20

'Maar wat is er nu verdomme aan de hand?' wilde Charlie weten.

Een paar minuten eerder was Miles komen opdagen met Otis en had hem meteen dwars door het bureau naar een van de arrestantencellen gebracht. Toen hij achter slot en grendel zat, had Otis om zijn advocaat gevraagd, maar Miles was gewoon weer de trap op gelopen en naar Charlies kantoor gegaan. Charlie deed de deur achter hem dicht. De andere sheriffs gluurden af en toe door de ruit naar binnen en probeerden uit alle macht hun nieuwsgierigheid te verbergen.

'Dat lijkt mij zo klaar als een klontje, of niet soms?' vroeg Miles.

'Het is nu niet de tijd en ook niet de plaats om grappen te maken, Miles. Ik wil antwoord hebben op een aantal vragen en wel meteen, om te beginnen met Sims. Ik wil weten waar je rapport is, waarom je hem hebt laten gaan en wat hij voor de donder bedoelde met een zaak van leven of dood. En daarna wil ik van je horen waarom je er ineens als de bliksem vandoor bent gegaan en waarom Otis beneden opgesloten zit.'

Charlie sloeg zijn armen over elkaar en leunde tegen zijn bureau.

Miles deed er ongeveer een kwartier over om te vertellen wat er was gebeurd. Charlies mond viel open en toen hij alles had gehoord, begon hij door zijn bureau te ijsberen.

"Wanneer heeft zich dat allemaal afgespeeld?'

'Een paar jaar geleden. Dat kon Sims zich niet precies herinneren.'

'Maar jij geloofde hem toch?'

Miles knikte. 'Ja,' zei hij. 'Ik geloofde hem. Als hij niet de waarheid heeft gesproken, is hij de beste acteur die ik ooit heb gezien.' Miles voelde zich doodmoe, nu de adrenalinestoot langzaam maar zeker wegebde.

'Dus je liet hem lopen.' Het was geen vraag maar een opmerking.

'Ik kon niet anders.'

Charlie schudde zijn hoofd en sloot heel even zijn ogen. 'Die beslissing was niet aan jou. Je had eerst naar mij toe moeten komen.'

'Je had erbij moeten zijn, Charlie. Hij zou nooit iets hebben gezegd als ik hier was gaan rondrennen om te proberen het met jou en Harvey op een akkoordje te gooien. Ik moest zelf een beslissing nemen. Jij kunt wel denken dat ik een fout heb gemaakt, maar uiteindelijk heb ik wel het antwoord gekregen waar ik op zat te wachten.'

Charlie keek nadenkend uit het raam. Het beviel hem niet. Helemaal niet. En het ging niet alleen om het feit dat Miles buiten zijn boekje was gegaan en dat er nog heel wat te verklaren viel.

'Je hebt inderdaad een antwoord gekregen,' zei hij ten slotte.

Miles keek op. "Wat wou je daarmee zeggen?'

'Dat het me gewoon niet goed in de oren klinkt, anders niet. Hij weet dat hij de gevangenis weer in draait als hij geen deal kan sluiten en dan kan hij je ineens iets vertellen over Missy?' Hij draaide zich om en keek Miles aan. Waar heeft hij de laatste paar jaar dan gezeten? Er is een beloning uitgeloofd en je weet hoe Sims zijn geld verdient. Waarom is hij daar dan niet eerder mee voor de dag gekomen?'

Daar had hij niet aan gedacht. 'Dat weet ik niet. Misschien was hij bang.'

Charlie keek naar de grond. Of misschien speldt hij ons nu iets op de mouw.

Miles scheen Charlies gedachten te kunnen lezen.

'Luister, we kunnen toch met Earl Getlin gaan praten. Als die het verhaal bevestigt, kunnen we het met hem op een akkoordje gooien en hem laten getuigen.'

Charlie zei niets. Christus, wat een puinhoop.

'Hij heeft mijn vrouw doodgereden, Charlie.'

'Sims zegt dat Otis heeft gezegd dat hij jouw vrouw heeft doodgereden. Er zit een groot verschil tussen die twee uitspraken, Miles.'

'Je weet toch hoe de stand van zaken is tussen mij en Otis.'

Charlie draaide zich om en wierp zijn handen in de lucht. 'Ja, natuurlijk weet ik dat. Ik weet precies hoe dat zit. En daarom zijn we min of meer begonnen met controleren of Otis een alibi had, of was je dat soms vergeten? Er waren getuigen die verklaarden dat hij de avond van het ongeluk thuis was geweest.'

'Dat waren zijn broers...'

Charlie schudde geërgerd zijn hoofd. 'Ook al heb je zelf niet deelgenomen aan het onderzoek, je weet donders goed hoe hard we op zoek zijn geweest naar een antwoord. Je kunt ons niet als een stelletje clowns afschilderen en dat geldt ook voor de mannen van de verkeerspolitie. We weten allemaal hoe we een onderzoek moeten instellen naar een misdaad en daar hebben we geen fouten bij gemaakt, want we wilden die zaak net zo graag als jij oplossen. We hebben met de juiste mensen gepraat en we hebben de juiste informatie naar de staatslaboratoria gestuurd. Maar er was niets dat Otis in verband bracht met deze zaak... helemaal niets.'

'Dat weet je niet zeker.'

'Daar ben ik heel wat zekerder van, dan van wat ik net van jou te horen heb gekregen,' antwoordde hij. Hij haalde even diep adem. 'Ik weet hoe dit aan je heeft gevreten sinds het gebeurd is en zal ik je eens iets vertellen? Het heeft net zo goed aan mij gevreten. En als het mij was overkomen, dan zou ik precies zo gereageerd hebben als jij. Ik zou ook stapelgek geworden zijn als iemand Brenda overreden had zonder daar verantwoording voor te hoeven afleggen. Waarschijnlijk zou ik ook in mijn eentje op zoek zijn gegaan naar het antwoord. Maar zal ik nog eens iets vertellen?'

Hij hield even op om zich ervan te vergewissen dat Miles naar hem luisterde.

'Ik zou geen geloof hebben gehecht aan het eerste het beste verhaal dat me werd voorgeschoteld bij wijze van oplossing, en zeker niet als het afkomstig was van een vent als Sims Addison. Denk eens even goed na over wie we het hebben. Sims Addison. Die vent zou zijn eigen moeder verlinken als hij daar een slaatje uit kon slaan. Hoever denk je dan dat hij bereid is te gaan als zijn eigen vrijheid in het geding komt?'

'Sims heeft hier niets mee te maken...'

‘Natuurlijk wel. Hij wilde niet weer in de bak terechtkomen en hij was tot alles bereid om dat te voorkomen. Klinkt dat niet veel logischer dan wat jij me hebt verteld?'

'Hij zou mij hier vast niet over voorliegen.'

Charlie keek Miles recht aan. 'En waarom niet? Omdat het te persoonlijk is? Omdat het te veel voor je betekent? Omdat het te belangrijk is? Heb je er ook maar een moment bij stilgestaan dat hij precies wist wat hij moest zeggen om jou zo ver te krijgen dat je hem liet lopen? Hij mag dan een zuipschuit zijn, maar hij is niet stom. Hij is in staat om van alles te beweren om zichzelf schoon te praten en kennelijk is dat ook precies wat er is gebeurd.'

'Je was er niet bij toen hij mij dat verhaal vertelde. Jij hebt zijn gezicht niet gezien.'

‘Nee? Eerlijk gezegd denk ik ook niet dat ik erbij hoefde te zijn. Ik kan me precies voorstellen hoe het is gegaan. Maar laten we er nu eens van uitgaan dat je gelijk hebt, goed? Zeg, dat Sims jou de waarheid heeft verteld... en dan gaan we even volkomen voorbij aan het feit dat jij niet het recht had om hem te laten gaan zonder dat eerst met mij of met Harvey overlegd te hebben, oké? En dan nog? Je hebt zelf gezegd dat hij een gesprek heeft afgeluisterd. Dat hij niet eens getuige is geweest van het voorval.'

'Dat hoeft ook niet.'

'Ach, hou toch op, Miles. Je kent de regels. Voor een rechtszaak is dat gewoon informatie uit de tweede hand. Je hebt geen poot om op te staan.'

'Earl Getlin kan een getuigenis afleggen.'

'Earl Getlin? Wie zou hem nou geloven? Eén blik op die tatoeages en op zijn strafblad en je kunt de helft van de jury afschrijven. Voeg daar nog bij dat hij het ongetwijfeld op een akkoordje zal willen gooien en daar gaat de andere helft.' Hij zweeg even. 'Maar je bent nog iets belangrijks vergeten, Miles.'

·Wat dan?'

'Stel je nu eens voor dat Earl het verhaal niet bevestigt?'

'Dat doet hij wel.'

'Maar stel je voor dat hij het niet doet?'

'Dan moeten we Otis een bekentenis afdwingen.'

'En denk je heus dat je dat lukt?'

'Hij bekent wel.'

'Je bedoelt als je hem maar stevig genoeg aanpakt...'

Miles stond op, omdat hij niet langer wilde luisteren. 'Hoor eens, Charlie... Otis heeft Missy vermoord, zo simpel is het. Jij wilt het misschien niet geloven, maar wellicht hebben jullie destijds toch iets over het hoofd gezien en ik mag barsten als ik dit nu laat schieten.' Hij stak zijn hand uit naar de deur. 'Ik heb een gevangene die ik moet ondervragen...'

Met een snelle beweging pakte Charlie de deur en smeet die dicht.

'Dat lijkt me niet, Miles. Op dit moment lijkt het me beter als jij je er even niet meer mee bemoeit.'

*Niet meer mee bemoeit?'

'Ja. Je. Bemoeit. Je. Er. Niet. Meer. Mee. Dat is een bevel. Van nu af aan regel ik die kwestie.'

‘We hebben het wel over Missy, Charlie.'

‘Nee. We hebben het over een hulpsheriff die zijn boekje te buiten is gegaan en die zich hier om te beginnen al helemaal niet mee had mogen bemoeien.'

Ze bleven elkaar een hele tijd strak aankijken, tot Charlie uiteindelijk zijn hoofd schudde. 'Luister eens, Miles, ik begrijp best wat je doormaakt, maar je houdt je erbuiten. Ik ga met Otis praten, ik ga op zoek naar Sims en ik zal hem ook aan de tand voelen. Bovendien zal ik in de auto stappen om Earl een bezoekje te brengen. En wat jou betreft, volgens mij kun jij beter naar huis gaan. Neem de rest van de dag maar vrij.'

'Maar mijn dienst is net begonnen...'

'En nu ben je al klaar.' Charlie pakte de deurknop vast. 'Vooruit, naar huis. Je laat dit aan mij over, begrepen?'



Het beviel hem helemaal niet.

Twintig minuten later zat Charlie nog steeds in zijn kantoor te twijfelen.

Hij was al bijna dertig jaar sheriff en had geleerd om op zijn instinct te vertrouwen. En zijn instinct leek nu wel een knipperlicht dat hem constant waarschuwde om op zijn hoede te zijn.

Hij wist niet eens goed waar hij moest beginnen. Otis Timson lag het meest voor de hand, want die zat per slot van rekening beneden, maar eigenlijk wilde hij eerst met Sims praten. Miles had gezegd dat hij ervan overtuigd was dat Sims de waarheid had gesproken, maar daar wenste Charlie niet op af te gaan.

Niet nu. Niet onder deze omstandigheden.

Niet als het om Missy ging.

Charlie had van dichtbij meegemaakt hoe moeilijk Miles het had gehad nadat Missy was gestorven. God, wat waren ze verliefd geweest. Het waren net twee jonge kinderen geweest; ze hadden hun ogen en hun handen niet van elkaar af kunnen houden. Knuffelen en kussen, handjes vasthouden, met elkaar flirten... het was net alsof niemand ooit de moeite had genomen om hun te vertellen dat het huwelijk eigenlijk een beproeving was. Goeie genade, zelfs na de geboorte van Jonah was er nog geen verandering in gekomen. Brenda zei altijd bij wijze van grap dat Miles en Missy elkaar zelfs nog zouden proberen te versieren als ze over vijftig jaar in een bejaardentehuis zaten.

En toen ze was gestorven? Als Jonah er niet was geweest, zou Miles haar waarschijnlijk gevolgd zijn. En hij was hoe dan ook praktisch bezig geweest zelfmoord te plegen. Hij dronk te veel, hij rookte, hij kon niet slapen en hij viel af. Het had heel lang geduurd voor hij weer aan iets anders had kunnen denken dan aan de misdaad.

De misdaad. Niet het ongeluk. Niet in de opvatting van Miles. Het ging altijd om de misdaad.

Charlie tikte met een potlood op zijn bureau.

En nu begint het weer van voren af aan.

Hij wist alles af van het onderzoek dat Miles had ingesteld en tegen beter weten in had hij hem zijn gang laten gaan. Harvey Wellman had hem stijf gevloekt toen het hem ter ore was gekomen, maar wat maakte het uit? Ze wisten allebei dat Miles zijn speurtocht nooit zou hebben gestaakt, wat Charlie ook zou hebben gezegd; als ze het erop aan hadden laten komen, zou Miles gewoon zijn penning hebben ingeleverd en het onderzoek in zijn eentje hebben voortgezet.

Maar hij had hem toch uit de buurt van Otis Timson kunnen houden. Godzijdank wel. Er was iets tussen die twee dat sterker was dan de normale spanning tussen mensen van goede en van slechte wil. Al die streken die de Timsons hadden uitgehaald — en Charlie had geen bewijzen nodig gehad om te weten wie daar verantwoordelijk voor waren geweest — vormden daar een belangrijk onderdeel van. Maar als je dat optelde bij de neiging van Miles om de Timsons eerst op te pakken en de rest later wel te regelen, kreeg je een explosief geheel.

Kon Otis Ryan Missy hebben doodgereden?

Daar zat Charlie een tijdje over te piekeren. Het was mogelijk... maar hoewel Otis geen gemakkelijke klant was en regelmatig bij vechtpartijen betrokken raakte, was hij nooit over de schreef gegaan. Tot nu toe. Althans voorzover ze konden bewijzen. En ze hadden trouwens een discreet onderzoek naar hem ingesteld. Daar had Miles op gestaan, maar Charlie was hem al een stapje voor geweest. Was het mogelijk dat ze iets over het hoofd hadden gezien?

Hij pakte een kladblok en begon gewoontegetrouw zijn gedachten op papier te zetten, om te proberen er orde in te scheppen.

Sims Addison. Had hij gelogen?

Hij had hun in het verleden vaak goede inlichtingen gegeven. Eerlijk gezegd waren ze altijd juist gebleken. Maar dit was een ander geval. Dit keer ging het niet om geld en de inzet was veel hoger. Het was nu een kwestie van zelfbehoud. Was de kans dat hij de waarheid vertelde daardoor groter? Of kleiner?

Charlie moest echt met hem praten. Het liefst vandaag nog. Of uiterlijk morgen.

Terug naar het kladblok. Hij schreef de volgende naam op.

Earl Getlin. Wat zou hij te vertellen hebben?

Als hij het verhaal niet bevestigde, was het onderwerp van de baan. Dan kon hij Otis vrijlaten en er een jaar aan spenderen om Miles aan zijn verstand te brengen dat Otis onschuldig was — in ieder geval aan deze misdaad. Maar als hij het wel bevestigde, wat dan? Met zijn strafblad was hij niet bepaald de meest geloofwaardige getuige ter wereld. En hij zou ongetwijfeld iets in ruil willen hebben voor zijn moeite en dat viel bij een jury nooit in de smaak.

Hoe dan ook, Charlie moest meteen met hem gaan praten.

Charlie zette Earl boven aan de lijst en schreef weer een naam op.

Otis Timson. Schuldig of onschuldig?

Als hij Missy had vermoord werd het verhaal van Sims begrijpelijk, maar wat dan? Moesten ze hem vasthouden terwijl ze ditmaal openlijk een onderzoek instelden en op zoek gingen naar aanvullend bewijsmateriaal? Moesten ze hem vrijlaten en hetzelfde doen? Hoe het ook zij, Harvey zou niet bepaald gelukkig zijn met een zaak waarbij ze helemaal afhankelijk waren van Sims Addison en Earl Getlin. Maar wat zouden ze na twee jaar nog kunnen vinden?

Maar het moest wel onderzocht worden, dat leed geen twijfel. Ook al was hij er nog zo vast van overtuigd dat ze niets zouden ontdekken, hij moest de zaak weer openen. Voor Miles. Voor hemzelf.

Charlie schudde zijn hoofd.

Oké, als hij er nu eens van uitging dat Sims de waarheid had gesproken en dat Earl dat zou beamen... waarom zou Otis dat dan gezegd hebben? Het meest voor de hand liggende antwoord was dat hij het had gezegd omdat hij het had gedaan. Als dat zo was, dan was het weer een kwestie van genoeg bewijsmateriaal verzamelen. Maar-

Het duurde even voordat hij zijn gedachte in de vorm van een vraag kon gieten.

Maar wat als Sims inderdaad de waarheid had gesproken? En als Otis die avond gelogen had?

Zou dat kunnen?

Charlie sloot zijn ogen en dacht na.

Als dat zo was, waarom dan?

Om zijn reputatie op te vijzelen? Kijk eens wat ik ongestraft voor elkaar heb kunnen krijgen...

Om Earl zo bang te maken dat hij met het geld over de brug kwam? Dat zal jou ook overkomen, tenzij...

Of had hij alleen maar willen zeggen dat hij alles had geregeld, maar het vuile werk niet zelf had opgeknapt?

Zijn gedachten tolden in een kringetje rond en flitsten van het ene uiterste naar het andere terwijl hij alles tegen elkaar afwoog.

Maar hoe had hij in vredesnaam kunnen weten dat ze die avond zou gaan joggen?

Het was één grote puinhoop.

Omdat hij geen steek opschoot, legde hij zijn potlood neer en wreef een paar keer over zijn slapen, in de wetenschap dat er nog meer problemen waren dan de toestand met dat drietal.

Wat moest hij met Miles beginnen?

Zijn vriend. Zijn hulpsheriff.

Het op een akkoordje gooien met Sims en verzuimen een rapport in te dienen? Hem laten lopen? Om vervolgens tot de aanval over te gaan alsof dit het wilde westen was en Otis in hechtenis te nemen zonder de moeite te nemen om eerst met Earl Getlin te praten?

Harvey was geen kwaaie peer, maar dit zou hem niet lekker zitten. Helemaal niet lekker.

En dat geldt voor ons allemaal.

Charlie zuchtte. 'Hé, Madge!' riep hij.

De secretaresse stak haar hoofd om de deur. Ze was mollig, ze begon al aardig grijs te worden; ze was al bijna net zo lang in dienst als hij en ze wist precies wat er gaande was op het bureau. Hij vroeg zich af of ze mee had geluisterd.

'Is Joe Hendricks nog steeds directeur van Hailey?'

'Volgens mij is dat tegenwoordig Tom Vernon.'

'Dat klopt,' zei Charlie en knikte omdat hij zich herinnerde dat hij dat ergens gelezen had. 'Kun je het nummer even voor me opzoeken?'

'Ja hoor. Ik pak het wel even. Het staat in de klapper op mijn bureau.'

Ze was binnen een minuut terug en toen Charlie het briefje aanpakte, bleef ze even staan omdat de blik in zijn ogen haar niet beviel. Ze wachtte om te horen of hij erover wilde praten.

Dat wilde hij niet.



Het kostte hem bijna tien minuten om Tom Vernon aan de lijn te krijgen.

'Earl Getlin? Ja, die zit hier nog steeds,' antwoordde Vernon.

Charlie zat doelloos te krabbelen op het papier dat voor hem lag. 'Ik moet hem spreken.'

'Gaat het om iets officieels?'

'Dat kun je wel stellen.'

'Nou, wat mij betreft, kun je je gang gaan. Wanneer was je van plan om hierheen te komen?'

'Zou het vanmiddag kunnen?'

'Al zo snel? Dan moet het wel iets belangrijks zijn.'

'Dat is het ook.'

'Mij best. Ik zal ze wel laten weten dat je komt. Hoe laat denk je dat je hier kunt zijn?'

Charlie wierp een blik op zijn horloge. Een paar minuten over elf. Als hij zijn lunch opofferde, kon hij daar aan het begin van de middag zijn.

"Wat dacht je van twee uur?'

'In orde. Ik neem aan dat je een rustig plekje wilt hebben om met hem te praten?'

'Als dat mogelijk is.'

'Geen probleem. Tot straks dan.'

Charlie verbrak de verbinding en toen hij zijn colbert pakte, stak Madge haar hoofd weer om de deur.

'Ga je ernaartoe?'

'Ik zal wel moeten,' zei Charlie.

'Luister, terwijl jij zat te bellen, had ik Thurman Jones aan de lijn. Hij wil met je praten.'

De advocaat van Otis Timson.

Charlie schudde zijn hoofd. 'Als hij weer belt, zeg dan maar dat ik om een uur of zes terug ben. Dan kan hij me bereiken.'

Madge schuifelde met haar voeten. 'Hij zei dat het belangrijk was. Dat het niet kon wachten.'

Advocaten. Als ze jou wilden spreken, was het belangrijk. Als hij hen nodig had, was het een heel ander verhaal.

'Heeft hij gezegd waar het om ging?'

'Niet tegen mij. Maar hij klonk boos.'

Uiteraard was hij boos. Zijn cliënt zat achter tralies en er was nog niet eens een aanklacht tegen hem ingediend. Maar dat deed er niet toe... Charlie had in ieder geval het recht om hem voorlopig vast te houden. Maar de tijd drong.

'Ik heb geen tijd om nu met hem in de slag te gaan. Zeg maar dat hij later terug moet bellen.'

Madge knikte, met een samengeknepen mondje. Ze had kennelijk nog meer te zeggen.

'Is er verder nog iets?'

'Een paar minuten geleden belde Harvey ook. Hij wil eveneens met je praten. Volgens hem is het dringend.'

Charlie hees zijn colbert aan en dacht: Natuurlijk heeft hij dat gezegd. Op een dag als vandaag had ik niet anders verwacht.

'Als hij terugbelt, kun je hem dezelfde boodschap geven.'

'Maar...'

'Doe het nou maar gewoon, Madge. Ik heb geen tijd om met je in discussie te gaan.' En een moment later: 'Stuur Harris even naar me toe. Ik heb een klusje voor hem.'

Aan Madges gezicht was duidelijk te zien dat zijn besluit haar niet beviel, maar ze deed wat haar gezegd was. Harris Young, een hulpsheriff, kwam zijn kantoor binnenlopen.

'Ik wil dat je Sims Addison voor me opspoort. En je moet een oogje op hem houden.'

Harris zag eruit alsof hij niet precies snapte wat hem te doen stond. Wil je dat ik hem arresteer en meeneem naar het bureau?'

‘Nee,' zei Charlie. 'Zorg alleen maar dat je hem vindt. En hou hem in de gaten. Maar zorg wel dat hij jou niet te zien krijgt.'

'Hoe lang moet dat duren?'

'Ik ben tegen een uur of zes terug, dus tot die tijd zeker.'

'Dat is bijna mijn hele diensttijd.'

'Dat weet ik.'

'Maar wat doe ik dan als ik een oproep krijg en ervandoor moet?'

'Niet gaan. Jouw werk bestaat vandaag uit Sims. Ik zal wel een andere hulpsheriff bellen om te zeggen dat hij jou hier moet vervangen.'

'De hele dag?'

Charlie knipoogde, omdat hij wist dat Harris zich wezenloos zou vervelen. 'Je hebt het helemaal door, hulpsheriff. Vind je het nou niet fijn dat je bij de politie bent?'



Na zijn vertrek uit Charlies kantoor, ging Miles niet naar huis. In plaats daarvan reed hij door de stad, van de ene straat in de andere, een doelloze rondrit door New Bern. Hij lette niet op zijn omgeving, maar gedreven door zijn instinct kwam hij al snel tot de ontdekking dat hij de overwelfde mergelstenen ingang van de Cedar Grove-begraafplaats naderde.

Hij parkeerde de auto, stapte uit en liep tussen de grafstenen door naar het graf van Missy. Tegen de kleine marmeren gedenksteen leunde een boeketje bloemen, helemaal verdord, alsof het daar al een paar weken geleden neergelegd was. Maar het maakte niet uit wanneer hij op bezoek kwam; er lagen altijd bloemen. Er hing nooit een kaartje aan, maar Miles begreep best dat een kaartje niet nodig was.

Missy werd nog steeds bemind, ook al was ze dood.