16.  Gezellig lunchen

Bill zag Gil het Bankiers- en Makelaarsrestaurant binnenkomen en, als een politicus handen gevend en op ruggen slaand, tussen de volle tafeltjes door manoeuvreren. Hij kwam naar Bill toe, die aan het populaire hoektafeltje zat dat gereserveerd was op naam van Gil. ‘Wat een gedoe,’ zei Gil, alsof hij de aandacht die zijn binnenkomst kreeg helemaal niet leuk vond.

Nadat ze iets te drinken hadden besteld, kwam Bill meteen ter zake. ‘Heb je het gehoord van Morty Cushman en de belastingdienst?’

Gil knikte. Christus, die vent wist alles. ‘Hij heeft me gebeld. Gevraagd of wij hem konden vertegenwoordigen. Stel je voor.’ Zijn toon was minachtend. De firma had geen zin in smerige cliënten.

Gil haalde zijn schouders op en zei: ‘Heb je ooit gehoord van iemand die ineens miljonair wordt en geen belastingproblemen heeft? Dat waait wel over. Hoe dan ook,’ vervolgde hij en nam een slokje van zijn San Pellegrino, ‘het is ons probleem niet.’

Bill draaide zijn martini rond in het glas. ‘Ik weet dat het ons probleem niet is,’ zei hij. ‘Het is alleen dat wanneer ik hoor dat de belastingdienst rondsnuffelt bij een van de grootaandeelhouders van een bedrijf dat wij naar de beurs hebben gebracht, het wel een beetje te dichtbij komt. Mijn partners worden er zenuwachtig van.’ Hij nam een grote slok. Hij voelde zich ook niet prettig, maar hij was niet van plan Gil dat te laten merken. ‘En ik heb iets gehoord over een bespreking die jij hebt gehad met de Economische Controledienst - niets ernstigs, hoop ik, Gil? Geen verband met de Cushman-transactie?’

‘Gewoon de gebruikelijke toestemmingsonzin. Routine.’ Gil deed heel afstandelijk, heel nonchalant. ‘Luister,’ vervolgde hij, ‘naar ik heb gehoord, heeft dat onderzoek van de belastingdienst niets met de aandelenuitgifte te maken. Het heeft iets te maken met zijn scheiding. Het is zijn persoonlijke belasting, zijn persoonlijke probleem.’ Gil legde zijn hand op de schouder van Bill en glimlachte. ‘Ik heb gehoord dat ze hem af wil slachten.’

Bill glimlachte wrang, gerustgesteld maar beledigd; Gil was niet erg tactvol, wetend dat Bill ook aan het scheiden was. En Gil wist ook van Phoebe, hoewel Bill wist dat Gil nooit zou kunnen begrijpen wat hij met Phoebe had. Hij zou een vrouw zoals zij nooit kunnen waarderen. De gedachten van Bill dwaalden een ogenblik af naar Phoebe.

‘En over afslachten gesproken, ik moest de klandizie van Federated weghalen bij het reclamebureau van Aaron Paradise. Aaron heeft zijn eigen financiële problemen en heeft geprobeerd mij erbij te betrekken. Hij heeft Annie belazerd en ik zou ervoor op moeten draaien. Dat kan ik toch niet over mijn kant laten gaan, vind je wel?’ vroeg Gil.

Bill knikte, maar zijn gedachten waren nog steeds bij Phoebe. Gil bracht hem naar het heden terug, toen hij hem aanstootte en vroeg: ‘Wat is er erger dan te trouwen met zo’n wijf als die Brenda?’

Bill schudde zijn hoofd.

‘Van haar scheiden,’ zei Gil en lachte hardop. Bill lachte mee. Gil riep over zijn schouder naar de ober. Zich weer tot Bill wendend, zei hij: ‘Over Brenda gesproken, ik heb zo’n honger, dat ik een koe op zou kunnen.’

‘Dus er is niets aan de hand?’ vroeg Bill.

‘Hé,’ zei Gil, hem recht aankijkend. ‘Er is meer voor nodig dan een inhalige jood om mij onderuit te halen.’

Elise zat tegenover Larry op het bankje in de eetzaal van het Algonquin Hotel, terwijl ze nerveus haar drankje ronddraaide in vochtige kringen op het witte tafelkleed. Hij zag er zo leuk uit met die glimlach op zijn lange, vriendelijke gezicht. Hij zag er zo knap uit, zo ontzettend jong. Hoe oud was hij? Alsjeblieft, bad ze, laat hem op z’n minst dertig zijn. Jonger kon hij niet zijn. Welk jaar had hij ook alweer gezegd dat hij geboren was? Ze nam een slokje van de wodka met sinaasappelsap, terwijl ze op hun omelet zaten te wachten. Hoewel ze haar wodka liever puur dronk, wilde ze Larry niet schokken.

Elise moest toegeven dat ze zich geneerde dat ze het excuus van het toneelstuk had gebruikt om Larry voor de lunch uit te nodigen. Niet dat het stuk niet bijzonder was. Dat was het wel. Maar ze was even geïnteresseerd in hem als in het stuk. Al weken dacht ze iedere dag, iedere nacht aan hem. Het was een marteling geweest om tot het besluit te komen hem te bellen. Ze had gehoopt dat hij haar zou bellen, dat hij haar zou verleiden tot een relatie met hem, ook al had ze hem bij hun vorige ontmoeting heel duidelijk laten merken dat dat niet was wat ze wilde. En het leek erop dat hij haar besluit had gerespecteerd. Een heer, dacht ze, een echte heer.

Was ze bezeten? Ze werd heen en weer geslingerd tussen dankbaarheid omdat hij zo’n heer was en het verlangen dat hij haar zou verleiden. De strijd tussen het oude en het nieuwe, dacht ze grimmig. Maar er was geen ambivalentie geweest in haar gevoelens bij de herinnering aan de tijd die ze samen in het Carlyle hadden doorgebracht. Dat was alleen maar goed geweest, wist ze nu. En zijn toneelstuk was dat ook.

Elise schraapte haar keel en glimlachte. ‘Dit eind is veel realistischer,’ zei ze, terwijl ze met een elegante wijsvinger op het in een blauwe kaft gebonden manuscript tikte dat tussen hen op tafel lag.

Larry glimlachte trots. ‘Ja, vind je? Ach, laten we eerlijk zijn. Het eind dat ik eerst had was sentimentele onzin, maar ik had de moed niet om het eerlijk te doen. Jij hebt me toestemming gegeven.’

‘Het is pijnlijk op deze manier, maar het is goed.’ Elise nam nog een slokje, hoewel ze het glas achter elkaar leeg wilde drinken en een dubbele bestellen. ‘Een happy end bestaat niet in het echte leven.’

‘Geloof je dat?’ vroeg Larry. ‘Ik niet.’

‘Toen ik zo oud was als jij, geloofde ik het ook niet. Maar het inzicht komt later. Het leven verslijt je.’

‘Ja, maar het bouwt je ook op. Ik bedoel, dingen kunnen ieder moment veranderen. Kijk naar wat er met mij is gebeurd. Bij Campbells, toen ik jou zag, toen het idee voor het toneelstuk en deze lunches. God, je weet nooit wat er zou kunnen gebeuren. Morgen kan je hele wereld anders zijn.’

Ze benijdde hem om zijn enthousiasme en vond het jammer dat ze het niet kon delen. ‘Ja, en waarschijnlijk niet beter.’

Hij keek haar fronsend aan. ‘Ik geloof niet dat je werkelijk zo cynisch bent. Cynisme is niet meer dan een dekmantel voor wanhoop.’

Elise vond de wending die het gesprek nam vreselijk, ze vond de pessimistische toon in haar stem vreselijk. Toen kwam de ober met hun omelet. Elise maakte van de gelegenheid gebruik om van onderwerp te veranderen. ‘Larry, ik heb een besluit genomen,’ zei ze, terwijl ze een takje peterselie oppakte en tussen haar vingers heen en weer draaide voor ze het weer op haar bord legde. ‘Het gaat over iets wat met ons allebei te maken heeft.’ Ze putte moed uit de brede glimlach op zijn gezicht en vervolgde: ‘Ik wil die rol spelen en als dat betekent dat ik de productie moet doen, dan zal ik dat ook doen.’

Ze was niet voorbereid op de verdrietige uitdrukking die Larry’s gezicht plotseling kreeg. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze.

‘Niets,’ zei hij, maar zijn ogen begonnen rond te dwalen en vermeden de hare.

‘Niet liegen.’

Larry keek naar zijn bord, zijn handen in zijn schoot. Zonder haar aan te kijken, zei hij: ‘Ik dacht dat je het over een persoonlijk besluit had. Over mij.’

‘Dit is een persoonlijk besluit en het gaat over jou. Wil je niet dat deze film wordt gemaakt?’

‘Natuurlijk. Maar het is niet het allerbelangrijkste voor me. Misschien vergis ik me en het is misschien naïef, maar ik denk dat ik dit script zonder jou ook geproduceerd zou kunnen krijgen.’ Nu keek hij haar recht aan. ‘Ik denk voortdurend aan je. Wat ik niet kan, is doorgaan zonder jou te leven.’

Elise schudde haar hoofd. ‘Je hoeft geen verkooppraatjes meer te houden, Larry. De zaak is al beklonken. Dus laat dat loze gevlei maar zitten.’

Larry deinsde terug alsof hij een klap had gekregen. Door zijn plotselinge beweging viel het glas water van Elise om, waardoor het water op de tafel en in haar schoot terechtkwam. Elise hield haar adem in bij de schok van het ijswater. Mijn verdiende loon, dacht ze. Ze herstelde zich snel. Maar Larry zag er aangeslagen uit, zijn woede vocht met zijn verlegenheid en zijn bezorgdheid.

‘God, het spijt me...’ begon hij. ‘Het is alleen...’

Terwijl Elise haar rok bette met de servetten die de ober haar gaf, zei ze: ‘Ik moet jóu mijn excuses aanbieden, Larry. Wat ik zei, was beledigend en provocerend. Je moet me geloven. Meestal ben ik niet zo bot. Ik ben alleen bang.’

‘Voor mij?’ vroeg hij ongelovig.

‘Nee, niet voor jou. Voor mijn eigen gevoelens. Je moet het begrijpen. Ik ben altijd als de dood geweest voor slechte publiciteit en dan te bedenken dat ik me belachelijk zou maken, nou ja, dat is tè pijnlijk.’

‘Waarom zou iemand je uitlachen?’ vroeg hij. ‘Ben ik zo onfatsoenlijk? Ik weet dat ik geen film heb geproduceerd, maar ik ben wel een redelijk goede fotograaf.’

‘Ja, een uitstekende fotograaf van dertig.’

‘Achtentwintig, om precies te zijn.’

Elise liet haar hoofd zakken en zei toen tegen de bovenkant van de tafel: ‘O, Jezus.’ Ze keek op en zag aan Larry’s gezicht dat hij het begon te begrijpen.

‘Draait het daar allemaal om, Elise? Mijn lééftijd? Allemachtig, laat je zoiets goeds als dit aan je voorbijgaan vanwege zoiets onbelangrijks als dat?’

‘Dat kun jij gemakkelijk zeggen,’ zei ze, maar met wat minder overtuiging.

‘Dat kun jij ook, Elise. Zeg het gewoon. Ben jij van plan idiote kerels van vijftig die met meisjes van elf uit zouden gaan als ze de kans kregen - de sociale normen te laten vaststellen?’

‘De normen zijn al vastgesteld. En niet door mannen van vijftig. Ook door vrouwen. Door vrouwen zoals mijn moeder.’

‘Ja, en mijn moeder waarschijnlijk ook. Maar ze liggen niet onwrikbaar vast. Dingen veranderen. Jij bent aan het veranderen.’ Hij boog zich over de tafel heen en nam haar ijskoude handen in de zijne. ‘Ik zou zo vreselijk trots zijn bij je te zijn, Elise. We zouden plezier kunnen hebben. We zouden hier iets moois van kunnen maken.’ Hij zweeg even. ‘God, je handen zijn ijskoud.’

‘Je zou in mijn slipje moeten voelen.’

‘Dat is precies wat ik je probeer duidelijk te maken.’

Onwillekeurig lachte Elise. Dit was het dan. Ze hoopte dat het Algonquin Hotel een kamer vrij had. ‘Ober!’ riep ze. ‘De rekening, graag.’

Aaron liep de eetzaal binnen van de Advertising Club, de vroegere villa van Phipps in Gramercy Park. Hij had zijn allergrootste ster bij zich, zijn reclametriomf, Morty de Gek, en zijn zoon, Chris, zijn opkomende ster. Aaron beschouwde Morty graag als zijn creatie en hij verwachtte dat anderen dat ook deden. Terwijl hij de gerant, Morty en Chris naar hun tafeltje volgde, voelde hij dat er naar hen werd gekeken. Terwijl ze gingen zitten en iets te drinken bestelden, zei Aaron: ‘Morty, je bent de droom van iedere reclameman, en die droom is nog uitgekomen ook. Iedereen kijkt naar je.’

‘Onzin,’ zei Morty, naar het menu turend. ‘Ze kijken naar jou. Ze zijn jaloers. Kijk eens wat jij hebt gepresteerd.’

Hij legde het menu weg en keek Aaron recht aan. ‘Jij bent een genie. Jij hebt ons allebei rijk gemaakt. Je hebt mijn naam bij iedereen bekendgemaakt. Ik heb je een vet bedrag betaald, maar het was iedere cent waard. En door naar de beurs te gaan, ben ik er niet slechter op geworden.’ Aaron zag dat Chris naar hem keek en voelde een golf van trots.

Chris leunde achterover in zijn stoel en klopte Aaron op zijn rug. ‘Goed zo, pap.’

Aaron keek de vroegere balzaal van de villa rond. Altijd smaakvol, dacht hij. Terwijl hij zich weer tot Morty wendde, voelde hij de wolven aan de tafeltjes om hen heen naar zijn hielen happen. Ja, hij had hen beiden rijk gemaakt en als beloning had Morty hem arm gemaakt. Vandaag had hij twee dingen nodig: de verzekering dat Morty zijn reclamebudget fors zou verhogen en de bevestiging dat Morty zijn verliezen zou dekken.

Hij had beide hard nodig. Aaron wankelde nog steeds onder het verlies van de klandizie van Federated. Hun reclamemanager wilde hem geen reden geven voor hun besluit zich terug te trekken. En Gil Griffin belde hem niet terug. Het was alsof er een ijsgordijn was gevallen tussen Federated en het bureau. Het was uiterst noodzakelijk dat Morty zijn budget verdubbelde om het verlies van de klandizie van Federated te dekken. Christus, Morty moet al mijn verliezen dekken, dacht hij.

Het zou een hele kunst zijn dat voor elkaar te krijgen. Nou, vrij die schoft eerst geweldig op en kijk dan wat je uit hem kunt krijgen. Uiteindelijk is het Thanksgiving, een dag dat zelfs Morty in een goed humeur moet zijn. En, zei Aaron tegen zichzelf, ik ben de feniks, klaar om uit de puinhopen op te stijgen. Maar in plaats van de golf adrenaline die hij meestal op kon wekken, kwam er niet meer dan een dun straaltje. Misschien ben ik een beetje een sjofele feniks, dacht hij.

Leslie had het nieuws van het verlies op de aandelen van Morty de Gek niet erg goed opgevat. In feite had ze nogal krengerig gedaan. Aaron was bereid voor zichzelf toe te geven dat hij een stomme zak was geweest, maar hij was niet bereid dat aan Leslie toe te geven. En hij was zeker niet bereid zich zo te laten noemen.

Annie was woedend geweest. En dat was logisch. Ze had gedreigd naar Gil Griffin te gaan, een rel te schoppen, een advocaat te nemen. Hij had haar beloofd dat hij met zes maanden het geld allemaal terug zou hebben. Het probleem was dat hij niet wist hoe. Hij keek over de tafel heen naar Morty. Vette schoft. Hij vroeg zich af hoe lang hij ervoor nodig had om al die kinnen te scheren. Maar Morty was zijn enige hoop. Als hij hun budget zou verdubbelen en het verlies zou dekken, kon Aaron de zaak met Annie rechtzetten, Jerry uitkopen en het met Leslie ook weer goedmaken. Hij voelde zijn maag samentrekken. Hij vond het vreselijk zozeer in de macht van een ander te zijn. Maar ach, hij was de feniks, bracht hij zichzelf weer in herinnering. Hij zou zorgen dat die pummel deed wat hij wilde en Chris misschien tegelijkertijd een beetje leren hoe je die zaken aanpakt.

‘Dus heb ik een zeperd gehaald vanwege de rubriek van die klootzak van Ewell. Maar de zaken gaan geweldig. Het komt wel goed. En Shelby is enthousiast over haar nieuwe tentoonstelling. Hoe staan de zaken bij jou?’

‘Rustig,’ zei Aaron met een glimlach. ‘Alleen Morty,’ voegde hij eraan toe, terwijl hij het mes zette in de biefstuk die ze beiden hadden besteld, ‘we moeten het over een hoger reclamebudget hebben voor volgend jaar. Weet je, de enige manier waarop je rijk kunt blijven, is rijker worden.’ Hij keek naar Chris en knipoogde. Chris zag eruit alsof hij diep onder de indruk was.

Morty stopte een vork Yorkshire pudding in zijn mond, zonder te letten op de saus die over zijn kin droop. ‘Hé, ik mag je wel, jongen. Altijd al gedaan. Heb ik je ooit laten zitten? Ik doe met je mee,’ zei hij, met zijn vork naar Aaron wijzend. Hij draaide zich om naar Chris en zei: ‘We zijn een goed team, je vader en ik. En we zullen samen nog rijker worden.’ Morty richtte zijn aandacht weer op zijn eten, terwijl Chris zich excuseerde en naar het toilet ging.

Aaron zag zijn kans schoon en maakte er gebruik van. ‘En dat brengt ons op iets anders,’ zei hij, een stuk nonchalanter dan hij zich voelde. ‘We moeten het hebben over de prolongatie die ik voor je heb gedekt. En mijn verliezen. Daar hebben we het eigenlijk nog niet over gehad, Morty.’ Hij legde zijn vork neer en zei: ‘Daar heb ik een zeperd mee gehaald. Op jouw aanraden, Morty.’

Morty snauwde: ‘Hé, ik kan het niet helpen dat je er niet uit kon stappen toen ik zei dat je dat moest doen. Wiens schuld is dat?’ Morty haalde zijn schouders op en nam een slok mineraalwater.

Aarons boosheid over het schouderophalen van Morty kwam omhoog, klaar om tot een uitbarsting te komen. Zijn woede wegdrukkend, zei hij monotoon: ‘Je zei dat ik je moest dekken en dat heb ik gedaan, Morty. En toen zei je dat jij mij zou dekken, maar tot nu toe, niets.’ Hij moest zijn woede inhouden. Beheerst blijven. Nieuwe tactiek.

Aaron keek Morty nu recht aan. ‘Zo ken ik je niet, Morty. Je bent altijd eerlijk tegen me geweest.’ Zich iets vooroverbuigend, vroeg hij vriendelijk: ‘Wat is er, Morty? Heb je meer last van de belastingdienst dan je laat merken?’

‘Nee, nee, dat is het niet,’ antwoordde Morty, misschien iets te snel. ‘Ik bedoel, natuurlijk denk ik eraan, maar het is geen groot probleem,’ zei hij en forceerde een brede grijns. ‘Mijn advocaten regelen dat.’ Ja, en Leo deed het in z’n broek. Hij was erachter gekomen dat Morty rekeningen had in Europa en schreeuwde als een varken in het nauw.

Hij vervolgde: ‘Luister, jongen, ik heb gezegd dat ik het zal regelen voor je en dat doe ik ook. Oké, je hebt je verhoging van het reclamebudget. Geloof me, ik zal binnenkort wat van je verliezen goedmaken. Geef me alleen wat tijd. Uiteindelijk kun je je nu niet permitteren bij de pakken neer te gaan zitten.’ Hij glimlachte naar Aaron.

Aaron dwong zich de glimlach van Morty te beantwoorden. Hij heeft natuurlijk gelijk, dacht Aaron. Maar toch wou ik dat Morty niet ook problemen met de belasting had. Ik wil niet dat hij wordt afgeleid.

‘Je hebt gelijk, Morty,’ zei Aaron, toen Chris bij hun tafeltje terugkwam. ‘Ik kan nu niet bij de pakken neer gaan zitten.’

Brenda was blij Diana te zien, maar ze was niet zo blij met de plaatsen die Diana uitkoos om te lunchen. ‘Hé, Diana, ik ben geen Hindoe, weet je nog? Ik ben een niet-zo-mooi joods-Italiaans meisje uit de Bronx.’ Ze trok haar stoel naar het tafeltje toe en vervolgde: ‘Wat is “Nirvana” trouwens in vredesnaam voor naam?’ Brenda keek om zich heen naar de vreemde omgeving. ‘Diana, laat me alles even op een rijtje zetten, zodat ik niet in de war raak. Ik ben een jodin, die een maaltijd gaat gebruiken die door Hindoes is klaargemaakt in een door pelgrims ingericht restaurant, klopt dat?’

Diana lachte hardop en zei: ‘Ja, dat klopt precies, Brenda. Dus, moet ik voor ons allebei bestellen?’

‘Natuurlijk,’ zei Brenda. ‘Wat je maar wilt, zolang het maar niet groen is of bruin.’

Diana bestelde een aantal Indiase vegetarische gerechten die volgens Brenda erg onaantrekkelijk klonken. Ach, ik moet toch aan de lijn doen, dacht ze. Toen de ober wegliep, richtte Diana haar aandacht op Brenda. ‘Je hebt niet veel verteld over je baan bij Duarto, Brenda. Hoe bevalt hij je?’ vroeg ze.

‘Het is alleen al geweldig bij Duarto te zijn,’ zei ze. ‘We hebben voortdurend plezier. Niets is heilig voor hem.’ Brenda zag dat Diana knikte dat ze verder moest gaan.

‘Herinner je je dat ik je heb verteld dat Duarto het contract heeft binnengehaald om het nieuwe appartement aan Fifth Avenue van Gil en Mary Griffin in te richten? Nou, ik ben er gisteren binnen geweest met Duarto. Uiteindelijk ben ik zijn assistente. Er waren alleen een paar werklui, dus heb ik even rondgeneusd.’

Brenda zag dat Diana haar wenkbrauwen een beetje optrok. ‘O?’ zei Brenda met geveinsde verbazing. ‘Bespeur ik enige afkeuring? Je bedoelt dat je niet wilt weten wat ik in haar dagboek heb gelezen?’

Diana kon daar geen weerstand aan bieden. ‘Haar dagboek?’ vroeg ze ongelovig. ‘Heb je haar dagboek gelezen, Brenda? Wat stond erin?’

Brenda keek in de ruimte, alsof ze Diana niet had gehoord. ‘Oké, oké, ik keur het niet af. Ik brand van nieuwsgierigheid. Vooruit, vertel op.’

Brenda giechelde. ‘Ik heb niet echt haar dagboek gelezen - ik kon het niet vinden - maar je kent die dikke yuppie-agenda’s? Nou, ik heb die van vorig jaar gevonden in een doos.’ Brenda sprak nu heel nadrukkelijk. ‘Op bijna iedere bladzijde heeft ze mevrouw Gil Griffin; Mary Griffin Birmingham; Gil houdt van Mary gekrabbeld. Net als op de middelbare school. Wat een giller, hè?’ zei Brenda, terwijl ze met haar hand op de tafel sloeg. Diana gooide haar hoofd in haar nek en lachte mee.

‘Brenda,’ zei ze, ‘je bent uniek. Blijf zoals je bent.’ Diana keek op toen de ober eraan kwam. ‘Daar komt onze lunch.’

‘Ik kan het niet geloven,’ zei Brenda tegen Diana nadat ze van elk van de gerechten had geproefd. ‘Dit spul is heerlijk.’

Terwijl Diana keek hoe Brenda zich te goed deed aan het feestmaal dat ze voor haar had besteld, voegde ze er onwillekeurig aan toe: ‘Zie je nou wel dat eten lekker kan zijn en nog goed voor je ook.’

‘Nu klink je net als mijn lerares uit de vierde klas, mevrouw Wasserstein. “Kinderen, wat zijn de vier belangrijkste voedingsmiddelen?”’ vroeg Brenda, terwijl ze haar lerares nadeed. ‘Ik zei altijd tegen Ginny Skelton, die naast me zat: “Chocolade, cheeseburgers, frites en slaatjes.” Ik kon het Ginny zo in haar broek laten doen.’ Diana glimlachte en werd toen ernstig. Ze keken elkaar een ogenblik zwijgend aan. Toen sloeg Brenda haar ogen neer en begon met het bestek te spelen.

‘Weet je, Brenda,’ zei Diana, ‘je bent erg belangrijk voor me geworden.’ Ze zweeg even en vervolgde: ‘Ik weet dat je me in de rede bent gevallen, de laatste keer dat ik je probeerde te vertellen wat ik voor je voel. Maar je betekent heel veel voor me.’

Hier was ze bang voor geweest. Hoe kon ze Diana behouden maar niet, nou ja, helemaal overstag gaan. Brenda stak haar handen over de tafel heen en pakte die van Diana in de hare. ‘Je hoeft verder niets te zeggen, Diana. Ik weet het. Sinds dat gesprek heb ik voortdurend over mezelf nagedacht. Niemand is ooit zo goed voor me geweest, heeft me zo aanvaard zoals ik ben. Ik denk voortdurend aan je. Ik begrijp dit niet, Diana. Behalve een flirt met een van de begeleidsters op kamp toen ik nog jong was, heb ik nooit zoiets voor een vrouw gevoeld. Ook niet voor een man, trouwens.’

Diana nam het gesprek weer over. ‘Dat heb ik geprobeerd je te zeggen. Ik hou van je en ik wil dat we bij elkaar zijn.’

Brenda voelde haar hart een sprongetje maken in haar borst. Ze wilde zeggen: ‘Ik ook,’ maar de woorden bleven steken. Ze kuchte en eindelijk, na een korte stilte, hoorde ze haar eigen stem: ‘Ik ook, Diana.’ Het voelde zo goed.

Ze had het gevoel alsof een heel oude last van haar schouders werd getild. Ze lachte en voelde een golf van opluchting over haar heen komen. ‘Betekent dat dat ik lesbisch ben, en moet ik het tegen mijn kinderen zeggen?’ vroeg Brenda.

Diana schudde glimlachend het hoofd. Ze keken elkaar een poosje zwijgend aan. Toen herinnerde Brenda zich dat er eten op tafel stond en verbrak de betovering. ‘We zien wel. Nu dat geregeld is, gaan we eten. Wat eten Indiërs toe?’

Shelby Cushman lunchte met Jon Rosen. Het was natuurlijk een zakenlunch en zij zou natuurlijk betalen. Ze ging met hem naar de Boxtree, deels omdat het er heel duur was, deels omdat het er heel intiem was. Jon Rosen was niet alleen de machtigste kunstcriticus in Amerika, hij was ook een heel aantrekkelijke man.

Als Morton de rekening zag, zou het hem aan het hart gaan, maar hij zou de rekening niet zien. Shelby gebruikte haar eigen geld. Want nu was het inderdaad haar geld. De afgelopen paar maanden had Shelby veel schilderijen ingekocht voor de galerie, met Mortons geld. Shelby kocht ze van kunstenaars, deed een bedrag op de prijs en verkocht ze dan aan de galerie van Morty. En tegen een dikke winst voor haarzelf.

Ach, dacht Shelby, terwijl ze mascara op haar lange wimpers deed om zich op haar lunch voor te bereiden, als vrouw moest je nu eenmaal goed voor jezelf zorgen. Niemand was voor altijd getrouwd en Morton was in vele opzichten niet royaal. In feite ging het hem aan het hart als hij een cheque moest schrijven. Ik moet het gewoon zelf doen, dacht ze.

Het geld was opgeborgen in een kluis in Zürich. Ze had een regeling met een koerier die het daar afleverde. En de sleutel was veilig verstopt in de galerie. In sommige opzichten was ze heel ouderwets. Geen bankrekeningen die een slordig spoor van papier achterlieten en waarbij de rente belast was. Ze vond dat de galerie genoeg inbreng was in het huwelijk. En als die met verlies draaide, was het in ieder geval niet haar geld.

Het ging trouwens niet zo goed als ze had gehoopt. Ondanks alle reclame die haar moeder in Atlanta maakte en alle relaties die ze zelf in New York had, had ze niet genoeg mensen met geld naar haar galerie kunnen krijgen. Ze kon niet bedenken waarom. Kwam het door Morton? Andere mensen hadden een joodse achtergrond overwonnen. Hij was toch geen neger of zo.

Shelby was klaar met haar make-up. Ze duwde haar lange, geelblonde haar op. Ze zag er goed uit, echt goed. Ze liet haar tong over haar vuurrode lippen glijden. Ze popelde om Jon Rosen te zien.

Mary Griffin Birmingham droeg een zonnebril en had haar bleke haar strak naar achteren getrokken in een paardenstaart. Een dik jack en een oude spijkerbroek maakten haar vermomming compleet, hoopte ze. Terwijl ze uit de taxi stapte, gaf ze de chauffeur een stapeltje verkreukelde biljetten van één dollar. De rit kostte acht dollar en wat kleingeld en ze had maar elf dollar, behalve de tienduizend dollar in knisperende, nieuwe biljetten die in haar jack gestopt zaten. Rijke mensen hadden nooit veel contant geld bij zich, had ze geleerd. Maar ze kon met de bus naar huis, als dat moest. God wist dat ze dat al eerder had gedaan.

Mary liep over het met papier bezaaide trottoir van Amsterdam Avenue. De majestueuze spits van St. John the Divine rees links van haar op, maar een smerige zwerver bij het hek en een andere menselijke gedaante gehurkt in de deuropening vielen meer op. Op haar agressieve manier liep ze langs hen heen. Tienduizend in contanten was een hoop geld om kwijt te raken aan een verslaafde of een dronken lor die agressief besloot te worden.

In een paar passen was ze bij de deur van V & T. Ze bleef even met haar hand op de deurknop staan. Ze hoopte dat tienduizend genoeg zou zijn. Ze wist dat ze hem tien keer zo veel zou geven als dat nodig was, maar dat kon ze hem niet laten merken.

Mary trok de glazen deur open en ging naar binnen. Het was er niet veel veranderd: hetzelfde versleten linoleum, de plastic tafelkleedjes, de sombere, goedkope, houten betimmering tegen de muren. Het vertrek aan de voorkant, gereserveerd voor rokers, was van de achterkant gescheiden door een halfhoog muurtje met een plantenbak met oranje en gele plastic bloemen, die in de verste verte niet leken op iets wat in het echt groeide. Hoeveel jaren vet zat erop, vroeg ze zich af? Het waren dezelfde als uit de jaren dat ze hier aan Columbia had gestudeerd. Alle andere dingen waren ook nog hetzelfde. Dezelfde muurschildering van de Vesuvius, dezelfde namaak houten stoelen, dezelfde Bobby.

Terwijl ze het vertrek binnenliep, glimlachte haar ex-echtgenoot. Zijn tanden zagen er nog steeds prachtig wit uit in zijn donkere gezicht. Zijn haar was anders. In plaats van het Afro-kapsel dat hij had gehad, had hij nu een van die nieuwe kapsels, hoog bovenop.

‘Dag, liefje. Fijn je te zien.’ Hij keek naar haar op, een en al charme. Een stem als warme suikerstroop. Vragende hondenogen. Dezelfde ouwe Bobby. Hij stak zijn hand uit en pakte de hare, die wit afstak tegen zijn zwarte huid. Het was onmiskenbaar prettig zijn hand om de hare te voelen. Maar ja, seks was nooit hun probleem geweest. Alleen al het andere.

‘Wat wil je?’

‘Hé, baby. Niets. Ik wou je alleen zien, met je praten. Voor de feestdagen, weet je wel.’

‘O, schei uit met die sentimentele onzin.’

Hij glimlachte. ‘Nog altijd dezelfde Mary. Wil je niet even gaan zitten? Een hapje met me eten?’

Mary ging zitten. Ze had deze gelegenheid uitgezocht omdat het hoogst onwaarschijnlijk was dat ze hier een van haar nieuwe vrienden of kennissen zou tegenkomen. Het laatste wat ze kon gebruiken was dat iemand achter haar eerste huwelijk kwam: kort, emotioneel en met een neger. Christus, Gil wou dat ze maagd was geweest en de vrouwen uit zijn kringen deden of ze dat waren. Ze zouden nooit begrijpen wat Bobby voor haar had betekend.

Bobby gaf haar het menu. Het voelde kleverig aan. Ze bekeek het. In haar jaren met Bobby was V & T de traktatie van de week geweest, iets wat ze zich slechts af en toe konden permitteren. Ze keek naar de zware Napolitaanse gerechten en onderdrukte een huivering. Ze at nu alleen nog maar Noorditaliaans.

‘Ik wil niets,’ zei ze tegen Bobby. ‘Wat wil jij?’

Ten slotte verdween de glimlach van zijn knappe gezicht. Mary keek of hij de verwachte overgang maakte van Leuke Bobby naar Ernstige Bobby. En dat gebeurde.

‘Liefje, ik heb nagedacht. Ik moet een nieuw begin maken.’ Bobby glimlachte weer. ‘Weet je, net zoals jij hebt gedaan. Een stap opzij en een stap omhoog.’

‘Ja?’ Doe niet al te geïnteresseerd; ze wist dat Bobby geneigd was zijn eigen onzin te geloven en eindeloos door te draven. Maar vandaag leek hij een beetje gespannen. Te gespannen, dacht ze en probeerde haar ongerustheid niet te laten merken.

‘Ik dacht dat ik Las Vegas misschien zou kunnen proberen. Ik heb een vriend die denkt dat het daar wel wat voor me zou zijn... een vent met ambitie en wat kapitaal.’

‘Hoe heet ze?’

Bobby schonk haar weer die trage glimlach. ‘Ik heb je nooit lang voor de gek kunnen houden, Mary. Ze heet Tamayra. Ze werkt in de Sands.’

‘Dat is mooi, Bobby. Maar wat heeft dat met mij te maken? Ons huwelijk is ongeldig verklaard. Dat is bijna alsof we nooit getrouwd zijn geweest. Ik wil dat je dat niet vergeet. Dus waarom heb je gebeld?’ vroeg ze, hoewel ze het wel wist. Onbewust had ze al die tijd verwacht iets van hem te zullen horen.

‘Ik zag je foto in de krant. Er stond waar je werkte. Dat deed me aan vroeger denken. Ik dacht dat ik je misschien op moest komen zoeken,’ glimlachte hij vals. Mary onderdrukte een huivering. ‘Toen dacht ik, misschien ook niet.’

Bobby schoof even heen en weer op zijn stoel. Mary bleef hem aankijken. Onderweg in de taxi was ze ervan overtuigd geweest dat ze hem aankon, maar nu leek Bobby anders, harder. Hij was in Harlem opgegroeid en had vanwege zijn prestaties als basketballer een beurs voor Columbia gekregen. Het enige wat hij wilde, was basketballen en feestvieren. Toen ze in New York kwam en hem voor Columbia zag spelen, was ze ondersteboven geweest van zijn prestaties. En als minnaar was hij nog beter. Ze hoopte dat hij ook in zijn studie zou uitblinken en haar met zich mee zou nemen op weg naar het succes. Maar hij trainde niet genoeg, studeerde helemaal niet en was uiteindelijk gesjeesd. Hij was een mislukkeling, maar dat zou haar niet gebeuren en ze zou zich niet door hem naar beneden laten halen. Maar nu was hij gevaarlijk. Nu wist hij dat hij een mislukkeling was.

‘Oké, Bobby. Ik kan je helpen, maar alleen voor deze ene keer. Ik zweer je dat ik de politie op je afstuur, als je me nog een keer ergens voor belt. En je weet dat ik dat kan.’

‘Hé, baby, ik word niet graag bedreigd. Dat vindt niemand leuk, begrijp je wat ik bedoel?’

Dat deed Mary, maar dat wilde ze niet laten merken. ‘Hier, Bobby. Dit is al mijn spaargeld. Pak het en bel me nooit meer.’

Ze duwde de envelop naar hem toe. Hij keek erin en zijn ogen werden groot. Ze zag zijn kaakspieren bewegen terwijl hij zijn tanden op elkaar klemde.

‘Luister eens, je bent met een van de rijkste mannen van Wall Street getrouwd. En je hebt een appartement aan Fifth Avenue, zeggen de kranten.’ Zijn stem werd bijna een gefluister. ‘Dus hou op met die onzin dat het je “spaargeld” zou zijn.’

Hij stopte de envelop in zijn zak. ‘Zeg dat het alle contanten zijn die je in huis had. Of zelfs “meer krijg je niet, Bobby”. Maar ga mij niet nou vertellen dat je arm bent.’

Hij leunde achterover en glimlachte. ‘Ik denk dat we elkaar begrijpen.’

Hij bekeek haar taxerend. ‘Je was goed, Mary. Hé, wij waren goed, nietwaar, baby?’

Ze knikte.

‘Heb je zin?’

Ze voelde dat haar kruis zich spande. Dat kon ze nu net nog gebruiken. Ze schudde haar hoofd.

‘Jammer, baby, want je bent het beste blanke kutje dat ik ooit heb gehad.’

Ze duwde haar stoel naar achteren en stond op.

‘Prettige Thanksgiving, Bobby,’ zei ze en liep V & T uit. Ze hoopte dat ze hem nooit meer zou zien, maar ze was ervan overtuigd dat Bobby nog niet uit haar leven was verdwenen.

Miguel De Los Santos schepte er een zeker genoegen in Annie te sarren. Hij wist dat het niet zijn beste karaktertrek was, maar soms kon hij er niets aan doen. Ondanks die gekke hoed, had ze echt indruk op hem gemaakt. Ze was onmiskenbaar aantrekkelijk, zelfs bij die eerste ontmoeting, toen ze om het onderwerp heen had gedraaid. Jezus. Nu hadden ze nog twee keer samen geluncht en een keer samen gedineerd. Maar het was allemaal op haar terrein geweest. Dus toen hij vandaag belde om haar voor de lunch uit te nodigen, had hij Asia de Cuba uitgezocht om te kijken hoe ze zou reageren. Het was een Cubaans-Chinees restaurant, dat betaalbaar was èn aan de westkant van de stad, dichter bij zijn buurt, niet de hare. Niet dat ze naar zijn huis zouden gaan. Beslist niet. Hij wilde alleen haar reactie zien. Ach, wat een onzin, dacht hij. Hij deed het om haar uit haar evenwicht te brengen.

‘Ik ben hier nog nooit eerder geweest,’ zei Annie, terwijl ze tegenover Miguel ging zitten.

‘Dat zal wel niet, dus laat het me uitleggen. Dit is een Cubaans-Chinees restaurant.’

‘O, dat weet ik. Ik ben alleen nog niet eerder in dit restaurant geweest. Ik ben in Estrella de Asia geweest op Seventy-eighth en Broadway vlak bij het Beacon theater. Maar ik denk dat Mi Chinita in Chelsea authentieker is.’ Ze leunde achterover en glimlachte.

Miguel lachte. ‘Ik maak me schuldig aan stereotiep gedrag, geloof ik. Het spijt me.’

‘Dat geeft niet,’ zei Annie met een glimlach en begon de inhoud van haar grote tas te doorzoeken.

‘En, wat heeft u voor me meegebracht?’ vroeg hij glimlachend. ‘ Klaar om aan de slag te gaan ?’ Ze gebruikten nog steeds het verhaal van het onderzoek om hun ontmoetingen te rechtvaardigen. Dat hoopte Miguel tenminste.

‘Misschien,’ zei Annie. ‘Allereerst, waarom noem je me niet Annie?’

‘Goed. En ik ben Miguel.’

‘Ik heb hier een heleboel dossiers - verslagen van de emissie van Morty de Gek en informatie van de bank van Cynthia. Ze had kennelijk bijna geen cent meer toen ze stierf.’ Annie zweeg even. ‘Ik heb ook na zitten denken. Gil heeft beleggingen gedaan voor haar familie. Dat zei ze in haar brief. Ze had een tante Esme. Esme Stapleton. Zou jij kunnen nagaan welke transacties uit haar naam zijn gedaan? Misschien heeft Gil haar portefeuille gebruikt.’

‘Dat zou een mogelijkheidje kunnen zijn,’ zei Miguel, maar hij was onder de indruk van haar vasthoudendheid. ‘Het is je echt ernst, hè?’

‘Jazeker.’ Annie was even stil en leek toen een besluit te nemen. ‘Miguel, kan ik je iets anders vertellen dat bij het onderzoek zou kunnen helpen? Maar iets waarvan ik liever niet heb dat je het gebruikt tenzij het niet anders kan?’

‘Ik neem aan van wel.’

Miguel luisterde, terwijl Annie hem vertelde van Aaron en het trustfonds van Sylvie en van haar bezoek aan Gil Griffin.

‘Het klinkt mij niet als een zaak voor de commissie van toezicht, maar dat zal ik nagaan. Misschien is er een kans dat Gil een van de regels voor het beursverkeer heeft overtreden,’ zei Miguel. ‘Het is jammer van het trustfonds voor je dochter. Misschien kan ze een beurs aanvragen.’ Als ze op haar moeder leek, zou ze op iedere goede school worden toegelaten.

‘Het fonds was niet voor haar opleiding bedoeld. Het was bedoeld voor haar verzorging.’ Annie zweeg even. ‘Sylvie is een mongooltje.’

Miguel voelde zijn gezicht rood worden. ‘Annie, wat spijt me dat. Dat is de tweede keer vanavond dat ik blunder.’

‘Zit er niet te veel mee, Miguel. Waarom zou je er niet van uitgaan dat een kind normaal ter wereld komt?’

Miguel merkte dat de stem van Annie heel zacht werd. ‘Dat is het geboorterecht van ieder kind. Iets anders lijkt zo’n grove onrechtvaardigheid; dat dacht ik vroeger tenminste.’

Miguel herstelde zich van zijn verlegenheid. ‘Onrechtvaardigheid, natuurlijk,’ zei hij met volle overtuiging. ‘Maar wat bedoel je, dat je dat vroeger dacht? Wat heeft je van mening doen veranderen?’

Miguel wachtte even. Annie staarde eerst in de verte en keek vervolgens Miguel weer aan. ‘Sylvie heeft me veranderd.’ Miguel knikte om haar te bewegen verder te gaan. ‘Ze heeft Aaron ook veranderd. Dat is mijn ex-echtgenoot,’ zei ze.

‘Je moet erg eenzaam zijn geweest.’

‘Dat was ik ook,’ zei Annie, liet toen haar hoofd zakken en voegde eraan toe: ‘Ik ben eenzaam.’

De eerlijkheid van Annie ontroerde Miguel. Hij moest zich in-houden om zijn hand niet uit te steken en haar gezicht aan te raken. Ze waren even stil. Toen vroeg Miguel: ‘Was Sylvie de oorzaak van de breuk in jullie huwelijk?’ Miguel wilde zijn neus niet in Annies leven steken, maar het leek erop dat ze wilde praten.

‘Ik zou willen zeggen dat de geboorte van Sylvie niet zozeer de oorzaak was als wel de katalysator. Als Sylvie er niet was geweest, zou ik de tekortkomingen van Aaron misschien nooit hebben gezien. Misschien zou ik nooit het inzicht hebben gekregen dat ik nu wel heb.’ Annie zweeg, terwijl de ober de afgedekte schalen op tafel zette. Miguel negeerde de onderbreking.

‘En dat was?’

Annies hand zakte langzaam neer op de deksel van een schaal en bleef daar liggen. ‘Sylvie heeft me geleerd om in verwondering te leven.’ Ze schepte wat rijst op het bord van Miguel en vervolgens op haar eigen bord. ‘Heb jij kinderen?’ vroeg ze.

‘Ja. Ik heb er twee. Twee jongens die bij mijn ex-vrouw wonen in New Jersey.’ Miguel schoof even heen en weer. De vrouw was dapper, dapperder dan hij had gedacht, besefte hij schuldig. Madre de Dios, hoe zou hij zijn als een van zijn jongens?... Hij moest er niet aan denken.

‘Dan weet je waar ik het over heb. Ken je de manier waarop jonge kinderen, als ze zelf iets hebben ontdekt, verwonderd zijn over hun ontdekking?’

‘Natuurlijk,’ zei Miguel. ‘Ik herinner me dat mijn oudste zoon het mobiel ontdekte dat sinds zijn geboorte boven zijn wieg had gehangen. Op een dag zag hij het, gorgelde en schopte heftig naar de bewegende kleuren.’ Miguel pakte zijn vork. ‘Maar toen raakte hij eraan gewend en ging verder naar zijn volgende ontdekking.’

‘Precies,’ zei Annie. ‘Alleen was het bij Sylvie altijd weer de eerste keer. Ze ziet de kleuren van het badschuim en het is weer net zo als de eerste keer. En sterren en ijs.’

‘Ik noem het de “wauw”-ervaring,’ zei Miguel. ‘Het is jammer, maar naarmate ze ouder worden, lijkt het of het steeds moeilijker voor ze wordt om die ervaring te hebben.’ Miguel kauwde op een stukje zoetzure kip. ‘Ach,’ hij haalde zijn schouders op, ‘wat kun je verwachten. Ik heb ergens gelezen dat een kind voor zijn tiende al twintigduizend keer een gewelddadige dood heeft gezien op tv. Dat is genoeg om iedereen van zijn “wauw” af te helpen.’

‘Zie jij je jongens vaak?’

‘Om het weekend, of als Millie me vraagt op te passen.’

‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Annie.

Miguel begreep wat Annie bedoelde. ‘Ik denk dat we verschillende dromen hadden. Zij jaagt de “Amerikaanse droom” na... je weet wel, een auto, een huis in de buitenwijken, vakanties.’

‘En wat is jouw droom?’

‘Dat is niet moeilijk. Gezin en werk, in die volgorde.’ Miguel bette zijn mond met de punt van zijn servet. ‘Millie vindt dat het andersom moet zijn. Ze kon er niet tegen met een rijksambtenaar getrouwd te zijn. Ze noemde me altijd een kruisvaarder.’

‘Ik begrijp dat jullie andere ideeën hebben over het opvoeden van kinderen,’ zei Annie.

Miguel snoof. ‘Dat is voorzichtig uitgedrukt. Millie heeft het over “kwaliteitstijd” en al die andere yuppie-onzin. Dan neemt ze ze mee naar McDonalds en gaat ergens video-spelletjes met ze doen.’ Miguel zweeg even. ‘Ik zeg tegen haar dat ze een eind van haar oorsprong is verwijderd. Niet alles wat de gringo's doen is beter.’

‘En wat doe jij met je kinderen?’

Miguel leunde op zijn ellebogen naar voren. ‘Ik had gehoord van een dierenarts in Pennsylvania die lama’s fokt. Nu kun je naar de dierentuin in de Bronx gaan en van een paar meter afstand naar die dieren kijken en het kaartje lezen met drie regels informatie erop. Maar wanneer krijg je de kans een lama-farm te bezoeken, ze aan te raken en te horen hoe ze worden verzorgd? Ik bedoel, ik vond het reuze spannend.’

‘En de jongens niet?’ vroeg Annie.

‘De vrouw was zo aardig ons uit te nodigen om de dieren te komen bekijken. Daarna zijn we in een Pennsylvania Dutch-restaurant gaan eten.’ Miguel pakte zijn servet van zijn schoot en gooide het op tafel. ‘En wat denk je? De jongens wilden liever naar McDonalds en video-spelletjes doen.’ Miguel kon bij de herinnering zijn teleurstelling niet verbergen. ‘Maar,’ zei hij, ‘ik blijf het proberen. Volgende maand neem ik ze mee naar een dorp op Cape Cod waar heel veel dove mensen wonen, dus gebruikt het hele dorp gebarentaal.’

‘Eerlijk?’ vroeg Annie. ‘Dat is ongelofelijk. Dat zou een geweldige ervaring zijn.’

‘Zou je zaterdagavond met me willen gaan eten?’ vroeg hij. Zaterdagavond betekende een echte afspraak, geen zogenaamde zakenbespreking meer.

‘Het spijt me. Ik heb al plannen. Maar bedankt voor de uitnodiging.’ Ze was even stil. ‘Maar ik vraag me af of ik je een gunst zou mogen vragen.’

Ze wimpelt me af en vraagt om een gunst? vroeg Miguel zich af.

‘Ik ga zaterdag mijn dochter opzoeken. Heb je zin om mee te gaan? Het is een lange rit. Ik kan me geen chauffeur meer permitteren en ik wil niet alleen gaan.’

‘Het zal me een groot genoegen zijn,’ zei Miguel.

Stuart Swann leunde achterover in de limousine die voor V & T geparkeerd stond, zijn camera op zijn schoot. Hij zag Mary Griffin haastig het restaurant verlaten, naar de stoeprand lopen en haar hand opsteken voor een taxi. Er stopte er onmiddellijk een. Stuart zag hoe de taxi zich tussen het verkeer voegde en merkte een minuut later de zwarte man op die hij bij Mary had zien zitten.

Hij had besloten Mary te volgen wanneer ze overdag onverwachts zonder Gil het kantoor verliet. Hij wist niet zeker waarom hij dat deed; hij wist alleen dat er iets niet klopte met haar en aangezien hij de druk van haar antipathie voor hem bij het werk voelde, bedacht hij dat hij beter voor wat munitie kon zorgen. Ik heb in ieder geval iets geleerd van het werken voor Gil Griffin, dacht hij. En nu, na nog maar twee uitstapjes, bingo!

Alleen wist hij niet precies wat dat ‘bingo’ inhield. Nog niet, in ieder geval. Maar de combinatie van dit afgelegen restaurant, een zwarte man en een envelop, waren genoeg ingrediënten voor een Mary-stoofpot, daar was hij zeker van. Drugs? Seks? Iets ergers? Hij gaf zijn chauffeur opdracht de neger te volgen, die snel in de richting van Broadway liep. In Ninety-sixth Street liep de man de hal binnen van een pas gebouwd luxe gebouw met appartementen, dat totaal niet paste tussen de huurflats en cafés. Dit was een goede dag voor hem. En een slechte dag voor Mary, geloofde hij. Het werd iedere dag duidelijker dat Mary Griffin geen integere vrouw was.

Stuart keek naar het opschrift aan de zijkant van het gebouw en noteerde de naam van de managementmaatschappij. Hij herkende die als een van de pensioenfondsen die tot zijn cliënten behoorden. Een stap dichter bij ‘bingo’! dacht hij. Stuart zei tegen zijn chauffeur dat hij terug moest rijden naar Wall Street en glimlachte bij zichzelf terwijl hij de autotelefoon pakte om een paar telefoontjes te plegen.