Zij bladerde in een vroegmiddeleeuws buurtboek. Kleine, zachte geluiden in de stilte van de archiefkelder. Dan voetstappen, haast onmerkbaar. Ze kwam bij zijn tafel staan.
'Morgen kom ik wat later.'
'Goed.'
'Wat is het stil hier!'
'Ik ben eraan gewend.'
Lichte zinnetjes, gedragen door de stilte. Hij zag dat haar wangen warm waren, te warm. Als geschminkt. De blauwe ogen immens groot. Achttien, dacht hij. Niet ouder. Of jonger. Onder haar huid haar bloed dat rende, een uitweg zocht. In haar hals rode vlekken en strepen. Hij wachtte, zag haar lippen bewegen, keek achterom naar de deur.
'Nu ga ik weer aan het werk.'