***
Hamid Harchaougoz had zich op zijn werk ziek gemeld en zat al vier dagen thuis op de bank. Hij was een gebroken man. Het eten smaakte hem niet meer en hij was vijf kilo afgevallen. Hij had zijn vrouw en twee zoons verboden om nog langer over Letiva te praten. Zijn dochter had hem tot op het bot vernederd en niets dan schande gebracht. Met leugens probeerde hij die schande voor de buitenwereld verborgen te houden. Het mocht beslist niet uitlekken dat de dochter van Hamid Harchaougoz met een Nederlandse jongen van huis was weggelopen. Dat ze al meer dan vijf dagen met een jongen samen was, dag en nacht. Het was niet moeilijk te raden bij wie ze in bed lag. Hij vervloekte het joch, hij vervloekte zijn hele familie. Nergiz belde elke dag wel drie keer naar het huis van de Vissers, maar ook zij hadden tot nu toe nog niets van de kinderen vernomen. De vrouwen hingen een lange tijd aan de telefoon en deelden eikaars bezorgdheid. Ze waren net zo tegen de relatie tussen Sam en Letiva gekant als zij. Toch had Hamid het gevoel dat de Vissers iets voor hem verborgen hielden. Maar wat? Het idee maakte hem gek. De leugens en de smoesjes maakten hem gek. Gisteravond wilde Tarkan met zijn vrouw langskomen om over de bruiloft te praten. Maar Hamid had hem op afstand gehouden. Wat moest hij anders? Hij kon ze toch moeilijk in dit vervloekte huis ontvangen? Ze zouden naar Letiva vragen en wat moest hij dan zeggen? Dat ze 's avonds de deur uit was en dat hij niet wist hoe laat ze weer thuiskwam? Wat als ze besloten om op haar te wachten? En hoe lang kon hij zijn broer op afstand houden met leugens en smoesjes? Er was ook nog zoiets als roddel en achterklap. Hoe lang zou het duren voordat deze ellende uitlekte? Even had hij de ijdele hoop gekoesterd dat ze uit zichzelf terug zou keren. Met de staart tussen de benen. Dan had hij haar hele misstap misschien met list en leugens kunnen verdoezelen. Maar ze had geen teken van leven gegeven... vijf dagen niets. Hij had overdag voor de school staan posten, voor de witgoedwinkel en 's avonds voor de woning van Sam. Het leverde niets op. Tot overmaat van ramp had hij een brief van de onderwijsinspectie ontvangen. Ze hadden bij het ziekenhuis navraag gedaan naar de arts en dokter Pietersen was daar onbekend. Of hij samen met zijn dochter op kantoor wilde langskomen voor een gesprek. Hij had het nummer dat onder aan de brief stond vermeld, direct gebeld en uitgelegd dat zijn dochter niet meer thuis woonde. En nee, hij wist niet waar ze dan wel verbleef. Hij kreeg het met moeite over zijn lippen. 'Ze is weggelopen.' Ondanks deze bekentenis wilden ze hem toch nog spreken. Donderdag om 15.30 uur. Hij had gevloekt. Hij vloekte bijna elke dag. Wat moest hij anders? Hij had totaal geen grip meer op de hele situatie. Hij, Hamid! Hoe vaak had hij familie en vrienden met raad en daad bijgestaan? Wel honderden keren. De problemen van anderen leken een stuk gemakkelijker. Nu het zijn eigen dochter betrof, zat hij vast. Muurvast. Naar wie kon hij voor raad? Niemand! Hij ging zijn vuile was niet buitenhangen, hij beet nog liever zijn tong af. Stel dat zijn vader het te horen kreeg. Tarkan was ook een zoon van hem, zijn oogappel nog wel. Nourdin lag beter in de familie dan de intelligente Letiva, die altijd tegengas moest geven als ze het ergens niet mee eens was. Ze was geen jaknikker. Wat zou er gegniffeld worden als bleek dat haar bijdehante gedrag zich nu tegen hem keerde. Hij had haar te veel vrijheid gegeven, dat was het. Vervloekte vrijheid!
'Dag, pap.' Omar kwam de kamer binnen en liet zijn tas met boeken naast de bank op de grond ploffen. 'Pfff, wat is het warm.' Hij observeerde het sombere gezicht van zijn vader en wachtte tevergeefs op respons. 'Bent u vandaag niet buiten geweest? Het is bloedheet op straat.' Hamid kwam eindelijk tot leven. Hij schoof in de bank naar voren en pakte zijn drinkglas van de tafel. 'Hoe ging het op school?' wilde hij weten. 'Heel goed. Ik heb mijn proefwerk Duits terug en raad eens wat voor cijfer ik daarvoor heb gekregen?' Met kleine slokjes dronk Hamid van zijn mineraalwater en het leek er niet op dat hij ging antwoorden. 'Een acht', vulde Omar daarom zelf maar in. 'Ik was de beste van de klas.' Het nieuws leek zijn vader niet op te vrolijken. Hij knikte wat afwezig. 'Ik zet mijn tas even in mijn slaapkamer.' Omar glipte de kamer uit. Hij liep met een enorm schuldgevoel rond. Hij had de deur van zijn zus op een kier gezet zodat ze kon ontsnappen. Indirect was zijn vader door zijn actie ziek geworden. Zijn vader leefde als een zombie. Hij ging kapot van verdriet en het was allemaal zijn schuld. Als Omar zijn stomme daad kon terugdraaien had hij het gedaan. Hij ging op het randje van het bed zitten en liet zijn hoofd in zijn handen rusten. Zou Letiva gelukkig zijn met Sam? Aan de ene kant hoopte hij van wel, maar ergens toch ook weer niet. Hij slikte moeizaam de tranen weg en staarde minutenlang naar de neuzen van zijn schoenen.
'Omar, wasje handen en kom eten.' Het was zijn moeder die hem riep.
Met een diepe zucht stond hij op en liep naar de badkamer. Hij hoorde de stem van Ahmad uit de kamer komen en hij maakte haast.
'Nourdin is vanmorgen vrijgelaten', wist Ahmad te vertellen. 'Om halftien. Heeft oom Tarkan u niet gebeld?' 'Er wordt de hele dag gebeld', bromde Hamid. 'Ik heb even geen zin in kletspraat. Straks wil er iemand langskomen en dat kunnen we beter niet hebben.'
'Ze komen er vroeg of laat toch wel achter', merkte Ahmad nuchter op. 'u kunt het hun beter zelfvertellen voordat ze het van een ander horen.'
Hamid gaf geen commentaar. Hij keek hoe zijn vrouw de groenten over de borden verdeelde. Ook zij deed alsof ze de opmerking van haar zoon niet had gehoord. 'Misschien weet oom Tarkan raad.'
'Tarkan?' Hamid haalde luidruchtig zijn neus op. 'Die raakt al in paniek als hij benzine moet tanken. Hij en raad. Pff.' 'Pa...' Ahmad schudde afkeurend zijn hoofd. 'De bruiloft is over drie maanden en er is geen bruid.' 'Er kan nog een heleboel veranderen in drie maanden.' 'Letiva is onvindbaar. Ze wil Nourdin niet en ze komt echt niet terug om alsnog te trouwen.'
'Zwijg.' Met een verbeten gezicht sloeg Hamid met zijn vuist op tafel.
'We praten er niet meer over.' Hij prikte een lading sperzie-bonen aan zijn vork en nam een hap. Het bleef een halfuur lang ijzig stil aan tafel. Alleen het getik van het bestek op de borden was hoorbaar. Omar kreeg geen hap door zijn keel. Van onder zijn oogwimpers bestudeerde hij zijn vader, die driftig op zijn bonen kauwde. Hij veerde op. De deurbel sneed door de stilte en geschrokken keken ze alle vier richting de gang. Niemand kwam in actie. Voor de tweede keer werd er op de deurbel gedrukt. Nergiz sprong op en pakte haar hidjab van de stoel. 'Omar, ga jij kijken wie er voor de deur staat. Zeg maar dat we aan het eten zijn.' Behendig en snel knoopte ze de zijden doek om haar hoofd. De jongen keek naar zijn vader en deze stemde met een kort knikje in.
Binnen een minuut was Omar terug in de kamer met in zijn kielzog zijn oom Tarkan en neef Nourdin. Vader en zoon staarden roerloos naar het tweetal in de deuropening. 'Tarkan, wat brengt jou hier?' reageerde Nergiz onnozel terwijl ze nerveus haar hoofddoek gladstreek. Ze voelde een golf van misselijkheid opkomen. Hamid was ogenschijnlijk kalm, hij kon zelfs een glimlach op zijn gezicht toveren. 'Nourdin? Ik hoor net van Ahmad datje bent vrijgelaten.' Hij stond op en drukte Nourdin tegen zijn borst. 'Je hebt ons laten schrikken, jongen. Wat zijn dat voor fratsen?' Ahmad stond naast zijn vader en klopte vriendschappelijk op de schouder van zijn neef. 'Fijn datje weer terug bent.' Nourdin lachte, schudde de hand van zijn oom en zijn neven, gaf zijn tante een zoen en keek toen zoekend de kamer rond. Hamid wist naar wie hij zocht en hij had even snel oogcontact met zijn oudste zoon. 'Ga zitten en eet een hapje mee', zei hij als afleidingsmanoeuvre. 'Omar, pak een stoel voor oom Tarkan en Nourdin.'
Omar holde weg en sleepte twee stoelen vanuit de keuken de kamer in.
'Waren ze slecht voor je?' wilde Ahmad weten. Nourdin schudde zijn hoofd. 'Het eten was goed en zo lang hebben ze me niet gehouden. Al snel bleek dat justitie fouten heeft gemaakt. Ik krijg een schadevergoeding van achtduizend euro', loog hij. Het leek Nourdin een veilige manier om zijn plotselinge hoge spaartegoed te verklaren tegenover de familie. 'Ze hebben hem in de val gelokt', vulde Tarkan aan en hij rechtte met gepaste trots zijn rug. Zijn zoon was geen crimineel, zoals Hamid al die tijd had beweerd. Hij was niet slecht. Misschien wat naïef zodat een ander misbruik van zijn goedheid had gemaakt. Maar beslist niet misdadig. Hamid trok zijn wenkbrauwen op. 'Maar de rechter heeft je een gevangenisstraf gegeven.'
'Daarom krijg ik ook schadevergoeding', antwoordde Nourdin ongeduldig. 'Zo is de wet, niks is logisch.' Er werd geknikt. 'Ze hebben Souliman ook opgepakt om niks', wist Omar. 'En Henk van de cafetaria.'
'Ze rommelen maar wat aan', concludeerde Tarkan. Hij had zijn ellebogen op de tafel gezet en boog zich dichter naar Hamid toe. 'Er gaan geruchten', zei hij. Daar zou je het hebben. 'Geruchten? Wat voor geruchten?' vroeg Hamid en hij deed zijn best om zijn stem nonchalant te laten klinken.
'Het gaat over jouw dochter Letiva.' De klemtoon lag op het woordje 'jouw'. 'Ze zeggen dat ze er met een jongen vandoor is.'
'Goedkope roddelpraat', reageerde Hamid bars. Hij maakte een wegwerpgebaar met zijn hand. 'Welke hond verspreidt dit soort onzin?' 'Mo heeft het gehoord van Kemal, de broer van Aisha. En ik heb het van Mo', zei Nourdin. Hamid verwerkte de informatie, maar gaf niet toe. 'Mo? Toch niet die jongen van Naqib? Die knul is al jaren niet goed bij zijn hoofd. Dat weetje toch?' Maar Tarkan liet zich niet meer afschepen met vage opmerkingen van zijn broer.
'Waar is Letiva? Laat haar het zelf maar uitleggen.' 'Trekje mijn woorden in twijfel?' viel Hamid driftig uit. 'Nergiz, maak Letiva wakker. Mijn broer denkt dat ik lieg.' Hij meende verwarring in Tarkans ogen te zien en hij deed er nog een schepje bovenop. Misschien kon hij zich eruit bluffen. 'Mijn kind ligt doodziek op bed maar als jij haar wilt zien... Nergiz, laat haar opschieten. Zorg dat ze er fatsoenlijk uitziet. Nourdin wil zijn aanstaande vrouw bewonderen en kan niet langer wachten. Het geroddel van zijn vrienden maakt hem bang.'
'Nou, bang...' ging Nourdin in verweer. Nergiz stond als versteend in de kamer, niet wetend wat Hamid nou van haar verlangde. Had hij zijn verstand verloren? Ze zweeg wanhopig, maakte een machteloos gebaar met haar handen en was even in paniek. Tarkan keek haar wantrouwend aan. Een woord, een blik op haar gezicht was voor hem genoeg om te weten dat er iets aan de hand was. 'Nergiz, waar is Letiva?'
Ze hief haar handen op en keek smekend om hulp haar man aan. Hamid zelf had nog geen spier vertrokken. Nog niet. 'Ahmad, vertel mij de waarheid.' Het geduld van Tarkan begon op te raken. Dat merkten ze aan zijn snellere manier van praten.
'Ze is weg', bekende Ahmad terwijl hij even vluchtig naar zijn vader keek. 'Kemal heeft het goed. Letiva is in paniek geraakt en is samen met een jongen van school van huis weggelopen. We hebben alles geprobeerd om haar terug te halen. De knul heeft haar vergiftigd met mooie woorden en naar ons wil ze niet meer luisteren.'
De ogen van Tarkan gingen wijd open. Hij zoog zijn borst vol met lucht en keek zijn broer nijdig aan. 'Waarom deze poppenkast? Hoe lang speelt dit al?' 'Weken', was het benauwde antwoord. 'Weken? Dus wij zijn al weken met de voorbereiding van de bruiloft bezig terwijl jullie wisten dat er geen zou komen?' De stem van Tarkan trilde verontwaardigd. Het bleef stil. Hamid staarde naar zijn handen, zijn schouders laag, zijn hoofd gebogen. De vernedering brak hem in duizend stukjes. 'We dachten dat we haar voor de bruiloft wel zouden terugvinden', was zijn excuus. 'De bruiloft kan gewoon doorgaan. Het is nog niet te laat.' Er was even een opleving in zijn stem. Een sprankje hoop.
'Niet te laat?' Deze bewering maakte een stortvloed van boze woorden in Tarkan los. 'Ze leeft al weken met een ander samen. Wilde je haar daarna aan mijn zoon geven? Denkjij dat hij op een afgelikte boterham zit te wachten? Of denk jij dat jouw slimme dochter nog maagd is?'
Hamid beet zijn tanden op elkaar. Hij wist het antwoord, maar wilde dat niet hardop zeggen.
'Mijn vader kan hier ook niets aan doen', ging Ahmad in de verdediging. 'We hebben gedaan wat we konden. We hebben Letiva thuisgehouden, opgesloten in haar slaapkamer. We hebben haar gestraft en haar geslagen. Niets hielp.'
'En wat nu?' mengde Nourdin zich eindelijk in het geruzie.
Dat er waarschijnlijk geen huwelijk zou komen was voor hem een opluchting. Hij zag het meer als een straf om met Letiva te moeten trouwen. Hij voelde niets voor zijn nicht. In zijn ogen was het een irritante betweter die hem alleen maar ellende zou brengen. Zijn enige troost was dat hij er met zijn geld genoeg buitenechtelijke vriendinnetjes op na kon houden. Maar nu stond zijn mannelijkheid op het spel. 'Ik wil niet dat de familie te horen krijgt dat mijn bruid er met een ander vandoor is. Straks denken ze dat er aan mij iets loos is. Als iemand er niets aan kan doen, dan ben ik dat wel. Ik sta voor schut voor de hele gemeenschap. Ik word nagewezen en uitgelachen. Mijn vader wordt nagewezen en uitgelachen. Mijn moeder, mijn zus. Ik verwacht gerechtigheid, jullie lossen het maar op. Het is jouw zus en uw dochter.' De rollen waren omgedraaid. Tarkan was verbaasd over de kracht die zijn zoon uitstraalde.
'We kunnen haar niet vinden', schreeuwde Hamid gefrustreerd naar zijn broer, die met een arrogant gezicht voor hem stond. 'Ik weet niet waar ik moet zoeken. Wat moet ik als ik haar vind?'
'Dat is aan jou. Wij willen haar niet meer', viel Tarkan uit. 'Mijn zoon trouwt niet met een hoer. Meer is ze niet.' 'Ze is een schande voor de hele familie', was de mening van Nourdin. 'Ze heeft het recht niet om onze naam nog langer te gebruiken. Ik eis dat ze wordt verstoten. Ze is niet langer welkom in de familie. Ze heeft ons allemaal voor schut gezet met haar achterlijke streken.'
'Nourdin heeft gelijk', zei Ahmad. 'Mijn zus is ze niet meer. Ik wil haar niet meer kennen. Ze heeft ons verraden. Waarom moeten wij daarvoor bloeden? Laten we proberen om onze eer te redden. Kunnen we niet met de familie in Afghanistan overleggen?'
Nergiz stond handenwringend in de deuropening. Met
ingehouden adem luisterde ze nerveus naar de veroordeling van haar dochter. Tot haar grote schrik stemde Hamid met het voorstel van Ahmad in.
'Jij belt naar onze vader', besliste Tarkan. ik hoef die verwijten niet over mij heen te krijgen. Het is jouw dochter. Vader was al geen voorstander van ons plan om in Nederland te gaan wonen. Hij is al sowieso geen voorstander van het Westen.'
ik bel hem volgende week.' 'Niks volgende week. Vandaag.'
'Heb jij hem dan direct gebeld toen jouw zoon in de gevangenis zat?' vroeg Hamid nijdig. Hij hield er niet van als mensen hem commandeerden.
'Dat is iets totaal anders. Nourdin was onschuldig, het was een fout van de politie.' 'Ik bel morgen.' 'Jij bent een lafaard.'
Hamid schoot uit zijn stoel omhoog en slingerde zijn broer allerlei verwensingen in zijn moedertaal naar het hoofd. Snuivend stonden de twee broers tegenover elkaar en scholden elkaar stijf. Ten slotte beheerste Tarkan zich en zei in het Nederlands: 'Ik wil datje morgen belt, dan praten we verder.'
Hij draaide zich om, gebaarde met zijn hoofd naar zijn zoon en beende de kamer uit. De deur sloeg onbeschoft hard dicht toen ze vertrokken.
Omar huilde. Het was allemaal zijn schuld.
De telefoon bleef aanhoudend rinkelen. Met een vloek kwam Hamid uiteindelijk toch maar uit de bank omhoog. Hij bromde zijn naam in de hoorn en Tarkan viel direct in het
Oezbeeks tegen hem uit.
'Je hebt nog niet naar vader gebeld. Ik wist het.'
'Wat weetje, Tarkan?' reageerde Hamid geïrriteerd. 'Jij weet niks.'
'Je hebt het lef niet. Mij wist je altijd zo goed te vertellen hoe en wanneer ik iets moest doen. Maar nu de rollen zijn omgedraaid geef je niet thuis.'
'Doe rustig, Tarkan. Je jammert al net als een vrouw. Wie zegt dat ik nog niet gebeld heb?'
'Ilyas. Ik heb naar Baghlan gebeld, jij laffe hond. Ilyas weet zeker dat jij niet naar huis hebt gebeld, anders had vader het hem verteld.' Tegen zijn vrouw, die waarschijnlijk meeluisterde, zei hij: 'Ik zei het toch. Hij heeft niet gebeld. Hij heeft het lef niet.' 'Heb jij met Ilyas over mij gesproken?' onderbrak Hamid het onderonsje tussen Tarkan en zijn vrouw. 'Waar haal jij het recht vandaan?'
'Waar ik het recht vandaan haal?' De stem aan de andere kant van de lijn sloeg hysterisch over. 'Jouw dochter heeft mijn zoon vernederd. Met dat recht... Ik verwacht datje vandaag
belt.' Zonder het antwoord af te wachten knalde hij de hoorn op het toestel. Hamid was woedend.
Nergiz stond in de deuropening. 'Was dat Tarkan?'
Hij knikte terwijl hij met zijn vingers door zijn haar streek.
'Hij denkt dat hij mij kan commanderen. Ik laat mij toch echt niet door die worm afblaffen.'
Zijn vingers drukten driftig op de knoppen en hij wachtte tot er werd opgenomen.
'Worm', schold hij in de hoorn. 'Bemoei je niet met mijn zaken. Ik bel wanneer het mij uitkomt.' 'Smoesjes', schreeuwde Tarkan terug. 'lij probeert die hoer te beschermen. Jij bent geen haar beter.' 'Ik bescherm haar niet. Zij heeft voor mij afgedaan. Maar dat is voor jou niet genoeg. Jij wilt mij zien kronkelen, aan de schandpaal nagelen.' Dit keer verbrak Hamid abrupt de verbinding en belde Tarkan terug.
'Ik wil gerechtigheid voor mijn zoon', vervolgde hij zijn relaas. Hamid liet hoongelach horen. 'Weetje dat wel zeker? Volgens mij geniet jij van mijn ellende. Ik ben een dochter kwijt, ik ben mijn eer kwijt en mijn goede naam is aangetast. Het enige waar jij over jammert is gerechtigheid. Het is ons allemaal aangedaan. Niet alleen Nourdin.' 'Ik wil datje belt en je verantwoordelijkheid neemt.' 'Dat gebeurt, maar alleen wanneer ik daar klaar voor ben.' Hamid hing op en liet zich luid vloekend in de bank vallen. Zijn broer met zijn zoon konden naar de hel lopen.
'Vader, met Hamid.'
'Hamid, wat fijn datje belt. Ik begon me al zorgen te maken. Ik heb al weken niets van je gehoord.'
'Hoe is het met u?'
'Door de reuma wil niet alles lukken zoals ik dat wil. Mijn handen staan krom, lopen gaat moeilijk. Oud worden is geen pretje, jongen. Maar genoeg geklaagd. Hoe is het met jullie? Ik heb laatst een kaart van Omar ontvangen. Het is een lieve jongen.' 'Ja, dat is hij. Luister vader...'
'En Nergiz? Is ze nog steeds goed voor jou en de kinderen?'
ik kan mij geen betere vrouw wensen. Ik...'
'Dat hoor ik graag. En Ahmad? Hoe oud is de jongen nu?
Negentien? Twintig?'
'Eenentwintig, vader.'
'Eenentwintig', herhaalde de kraakstem. 'Het gaat mij allemaal veel te snel. Ik ben blij dat ik hem op de bruiloft ga zien. Hoe is het daarmee?'
'Daar bel ik eigenlijk voor.' Hamid haalde diep adem. 'Het is Letiva...'
'Zenuwachtig zeker? Wat wil je op die leeftijd? Dat is een gezonde reactie, alle vrouwen hebben daar last van. Dat hoort erbij.' 'Ze is weg.'
Er viel een stilte. Het duurde even voordat de oude man kon reageren. 'Letiva is weg? Hoe bedoel je dat?' 'Ze is van huis weggelopen.'
'Van huis weggelopen? Wat bazel je nou? Waar is ze heen?' 'Dat weten we niet.'
'Wat is dat voor onzin! Heb je gezocht?' riep hij geprikkeld. 'Weet Farida nietwaar ze is? Ze moet naar familie zijn gegaan. Heb je de nichten en neven gebeld?' 'Ze is daar niet.'
'Heb je het hun gevraagd? Heb je aan Suna gedacht? Zij woont tegenwoordig met haar man en kinderen in Duitsland.'
'Ze is met een jongen meegegaan.' Een lange, ijzige stilte. 'Een Nederlandse jongen...'
Nog steeds geen reactie. 'Vader? Bent u nog aan de lijn?'
Leo Visser stond in de hal naast de met glas afgeschermde receptie te wachten tot hij werd opgehaald. Hij had elke avond met zijn zoon aan de telefoon gezeten en het hele gebeuren nog eens grondig doorgesproken. Dit keer liet Sam geen details weg. Leo had alles op een rijtje gezet en was naarstig op zoek naar een oplossing. Hij moest wel, want zijn rustige leventje lag totaal overhoop. Het gezin was ontwricht en men verwachtte dat hij als vader de boel weer herstelde. Dat kostte hem tijd en eigenlijk had hij die niet. Het was deze week uitverkoop en hij kon moeilijk gemist worden op de zaak. Hij was gewend om dingen snel af te handelen, maar dit was zo complex dat het wel eens weken, misschien wel maanden kon duren voordat hij alles onder controle had. Zijn belangrijkste streven was dat zijn zoon weer thuis kon wonen. Sam mocht zijn toekomstplannen niet overboord gooien omdat hij verliefd was geworden op een knap smoeltje. Knappe smoeltjes genoeg, maar maak een jongen als Sam dat maar eens wijs. Leo moest het voorzichtig aanpakken en subtiel op de jongen inpraten. De knul was verliefd en had tijdelijk zijn verstand verloren. In deze fase was hij niet voor rede vatbaar en dat wist Leo maar al te goed. Hij was in zijn jonge jaren ook vaak genoeg verliefd geweest en bij elk meisje had hij het gevoel gehad dat zij de ware was. Zijn vader had al zijn meisjes afgekeurd, inclusief Tine. Niemand was volgens hem goed genoeg. Had hij ooit geluisterd? Geen moment! Die ouwe kon zijn rug op.
Een ander probleem was dat er een stel heethoofden achter Sam aan zaten en dat maakte de terugkeer naar huis niet echt gemakkelijk. Het steekincident had Leo's bloed doen koken. Vooral omdat de schoolleiding de bedreiging in de doofpot had gestopt. Wat voor signaal gaven ze hiermee aan hun leerlingen? Dat de naam van de school belangrijker was dan de veiligheid van de kinderen? Leo Visser was woedend en hij wilde zijn woede op iemand botvieren. Niet op de familie Harchaougoz en zeker niet op zijn zoon. Bij hen werkte dat averechts. Plotseling kreeg hij een ingeving. Hij kon natuurlijk ook handig gebruikmaken van de doofpotaffaire. Misbruik maken, eigenlijk. Of hij stapte zelf naar de politie met het risico dat als de messentrekker zijn straf had uitgezeten, hij op wraak uit was en nog fanatieker op zoek ging naar zijn zoon. En dan was er nog de vraag wat pa Harchaougoz ging doen? Kwam hij verhaal halen in de winkel of stond hij straks bij hem voor de deur mèt een mes te zwaaien? Hoe veilig waren zijn vrouw en dochter? Het leek hem niet slim om de agressie van de Afghaanse familie over hem af te roepen. Vooral niet nu het erop leek dat hij hun vertrouwen had gewonnen. Stel dat ze een spoor van Sam hadden opgepikt? De kans was groot dat de vader hem belde voor hulp. Dan kon hij Sam waarschuwen zodat de jongen nog op tijd kon verkassen. Een tweede optie was om het met de schoolleiding op een akkoordje te gooien. Over een paar weken waren de examens en de kans was groot dat de familie Harchaougoz zijn zoon voor het schoolgebouw stond op te wachten. Sam had geen enkele onvoldoende en het zou zonde zijn als hij het jaar over moest doen. Als Sam eenmaal zijn diploma had behaald kon hij zich een paar weken bij Jan op de camping schuilhouden. Tot de gemoederen wat bedaard waren. Op de camping was hij veilig. Na de vakantie kon Sam een studie in een andere stad gaan volgen. Sam had maanden geleden al eens aangegeven dat hij niet verder wilde studeren. Een uitspraak die Tine en hij hadden betreurd. Maar de kaarten waren opnieuw geschud en gedeeld en alles zag er plotseling anders uit. Een vierjarige studie aan de hogeschool zou nu goed uitkomen. Een perfecte plek om je te verstoppen voor je boze schoonfamilie. Tegen die tijd misschien wel ex-schoonfamilie. En Tine en hij kregen dan ook hun zin: een zoon op de hogeschool. Leo moest dus eerst zorgen dat Sam deze school met goed resultaat afrondde. Als hij de schoolleiding zover kon krijgen dat ze Sam op een andere school examen lieten doen, had hij de helft gewonnen. Desnoods zette hij de leiding onder druk. Zij hadden tenslotte geen aangifte willen doen van een gevaarlijke steekpartij omdat ze bang waren dat het aantal nieuwe leerlingen zou teruglopen. Als de kranten hier lucht van kregen... 'Meneer Visser?'
Een forse vrouw van achter in de vijftig stak haar hand uit. 'Mariska Sopho.' Ze had halflang haar, minstens twintig kilo overgewicht en een opvallend brede mond. Ze gebruikte geen make-up en daardoor zag haar huid er wat grauw en grof uit.
'Goedemiddag. Ik wil met u over mijn zoon praten', gaf meneer Visser als verklaring voor zijn onaangekondigde komst. Ze schudden elkaar de hand. 'Sam Visser is mijn zoon', liet hij er voor de zekerheid nog op volgen. De vrouw knikte, haar glimlach was bijna van oor tot oor. 'We lopen even naar mijn kantoor. Het is op de eerste etage. Wilt u misschien een kopje koffie?'
'Graag. Met melk en suiker.'
Hij nam plaats op een plastic stoel voor het bureau en wachtte tot ze terugkwam met de koffie.
'Ik was deze week net van plan om contact met u op te nemen', zei mevrouw Sopho toen ze met twee kopjes binnenkwam en ze op het bureau neerzette. Ze liep terug om
de deur te sluiten en ging toen zitten.
'Sam en Letiva...' Ze trok een kopje koffie naar zich toe. 'Hun verliefdheid heeft heel wat teweeggebracht.' Ze schudde met een diepe frons haar hoofd en kieperde de inhoud van een suikerzakje in haar koffie.
'Sam heeft bij mij zijn hart gelucht en ik was geschokt, dat begrijpt u.'
Leo hield zijn gezicht neutraal en gaf geen commentaar. 'Ik heb de schoolinspectie direct ingeschakeld en de zaak-Letiva heeft hun aandacht. En nu is Sam ziek. Ik neem aan dat zijn plotselinge uitval iets met Letiva heeft te maken?' Ze nam een paar flinke slokken van haar koffie en keek de man in zijn driedelig kostuum afwachtend aan. Ze repte met geen woord over de steekpartij.
'Zijn afwezigheid heeft alles met dit meisje te maken', antwoordde Visser. 'Haar ouders zien een vriendschap met mijn zoon niet zitten en hebben hem bedreigd met de dood. Maar dat is u inmiddels welbekend. Sam is tenslotte hier op het schoolplein door een familielid met een mes aangevallen.' Ze knikte zwakjes met haar hoofd.
'Lichamelijk is mijn zoon ongedeerd gebleven, psychisch is een ander verhaal. U begrijpt dat hij zich niet meer veilig voelt op school.' Hij begon traag in zijn koffie te roeren zodat Sopho zijn woorden kon laten bezinken. 'Sam heeft pas over het steekincident verteld. En uit het verhaal van Sam heb ik begrepen dat er geen aangifte is gedaan? Wat is daar de reden van?' Hij nam een slok koffie.
De directeur blikte of bloosde niet. Waarschijnlijk had ze nog niet in de gaten dat de vader van deze leerling niet was gekomen voor een informatiepraatje. Ze bleef vriendelijk glimlachen toen ze met haar verklaring kwam. 'Sam en ik hebben het steekincident doorgesproken en we waren het er beiden over eens dat het beter was om er geen ruchtbaarheid aan te geven. De situatie voor Letiva zou er niet beter op worden, waarschijnlijk verergeren.' 'Het was prettig geweest als ik daar als ouder ook wat zeggenschap in had gekregen.' De sfeer werd al iets grimmiger. 'Ik ben blij dat ervan alle kanten rekening wordt gehouden met het meisje, maar Sam is nu wel de klos. De school is in gebreke gebleven door de politie niet in te schakelen. Als dat wel was gebeurd zat de messentrekker achter slot en grendel en had Sam zonder problemen zijn eindexamen kunnen doen. Nu loopt die psychopaat nog vrij rond en kan hij eik moment weer toeslaan.' 'Ja, maar... de school heeft dit probleem niet gecreëerd', kwam ze fel in verweer. 'De school is in dit geval het decor waar de ruzie werd uitgevochten. Ik wilde Letiva en Sam beschermen tegen represailles. Daarom heb ik de politie niet ingeschakeld.'
'En u wilde de media op afstand houden.'
Het werd een ongemakkelijke situatie en ze ging even verzitten.
'Wat insinueert u daarmee?' Haar stem sloeg over. 'Dat u geen negatieve publicaties in de krant wilde hebben. Stel dat de naam van de school in de kranten komt te staan? Door zo'n steekpartij loopt u beslist een hoop nieuwe leerlingen mis.'
'U durft...' sputterde ze verontwaardigd.
'Ik begrijp dat u niet hardop gaat zeggen dat het zo is. Maar dat interesseert mij weinig. Wat mij interesseert is met wat voor oplossing de school komt aandragen.'
De vrouw liep rood aan. 'Oplossing?'
'Ja. Wat gaat u regelen zodat mijn zoon zijn examen op een stabiele en veilige locatie kan afleggen? Deze school kan hem dat niet bieden, dat is mij wel duidelijk.'
Het was stil. Mariska Sopho dronk van haar koffie en dacht na. Ze wist dat als ze zou weigeren, hij zijn ongekuiste versie over de steekpartij aan de media zou vertellen. Waarschijnlijk hier en daar nog extra aangedikt.
'U bedoelt op een andere school?' Haar stem was nu rustig, hoe verontwaardigd ze ook was.
'Bijvoorbeeld. Op een andere school in een andere stad. Laten we zeggen... Baarle-Nassau.'
Sopho knikte. 'Zoiets is misschien via de schoolinspectie te regelen. En Letiva?'
Leo Visser fronste zijn wenkbrauwen. 'Wat is daarmee?'
'Wil zij ook examen doen op een andere school?'
Hij deed alsof hij over de vraag nadacht. 'Dat weet ik niet.' Hij vond dat hij al genoeg zijn nek had uitgestoken voor dit meisje. Omdat de vrouw hem met een zure grijns bleef aankijken liet hij er snel op volgen: 'Ik heb geen contact met haar. Ik zit hier alleen voor Sam.'
Dat had de directeur inmiddels wel begrepen.
'Heeft Sam geen contact met haar?'
'Ik dacht het niet. Ze is van huis weggelopen, meer weet ik niet.'
Hoofdschuddend zocht Sopho het nummer van de schoolinspectie in haar telefoonlijst op, pakte de telefoon en belde.
Na ruim dertig minuten legde ze de hoorn terug op het toestel en strengelde haar vingers ineen.
'Het werkt in uw voordeel dat de inspectiedienst een onderzoek heeft lopen tegen de familie Harchaougoz. Het vergemakkelijkt de aanvraag. Ze komen langs voor een gesprek en er moeten wat papieren getekend worden. Zal ik contact met u opnemen als het zover is?'
'Graag.' Hij schoof zijn stoel naar achteren en stond op.' Ik ben blij dat we er samen uit zijn gekomen.' Hij stak zijn hand uit, die zij met tegenzin aannam.