***
'Waarom heb je mijn ouders verteld dat ik zwanger ben? Dat was iets tussen ons', liet Letiva haar vriendin weten. 'Dat heb ik verteld om jou juist te beschermen. Ze hebben de tijd gehad om het nieuws te verwerken en misschien reageren ze daarom minder heftig. Ben je kwaad?' Zeyneps stem werd zacht. 'Ik wilde je helpen. Hoe reageerde je moeder?'
'Best wel redelijk. Mijn vader wil niets meer met mij te maken hebben. Dat zat er dik in. Het schijnt dat ik in de familie besproken ga worden. Volgens mijn moeder reist mijn vader eerdaags af naar Afghanistan. Hij wordt door Ahmad naar het vliegveld gebracht. Ze vroeg of ik die dag bij haar langs wilde komen. Ik wil dolgraag, maar ik moet zeker weten dat alles veilig is. Dat mijn vader en Ahmad weg zijn. Wil jij uitzoeken of haar verhaal klopt? Kan ik je vertrouwen?' 'Natuurlijk. Ik zou je nooit in gevaar brengen.' 'Erewoord?'
'Erewoord! Zodra ik meer weet laat ik je dat weten. Hoe is het verder met je?'
ik ben al wat minder vaak misselijk. En Sam is zo lief. Hij behandelt mij als een porseleinen pop.'
'Wanneer kun je bij het opvanghuis terecht?' 'Volgende week vrijdag komt er een kamer voor mij vrij.'
Het vliegtuig naar Afghanistan vertrok op woensdag 11 juni rond 9.30 uur. Zeynep had de informatie bij twee verschillende bronnen gecheckt. Voor de zekerheid had ze ook nog bij het vliegveld geïnformeerd of er op die datum en tijdstip daadwerkelijk een vlucht naar Afghanistan ging. Het klopte. De mannen waren vóór zeven uur in de auto van Ahmad vertrokken. Letiva had een dag daarvoor nog contact met haar moeder gehad en ze had gesmeekt of Letiva langskwam. Een tweede kans zou zich niet zo snel meer voordoen. Ahmad zou pas laat in de middag thuiskomen, waardoor ze genoeg tijd overhielden om bij te kletsen. Ze had Letiva verteld dat ze een cadeau voor de baby had gekocht dat ze dolgraag wilde geven. Het werd tenslotte haar eerste kleinkind. Ze namen de trein van tien over acht. Letiva had alleen willen reizen, maar Sam had op het laatste moment zijn school afgezegd en was met haar meegegaan. Hij zou haar bij het huis van haar ouders afzetten en dan doorreizen naar zijn eigen ouders. Zijn vader had geld voor de treinkaartjes overgemaakt en een nieuwe gsm voor Letiva opgestuurd. Sam wilde hen persoonlijk bedanken en omdat hij Letiva niet alleen wilde laten reizen, kon hij dat mooi combineren. Tussen de afdankertjes van Sandra had Letiva een witte blouse met zwart stiksel op de mouwen gevonden. De blouse combineerde leuk met haar zwart-witte hidjab. Ze wilde zo goed mogelijk voor de dag komen. Haar moeder mocht niet de indruk krijgen dat ze zichzelf verwaarloosde. Sam had op het station croissantjes gekocht als ontbijt. Maar in plaats van een hap uit het broodje te nemen kauwde ze nerveus op haar nagels.
Hij probeerde haar af te leiden door allerlei komische namen op te noemen die hij voor de baby had bedacht. Het leek hem aardig te lukken, want op een gegeven moment schoot ze in de lach. Ze maakten er een spelletje van dat Sam won. De trein reed om kwart over tien het station binnen en stopte op perron drie. Een aantal mensen stapte uit en zeker het dubbele aantal stapte in. Letiva en Sam namen de bus om de laatste kilometers door de stad af te leggen. Een halte eerder stapten ze uit. Ze liepen door de straten en Letiva was blij dat ze terug was op haar oude stek. Op de hoek van de straat bleven ze staan. 'Weetje het zeker?' vroeg Sam. Ze knikte. 'Ik loop het laatste stukje wel alleen. Bel je me nog op?'
Hij nam haar in zijn armen. 'Natuurlijk, liefje, je denk toch niet dat ik jou achterlaat? Je bent mijn alles.' Zijn lippen beroerden zachtjes die van haar.
'Ik houd van je', fluisterde zij. 'Vergeet dat niet, Sam Visser.' Hij lachte toen ze de letter 'r' overdreven in haar keel liet rollen. Ze gaf hem een tikje op zijn kont en liep toen richting het huis. Hij keek haar met een glimlach na, voelde toen in zijn broekzak en trok het muntgeld tevoorschijn. Elf euro. Halverwege de straat stond een bloemenstalletje. Misschien kon hij voor het geld een bosje bloemen voor zijn moeder kopen. Hij stak de straat over en bekeek de bloemen die in emmers op de stoep stonden uitgestald. Hij had er weinig verstand van en zocht een geelkleurig bosje uit. Het duurde even voordat hij aan de beurt was. 'Wat mag het zijn?' vroeg de verkoopster monter.
'Doet u maar een bosje van die...' antwoordde Sam en hij wees zijn keuze aan.
'Een bosje fresia's. Voor je liefje?' wilde ze weten.
Sam lachte. 'Het is voor mijn moeder.' Toen hij buitenkwam, zag hij hem aan de overkant voorbijkomen. Met iets gebogen hoofd en zijn handen diep in zijn zakken gestoken. Omar keek niet op of om. Voor het portiek bleef hij staan en steunde even met zijn hand tegen de muur. Zijn lippen bewogen, minutenlang. Waarom rende hij niet de trappen op om zijn zus te begroeten? dacht Sam. Ze waren altijd zo close. Of zou Omar niet weten dat Letiva boven was? Sam bleef achter een auto staan en observeerde de jongen. Na een paar minuten kwam Omar eindelijk in beweging en ging het portiek in. Vreemd! Sam twijfelde en zocht naar zijn mobiel in zijn broekzak. Moest hij Letiva bellen? Hij wilde geen paniek zaaien, maar toch... Even hield hij zijn adem in en deed een stap naar voren. Maar dat was toch... Nergiz kwam het portiek uit. Ze liep een paar meter naar rechts, draaide en liep terug. Nerveus wreef ze in haar handen en begon te ijsberen. Ze keek het portiek in en liep toen weer naar de . stoeprand. Ze pulkte aan haar hoofddoek, beet op haar nagels en liep terug naar het portiek. Een angstig gevoel bekroop Sam. Hij liep op haar af en ze schrok toen ze hem herkende. Ze prevelde een schietgebedje en haar ogen stonden vol doffe ellende. Hij keek haar aan en toen begon ze hysterisch te huilen. In een onverstaanbare taal begon ze tegen hem te schreeuwen. Ze greep zijn arm vast, maar hij schudde haar van zich af. Zijn hart begon razendsnel te kloppen. Er was geen tijd om vragen te stellen. Geen tijd om na te denken. Hij rende het portiek in, gleed uit op de bovenste traptrede, herstelde zich en vloog omhoog. De voordeur stond nog open. 'Letiva!' Hij schreeuwde haar naam toen hij de kamerdeur opengooide.
Letiva belde aan en bijna direct zwaaide de voordeur open. Haar moeder stond in de deuropening en glimlachte terwijl de tranen in haar ogen blonken. Ze trok Letiva in haar armen en kuste haar wangen. 'Liefje, waarom? Waarom moest dit zo lopen?' 'Mam', protesteerde Letiva benauwd. 'Je smoort me.' Nergiz liet haar handen liefkozend lang Letiva's rug glijden. 'Mam...' lachte Letiva en wurmde zich uit de omhelzing. 'Kom...' Haar moeder pakte haar hand en liep samen met Letiva naar binnen.
'Laat me naar je kijken...' Nergiz nam haar dochter van top tot teen op. Een trieste glimlach gleed over haar gezicht toen haar vingers langs Letiva's wang streken. 'Ben je gelukkig?' informeerde ze met dikke stem. 'Ja, maar ik mis jullie.'
De vrouw liet een klaaglijke zucht ontsnappen. 'Ik kan het niet meer terugdraaien. Je weet toch...' Ze knikte met haar hoofd naar de foto van Hamids vader. 'Het is een wraakzuchtige oude man.' Een traan gleed omlaag en snel poetste Nergiz die met haar mouw weg. 'Hoe ver ben je al?' Ze staarde naar Letiva's platte buik. 'Twee maanden.'
Haar moeder glimlachte. 'Ik ga theezetten. Wasje lang onderweg?'
'Dat valt wel mee. Het huis ruikt trouwens lekker. Hebt u iets gebakken?'
'Je lievelingstaart. Ga maar vast zitten. Ik snijd een groot stuk voor je af.' Ze ging de keuken in en rammelde hoorbaar met kopjes en bordjes.
'Hoe is het met Omar?' riep Letiva richting keuken. Ze had zijn foto van het buffet gepakt en bestudeerde het ronde gezicht met de pretoogjes.
'Goed. Hij had een fraai rapport en hij is over naar de volgende klas.'
'Het is een slim kereltje. Weet hij dat ik vandaag hier ben?' 'Nee, ik heb het geheimgehouden. Ik durfde het risico niet te nemen. Stel dat hij zich verspreekt tegenover papa. De schat kan toch al zo slecht liegen. Hij is naar een vriendje van school.' Met een natte doek kwam Nergiz de kamer weer binnen en begon driftig de salontafel te boenen. 'Dat is vervelend...' Ze keek niet op van haar werk. 'De melk is op en je drinkt graag melk in je thee. Ik loop even naar de hoek.' 'Dat hoeft: niet. Ik drink wel zonder.' 'Niks daarvan.' De doek zwaaide door de lucht. 'Jij vindt het lekker, dus je krijgt het. Hoe vaak drinken we hierna nog samen thee? Laten we...' Nergiz viel stil en wendde haar hoofd af. 'De buurtwinkel is twintig meter verderop. Ik ben binnen vijf minuten terug. Wacht hier...' Ze drukte een kus op het voorhoofd van haar dochter, wreef nogmaals langs Letiva's wang en liep toen met grote passen de kamer uit. Ze liet de voordeur op een kier staan en ging de trap af. In het trappenhuis stond Omar op haar te wachten. Met een spierwit gezicht keek hij zijn moeder bang aan. Ze knikte zwijgend en liep toen langs hem heen het portiek uit. 'Mam, wacht...' Letiva schudde lachend haar hoofd. In de haast was ze haar portemonnee vergeten. 'Als haar hoofd niet vastzat...' Ze pakte de knip van tafel en ontdekte Omar in de deuropening van de woonkamer. Hij observeerde zijn zus met een vreemde blik. Verrast keek ze hem aan. 'Omar... Wat ben ik blij om jou weer te zien.' Ze omhelsde hem en hij bleef als bevroren staan.
'Ik heb je gemist', fluisterde ze in zijn oor.
'Ik jou ook.' Zijn antwoord kwam schor uit zijn droge keel. 'Je had niet moeten komen...' Nerveus kauwde hij op zijn lip en het leek alsof hij elk moment in tranen kon uitbarsten. Ze keek hem met een verwarde blik aan. 'Is papa thuis?' Hij ontweek haar blik en schudde zijn hoofd. 'Ben ik in de val gelopen?' De sombere blik zei genoeg.
'Ahmad is in de buurt', raadde ze en raakte in paniek. 'Waar is hij? Wat zijn ze van plan? Omar, zeg het me!' 'Je moet... je moet...' Zijn stem brak en hij begon te huilen. 'Ik moet weg', vulde zij voor hem in.
'Nee', snotterde hij. 'Je moet dood.' Hij haalde zijn hand uit zijn broekzak en toen zag ze het mes. Het zwarte knipmes dat hij ooit van zijn vriend Paul had gekregen. Het lag uitgeklapt in zijn hand. Haar mond zakte open en van paniek verstrakte haar gezicht. 'Jij? Omar, doe normaal. Leg dat mes weg.'
Zijn adem kwam in horten en stoten en de tranen bleven stromen. 'Ik moet, ik heb opdracht...'
'Omar, niet doen!' Haar stem klonk luider. Ze wilde achteruitstappen, maar hij bewoog zich sneller. Het lemmet verdween in haar buik. Ze voelde een scherpe pijn en probeerde zijn hand weg te slaan. Hij trok het mes terug, staarde verdoofd naar het bloed dat tussen haar ringvinger en pink op de grond druppelde en sloot zijn ogen. Voor een tweede keer gleed het mes haar lichaam binnen. De witte bloes kleurde langzaam rood. Ze gilde en hij verstarde. Hij liet het mes los en zag hoe ze achteruitdeinsde en tegen de salontafel botste. Ze hield haar buik vast en probeerde de kamer uit te strompelen. Halverwege zakte ze door haar knieën. 'Omar...' Meer bracht ze niet uit. Het gaf een doffe plof toen haar lichaam de grond raakte. De jongen kroop weg in de hoek van de kamer. Hij maakte zich zo klein mogelijk, sloeg zijn armen beschermend rond zijn lichaam en schommelde troostend heen en weer. Hij was in shock.
'Letiva!' De deur werd opengegooid. Door de vaart knalde de deurklink tegen de muur en veerde weer terug. De klap van de terugverende deur leek Sam niet te deren. Hij sprong de kamer binnen en verstijfde toen hij haar lichaam op de grond zag liggen.
'Nee... nee', jammerde hij. In paniek zakte hij naast haar neer en draaide haar gezicht naar zich toe. Zijn vingers gleden langs haar lippen. 'Letiva, liefje...' Ze reageerde niet. 'Wat hebben jullie gedaan, klootzakken', schreeuwde hij tegen niemand in het bijzonder. Omar had hij nog niet ontdekt in de hoek van de kamer. 'Shit...' Zijn wanhoop groeide toen hij al het bloed zag. Met een zenuwachtige haast trok hij zijn mobiel uit zijn broekzak en klapte het apparaat open. Er moest hulp komen... Snel, snel! Zijn hersenen draaiden op volle toeren. Een arts... ze moest naar het ziekenhuis. Hij drukt het alarmnummer van de politie in en kreeg bijna direct contact met de meldkamer. 'Politie, zegt u het maar...'
Jan van Pijderooi had die dag piket en kreeg de melding over de steekpartij als eerste doorgespeeld. Hij stelde de nodige vragen, maakte aantekeningen en hing toen op. Met grote passen was hij vervolgens het kantoor van Janny Linthorn binnengelopen om de zaak met zijn leidinggevende door te nemen. De naam Harchaougoz deed bij de twee mannen de nodige alarmbellen rinkelen. Gezamenlijk liepen ze naar de tapkamer, waar Heleen Resmann en Ibrahim Te§ticio|ü§ bezig waren met het verwerken van de gesprekken. 'Hebben jullie iets over de tap meegekregen over een steekpartij?' informeerde Jan.
'Een steekpartij? Nee, hoezo? Wie is er dan gestoken?' Heleen drukte de gesprekken naar de achtergrond en keek Van Pijderooi nieuwsgierig aan.
'De dochter van Hamid Harchaougoz is in haar ouderlijke woning neergestoken door haar broer.' 'Letiva...' Heleen wisselde automatisch een blik met Ibrahim. Ze ging iets achteroverzitten en voelde boosheid in zich opborrelen. 'Dat is het meisje dat op de vlucht was omdat ze zou worden uitgehuwelijkt', bracht ze de recherchechef scherp in herinnering.
'Er is nu geen tijd om daarover te discussiëren', was zijn vinnige antwoord. 'Jan moet naar de plaats delict. Zijn er nog bijzonderheden die hij moet weten?' 'Ik zou het niet weten.'
'Over welke broer hebben we het hier eigenlijk?' vroeg Ibrahim. Jan controleerde zijn aantekeningen. 'Omar.' 'Omar?' herhaalde Heleen verbaasd. 'Dat is de jongste telg van het gezin. Vijftien jaar. Heeft hij zijn zus gestoken?' 'Daar is niets vreemds aan', wist de tolk. 'De vader moet de eer herstellen, maar hij kan de uitvoering aan zijn zoons opdragen. Hij geeft de opdracht, de oudste doet de planning en de jongste mag het uitvoeren. Het waarom is vrij simpel. Omdat hij minderjarig is en in principe minder straf krijgt. Het klinkt misschien wat vreemd maar hij is minderwaard. Hij zit nog op school en heeft geen inkomen. Daarnaast is hij het gemakkelijkst te beïnvloeden. Vergeet niet dat hij de eer van de familie heeft gezuiverd. Daar heeft men respect voor, dat maakt van hem een echte man.' 'En waar zijn pa en zoonlief nu? Weten we dat?' Linthorn had
zijn gsm al uit zijn broekzak getrokken.
'Op het vliegveld. Die kerels hebben zich een alibi verschaft', zei Heleen . 'Hoe laat vertrok het vliegtuig naar Afghanistan, Ibrahim?'
'9.30 uur. Hamid is al weg maar Ahmad is waarschijnlijk nog op het vliegveld.'
'Ik laat hem door collega's in Amsterdam aanhouden', zei Linthorn resoluut. Hij drukte het nummer in en wachtte op contact. 'Hebben we een foto van Ahmad?' Heleen knikte.
'Fax het prentje door naar het bureau in Amsterdam. Dan weten ze daar wie ze moeten hebben.'
ik ga naar de woning', liet Pijderooi zijn collega's weten. 'Heb jij tijd om met mij mee te gaan?' Hij keek Ibrahim vragend aan. 'Het lijkt mij wel handig als er een tolk bij is.'
'Dat is geen probleem.' Ibrahim stond op en trok zijn jas aan.