3
Drie uur na zijn gesprek met Charlie reed Miles het parkeerterrein voor de Grayton Elementary School op, precies op het moment dat de school uitging. Drie schoolbussen stonden met stationair draaiende motor te wachten en de leerlingen drentelden ernaartoe in groepjes van vier tot zes kinderen. Miles zag Jonah op hetzelfde moment dat zijn zoon hem in de gaten kreeg. Jonah zwaaide opgewekt en kwam naar de auto toe rennen. Miles wist dat hij dat over een paar jaar, als hij in de puberteit kwam, niet meer zou doen. Jonah sprong in zijn gespreide armen en Miles drukte hem stijf tegen zich aan, genietend van zijn nabijheid nu het nog kon.
'Hé, kanjer, hoe was het op school?'
Jonah leunde achterover. 'Goed, hoor. Hoe gaat het met het werk?'
'Een stuk beter nu ik klaar ben.'
'Heb je vandaag nog iemand gearresteerd?'
Miles schudde zijn hoofd. Vandaag niet. Morgen misschien. Hoor eens, zullen we een ijsje gaan eten als ik hier klaar ben?'
Jonah knikte enthousiast en Miles zette hem neer. 'Afgesproken. Dat doen we.' Hij bukte zich en keek zijn zoon strak aan. 'Denk je dat je even op de speelplaats kunt blijven terwijl ik met je onderwijzeres praat? Of wil je liever binnen wachten?'
'Ik ben geen klein kind meer, pap. Trouwens, Mark moet ook wachten. Zijn moeder is naar de dokter toe.'
Miles keek op en zag Jonahs beste vriend, die ongeduldig stond te wachten bij de basketbalring. Miles stopte Jonahs T-shirt weer in zijn broek.
'Goed, maar dan moeten jullie wel bij elkaar blijven, hoor. En niet gaan rondzwerven. Dat geldt voor jullie allebei.'
'Dat doen we heus niet.'
'Goed dan. Maar wel oppassen.'
Jonah gaf zijn rugzak aan zijn vader en maakte zich uit de voeten. Miles gooide de tas op de passagiersstoel en liep tussen de auto's door de parkeerplaats af. Een paar kinderen riepen hallo, net als sommige moeders die hun kinderen van school kwamen halen. Miles bleef af en toe staan om een praatje te maken en wachtte tot de grootste drukte eindelijk voorbij was. Zodra de bussen en de meeste auto's vertrokken waren, liepen de onderwijzers weer naar binnen. Miles wierp nog één keer een blik op Jonah, voordat hij achter hen aan de school binnenging. Zodra hij het gebouw binnenstapte, sloeg de warme lucht hem in het gezicht. De school was al bijna veertig jaar oud en hoewel de airconditioning in de loop der jaren al een paar keer vernieuwd was, kon het systeem de warmte niet aan in de eerste paar weken van het schooljaar, als het nog hoog zomer was. Miles voelde dat hij vrijwel meteen begon te zweten en onderweg in de gang liep hij aan de voorkant van zijn overhemd te sjorren terwijl hij zichzelf koelte toewuifde. Hij wist dat Jonahs klas helemaal achter in de hoek was. Toen hij daar aankwam, was het lokaal leeg.
Heel even dacht hij dat hij het verkeerde vertrek was binnengelopen, maar aan de namen van de kinderen op de presentielijst kon hij zien dat hij op de juiste plek was. Hij keek op zijn horloge en begon door de klas te drentelen toen hij besefte dat hij een paar minuten te vroeg was. Hij keek naar de tekst die op het bord stond, naar de keurige rijen met tafeltjes en naar een rechthoekige tafel waar stapels bouwvellen en een paar plakstiften op lagen. Aan de muur ertegenover hingen een paar korte opstellen en Miles was net op zoek naar dat van Jonah toen hij achter zich een stem hoorde.
‘Neem me niet kwalijk dat ik te laat ben. Ik moest een paar dingen op het kantoor afgeven.'
Toen zag Miles Sarah Andrews voor het eerst.
Op dat moment gingen zijn nekharen niet overeind staan en hij werd niet bekropen door voorgevoelens. Hij had geen flauw benul van wat hem te wachten stond en als je naging wat er allemaal zou gebeuren verbaasde hij zich daar achteraf telkens opnieuw over. Maar wat hij zich wel altijd zou herinneren was zijn verbazing over het feit dat Charlie het bij het rechte eind had gehad. Ze was inderdaad aantrekkelijk. Geen adembenemende schoonheid waar iedere dag uren aan gesleuteld moest worden, maar wel een vrouw die in het voorbijgaan door de meeste mannen nagekeken zou worden. Haar blonde haar was vlak boven haar schouders recht afgeknipt in een coupe die zowel elegant als gemakkelijk te onderhouden was. Ze droeg een lange rok en een gele blouse en hoewel haar gezicht rood was van de warmte straalden haar blauwe ogen een frisheid uit alsof ze net de hele dag naast een beekje had zitten luieren.
'Dat maakt niet uit,' zei hij ten slotte. 'Ik was eigenlijk een beetje te vroeg.' Hij stak zijn hand uit. 'Ik ben Miles Ryan.'
Terwijl hij dat zei, gleden Sarahs ogen even omlaag naar zijn holster. Miles had die blik vaker gezien - een vreesachtige blik - maar voor hij iets kon zeggen, keek ze hem recht aan en glimlachte. Ze schudde hem de hand alsof ze zich nergens druk over maakte. 'Ik ben Sarah Andrews. Ik ben blij dat u vandaag even tijd kon maken. Ik bedacht pas nadat ik dat briefje had meegegeven dat ik u niet de kans had gegeven om een nieuwe afspraak te maken als het u vandaag niet uitkwam.'
'Dat was geen probleem. Mijn baas heeft er een mouw aan weten te passen.'
Ze knikte en bleef hem aankijken. 'Charlie Curtis, hè? Ik heb zijn vrouw ontmoet, Brenda. Ze heeft me geholpen om hier een beetje ingewerkt te raken.'
'Ik zou maar voorzichtig zijn als ik u was... als ze de kans krijgt, praat ze u de oren van het hoofd.'
Sarah schoot in de lach. 'Dat was al tot me doorgedrongen. Maar ze is fantastisch geweest, echt waar. Je bent altijd een beetje onder de indruk als je ergens net binnenkomt, maar zij heeft echt haar best gedaan om me het gevoel te geven dat ik hier hoor.'
'Het is een lief mens.'
Ze hielden allebei even hun mond terwijl ze tegenover elkaar bleven staan en Miles wist instinctief dat ze zich niet echt op haar gemak voelde nu de kennismaking achter de rug was. Ze liep om de lessenaar heen met een gezicht alsof ze spijkers met koppen wilde slaan en zocht tussen de stapels papier de dingen die ze nodig had. Buiten kwam de zon achter een wolk vandaan en viel door het raam rechtstreeks op hen. Het leek meteen nog warmer te worden en Miles sjorde weer aan zijn overhemd. Sarah keek even op.
'Ik weet dat het hier ontzettend warm is... ik was eigenlijk van plan om een ventilator mee te brengen, maar ik heb nog geen gelegenheid gehad om er een te kopen.'
'Ik kan er wel tegen.' Op hetzelfde moment dat hij dat zei, voelde Miles hoe het zweet over zijn borst en rug begon te lopen.
‘Nou, ik zal u een paar keuzemogelijkheden geven. Als u een stoel pakt, kunnen we hier gaan zitten praten met de kans dat we allebei flauwvallen, of we gaan naar buiten, waar het iets koeler is. Er staan een paar picknicktafels in de schaduw.'
'Kan dat wel?'
'Als u het niet erg vindt.'
'Nee, dat vind ik helemaal niet erg. Bovendien is Jonah op de speelplaats en op die manier kan ik hem in het oog houden.'
Ze knikte. 'Goed. Ik wil alleen even controleren of ik alles heb...'
Een minuut later stapten ze de klas uit, liepen door de gang en duwden de deur open.
'Hoe lang bent u al in de stad?' vroeg Miles even later.
'Sinds juni.'
'En bevalt het u hier?'
Ze keek hem aan. 'Het is nogal rustig, maar wel prettig.'
‘Waar komt u vandaan?'
'Uit Baltimore. Daar ben ik opgegroeid, maar...' Ze zweeg even. 'Ik had behoefte aan verandering.'
Miles knikte. 'Dat kan ik me best voorstellen. Af en toe heb ik ook zin om weg te gaan.'
Zodra hij dat had gezegd, verscheen er een soort begrijpende blik op haar gezicht en Miles wist meteen dat ze het verhaal over Missy al had gehoord. Maar ze zei niets.
Terwijl ze aan de picknicktafel gingen zitten nam Miles haar tersluiks goed op. Van dichtbij, in de zonnestraaltjes die door de bomen vielen die voor de schaduw moesten zorgen, zag haar huid er glad en haast lichtgevend uit. Hij kwam onmiddellijk tot de conclusie dat Sarah Andrews nooit last had gehad van jeugdpuistjes.
'Goed...' zei hij. 'Moet ik u juffrouw Andrews noemen?'
'Nee hoor, zeg maar Sarah.'
'Oké, Sarah...' Hij stopte en een moment later maakte Sarah zijn zin af.
'Je vraagt je zeker af waarom ik met je wilde praten?'
'Die gedachte is inderdaad bij me opgekomen.'
Sarah keek even neer op de map die voor haar lag en richtte toen haar blik weer op hem. 'Nou, laat ik beginnen met je te vertellen dat ik heel blij ben dat Jonah bij mij in de klas zit. Hij is een geweldige knul... altijd de eerste om zijn diensten aan te bieden als ik iets nodig heb en hij is ook heel lief voor de andere leerlingen. Bovendien is hij beleefd en kan voor zijn leeftijd bijzonder goed uit zijn woorden komen.'
Miles nam haar van top tot teen op. Waarom krijg ik nu de indruk dat je me voorbereidt op slecht nieuws?'
'Ben ik zo doorzichtig?'
Tja... nogal,' gaf Miles toe en Sarah lachte een beetje schaapachtig.
'Het spijt me, maar ik wilde je eerst vertellen dat lang niet alles mis is. Vertel eens... heeft Jonah al iets tegen je gezegd over wat er aan de hand is?'
'Pas vanmorgen bij het ontbijt. Toen ik hem vroeg waarom jij me wilde spreken, zei hij alleen dat hij moeite heeft met bepaalde vakken.'
'O.' Ze zweeg even, alsof ze haar gedachten op een rijtje probeerde te zetten.
'Je maakt me toch een beetje zenuwachtig,' zei Miles ten slotte. 'Je denkt toch hopelijk niet dat er iets ernstigs aan de hand is?'
Tja...' Ze aarzelde. 'Ik vind het heel vervelend dat ik je dit moet vertellen, maar volgens mij is dat wel het geval. Jonah heeft geen moeite met bepaalde vakken, Jonah heeft moeite met alle vakken.'
Miles fronste zijn voorhoofd. 'Met alle vakken?'
'Jonah,' zei ze rustig, 'is achter met lezen, schrijven, spellen en rekenen... ongeveer met alles, dus. Om eerlijk te zijn zou hij volgens mij in de tweede klas nog niet eens mee kunnen komen.'
Miles keek haar met grote ogen aan en wist niet wat hij daarop moest zeggen. Ik weet dat het voor jou helemaal niet leuk is om dat te horen,' ging Sarah verder. 'Ik zou het zelf ook niet leuk vinden als dit over mijn zoon werd gezegd, dat mag je gerust geloven. Daarom wilde ik ook heel zeker van mijn zaak zijn voor ik er met jou over begon. Hier...'
Sarah sloeg de map open en overhandigde Miles een stapel papieren met werk van Jonah. Miles keek ze door. Twee velletjes met sommen waarvan er niet één goed was, een paar blaadjes papier waarop een kort verhaaltje had moeten staan (Jonah was niet verder gekomen dan een paar woorden in een vrijwel onleesbaar handschrift) en drie korte leesoefeningen waarvoor Jonah ook een onvoldoende had gekregen. Nadat het een tijdje stil was geweest, schoof ze Miles de map toe.
'Je mag die dingen wel houden. Ik heb ze toch niet nodig.'
'Ik weet eigenlijk niet of ik ze wel wil hebben,' zei hij, nog steeds verstijfd van schrik.
Sarah boog zich iets naar hem toe. 'Hebben de twee onderwijzeressen die hij eerder heeft gehad nooit tegen je gezegd dat er problemen waren?'
'Nee, nooit.'
'Echt niet?'
Miles wendde zijn blik af. Aan de overkant van de speelplaats kon hij Jonah zien die van de glijbaan gleed, met Mark in zijn kielzog. Hij legde zijn vingertoppen tegen elkaar.
'Jonahs moeder stierf vlak voordat hij voor het eerst naar school zou gaan. Ik weet dat Jonah vaak met zijn hoofd op zijn tafeltje zat te huilen en daar hebben we ons allemaal zorgen om gemaakt. Maar zijn onderwijzeres heeft nooit iets gezegd over zijn werk. Op zijn rapporten stond dat hij het prima deed. En vorig jaar ging het precies zo.'
'Heb je weleens naar het werk gekeken dat hij van school meebracht?'
'Hij had nooit iets bij zich. Alleen de dingen die hij bij handenarbeid had gemaakt.'
Nu klonk hem dat zelf ineens belachelijk in de oren. Waarom was hem dat nooit eerder opgevallen? Je hebt het een beetje te druk met je eigen leven, hè? antwoordde een stemmetje in zijn hoofd.
Miles zuchtte. Hij was niet alleen boos op zichzelf, maar ook op de school. Sarah scheen zijn gedachten te kunnen lezen.
'Ik weet dat je je nu afvraagt hoe dit kon gebeuren en je hebt het volste recht om kwaad te zijn. Jonahs onderwijzeressen hadden de plicht om hem les te geven, maar dat hebben ze niet gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat het geen boze opzet is geweest... het zal wel gekomen zijn omdat niemand hem achter de vodden wilde zitten.'
Daar zat Miles een poosje over na te denken. 'Nou, dit is geweldig,' mompelde hij.
'Luister eens,' zei Sarah. 'Ik heb je niet hier laten komen om alleen maar slecht nieuws aan te horen. Als ik het daarbij zou laten, zou ik me aan mijn verantwoordelijkheid onttrekken. Ik wilde met je praten over de beste manier om Jonah te helpen. Ik wil niet dat hij dit jaar blijft zitten en met wat extra inspanning zal dat waarschijnlijk ook niet nodig zijn. Hij kan de achterstand inhalen.'
Het duurde even voordat hij besefte wat ze precies had gezegd en toen hij haar aankeek, knikte Sarah.
'Jonah is bijzonder intelligent. Als hij eenmaal iets heeft geleerd vergeet hij het niet meer. Hij moet alleen meer doen dan ik hem in de klas kan laten doen.'
'Wat bedoel je daar precies mee?'
'Hij heeft na schooltijd hulp nodig.'
'Bedoel je dat hij bijles moet hebben?'
Sarah streek haar lange rok glad. 'Dat is een mogelijkheid, maar dat kan behoorlijk duur worden, zeker als je rekening houdt met het feit dat Jonah bij het begin moet beginnen. We hebben het niet over algebra... momenteel zijn we bezig met simpele optelsommetjes, zoals drie plus twee. En wat het lezen betreft, moet hij gewoon flink oefenen. Hetzelfde geldt voor schrijven. Tenzij je geld genoeg hebt, lijkt het me verstandiger om het zelf te doen.' 'Ik?'
'Zo moeilijk is dat niet. Je moet gewoon samen met hem gaan zitten lezen en hem jou laten voorlezen. En je moet hem helpen met zijn taken, dat soort dingen. Ik denk niet dat jij problemen zult hebben met de taken die ik opgeef.'
'Jij hebt mijn rapporten van de lagere school nooit gezien.'
Sarah schoot in de lach maar ze ging gewoon door. 'Een soort schema met vaste tijden zou waarschijnlijk helpen. Ik ben erachter gekomen dat kinderen het beste leren als het een kwestie van routine wordt. En routine betekent trouwens ook dat je consequent moet zijn en dat is waar Jonah het meest behoefte aan heeft.'
Miles ging even verzitten. 'Dat is niet zo gemakkelijk als het klinkt. Ik heb variabele werktijden. Soms ben ik om vier uur thuis, maar het gebeurt ook dat ik pas thuiskom als Jonah al in bed ligt.'
"Wie past na schooltijd op hem?'
'Mevrouw Knowlson... die woont naast ons. Het is een fantastisch mens, maar ik denk niet dat ze het op zal kunnen brengen om iedere dag huiswerk met hem te maken. Ze is al in de tachtig.'
'Is er dan niemand anders? Een van zijn grootouders of zo?'
Miles schudde zijn hoofd. 'Missy's ouders zijn na haar dood naar Florida verhuisd, dus daar hebben we niets aan. Mijn moeder stierf toen ik vlak voor mijn eindexamen zat en zodra ik ging studeren heeft mijn vader zijn biezen gepakt. De helft van de tijd weet ik niet eens waar hij uithangt. Jonah en ik hebben het de laatste paar jaar alleen moeten opknappen. Begrijp me niet verkeerd... het is een schat van een joch en af en toe ben ik gewoon blij dat ik hem met niemand hoef te delen. Maar er zijn ook tijden dat ik onwillekeurig het gevoel krijg dat het gemakkelijker zou zijn geweest als Missy's ouders in de stad waren blijven wonen of als ik wat vaker op mijn vader zou kunnen rekenen.'
'Je bedoelt in een geval als dit?'
'Precies,' beaamde hij en Sarah begon opnieuw te lachen. Hij vond het prettig om te horen. Er klonk een bepaalde onschuld in door, die hij associeerde met kinderen die nog niet tot het besef waren gekomen dat de wereld niet alleen een kwestie was van spelletjes en plezier maken.
In ieder geval neem je het wel serieus,' zei Sarah. 'Je zou eens moeten weten hoe vaak ik dit soort gesprekken heb met ouders die het gewoon niet willen geloven of die de schuld op mij willen afwentelen.'
'Gebeurt dat dan zo vaak?'
Vaker dan je denkt. Voordat ik je dat briefje stuurde, heb ik zelfs met Brenda overlegd hoe ik je dit het best kon vertellen.'
'En wat heeft ze gezegd?'
'Ze zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, want dat jij echt niet onredelijk zou zijn. Dat je in de allereerste plaats over Jonah in zou zitten en dat je bereid zou zijn om te luisteren naar wat ik te zeggen had. Daarna heeft ze tegen me gezegd dat ik me ook niet druk moest maken als je toevallig een pistool bij je had.'
Miles keek haar vol afschuw aan. ‘Nee, heeft ze dat echt gezegd?'
'Ja, maar je had moeten horen hoe.'
'Ik zal eens ernstig met haar moeten praten.'
'Nee, doe dat maar niet... het was duidelijk dat ze je graag mag. Dat heeft ze me trouwens ook verteld.'
'Brenda kan met iedereen opschieten.'
Op dat moment hoorde Miles Jonah tegen Mark schreeuwen dat ze krijgertje gingen spelen. Ondanks de hitte holden de twee jongetjes over de speelplaats en draaiden om een paar palen heen voor ze de andere kant op schoten.
'Ik vraag me altijd af waar ze die energie vandaan halen,' merkte Sarah verwonderd op. 'Dat hebben ze tussen de middag ook al gedaan.'
'Ik weet precies wat je bedoelt. Ik kan me de laatste keer niet herinneren dat ik me ook zo heb gevoeld.'
'Ach, hou op, zo oud ben je nog niet. Wat ben je... een jaar of veertig, vijfenveertig?'
Opnieuw keek Miles haar vol schrik aan en Sarah gaf hem een knipoogje. 'Ik plaag je maar,' zei ze.
Miles deed net alsof hij opgelucht het zweet van zijn voorhoofd wiste. Hij merkte tot zijn verbazing dat hij het leuk vond om met haar te praten. Op de een of andere manier kreeg hij bijna het gevoel dat ze met hem zat te flirten en dat idee beviel hem beter dan hem eigenlijk gepast leek.
'Nou, bedankt hoor.'
'Graag gedaan,' antwoordde ze terwijl ze tevergeefs probeerde haar ondeugende lachje te verbergen. 'Maar goed...' Ze hield even op. "Waar waren we gebleven?'
'Je zei net tegen me dat je vond dat ik er ouder uitzag dan ik ben.'
'Nee, daarvoor... O ja, we hadden het over jouw werkschema en jij zei tegen me dat het vrijwel onmogelijk was om een vast programma op te stellen.'
'Ik heb niet gezegd dat het onmogelijk was. Het zal alleen niet meevallen.'
'Ben je weleens 's middags vrij?'
'Meestal op woensdag en vrijdag.'
Terwijl Miles zijn best deed om een oplossing te vinden leek Sarah tot een besluit te komen.
'Goed. Eigenlijk doe ik dat nooit, maar in jouw geval ben ik bereid om een handje te helpen,' zei ze langzaam. 'Als je het daarmee eens bent natuurlijk.'
Miles trok zijn wenkbrauwen op. 'Hoezo, een handje helpen?'
'Ik zal de drie andere dagen van de week na schooltijd met Jonah werken, als jij hetzelfde doet op de middagen dat je vrij hebt.'
Hij slaagde er niet in om zijn verbazing te verbergen. Wil je dat echt doen?'
'Niet voor elke leerling, nee. Maar ik heb al gezegd dat ik Jonah een lief knulletje vind en hij heeft het de laatste paar jaar niet gemakkelijk gehad. Ik wil met alle plezier helpen.'
'Echt waar?'
'Kijk niet zo verbaasd. De meeste onderwijzers zijn verknocht aan hun werk. Bovendien ben ik hier toch meestal tot een uur of vier, dus zoveel moeite is het niet.'
Toen Miles niet direct antwoord gaf, hield Sarah ook haar mond.
Ten slotte zei ze: 'Ik bied je dit maar één keer aan, dus graag of niet.'
Miles leek zich bijna te generen. 'Bedankt,' zei hij ernstig. 'Ik kan je niet vertellen hoe ik dit waardeer.'
'Graag gedaan. Er is maar één ding dat ik nodig zal hebben om het goed te doen. Beschouw het maar als mijn honorarium.'
‘Waar heb je het over?'
'Een ventilator... maar zorg wel dat het een goeie is.' Ze knikte met haar hoofd naar de school. 'Het lijkt daarbinnen wel een oven.'
'Afgesproken.'
Twintig minuten later, nadat ze afscheid had genomen van Miles, was
Sarah weer terug in het klaslokaal. Terwijl ze haar spulletjes
pakte, gingen haar gedachten onwillekeurig naar Jonah en ze vroeg
zich af hoe ze hem het best zou kunnen helpen. Het was heel
verstandig dat ze dat aanbod had gedaan, zei ze bij zichzelf. Op
die manier kon ze beter in de gaten houden of hij in de klas kon
meekomen en ze zou ook beter in staat zijn om Miles van advies te
dienen als hij zijn zoon met zijn huiswerk hielp. Het bracht
natuurlijk wel wat extra werk mee, maar het was het beste voor
Jonah, ook al was ze het eigenlijk helemaal niet van plan geweest.
Het was pas bij haar opgekomen toen ze het aanbood.
Ze probeerde nog steeds te achterhalen waarom ze dat eigenlijk had gedaan.
Onwillekeurig moest ze ook aan Miles denken. Hij was heel anders dan ze had verwacht, dat stond vast. Toen Brenda haar had verteld dat hij een sheriff was, had ze meteen een soort karikatuur van de zuidelijke politieman voor ogen gehad: veel te dik, een broek die afzakte, een zonnebrilletje met spiegelglazen en een mond vol pruimtabak. Ze had zich voorgesteld hoe hij vol branie haar klas binnen zou stappen, met de duimen in de tailleband van zijn broek gehaakt en een lome stem die zei: Wat had je me over mijn zoon te vertellen, dametje? Maar zo was Miles dus helemaal niet.
Hij zag er ook goed uit. Niet op de manier van Michael - donker en heel knap, altijd om door een ringetje te halen — maar aantrekkelijk op een meer natuurlijke, ongepolijste manier. Zijn gezicht was een beetje verweerd, alsof hij als jongetje te veel uren in de zon had doorgebracht. Maar in tegenstelling tot wat ze had gezegd, leek hij echt nog geen veertig en daar had ze van opgekeken.
Maar ze had het kunnen weten. Per slot van rekening was Jonah pas zeven en ze wist ook dat Missy Ryan jong was gestorven. Ze vermoedde dat haar misvatting iets te maken had met het feit dat zijn vrouw was gestorven. Ze kon zich niet voorstellen dat iemand op haar leeftijd zoiets kon overkomen. Het klopte gewoon niet; het leek niet te passen in de natuurlijke gang van zaken.
Sarah liep daar nog steeds over te piekeren toen ze nog een keer in het lokaal rondkeek om er zeker van te zijn dat ze alles had. Ze pakte haar tas uit de onderste la van haar lessenaar, hing hem over haar schouder, nam de rest onder haar arm en deed op weg naar buiten het licht uit.
Terwijl ze naar haar auto liep, was ze een beetje teleurgesteld toen ze zag dat Miles al weg was. Ze gaf zichzelf een veeg uit de pan voor die gedachte en hield zichzelf voor dat een weduwnaar als Miles vast niet op dezelfde manier aan de onderwijzeres van zijn zoontje zou denken.
Sarah Andrews had er geen flauw idee van dat ze de plank volkomen missloeg.