***

Letiva had zwijgzaam de discussie aangehoord. Er werd over haar geruzied en men deed net alsof ze niet in de kamer stond. Het was pijnlijk en vernederend. Vooral het moment dat zijn moeder haar afkeurend opnam en over haar hidjab begon. Het was in dit gezin niet veel anders dan bij dat van haar. Ook hier was het cultuurverschil een struikelblok. En misschien hadden ze gelijk. Misschien dachten zij en Sam er veel te gemakkelijk over. Misschien waren ze inderdaad te verschillend in hun denken en doen en kwam dit nog niet bovendrijven omdat ze te kort verkering hadden. Hoeveel geslaagde relaties tussen een moslim en een christen kon Letiva opnoemen? Niet een! Wellicht bestonden ze, maar niet in haar familie en duidelijk ook niet bij die van Sam. De ruzie liep hoog op en toen er uiteindelijk over en weer werd geschreeuwd had Letiva zich omgedraaid en was de kamer uitgelopen. Ze had niet meer de energie om tegen zijn ouders in te gaan. Na weken ruzie met haar familie was ze het strijden moe. Deze mensen wilden haar niet, en het was ook wel begrijpelijk. Sam en zij hadden een lange tijd hun relatie zo goed als verborgen gehouden en mondjesmaat wat vage verhalen opgehangen. Plotseling stond er dan een meisje op de stoep en dat verwachtte hulp. Een meisje met een hoofddoek nog wel. En dat moest dan zonder protest in hun gezin worden opgenomen? Moest door hen worden gevoed en gekleed. Waarom zouden ze? Omdat Sam verliefd was op haar? Hoe kon ze denken dat deze mensen haar als een dochter zouden binnenhalen? Was dat niet erg naïef? Ze had het tuinhek al in haar handen toen ze hem hoorde roepen. 'Letiva, wacht. Waar ga je heen?'

Ze hield weifelend haar pas in. Ja, waarheen? Dat was een goede vraag. Het antwoord deed er in principe niet meer toe, als het maar een plaats was waar ze welkom was. Ze draaide zich niet naar hem om maar staarde naar de klimrozen langs het hek.

'Sorry dat mijn ouders zo lullig reageren.' Sam legde zijn hand op haar heup en blokkeerde met zijn lichaam de uitgang. 'Ik had echt niet verwacht dat mijn moeder zo bekrompen zou doen. Maar ze kunnen van mij alle twee de pest krijgen. We gaan er met zijn tweeën vandoor en we zien wel hoe ver we komen. Ik heb achttienhonderd euro op de bank staan. Daar kunnen we een tijdje van leven en ondertussen zoeken we samen werk.' Hij trok haar in zijn armen en kuste haar voorhoofd. 'Ik houd van je. Dat mag je nooit vergeten, Letiva Harchaougoz. Beloofje me dat?'

Ze lachten allebei toen hij haar naam wat onhandig uitsprak en er viel iets van de spanning weg.

Er hing een beklemmende stilte in de eetkeuken van de familie Visser. Sandra keek eerst haar moeder, toen haar vader en toen haar moeder weer aan.

'Is hij zijn verstand verloren?' viel mevrouw Visser tegen haar man uit. 'Wat bedoelt hij met "ik ga met haar mee"?'

'Nou, dat lijkt mij toch wel duidelijk', bemoeide Sandra zich met het gesprek.

'Sandra, wil je ons even alleen laten?' vroeg meneer Visser en hij duwde zijn mok met koffie van zich af. Het smaakte plotseling bitter.

'Waarom?' sputterde Sandra verbolgen tegen. 'Ik woon hier toch ook?'

'Jij hoeft niet overal met je lange neus bij te zitten', blafte haar moeder. 'Ga naar je kamer of naar buiten.'

'Wat een kinderachtig gedoe.' Wild schoof Sandra haar kruk naar achteren en beende foeterend de kamer uit.

'Wat doen we hier nou mee?' vroeg mevrouw Visser en haar boosheid borrelde weer op.

'De jongen is verliefd', redeneerde haar man kalm. 'We schieten er niets mee op door hem de omgang met het meisje te verbieden. Je ziet toch wat die kinderen ervoor willen opofferen? Zij loopt van huis weg en hij zal exact hetzelfde doen voor haar. Als we onze poot stijf houden, jagen we hem weg en misschien wel voorgoed. Is het dat watje wilt? Dat hij langs de straat gaat zwerven en wie weet wat gaat doen om aan geld te komen?'

'Nee, natuurlijk niet. Maar dat wil toch niet zeggen dat we dit allemaal moeten accepteren? In hemelsnaam, het kind loopt gesluierd.'

'Daar heb ik het al met hem over gehad, maar het schijnt hem niet te deren.'

'Mooi is dat! Waar heeft hij haar vandaan?' 'Ze zit bij hem in de klas. Om dit meisje heeft hij met Ed gevochten en daaruit kun je opmaken dat het behoorlijk serieus is met haar.'

'Ook dat nog. En nu? Hij kan toch onmogelijk met zijn zeventien jaar voor haar gaan zorgen. Hij is zelf nog een kind en daarnaast... het is nota bene zijn laatste schooljaar. Hij heeft naast zijn school geen tijd voor andere dingen, laat staan een meisje met problemen thuis.' Dat haar zoon de oorzaak van de problemen was, vergat ze voor het gemak. Mevrouw Visser was voor het keukenraam gaan staan in de hoop een glimp van haar zoon op te vangen. 'Ik vraag me trouwens af of zij haar school afmaakt. Dat betwijfel ik, gezien de situatie. Het is dan maar afwachten of Sam haar voorbeeld volgt.' Ze snoof sarcastisch. 'Zitten ze straks samen de hele dag op de bank te niksen terwijl wij het geld mogen verdienen. Maar laten we vooral niets zeggen, anders loopt onze zoon weg.' Meneer Visser gaf geen reactie op haar stekende opmerkingen. Ze ging op haar tenen staan toen ze Sam en Letiva in de achtertuin ontdekte. Haar blik bleef strak op het tweetal gericht toen ze verder ging met het maken van verwijten. 'Hij had wel even mogen vertellen dat ze een buitenlandse is. Zie je je kleinkinderen al voor je: gesluierd en wel?' 'Ie draaft nu wel erg door. Laten we maar eerst bekijken hoe we dit moeten overleven. Als hij besluit om met haar mee te gaan, hebben we helemaal geen controle meer over hem. Hij moet nog een paar maanden naar school. Misschien valt er wat te onderhandelen. We moeten hem stimuleren dat hij zijn studie afmaakt. Zolang zijn schoolresultaten er niet onder lijden mag ze blijven. Daarna zien we wel verder.' 'O? En wat doe je als haar ouders verhaal komen halen? Of als de politie voor de deur staat?'

'Ik mag hopen dat die mensen inderdaad snel tot actie overgaan. Als ze voor de deur staan, geven we haar gewoon mee. Ons treft dan geen blaam. We zullen het slim spelen. Wij hebben gedaan wat we konden en het zijn haar ouders die elke vorm van contact verbieden. Ze zullen het hen kwalijk nemen, ons niet.'

Voorzichtig werd er geknikt. 'Met een beetje geluk staan haar ouders binnen twee dagen op de stoep', merkte mevrouw Visser hoopvol op. 'Twee dagen met een wildvreemd meisje in huis is wel te doen. Trouwens... dit soort kalverliefde kan toch niet lang standhouden? Misschien een maand, misschien wel twee en dan zijn ze op elkaar uitgekeken.' 'Wie weet? Zullen we ze naar binnen roepen?' 'Ja, dat moet maar. Maar het meisje slaapt wel in de logeerkamer.'

'Het is niet eerlijk zoals jullie ons voor het blok hebben gezet.' Meneer Visser keek met een diepe frons op zijn voorhoofd het tweetal aan. 'Je moeder en ik hadden liever wat tijd gehad om de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. Nu zien we geen andere keus dan Letiva in huis te nemen. Maar luister goed... Ze mag hier blijven tot ze een andere oplossing heeft gevonden, want dit is er geen.' Sam keek zijn vader nors aan, maar Letiva knikte en reageerde opgelucht. 'Dat begrijp ik. Dank u wel. Ik bel morgen wel met de kindertelefoon, waarschijnlijk kunnen zij mij verder helpen.'

'Heel verstandig', meende meneer Visser en hij negeerde de boze blik van zijn zoon. 'Zolang kun je de logeerkamer gebruiken. We hebben liever niet dat jij bij Sam op de kamer slaapt.'

'Dat heb ik ook liever niet', reageerde Letiva ietwat te fel, maar ze bond snel in toen meneer Visser opnieuw zijn wenkbrauwen fronste. 'Ik waardeer uw vriendelijkheid.' Ze lachte haar witte tanden bloot.

Meneer Visser trok aan de mouw van zijn overhemd en vroeg zich af of haar opmerking sarcastisch was bedoeld.

'Heb je wel spullen bij je?' wilde mevrouw Visser weten. Ze was nu een en al vriendelijkheid. 'Pyjama, ondergoed, shirts en wat toiletartikelen?'

'Niet veel. Ik ben halsoverkop vertrokken.'

'We kijken wel bij Sandra in de kast. Die heeft genoeg kleren die ze niet meer draagt. Sandra is nogal groot voor haar leeftijd, ik denk dat haar kleren jou wel passen. Loop maar even mee.'

'Graag. U bent erg aardig.' Ze volgde mevrouw Visser naar de gang en bij het passeren had ze even vluchtig oogcontact met Sam.

'Ik wil met jou een deal maken,jongeman', wendde meneer Visser zich tot Sam. Hij zag het gezicht van Sam betrekken. Voor wat hoort wat, was het motto dat zijn vader hanteerde en Sam had er een hekel aan. Al jaren werden er 'dealtjes' tussen hem en zijn ouders afgesloten. Zoals die keer in de zomervakantie toen zijn vader onvoldoende personeel in de winkel had staan en daarom besloot om zijn vakantie op te offeren. Drie weken logeren bij oma leverde Sam een nieuwe mountainbike op. Een elektrische gitaar voor het behalen van zijn zwemdiploma, een gebeurtenis die zijn ouders niet konden bijwonen door de kerstdrukte in de winkel. Een gsm voor het scoren van een winnend doelpunt bij de voetbalclub. Merkschoenen, computers... alles verkregen door een deal. Dat zijn vader nu een deal wilde maken met zijn meisje als inzet, viel bij hem behoorlijk verkeerd. Opstandig hoorde hij zijn vader aan.

'Als jij een slecht cijfer haalt op school, het maakt niet uit of het een tentamen of een simpel proefwerk is, dan staatje

vriendin zonder' pardon buiten op de stoep. Wij willen datje

met vlag en wimpel slaagt op school.'

'Waarom zit er bij jullie altijd een "maar" aan alles vast?'

'Zo zit het leven nou eenmaal in elkaar.'

'Nee, jouw leven. Ik heb geen onvoldoendes. Waarom denk je dat ik nu wel slechte cijfers ga halen? Is dat omdat ik verliefd ben op een meisje of omdat ik verliefd ben op Letiva?'

'Praat geen onzin.'

'Waarom dreig je dan datje haar op straat zet als ik niet slaag?'

'Ik dreig niet. Wij zijn streng omdat we het beste met je voorhebben. Later ben je ons dankbaar.' 'Denk je?'

'Sam, doe niet zo bijdehand. Is het een deal?' Met een korte knik bevestigde Sam de vraag.

Het was een ruime kamer. Veel ruimer dan Letiva gewend was. Tegen de muur stond een smeedijzeren ledikant met een bijbehorend nachtkastje. Witte muren en witte plafonds. Boven het bed hing een abstract schilderij dat een groot deel van de muur besloeg. De kleuren fleurden de kamer op: rood met zwarte blokken en een zweem van groen met oranje. Tegenover het bed stond een zwart, glanzend buffet met daarop twee kolossale groenkleurige schemerlampen. Eenzelfde groen als de gordijnen en de vloerbedekking. Onder andere omstandigheden was Letiva onder de indruk geweest van de omgeving, maar nu had ze daar geen oog voor. Het huis, de kamers, alles stond in schril contrast met wat ze thuis gewend was. Ze dacht aan thuis. Zouden ze al ontdekt hebben dat ze was verdwenen? Ze keek op haar horloge. Acht uur, het moest haast wel. Elke ochtend, rond halfacht, was haar moeder druk in de weer met het ontbijt. Ze sloot haar ogen en heel even was het net alsof ze de sterke zoete geur van de koffie kon ruiken. De lach van Omar, de stem van haar moeder... Ze had dit allemaal opgegeven voor Sam. Nee! Driftig schudde ze die gedachten van zich af. Zo mocht ze niet denken. Straks ging ze het hem kwalijk nemen. Nee! Ze had haar familie opgegeven voor haar vrijheid. Er volgde een diepe zucht. 

Ze stond voor de passpiegel die op de deur van de inbouwkast was gemonteerd en staarde naar haar spiegelbeeld. Langzaam knoopte ze haar hidjab los en schudde met haar hoofd, waardoor het haar als een waaier rond haar schouders viel. Ze bestudeerde haar gezicht: asgrauw, bleke lippen en ogen waar de sprankeling al dagen uit verdwenen was. 'Dit was de enige en juiste keus', sprak ze het meisje in de spiegel bemoedigend toe. 'Vanaf nu wordt het alleen maar beter.' Op het voeteneinde van het bed lag een stapeltje kleding. Ze had op afstand staan kijken hoe mevrouw Visser de kast van haar dochter doorzocht en zonder overleg enkele kledingstukken in beslag nam. Sandra gaf geen krimp, maar ze zag aan haar gezicht dat ze de actie niet waardeerde. Daarna was mevrouw Visser haar voorgegaan naar de logeerkamer. Ze was op het bed gaan zitten en had haar onderzoekend aangekeken. Eigenlijk meer aangestaard, alsof ze een zeldzame diersoort was. Toen kwamen de vragen. Niet over haar en Sam maar over haar familie en hun gewoontes. Zo goed en kwaad als het ging had Letiva de vragen beantwoord. 

Het kruisverhoor duurde gelukkig niet langer dan vijf minuten, want toen vertrok ze met de mededeling dat ze naar de zaak moest. Letiva hoorde de stem van mevrouw Visser in de gang en daarna een brommend antwoord van Sam. Ze liep naar het raam en zag een zilvergrijze BMW met draaiende motor voor het hek staan. Meneer Visser zat achter het stuur en hing voorover gebogen, zodat hij het tuinpad kon overzien. Ongeduldig drukte hij op de claxon. Op het moment dat mevrouw Visser op het tuinpad verscheen, ging er een gsm af. Een vaag herkenbaar melodietje. Geschrokken legde Letiva haar hand op het geluid dat uit haar broekzak kwam. Een paar seconden bleef ze versteend staan. Het kon nooit voor haar zijn, waarschijnlijk een kennis van Ahmad. De beltoon bleef aanhouden en uiteindelijk viste ze zenuwachtig het apparaat naar boven. Ze klapte het open. 'Onbekend nummer', las ze op het display. Ze nam de tekst in zich op. 'Niet reageren', waarschuwde een stemmetje achter in haar hoofd. De ringtoon ging nog vier keer over en viel toen stil. Letiva liet zich op het bed zakken en staarde naar het schermpje, waar de tekst had plaatsgemaakt voor verschillende icoontjes. Ze gaf een schreeuw toen de gsm weer tot leven kwam. Het nummer van Omar kwam in beeld en haar hart sloeg over. Haar onbekende redder kon alleen Omar zijn geweest. De lieverd had heel wat op het spel gezet om haar te helpen. Waarschijnlijk was hij ongerust en wilde hij haar stem horen. Ze kon hem niet zomaar negeren, niet na wat hij voor haar had gedaan. Ze drukte het gesprek open. 'Omar?'

'Waar ben je? Hoer! Ik kom je halen', schreeuwde Ahmad in haar oor. 'Zeg me waar je bent. Ben je bij die kaaskop? Vertel op! Ik maak je af als je niet binnen de tien minuten thuis bent.' Letiva hield haar adem in en gaf geen antwoord. 'Mama is ingestort van verdriet en de dokter moet komen. Ondankbare hoer.' Op de achtergrond hoorde ze haar moeder huilen en haar vader schreeuwen. Ahmad wilde nog iets zeggen, maar waarschijnlijk werd de telefoon uit zijn handen gerukt, want Hamid nam het gesprek over.

'Vertel me waar je bent, dan kom ik je halen.' Hamid had moeite om de boosheid uit zijn stem te houden. 'Je krijgt geen straf, kom naar huis. We zullen praten.' Jammerend kwam haar moeder aan de lijn en daarna weer haar vader. 'Hoor je, Letiva? Ik wil datje thuiskomt om te praten.'

'Ik durf niet', had ze willen zeggen, maar de woorden bleven in haar keel steken.

'Letiva! Geef antwoord.' De stem van Hamid sloeg over.