LXII

Mainz

Voor zo'n groot gebouw oogde de Gutenberghof verbazend bescheiden; in de smalle straat was geen plek waar je het in zijn volle glorie kon bekijken. Op grondniveau ging het ongemerkt over in zijn buur, terwijl het grootste gedeelte om de hoek in een steeg verborgen bleef. Je zou je heel ver moeten uitrekken om de spitse gevel boven je te zien: de meeste mensen waren te druk bezig met wegduiken voor vee, mest en huiden die aan de haken van de pelshandel ertegenover hingen om hoger te kijken dan naar hun voeten. Het was het perfecte gebouw voor wat zich binnen afspeelde.
'Ik hoor dat je sinds je terugkeer een nieuwe naam hebt aangenomen,' zei Fust.
'Gutenberg.' Ik had mijn vaders naam overboord gegooid en die van mijn eerste en laatste thuis aangenomen. Het gaf me het aanzien van een grondbezitter, wat soms bij het zakendoen van nut bleek; maar het gaf me bovenal een thuis. Ik hoorde hier.
Toen we over de drempel stapten, keek ik omhoog, zoals gewoonlijk, naar het wapen dat in de sluitsteen van de boog was gehouwen. Het toonde een gebochelde pelgrim met een hoge punthoed, bijna dubbel geklapt onder het gewicht van de last onder zijn mantel. Wat was die last, vroeg ik me af. Hij leunde op zijn staf, terwijl hij zijn andere hand ophield voor een aalmoes. Ik wist niet hoe dit ons familiewapen was geworden zelfs mijn vader wist het niet maar ik voelde, zoals altijd, een verwantschap een vermoeide pelgrim die nog steeds om aalmoezen bedelt om zijn reis te kunnen voleindigen.
Ik was druk bezig geweest sinds mijn terugkeer. De voorkamers die mijn vader had gebruikt om zijn kleren en koopwaar tentoon te spreiden waren dichtgespijkerd. Nu zaten ze stampvol meubilair, tegen de wanden aan, of hoog gestapeld alsof ze klaarstonden voor een verhuizing. Stof had zich er al op genesteld.
Ik nam Fust mee naar een andere kamer, en toen door een kort gangetje langs de voorraadkast. We hielden halt voor een met ijzer beslagen deur die naar de achterste vleugel leidde.
'Wat je hier ziet en hoort — zweer je bij Maria en de heiligen dat je er met niemand over zult spreken?'
Fust knikte. Ik opende de deur.
In het midden van de kamer zaten drie mannen aan een tafel die daar voor de gelegenheid was gezet. Ze dronken wijn, al zag geen van hen eruit alsof hij ervan genoot. Ze wisten wat er op het spel stond.
Ik stelde ze voor.
'Konrad Saspach uit Straatsburg, kistenmaker en timmerman. Hij maakt onze persen, die u dadelijk zult zien.'
Saspach was een van de weinige mannen die in mijn aanzien was gestegen sinds ik hem kende. Zijn baard was tegenwoordig wit en onverzorgd als die van een profeet, zijn handen zo verweerd dat het onmogelijk leek dat ze een draaischijf konden omdraaien of recht konden zagen. Hij had altijd al zijdelings aan onze onderneming deelgenomen, maar toen ik hem vroeg uit Straatsburg over te komen had hij graag ingestemd.
'Götz von Schlettstadt, de goudsmid die de gietvormen en matrijzen die we gebruiken graveert.' Niet lang nadat ik hem had ontmoet hadden de Armagnaken zijn stad geplunderd en zijn winkel leeggeroofd. Een goudsmid zonder goud kan niet blijven werken. Kort daarna was hij naar Mainz gekomen en had aangeboden voor mij te werken. Ik ging graag akkoord want hij was de meest nauwgezette goudsmid die ik ooit had gekend. Alle metaalsoorten waren als klei in zijn handen.
'Vader Heinrich Günther.' Een jongere man met een ernstig gezicht en starende ogen. Günther was de predikant van de St Christophoruskerk om de hoek tot in een dispuut tussen de aartsbisschop en de paus — hij de zonde had begaan de kant te kiezen van de baas van zijn baas. De aartsbisschop had hem zijn prebende afgenomen en hem berooid achtergelaten.
Ik keek ze allemaal stuk voor stuk aan, zoals ze naar Fust keken of hun bekers bestudeerden, afhankelijk van hun stemming. Deze wezen en verschoppelingen vormden mijn gilde, mijn broederschap van handwerklieden. Als Kaspar toch maar had meegedaan, dan zou mijn geluk volmaakt zijn geweest.
'En wat hebben jullie allemaal met elkaar gemeen? Het klinkt als een grap: een timmerman, een goudsmid, een priester en...' Hij keek naar mij. 'Wat bent u eigenlijk, Hans Gutenberg?'
Een kopiist? Een bedrukker van papier? Een bedelaar? Een dwaas?
'Een pelgrim.' Ik kon zien dat het antwoord hem niet beviel. Ik sprak haastig verder. 'Eerst zullen we het vermogen van dit proces demonstreren.'
Ik overhandigde hem een vel papier. Vier gaatjes waren in de hoeken geprikt, en een potloodstreep liep ogenschijnlijk willekeurig door het midden.
'Schrijf hier uw naam.'
Met de tegenzin van iemand die denkt dat hij in de maling wordt genomen, pakte hij een pen van de tafel en schreef zijn naam op de lijn.
'Het papier is vochtig,' merkte hij op.
'Dan wordt de inkt beter opgenomen.'
Saspach pakte het gesigneerde vel papier op en verdween door een deur in de kamer ernaast. Van achter de deur klonk lang protesterend gekraak, als een schip dat aan zijn kabeltouw rukt. Toen een bonk, een raspgeluid en een metalen klap. Fusts blik vernauwde zich, terwijl de anderen deden of ze niets hoorden.
Saspach kwam terug en legde het vel triomfantelijk voor Fust neer. 'Lieber Gott,' mompelde hij.
Zijn naam stond er nog, precies zoals hij hem geschreven had. Maar waar die eerst als enige bloem op een leeg veld had gestaan, stond hij nu te midden van een tuin. Honderden woorden die eromheen in een oogwenk waren opgebloeid en hem hadden opgenomen in hun vlechtwerk. Zijn naam maakte nu deel uit van een zin:
Hierbij verklaren wij Johann Fust waarlijk zijner zonden vergeven en van smetten vrij.
'Geen pennen, geen bureau. Geen afdwalende geest of dwalende hand. Een volmaakt exemplaar, keer op keer. En zoals u ziet: in een oogwenk klaar.'
Fust keek als iemand die in een gat was gevallen en een grot vol goud had gevonden. Hij wees naar het grammaticaboekje dat ik hem in de wijngaard had getoond. 'En kwam dit ook uit die kamer?'
'Blad voor blad.'
'Het is niet te onderscheiden van het echte boek.'
'Misschien is het wel een echt boek zoals goud zich verhoudt tot lood of de zon tot de maan.'
Maar Fusts koopmansgeest kon niet lang worden verblind. Ik zag de berekeningen al in zijn ogen, metend en tellend. 'Waarom heeft u duizend gulden van mij nodig? Alles lijkt hier compleet te zijn.'
'Dit is nog maar het begin. Hiermee tonen we dat het mogelijk is. ()m dit proces echt te benutten, heb ik meer persen en gereedschap nodig, meer mankracht, meer papier en perkament.'
'Om aflaten en grammaticaboekjes te drukken?'
Ik schudde mijn hoofd en leunde over de tafel heen. Ik had van tevoren gezworen dat ik geen wijn zou aanraken, omdat het mijn gedachten zou vertroebelen. Nu merkte ik dat ik mijn beker al had leeggedronken. Het joeg door mijn aderen.
'Een nieuwe onderneming. Nog stoutmoediger dan wat we ooit hebben ondernomen. Ondanks alles wat we hebben bereikt, zijn wij in dit nieuwe proces nog altijd leerlingen. Nu gaan we ons meesterwerk maken.'

Het Verboden Boek
Section0001.xhtml
Section0090.xhtml
Section0088.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0034.xhtml
Section0033.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml