9
Donderdagavond — de avond voor D-Day zoals Miles het in gedachten was gaan noemen — lag Miles samen met Jonah in bed. Ze hadden een boek dat ze steeds aan elkaar overgaven zodat ze om de beurt een bladzijde konden voorlezen, met een stapel kussens in de rug gepropt en de dekens teruggeslagen. Jonahs haar was nog nat omdat hij net in bad was geweest en Miles rook nog steeds de shampoo die hij had gebruikt. Het was een zoete en onschuldige geur, alsof er meer weg was gespoeld dan vuil.
Terwijl Miles midden in een bladzijde was, keek Jonah ineens naar hem op. 'Mis jij mammie?'
Miles legde het boek neer en sloeg zijn arm om Jonah heen. Het was al een paar maanden geleden dat hij uit zichzelf over Missy was begonnen.
'Ja,' zei hij. 'Heel erg.'
Jonah sjorde aan zijn pyjama waardoor twee brandweerauto's frontaal met elkaar in botsing kwamen. 'Denk je weleens aan haar?'
'Altijd,' zei hij.
'Ik ook,' zei Jonah zacht. 'Soms, als ik in bed lig...' Hij keek Miles fronsend aan. ‘Dan kan ik in gedachten allerlei dingen zien,..' Zijn stem stierf weg.
'Alsof het een soort film is?'
'Ja, zoiets. Maar ook eigenlijk weer niet. Het lijkt meer op een foto, snap je wat ik bedoel? Maar ik kan hem niet altijd zien.'
Miles trok zijn zoon tegen zich aan. 'Word je daar verdrietig van?'
'Dat weet ik niet. Soms wel.'
'Het is niet erg om verdrietig te zijn. Iedereen is weleens verdrietig. Zelfs ik.'
'Maar jij bent al groot.'
'Ook grote mensen zijn weleens verdrietig.'
Daar moest Jonah kennelijk even over nadenken, terwijl hij de brandweerauto's opnieuw op elkaar liet botsen. De zachte flanellen stof ging heen en weer in een naadloos ritme.
'Pap?'
'Ja?' 'Ga je met juf Andrews trouwen?'
Miles trok zijn wenkbrauwen op. 'Daar heb ik eigenlijk nog niet over nagedacht,' antwoordde hij eerlijk.
'Maar je hebt wel een afspraakje met haar, hè? Dat betekent toch dat jullie gaan trouwen?'
Miles moest onwillekeurig lachen. Van wie heb je dat gehoord?'
Van een paar van de grotere kinderen op school. Die zeiden dat je altijd eerst een afspraakje maakt en dan gaat trouwen.'
Tja,' zei Miles, 'in zekere zin hebben ze wel gelijk, maar toch ook weer niet. Dat ik met juf Andrews uit eten ga, wil nog niet zeggen dat we ook met elkaar gaan trouwen. Het betekent eigenlijk alleen maar dat we een poosje met elkaar willen praten, om elkaar beter te leren kennen. Dat doen grote mensen af en toe.'
'Waarom?'
Dat zul je over een paar jaar wel begrijpen, zoon, dat beloof ik je.
'Dat doen ze gewoon. Het is net zoiets als... nou ja, je weet toch wel hoe jij met je vriendjes speelt? Dat jullie met elkaar dollen en lachen en pret maken? Dat is eigenlijk precies hetzelfde als een afspraakje.'
'O,' zei Jonah. Zijn gezicht stond veel te ernstig voor een zevenjarig jongetje. 'Gaan jullie ook over mij praten?'
'Waarschijnlijk wel. Maar maak je geen zorgen, dat wordt niets dan goeds.'
·Wat dan?'
‘Nou, we zouden het over de voetbalwedstrijd kunnen hebben. Of misschien vertel ik haar wel hoe goed je kunt vissen. En we zullen elkaar vertellen hoe knap jij bent...'
Jonah schudde plotseling zijn hoofd en fronste zijn voorhoofd. 'Ik ben helemaal niet knap.'
'Natuurlijk wel. Je bent heel knap en dat vindt juf Andrews ook.'
'Maar ik ben de enige van de klas die na schooltijd moet blijven.'
'Ja, maar dat maakt niet uit. Ik moest ook altijd nablijven toen ik nog klein was.'
Dat vond hij kennelijk interessant om te horen. 'Echt waar?'
'Ja hoor. En niet alleen maar voor een paar maanden; ik moest twee jaar lang na schooltijd blijven.'
'Twee jaar?'
Miles knikte nadrukkelijk. 'Iedere dag.'
'Goh,' zei hij. 'Als jij twee jaar moest nablijven, dan was je wel heel erg dom.'
Dat was niet precies wat ik bedoelde, maar als jij je daardoor beter voelt, slik ik dat maar.
'Je bent een knappe kerel en denk erom dat je dat nooit vergeet, begrepen?'
'Heeft juf Andrews echt gezegd dat ik knap was?'
'Dat zegt ze iedere dag tegen me.'
Jonah glimlachte. 'Ze is een fijne juf.'
'Dat vind ik ook, maar ik ben blij dat je het met me eens bent.'
Jonah bleef even stil en de vrachtauto's begonnen weer tegen elkaar te botsen.
'Vind je haar eigenlijk mooi?' vroeg hij onschuldig.
O, lieve hemel, waar haal je dat allemaal vandaan?
'Tja...'
'Ik vind haar wel mooi,' verklaarde Jonah. Hij trok zijn knieën op en pakte het boek om weer verder te gaan met voorlezen. 'Ze doet me soms een beetje aan mam denken.'
Miles had echt geen flauw idee wat hij daarop moest zeggen.
En dat gold ook voor Sarah, ook al ging het om iets totaal anders.
Ze moest even nadenken voordat ze haar tong weer terug had
gevonden.
'Ik heb geen flauw idee, mam. Dat heb ik hem nooit gevraagd.'
'Maar hij is toch een sheriff?'
'Ja... maar over dat soort dingen hebben we het eigenlijk nog nooit gehad.'
Haar moeder had zich hardop afgevraagd of Miles weleens iemand had neergeschoten.
'Nou ja, daar was ik gewoon benieuwd naar, snap je? Met al die tv-programma’s en de dingen die je tegenwoordig in de krant leest, zou het me niets verbazen. Het is gevaarlijk werk.'
Sarah sloot haar ogen en hield ze dicht. Vanaf het moment dat ze zich had laten ontvallen dat ze met Miles uit zou gaan, had haar moeder een paar keer per dag gebeld en Sarah bestookt met tientallen vragen waarvan ze het merendeel niet had kunnen beantwoorden.
'Als je dat zo graag wilt weten, vraag ik het hem wel, oké?'
Haar moeder hield even haar adem in. 'Nee, dat moet je niet doen! Dan zou ik meteen vanaf het begin alles voor je bederven!'
'Je kunt niets bederven, mam. We zijn nog niet eens met elkaar uit geweest.'
'Maar je zei toch dat hij aardig was?'
Sarah wreef vermoeid in haar ogen. 'Ja, mam. Hij is aardig.'
‘Nou, dan mag je niet vergeten hoe belangrijk de eerste indruk is.'
'Dat weet ik, mam.'
'En let op dat je er verzorgd uitziet. Het kan me niet schelen wat er af en toe in die tijdschriften staat, het is gewoon belangrijk om er als een dame uit te zien als je voor het eerst met iemand uitgaat. De dingen die sommige vrouwen tegenwoordig aantrekken...'
Terwijl haar moeder bleef doorzeuren vroeg Sarah zich af wat er zou gebeuren als ze gewoon de verbinding verbrak, maar in plaats daarvan begon ze gewoon haar post door te kijken. Rekeningen, diverse reclamefoldertjes en een aanbieding voor een Visa-card. Ze raakte er zo in verdiept dat het even duurde tot het tot haar doordrong dat haar moeder was opgehouden met praten en kennelijk wachtte tot ze antwoord zou geven.
'Ja, mam,' zei Sarah automatisch.
"Luister je wel naar me?'
'Natuurlijk luister ik naar je.'
'Dus je komt even bij ons langs?'
Ik dacht dat we het hadden over wat ik aan moest trekken... Sarah moest haar gedachten bij elkaar grabbelen om erachter te komen wat haar moeder precies had gezegd.
'Bedoel je dat ik met hem bij jullie langs moet komen?' vroeg ze ten slotte.
'Ik weet zeker dat je vader hem graag wil leren kennen.'
'Tja... ik weet niet of we daar tijd voor hebben.'
'Maar je hebt net gezegd dat je nog niet eens weet wat jullie gaan doen.'
'Ik bekijk het wel, mam. Ik zou alleen nergens op rekenen als ik jou was, want ik durf het niet te beloven.'
Het bleef een tijdje stil aan de andere kant van de lijn. 'O,' zei ze. Toen gooide ze het over een andere boeg. 'Ik zat alleen te denken dat het best leuk zou zijn als we de kans kregen om hem even te begroeten.'
Sarah ging weer verder met haar post. 'Ik beloof niets. Je hebt zelf al gezegd dat ik geen roet in het eten moet gooien als hij bepaalde plannen heeft gemaakt. Dat begrijp je toch wel?'
'Nou ja, vooruit dan maar,' zei ze duidelijk teleurgesteld. 'Maar als je niet langs kunt komen, zorg dan wel dat je me belt om te vertellen hoe het is gegaan, goed?'
'Ja, mam, ik bel je wel.'
'En ik hoop dat je het heel gezellig zult hebben.'
'Ik doe mijn best.'
'Maar niet té gezellig...'
'Ik begrijp wat je bedoelt,' viel Sarah haar in de rede.
‘Want per slot van rekening is het pas jullie éérste afspraakje...'
'Ik begrijp je best, mam,' zei Sarah met nog meer nadruk.
'Nou... goed, dan.' Ze klonk bijna opgelucht. 'Ik denk dat ik je dan maar neerleg. Tenzij er nog iets is waar je over wilt praten.'
‘Nee, ik geloof dat alles wel zo'n beetje gezegd is.'
Op de een of andere manier duurde het gesprek daarover toch nog tien minuten.
Later die avond, toen Jonah sliep, stopte Miles een oude band in de
videorecorder en ging zitten kijken hoe Missy en Jonah samen dolle
pret hadden in de branding bij Fort Macon. Jonah was toen nog maar
een kleuter, hooguit een jaar of drie, en hij vond het prachtig om
met zijn vrachtautootjes te spelen op de namaakwegen die Missy met
haar platte hand in het zand maakte. Missy was zesentwintig en ze
leek in haar blauwe bikini meer op een studentje dan op de moeder
van een kind.
In de video gebaarde ze dat Miles de camera opzij moest leggen om mee te doen met het spelletje, maar hij kon zich nog herinneren dat hij die ochtend veel liever voor toeschouwer speelde. Hij vond het prachtig om naar hen samen te kijken en het gaf hem zo'n fijn gevoel om te weten dat Missy zoveel van Jonah hield, op een manier die hij nooit voor mogelijk had gehouden. Zijn eigen ouders waren niet zo hartelijk geweest. Het waren geen slechte mensen, maar ze hadden gewoon moeite met het uiten van hun gevoelens, zelfs tegenover hun eigen kind. En nadat zijn moeder was overleden en zijn vader op reis was had hij af en toe bijna het gevoel dat hij ze helemaal niet had gekend. Miles vroeg zich weleens af of hij dezelfde man zou zijn geworden als hij Missy niet had ontmoet.
Missy begon vlak bij de rand van het water een gat te graven, eerst met een plastic schepje en vervolgens met haar handen omdat dat sneller ging. Liggend op haar knieën was ze even groot als Jonah en toen hij zag wat ze aan het doen was, kwam hij naast haar staan, wijzend en gebarend alsof hij de architect was van een gebouw in aanbouw. Missy lachte en praatte tegen hem, maar het geluid werd overstemd door het aanhoudend gebulder van de golven en Miles kon niet verstaan wat ze tegen elkaar zeiden. Terwijl ze het gat dieper maakte, kwam het zand in grote hopen om haar heen te liggen en na een poosje gebaarde ze dat Jonah erin moest gaan zitten. Met opgetrokken knieën paste hij er net in en Missy begon het gat weer dicht te gooien, drukte het zand tegen Jonahs lijfje aan en streek het glad. Binnen een paar minuten zat hij er tot aan zijn nek in: een zandschildpad met het hoofd van een jongetje.
Missy voegde links en rechts nog meer zand toe om ook zijn armen en zijn handen te bedekken, maar Jonah wiebelde met zijn vingers waardoor een deel van het zand weer wegviel en Missy het opnieuw moest proberen. Terwijl ze het zand met handenvol tegelijk op de plaats bracht, haalde Jonah weer dezelfde streek uit en Missy schoot in de lach. Ze legde een hoopje nat zand op zijn hoofd en hij bleef stil zitten. Ze boog zich voorover en gaf hem een kus en Miles keek toe hoe zijn lippen de woorden 'ik hou van je, mammie' vormden.
'Ik hou ook van jou,' zeiden haar lippen op hun beurt. Omdat ze wist dat Jonah wel even zou blijven zitten, richtte Missy haar aandacht op Miles.
Hij had iets tegen haar gezegd en ze lachte, maar opnieuw waren de woorden niet te horen Op de achtergrond waren over haar schouder slechts een paar andere mensen te zien. Het was pas mei, een week voordat de badgasten in drommen zouden komen opdagen en als hij zich goed herinnerde, was het ook een doordeweekse dag geweest. Missy keek even naar links en naar rechts en ging toen staan. Ze zette één hand op haar heup, legde de ander tegen haar achterhoofd en keek hem met halfgeloken ogen wulps en verleidelijk aan. Daarna liet ze de pose varen, lachte alsof ze zich een beetje schaamde en kwam naar hem toe om een kus op de lens van de camera te drukken.
Dat was het einde van de band.
Voor Miles waren deze videobanden een kostbaar bezit. Hij bewaarde ze in een brandvrij kistje die hij na de begrafenis had gekocht en hij had ze stuk voor stuk wel tien keer gezien. In die video's kwam Missy weer tot leven; hij kon haar zien bewegen en hij kon naar het geluid van haar stem luisteren. Hij kon haar weer horen lachen.
Jonah keek niet naar de videobanden; hij had ze zelfs nog nooit gezien. Miles betwijfelde of hij van het bestaan ervan afwist, omdat hij nog zo jong was geweest toen de meeste waren gemaakt. Miles was na de dood van Missy gestopt met filmen, om dezelfde reden waarom hij met zoveel andere dingen was gestopt. Het kostte gewoon te veel energie. En hij wilde niet herinnerd worden aan de periode in zijn leven direct na haar dood.
Hij wist niet zeker waarom hij vanavond ineens weer de behoefte had gehad om de banden te bekijken. Misschien kwam het door de opmerking die Jonah eerder had gemaakt, maar het kon ook te maken hebben met het feit dat er morgen voor het eerst in een eeuwigheid weer iets nieuws in zijn leven zou plaatsvinden. Hoe het ook in de toekomst met Sarah af zou lopen, er zou iets veranderen. Hij begon zelf te veranderen.
Maar waarom zou hij dat zo'n beangstigend idee vinden?
Het flikkerende scherm van de tv leek het antwoord op die vraag te geven.
Het was net alsof het hem vertelde dat de oorzaak lag in het feit dat hij er nooit achter was gekomen wat er in werkelijkheid met Missy was gebeurd.