■
5. Brenda is niet van streek
Na de rouwdienst ging Brenda weg en liep over Madison naar het centrum. Natuurlijk had ze een taxi moeten nemen, maar ze ging liever lopen. Eigenlijk wilde ze iets eten. Het was nog maar net twaalf uur, maar ze rammelde van de honger. Ze rommelde in haar tas en haalde er een halve reep chocola uit. In twee happen was hij op en ze had nog steeds honger. Godzijdank was er even verderop een banketbakker. Ze hoopte dat die open was.
Dat was niet het geval. Nou, ze zou wel iets vinden. Ze had vandaag niets te doen en ze was al vanaf zeven uur op, dus zou ze een lange lunch nemen. Barst, ze was vandaag niet in de stemming voor grapjes en ook niet voor diëten. Niet dat ze iets om Cynthia Griffin gaf, want dat was niet zo. Die vrouw was een koud kreng en ze had haar verdiende loon gekregen. Ze herinnerde zich nog dat haar Tony het enige kind in hun klas was dat niet was uitgenodigd voor de verjaardag van Carla Griffin. Niets deed je zo pijn in het leven als de pijn die je kind werd aangedaan. Dat was het jaar geweest dat ze naar Greenwich waren verhuisd, een jaar voordat ze weggingen. In feite was er die hele tijd niemand aardig geweest behalve Annie, maar Annie was altijd zo aardig. Zij en Aaron, vechtend om de onderscheiding voor de Martelaar van de Maand.
Wie had dat deftige gedoe van Greenwich trouwens nodig? bedacht Brenda. Ze hield niet van golfen of zo en ze waren er zeker niet heen gegaan voor Tony of Angela, hoewel haar man dat had gezegd. Hij zei dat het voor hen was, maar het was voor Morty, zoals alles voor Morty was geweest.
‘Voor jou, liefje,’ zei hij dan en gaf haar de bontjas, of de juwelen, of de nieuwe jurk (altijd een maat te klein, alsof ze daardoor zou afvallen). Eerst was de zaak voor haar, toen was het huis in Greenwich voor haar, toen het appartement aan Park Avenue, de schilderijen, de boot. Alsof het haar ook maar iets kon schelen.
Maar het had lang geduurd voor ze het doorhad. Veel te lang. Jarenlang had hij haar een rad voor de ogen gedraaid met die onzin. Onzin die niet ophield. Morty kon bijna iedereen een rad voor de ogen draaien, voor een tijdje in ieder geval. En nu was hij Morty Cushman, Morty de Gek, met zijn gezicht voortdurend op aanplakbiljetten en tv-reclames. De meest succesvolle en snelst groeiende winkelketen ter wereld. Tweehonderd zaken die overal in het land merkartikelen verkochten tegen discount-prijzen.
En nu had hij het appartement aan Park Avenue, de boot, de schilderijen, de hele klerezooi. Natuurlijk liep hij altijd te schreeuwen dat hij geen geld liquide had en te veel had geleend. Maar Marty was degene die bleef lenen. Was hij rijk, was hij arm? Zou zijn cheque uitbetaald worden of niet? Wie wist het? Hij was ontelbare keren te laat geweest met de cheque voor het onderhoud van haar flat. Ze kon de buren die ze in de lift tegenkwam niet in de ogen kijken. En de ongedekte cheques op de school van Tony. En bij Gristedes. Ze had er schoon genoeg van. Toen ze gingen scheiden, jammerde hij over de kinderen en over liquiditeit en hypotheken en ze ging akkoord toen hij die sjofele flat aan Fifth en Ninety-sixth voor haar kocht, het schoolgeld van de kinderen betaalde en haar wat alimentatie gaf. Als een idioot was ze er ingetrapt. Zelfs stomme trutten als Roxanne Pulitzer hielden op de een of andere manier iets aan hun scheiding over en zij, Brenda Morelli Cushman, bleef met een fooi zitten. Mooi gedaan, Morty, goedkope klootzak.
Dus kocht ze een zak koekjes bij de veel te dure Koreaan aan Eighty-fourth en liep vervolgens Eighty-sixth Street in. Ze zou gaan lunchen bij Summerhouse, als ze al open waren. Dames die gaan lunchen en al die onzin, maar heerlijke kerriekip met druiven en zalige crème brûlée. Daarna zou ze wel verder zien. Misschien zou ze iets meenemen voor Angela, haar dochter. Als haar creditcards tenminste niet werden geweigerd.
Toen ze bij het restaurant kwam, zag ze tot haar vreugde tekenen van leven. Ze gingen net open en toen ze om een tafeltje vroeg, trok het magere kreng aan de balie haar wenkbrauwen op. ‘Bent u maar alleen?’ vroeg ze.
‘Ja, maar ik eet voor twee,’ zei Brenda snibbig. Uit nijd gaf het kreng haar een tafeltje achterin, naast de plaats van de ober, terwijl de zaak helemaal leeg was. Natuurlijk omdat ze een vrouw alleen en van middelbare leeftijd was. Een dikke vrouw alleen van middelbare leeftijd. Maar ineens was Brenda te moe om een rel te schoppen. Soms zag ze het gewoon niet meer zitten.
Zoals met de scheiding. Ze had moeten volhouden. Christus, niet dat ze van Morty hield. Ze kon zich niet eens meer herinneren wanneer dat wel zo was geweest. Maar ze had moeten volhouden en moeten zorgen dat ze er financieel beter uit was gekomen. Die ellendige advocaat, Leo Gilman, was te veel voor haar geweest, met zijn verhalen dat hij met iedereen het beste voorhad. En zij werd vertegenwoordigd door die onbenullige Barry Marlowe, omdat Morty alles betaalde. Die speelden onder één hoedje. Dat moest wel. Weer een rad voor de ogen.
Niet dat ze veel om geld gaf. Eigenlijk niet, dat had ze nooit gedaan. Ze was de dochter van Vinny Morelli en ze was opgegroeid met alles wat ze nodig had. Maar omdat ze de dochter was van Vinny Morelli, vond ze het niet leuk dat ze belazerd was en ze vond het vooral vreselijk dat Morty nog steeds macht over haar had. Als hij te laat was met de alimentatie voor haar of de kinderen, zaten zij en Tony en Angela in de piepzak. En Morty was zo verdomd krenterig, of dat was hij in ieder geval ten opzichte van haar en de kinderen geweest.
Het was moeilijk om je Morty nu voor te stellen met die ‘society’-juffrouw. Shelby Symington. Een blonde shiksa uit het zuiden. En nu was ze bezig een kunstgalerie te openen. In allerlei tijdschriften stonden artikelen over haar. Ze trok Morty omhoog uit de diepten van de sociale onbekendheid, want Brenda kon geen weekblad openslaan zonder hun foto in de roddelrubriek tegen te komen. Ze schudde het hoofd. Christus, wat betaalde hij zijn PR-man? Heel wat meer dan hij haar elke maand stuurde. Ze durfde te wedden dat die cheques wel gedekt waren.
Ja, gaf ze toe, Morty moest gestraft worden. Maar door wie? Mijn vader is dood. Mijn broer is een mislukte komiek in L.A. Wat zou ik kunnen doen? Morty een proces aandoen? Vergeet het maar. Misschien zou ik met mijn neef Nunzio moeten gaan praten. Christus, ze had hem in jaren niet gezien. Deed hij nog steeds in schoenen? Dat wil zeggen, van beton. De gedachte aan Morty in een van de steunpilaren van de Bruckner Expressway deed haar glimlachen. Haar vader had haar ooit eens verteld dat de bouw van de Expressway nooit klaarkwam, omdat er steeds weer nieuwe pilaren gemaakt moesten worden. Misschien kon er een speciale oprit komen ter nagedachtenis aan Morty Cushman. Ze glimlachte bij zichzelf.
De kwestie met Morty was dat hij alleen geld wilde uitgeven aan dingen die zijn status verhoogden: dure boten en flitsende auto’s en pakken van Bijan, waar ze zo bekakt waren dat je een afspraak moest hebben om de winkel binnen te komen. Maar hij droeg het goedkoopste ondergoed dat maar te vinden was. Zo wist ze dat hij haar begon te bedriegen: hij kocht zijden onderbroeken. Toen ze verhuisd waren naar het appartement, had hij een bekende binnenhuisarchitect, Duarto, genomen om de woonkamer, de bibliotheek, de eetkamer en de logeerkamer te doen, maar aan hun slaapkamers gebeurde niets. ‘Tenslotte zijn wij de enigen die ze zien,’ zei hij. Niet dat het haar wat kon schelen. Ze had de pest aan al die verdomde rozen en namaak Engelse onzin. Wie hielden ze nou eigenlijk voor de gek? Zeker Duarto niet, die wist dat ze totaal geen smaak hadden.
Hij had in hun oude huis rondgekeken en eruit gezien of hij een hartaanval kreeg. Hij had naar adem gehapt en met zijn charmante accent gevraagd: ‘En wat doet u, mevrouw Cushman?’
‘Waaraan?’ vroeg ze. Eigenlijk was hij een een goeie vent, als je niet op zijn gemaakte flikkermaniertjes lette. Als ze alleen waren, babbelden ze wat en uiteindelijk waren ze dikke vrienden geworden. Hij was opgelucht toen hij merkte dat Brenda niet met de eer van zijn werk wilde gaan strijken (‘Dat proberen ze altijd, weet je. Ze zeggen dat ze een beetje hulp hebben gehad, alsof ze zelf een kleur zouden kunnen uitzoeken!’) en ze verwachtte ook niet dat hij haar met mensen in contact bracht. (‘Op de een of andere manier zie ik jou en Anne Bass niet echt bevriend raken.’) Hij had haar aan het lachen gemaakt en zij had hem aan het lachen gemaakt en hij had Morty een poot uitgedraaid, zoals hij met al zijn cliënten deed.
In werkelijkheid was Duarto maar een arm jochie uit Cuba, die het in het begin had gemaakt door met zijn baas naar bed te gaan, maar hij had het verhaal rondgestrooid dat hij Spanjaard was, uit Barcelona kwam en een neef van Gaudi was, en Brenda beloofde dat ze het nooit zou vertellen. Hij was nu natuurlijk een heel grote jongen. Zijn stijl - wat Brenda afgrijselijke overdaad noemde - was de ‘hot look’. Hij drapeerde duizenden meters soepel vallende stof over alles heen, waardoor hij een soort moderne Arabische-nachtensfeer creëerde en de chique interieurtijdschriften noemden hem de ‘Sultan van de Zijde’.
Maar pas de afgelopen zes maanden waren ze echt bevriend geraakt. Duarto’s minnaar, Richard, was ziek geworden. Duarto was ingestort en had als een van haar kinderen in haar armen gehuild toen hij het haar vertelde. Dus maakte Brenda iedere dag de pelgrimstocht naar het Lenox Hill ziekenhuis, waarbij ze soms iets meebracht wat ze zelf had klaargemaakt en ging een tijdje bij Richard zitten. Ze speelden een spelletje kaart, of ze las hem de roddelrubrieken uit de krant voor, of ze gaf hem iets te eten. Ze zag hem wegkwijnen, tot hij niet meer kon spreken, haar zelfs niet meer kon volgen met zijn ogen, en ze zag het verdriet en de hulpeloosheid van Duarto.
Ze wilde dat hij er nu was om haar op te vrolijken. De begrafenis was vreselijk geweest. Niet dat ik ook maar iets om Cynthia heb gegeven, zei ze fel tegen zichzelf. Onze mannen hebben ooit samen zaken gedaan. We hebben ze op de boot gehad. Ze heeft ons in Greenwich uitgenodigd omdat Gil zei dat ze het moest doen. Zij vond mij ordinair en ik vond haar saai en onderdrukt. En we hadden allebei gelijk.
Brenda richtte haar aandacht op de menukaart. De ober kwam met een mandje, waarvan Brenda wist dat er warme toost en aardbeienboter in zat, waar het restaurant bekend om stond. Ze deed het servet dat in het mandje gevouwen zat open. Er rolden slechts twee kleine toostjes in het mandje, dat verder leeg was. ‘Hé, waar is de rest van het nest?’ vroeg ze hem. ‘Haal een heel gezin van die puppies. En ik neem de kipkerrie salade, een portie wortelsalade met rozijnen en crème brûlée toe.’
‘Wilt u de specialiteiten niet horen?’
‘Nee, bedankt.’ Hij keek haar aan, geërgerd dat hij de kans had gemist zijn tekst op te zeggen. Weer zo’n acteur zonder werk die in een slecht humeur was. Nou, zij was niet in een slecht humeur. Dat zou ze niet met zichzelf laten gebeuren. Die begrafenis, daar zat ze niet mee. Ze zat nergens mee. Ze zou haar lunch opeten, vervolgens een paar gebakjes halen en dan zou ze op tijd thuis zijn voor Angela, die kwam eten. Vanavond zouden ze een salade eten en morgen zou ze zich inhouden. Ze wist dat ze dit niet zou moeten doen. Ze wist dat ze er spijt van zou krijgen. Maar nu had Brenda honger. Brenda rammelde zelfs van de honger. Maar Brenda was niet van streek.
Terwijl ze bij haar appartement de lift uitstapte, de doos met gebak in evenwicht houdend en naar haar sleutels zoekend in haar tas, struikelde ze bijna over de krant van haar buurvrouw, die per vergissing voor Brenda’s deur was neergelegd. Ze keek ernaar, terwijl ze de deur door ging, schopte de krant haar appartement binnen en deed de deur achter zich dicht. Laat haar de pest krijgen, dacht ze bij zichzelf. Ze had dat kreng trouwens toch nooit aardig gevonden, de voorzitster van de vereniging van eigenaren, een mens dat overal haar neus instak.
Ze deed het puur uit nijd, wist ze, omdat ze zelden de Times las. Hij was te zwaarwichtig en te groot om gemakkelijk vast te houden. Ondanks haar gewicht was Brenda een kleine vrouw, met kleine handen. De Times kreukelde en scheurde altijd als ze probeerde hem door te lezen. Heimelijk gaf ze de voorkeur aan de Post. Een schuldig genoegen.
Ze ging naar de keuken en zette de doos met soezen in de koelkast, nadat ze van een ervan vast een likje had genomen. Ze liep terug naar de woonkamer, schopte haar schoenen uit en liet zich onelegant op de donzige sofa vallen. Ze pakte de krant op en begon de pagina’s om te slaan, zonder echt te lezen. En toen zag ze het: een advertentie waarin de uitgifte van aandelen van Morty de Gek werd aangekondigd. Morty de Gek ging naar de beurs.
Brenda kon het niet geloven! Haar handen trilden, waardoor de pagina’s van de Times die voor haar lag uitgespreid ritselden. Ze had het bijna gemist, maar daar stond het. Een hele pagina. Hoeveel kostte dat? vroeg Brenda zich af. Typisch Morty: veel geld om op te vallen. Maar misschien werd dit niet eens door Morty betaald. Brenda, die uitgekookt was en een gezond verstand had, wist dat ze er geen idee van had hoe grote zaken in elkaar staken. Maar dat wist Morty ook niet. Christus, die kleine opdonder ging aan de weg timmeren. Ze begon de pagina beter te bekijken.
De uitgifte was enorm en werd geregeld door Federated Funds Douglas Dillon. Dat was de Firma van Gil Griffin, wist ze. Dus nu hij gescheiden is en mij voor een paar stuivers en dit sjofele appartement heeft afgekocht, gaat Morty naar de beurs. Ik heb hem mijn aandelen voor niets gegeven, nadat hij riep dat hij zo arm was en klaagde dat hij levend verslonden werd door leningen en hypotheken. En ik krijg een aalmoes als alimentatie voor mezelf en voor mijn kinderen. Leuk. En nu zitten vreemden er rijk van te worden, terwijl ik op mijn dikke kont zit te wachten tot de armzalige cheque voor het onderhoud komt en mag hopen dat hij gedekt is.
Brenda kwam snel in beweging. Ze trok haar schoenen aan en zonder de deur op slot te doen, rende ze naar de kiosk op de hoek en kwam terug met de Wall Street Journal. Ze ging op de rand van de sofa zitten en begon hem zorgvuldig pagina voor pagina door te nemen. Op pagina negen vond ze het verhaal over vier kolommen.
Het bleek dat de uitgifte van Morty als een uiterst belangrijke gebeurtenis werd beschouwd. Dat een gewone man, een kleinhandelaar, zo snel uit kon breiden door de klant te bieden wat hij wilde, tegen een prijs die hij kon betalen, werd kennelijk beschouwd als een wonder van modern zakendoen. Wat zie ik over het hoofd? dacht Brenda. ‘Door zijn reusachtige afname kon hij laag inkopen en verkocht voor een slechts iets hoger bedrag. Zijn genialiteit lag erin dat hij zijn klanten liet meeprofiteren van het geld dat hij uitspaarde, waardoor hij een enorme omzet en een zeer trouwe klantenkring kreeg. Zijn originele reclamecampagnes van Morty de Gek, hoewel ontworpen door het reclamebureau Paradise/Loest, hebben hem en zijn zaken tot een begrip gemaakt in Amerika. 'Genialiteit? Origineel? Was dat werkelijk Morty over wie het artikel ging? Wat een gelul! Ze moest hem nageven dat hij zijn handen uit zijn mouwen kon steken, maar meestal wist hij niet waar hij moest beginnen. Wat klopte er niet aan dit verhaal? Ze keek wie het had geschreven. Asa Ewell, wie dat ook mocht wezen. Had zijn moeder hem echt die naam gegeven?
Ja, ik zou die ouwe Asa eens moeten vertellen hoe Morty die lage prijzen kon rekenen voor hij zoveel omzet had. Morty had jarenlang tv’s, stereo’s en video’s zo vanuit de vrachtwagens van haar vader verkocht. Zij had zijn boekhouding gedaan, dus zij kon het weten. ‘Hij liet zijn klanten meeprofiteren van het geld dat hij uitspaarde’, vergeet het maar. Hij waste geld wit voor de maffia. Wat zou Asa Ewell daarvan zeggen? Ze schudde haar hoofd. Wat een mafkees.
Ze keek het artikel nog eens door. ‘Expansie bracht ultramoderne inventariscontrole en hightech marktanalyse met zich mee, gebruikmakend van de meest geavanceerde MIS-technologie die tot nu toe in dit land is geïnstalleerd. 'Hadden ze het over de transactie van Morty, het debacle van de computergestuurde kassa’s? Ze konden het werkelijke verhaal niet weten. Ze haalde haar schouders op. Waarom zou ze verbaasd zijn, vroeg ze zich af. Ze had altijd vermoed dat die onzin van die grote zaken één gigantische poppenkast was.
Maar nu was zij belazerd. Misschien was Morty niet meer dan een oplichter, maar hij lichtte de Wall Street Journal op en Federated Funds Douglas Dillon. En hij heeft mij opgelicht. Toen de scheiding werd geregeld, moest Morty geweten hebben dat zijn bedrijf naar de beurs ging, besefte Brenda nu. Geen wonder dat hij zo’n haast had om de scheiding erdoor te krijgen. En zij had gedacht dat hij het alleen maar voor haar deed. De gore moed.
Je ziet eruit als een plaatje, dacht ze. Ze keek naar beneden en zag haar dikke buik en voor het eerst de grijze inktvlekken op haar handen. De tranen sprongen haar in de ogen. Ik zie er niet uit. Ik ben negenendertig, dik en stom. En mijn handen zijn smerig.
Brenda stond op, terwijl de tranen over haar wangen liepen. Christus, wat een stommeling ben ik. Ze kon zich niet herinneren wanneer ze voor het laatst had gehuild.
Na een tijdje hield ze op met huilen en veegde met haar handen over haar gezicht, zonder te merken dat ze daardoor inkt om haar ogen heen smeerde. Oké, wat nu? Ze overwoog even de New York Times te bellen en die stomme Asa Ewell bij de Journal, maar ze bedacht zich. Wat ze graag zou willen doen, was een van de oude vrienden van haar vader bellen en zorgen dat Morty’s knieschijven werden gebroken. De gedachte dat Morty in een ziekenhuis zou liggen met zijn benen in het gips was heel bevredigend. Maar nee. Dat zou haar niet helpen bij het betalen van het onderhoud van de flat. Ze zou het er gewoon bij kunnen laten zitten en proberen weer een baan als boekhoudster te krijgen. Ja, zei ze tegen zichzelf, en een hongerloontje verdienen. Christus, alles ging tegenwoordig toch met computers. Ze zou waarschijnlijk niet eens meer aan de bak komen. En bovendien zou Morty volkomen vrijuit gaan. Shit.
Het was ondraaglijk. Brenda stamde van haar vaders kant af van een lange lijn Sicilianen, waar vendetta heel gewoon was. Maar de familie van Brenda had zoveel te verbergen, zelfs nu na de dood van haar capo-vader, dat ze nooit een rechtszaak zou kunnen aanspannen.
Ze pakte de telefoon op en belde Annie, maar er werd niet opgenomen. Ze probeerde Duarto, maar kreeg zijn antwoordapparaat. Brenda gaf het op, liep naar de keuken, haalde de doos met soezen te voorschijn en at ze achter elkaar op.