LXXI

Hij was te beroemd om dit te moeten doen. Niet dat hij het had opgezocht. Hij minachtte zijn collega's die zichzelf op televisie op de borst klopten en dissertaties publiceerden die achter gesloten deuren van de moederkerk hadden moeten blijven. Die mannen werden vaak als ze uit de studio kwamen door Nevado opgewacht, die dan meldde dat ze een nieuwe missie in een afgelegen diocees in een afgelegen continent hadden gekregen. Hij genoot ervan ze te breken, als een tuinman die takken snoeit die het geheel van een boom ontsieren.
Maar nu bevond hij zich dicht bij het hoogtepunt van zijn carrière. Op een dergelijke hoogte was het onmogelijk om helemaal in de schaduwen te blijven. Door het verblindende licht. Hij begon zichtbaar te worden. Toen de laatste paus was overleden, hadden de kranten foto's van onder anderen Nevado gepubliceerd. Onwetende commentators hadden voor onwetende lezers onwetende stukjes geschreven, hijgerig speculerend dat hij papabile was. Nevado had ze gebruikt om de haard mee aan te steken in zijn Vaticaanse appartement. Hij had dat soort afval al zijn hele leven verbrand. Meer was het niet waard.
Maar falen, zodra het in de wereld kwam, kon niet geheel met wortel en tak worden uitgeroeid. Misschien nog wel vijftig jaar geleden, toen hij begon. Nu niet meer. Toch wist hij dat hij dit moest doen. Sommige mannen zouden het het lot hebben genoemd, of lotsbestemming', voor kardinaal Nevado was het niets anders dan Gods bedoeling.
Hij trok de sjaal omhoog zodat die zijn mond bedekte en stapte de kerk binnen.

Ze reden de heuvel af, naar het oude stadje aan de rivier. De huizen in Mainz leken in een andere schaal te zijn gebouwd: door de hoge muren voelden Nick en Emily zich piepklein terwijl ze hand in hand door de besneeuwde straten liepen.
De archieven waren ondergebracht in een modern gebouw dat uitzag over de hoofdweg, met een park en de Rijn erachter. Een passagiersveer bevond zich aan een kade aan de overkant.
Ze kwamen net op tijd. De archieven stonden op het punt om voor die dag te worden gesloten, de archiviste wilde duidelijk vroeg naar huis in verband met de sneeuw. Maar ze liet hen binnen met een grom en ging hun voor naar de kelder, een doolhof van doorzakkende kastplanken die verlicht werden door kale peertjes. In een verre hoek haalde ze een platte kartonnen doos vanonder een stapel mappen tevoorschijn. Ze zette hem op een tafel die onder een verwarmingsbuis tegen de muur stond.
'De leeszaal is al gesloten. U kunt hier werken.' Ze keek op haar horloge. 'U krijgt een uur. Daarna sluiten we u in.'

Olaf zat in de kerk naar de engelen te staren. Soms, wanneer zijn oude ogen troebel werden, genoot hij van de illusie dat de engelen hun glazen gevangenis waren ontvlucht en vrij door de blauwe hemel erboven vlogen. Hij dacht aan Trudi, zijn eerste vrouw, die in hun midden vertoefde, en hij hoopte dat ze nu gelukkiger was dan hij haar ooit had gemaakt.
De rolstoel rolde naar voren. Iemand had er van achter tegenaan geduwd. Olaf tilde zijn gerimpelde hand op om de verwachte verontschuldiging te pareren hij was die dingen wel gewend — maar die kwam niet.
Hij draaide zich om en keek in het gezicht uit zijn nachtmerries.

Er waren twaalf pagina's, elk met één kolom van dicht op elkaar gepakte letters. In de loop der eeuwen was de catalogus aan vele revisies onderworpen. Lijnen die langs een liniaal waren getrokken streepten veel trefwoorden door, terwijl de marges een parallelle reeks waren geworden van namen, gegevens en gekrabbelde getallen.
'Wat zoeken we hier eigenlijk?'
'Wat Gillian zocht toen ze de verwijzing naar de Bibliotheek der Duivels vond. Waarschijnlijk iets uit de vijftiende eeuw. Misschien een bestiarium, of een titel waar we nog niet van hebben gehoord.'
Nick probeerde de eerste regel van de catalogus te ontcijferen. Middeleeuwse handschriften en Latijn waren niet zijn sterkste punt.
'Hoe is die geordend?'
'Chronologisch.'
'Dan zal het toch niet zo moeilijk zijn om de vijftiende-eeuwse boeken te vinden.'
'Chronologisch op de datum dat het klooster de boeken kreeg,' verbeterde Emily hem.
Nick staarde haar ongelovig aan. 'Wat is dat nou voor manier om informatie te ordenen?'
Emily legde een beschermende hand op de pagina. 'Kaartenbakken zijn pas in de achttiende eeuw uitgevonden. Tot die tijd konden ze alleen maar de boeken noteren wanneer ze binnenkwamen in de bibliotheek. Wanneer ze werden verkocht of verloren raakten, streepte men ze door. Je snapt wel dat een bibliothecaris in een klooster heel belangrijk was.'
Ze boog zich erover om de eerste pagina te bekijken. 'Veel van deze boeken zullen bijbels of gebedenboeken zijn geweest. Die kunnen we waarschijnlijk wel buiten beschouwing laten.'
'Tenzij de monniken dezelfde truc als Gillian uithaalden,' mompelde Nick. 'Als het boek zo controversieel was, hebben ze het misschien op een verkeerde plek ondergebracht.' Hij wees op een ingang op het midden van de bladzijde. 'Wat is dat?'
'titel: de natura rerum.'
'Van wanneer is die?'
'Oorspronkelijk? Vermoedelijk van ongeveer driehonderd voor Christus.' Emily kon een lachje niet onderdrukken. 'Het is van Aristoteles.'

Olaf had sinds zijn vijftiende niet meer echt in God geloofd. Hij geloofde echter in het lot, en op zijn leeftijd had hij genoeg gezien om te weten wanneer het zich aandiende. Hij bood geen weerstand aan kardinaal Nevado, die de handvatten van zijn rolstoel vastgreep en hem naar buiten rolde. Na de blauwe geborgenheid van de kerk, baadde de wereld buiten in een helgeel licht.
'U heeft zichzelf goed verborgen,' zei de stem in zijn oor. 'Wij proberen u al een week te vinden.'
'Dat heb ik altijd wel verwacht.'
'Maar nooit echt geloofd.' De wielen slipten toen ze de bocht omgingen. 'Voor zo'n slim ras is de mens maar slecht toegerust voor bedrog. We vertrouwen te veel op onze ervaring. Als we ergens een keer mee weg zijn gekomen, nemen we aan dat dat altijd zo zal zijn. Maar hoe vaker we iets riskeren, hoe waarschijnlijker het is dat we ooit eens falen. U heeft ons eens met het Amerikaanse meisje bedrogen en bent ermee weggekomen. U had niet nog een keer op deze plek moeten afspreken.'
Olaf keek voor zich uit. 'Ik kijk graag naar de engelen.'
'Ik hoop dat u ervan genoten heeft. Zij zullen het laatste zijn wat u voor lange tijd zult zien.'
Olaf werd opeens geïrriteerd. Hij zocht rond, maar zag alleen de zwarte lange jas van zijn overweldiger, een muur van duister spreidde zich achter hem uit.
'Wat wilt u van me horen?'
'Niets. We weten alles al.'
Kardinaal Nevado zocht in zijn zak en haalde er een zwaar vismes uit. Hij haakte ermee om de remkabel van de rolstoel. Met een draai van zijn pols sneed het lemmet het door.
'Moge God u uw zonden of dwalingen vergeven,' mompelde hij. Hij plaatste een in handschoen gestoken hand minzaam op Olafs voorhoofd en hield hem daar even ter zegening. Toen duwde hij.
De heuvel was steil en spiegelglad. Olaf maaide met zijn armen en probeerde de randen van de wielen vast te pakken, maar op de verharde sneeuw maakte dat niets uit. De rolstoel racete de straat af en slipte over de weg beneden een tweebaansweg.
Van boven op de heuvel zag Nevado de rolstoel de lucht in vliegen toen een vrachtwagen hem van voren aanreed. Hij vloog naar de andere rijstrook, stuiterde en verdween onder de wielen van een naderende auto.

Er viel voor Nick niet veel te doen. Hij ijsbeerde door de kelder, las opschriften op dozen en vroeg zich af wat voor geheimen er nog meer in zouden kunnen zitten. Toen dat ging vervelen, zette hij zijn laptop aan om patience te gaan spelen. Nadat hij drie spelletjes achter elkaar had verloren, liep hij terug naar Emily, die aan de tafel zat.
'Heb je al wat?'
Emily fronste. 'Moeilijk te zeggen. Veel van deze titels zijn me niet bekend. Ik kan niet van alles de datum vaststellen.'
De klok op de computer toonde dat ze al een halfuur bezig waren. Met weinig hoop activeerde Nick de draadloze netwerkkaart van de laptop. Tot zijn verbazing vond hij bijna onmiddellijk het netwerk.
'Misschien kan ik je helpen.'
Hij sleepte een kartonnen doos naar de tafel en gebruikte die als provisorische kruk. Terwijl Emily de titels oplas, zocht hij ze met een zoek-
machine, geleidelijk aan de weg vindend naar een gedeelte van de catalogus dat in het midden van de vijftiende eeuw leek te zijn opgesteld. Een klok beneden in de hoek van het scherm tikte de minuten voorbij.
'Hier heb je er een,' zei ze. 'Geen details, alleen een titel. Liber Bonasi.'
Nick typte 'Bonasi' in de zoekmachine.

Bedoelde u bonsai?

Eronder stond een rij links naar verschillende bedrijven die te maken hadden met bonsaiboompjes.
'Geen succes.'
'Vreemd.' Ze boog zich over de catalogus. 'Probeer eens "Bonasus". Misschien is dat een wat gebruikelijker vorm.'
De Japanse boomkwekerijen ruimden het veld. Nick scrolde door de nieuwe resultaten en probeerde er wijs uit te worden.
'Bonasus is blijkbaar de Latijnse naam van een of andere Poolse bizon. Naar verluidt plassen die op wild gras, dat gebruikt wordt om wodka zijn smaak te geven. Goor hè?'
Hij keek op het scherm, zich afvragend waarom ze zo stil was geworden. 'Dat staat hier.'
'Probeer "Bonnacon" eens.'
Ze spelde het voor hem. Nick voerde het in en klikte op het eerste resultaat dat verscheen. Emily stond op en liep om de tafel heen om mee te kijken.
'Dat is het.'
De nieuwe afbeelding vulde het scherm: een vreemd beest met gespierde flanken, gedraaide hoorns en gespleten hoeven. Drie ridders zaten het met lansen achterna, maar waren omvergeworpen door een zich vertakkende straal die als een bliksem uit het achterste van het beest schoot.
Nick las het onderschrift. 'Bonnacon, ook bekend als Bonasus. Een fabelwezen met de manen van een paard, het lichaam van een stier en naar achteren gedraaide hoorns die dus voor het gevecht nutteloos zijn. Wanneer hij wordt aangevallen, vlucht hij terwijl hij een lading mest spuit die wel een afstand van twee mijl kan bestrijken. Bij aanraking met de mest verbranden zijn aanvallers als in vuur.'
Emily luisterde maar met een half oor en trok de reconstructie-uitdraai uit haar tas en legde die naast de computer. Nick keek van de ene naar de andere: van het scherm naar het papier en terug.
De dieren waren hetzelfde. Niet identiek, maar duidelijk wel hetzelfde fabeldier. Wat Nick voor een harige staart had gehouden, was in werkelijkheid een uitstoot van vlammende uitwerpselen die eruit sproeiden.
'Napalmschijt,' zei Nick. 'Gelukkig heb ik nooit achter zo'n beest gelopen.'
'Liber Bonasi betekent boek van Bonasus. Dat kan een pseudoniem zijn, zoals Libellus of meester Franciscus.'
Nick liep om de volgeladen tafel heen om de catalogus weer te bekijken. 'Staat er nog iets in over de Bibliotheek der Duivels?'
'Nee.' Emily wees op de ingang. De titel was doorgestreept, maar anders dan bij de andere boeken stond er geen datum of beschrijving bij waar hij heen was gegaan. De marge was leeg.
'Olaf zei dat Gillian de vermelding hier vond.'
'Als je een gevaarlijk boek naar een geheime bibliotheek zou brengen, zou je dat waarschijnlijk niet in een catalogus vermelden.'
'Tenminste niet op een manier dat anderen het kunnen zien.' Nick haalde zijn mobieltje tevoorschijn en zette het aan de eerste keer dat hij het had aangezet sinds hij uit Parijs was gekomen. Een blauwwit licht straalde van het scherm.
'Het is geen ultraviolet maar misschien zien we er wat meer mee.'
Hij legde het telefoontje plat naast de middeleeuwse catalogus. Het licht scheen over de pagina. Met kleine bewegingen schoof hij het mobieltje heen en weer, proberend er een teken van Griffelglossen mee op te vangen.
'Wat is dat?'
Hij zag het amper: een vaag krasje in het papier, bijna onzichtbaar in het zwakke licht. Hij maakte het licht scheller op het scherm, de diepere gedeelten tracerend als een archeoloog die door zand schift. Hij moest het letter voor letter ontcijferen; herhaaldelijk besefte hij dat hij fout zat en moest hij opnieuw beginnen.
Bib Diab. Portus Gelidus.
Er klonken voetstappen op de stalen traptreden. Nick sprong op, maar het was de archiviste maar. Emily greep de catalogus en legde hem terug in de doos.
De archiviste tikte op haar horloge. 'Tijd om te gaan.'
Ze volgden haar weer naar boven. Op de trap vroeg Nick: 'Zegt de naam Portus Gelidus u iets?'
De archiviste fronste verbaasd. 'Portus Gelidus is de naam uit historische tijden voor Oberwinter. Het is een dorpje aan de Rijn, in de ber-
gen.' Ze ging door de deur de lobby in en wees door de voorruiten. Achter de drukke weg hingen vlaggen slap boven een loopplank op de pier. 'Je kunt er met de veerboot heen.'

Nevado zocht de straat af nog altijd uitgestorven. Zijn hoed zou zijn gezicht hebben verborgen voor een eventuele toeschouwer vanaf de ramen erboven, of eventuele cctv-camera's. Hij betwijfelde of de politie de moeite zou nemen het te controleren: het was duidelijk genoeg wat er was gebeurd. Een oude man had op het ijs de controle over zijn rolstoel verloren, was uitgegleden en omgekomen. Een jammerlijk ongeval. Hij liep met stevige passen door tot hij een straat onder aan de heuvel vond waar de stoep was schoongeveegd. In de verte hoorde hij sirenes naderen.
Een getril in zijn jaszak herinnerde hem eraan dat zijn werk nog niet was gedaan. Hij klapte zijn mobieltje open en luisterde even.
'Nee. Wacht op mij.'

Ooit was Mainz beschermd door stenen; nu bestonden haar wallen uit sneeuw, naar de randen van de tweebaansweg geploegd die de rivieroever van de rest van de stad afscheidde. Het verkeer stond stil, de auto's in de berm, zodat een ziekenwagen erdoorheen kon. Er was blijkbaar iemand geslipt dat gebeurde om de haverklap met dat weer. Nick zocht naar het ongeluk maar zag niets.
Ze liepen kriskras tussen de stilstaande auto's door en kwamen uit op een brede betonnen promenade bij de Rijn. Een ijzige wind sloeg hen in het gezicht; op de rivier klopte die het water op tot kartelige witte tandjes. Bij de vlaggenmasten stond een zeeman in blauw ketelpak een touw los te knopen van de loopplank. Ze renden erheen.
'Gaat deze boot naar Oberwinter?' vroeg Nick.
Een gebulder overstemde het antwoord dat hij kreeg toen de veerboot zijn motor startte voor het vertrek. De wolken dieselrook vulden de lucht. De zeeman trok twee kaartjes van een ring en stak ze Nick toe.
'Betaal maar aan boord. Misschien brengen we je erheen.' Hij keek naar de lucht. 'Misschien ook niet.'
Ze zwalkten over de loopplank en gingen vanuit de kou naar binnen. Ze keken niet om, dus zagen ze niet dat een man over de weg rende, tussen de auto's door springend die eindelijk weer waren gaan rijden, en het dienstrooster van de veerboot bestuderend dat aan een plakkaat bij de pier hing. Ze zagen ook niet dat even later de man in donkere mantel en laaggerande hoed aan kwam stappen.
Ugo hoorde Nevado naderen en draaide zich om. 'De eerste stop is Rüdesheim niet ver weg. Misschien zijn we er met de auto eerder dan zij.'
De kardinaal schudde zijn hoofd. Op de rivier voer de veerboot tussen twee enorme kolenaken door.
'We weten waar ze naartoe gaan.'

Het Verboden Boek
Section0001.xhtml
Section0090.xhtml
Section0088.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0034.xhtml
Section0033.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml